Buitenland. Inhoud van No. 7 van den Zesden Jaargang van het Maandblad van de Vereeniging tegen dc Kwakzalverij. Hoofdartikel: Het proces Masoin. BerichtenDe commissie tot bestrijding der geheim- middelhandel te Leipzig. Polemiek. Een waar schuwing van de politie. Ongeloofelijk. RechtszakenHet boertje van Nieuw-Buinen voor den Hoogen Raad. J. T. Anderegg voor het Hof te 's Hertogenbosch. Grootere artikelen: Over de herziening der genees kundige wetten. Het adres van onze Vereeniging aan de Tweede Kamer. Scheiding van genees- en artsenijbereidkunst. Correspondentie. De '16-jarige kroonprins van Italië, Victor Emanuel, heeft Zaterdag en Zondag een bezoek gebracht aan Amsterdam, waar hij in het Doelen-Hotel logeerde. Hij reist in streng incognito, begeleid door graaf Morelli en kolonel Ossie. De vorige week vertoefde hij o. a. te Trier, Coblenz en Keulen, terwijl hij ook een bezoek bracht aan Krupp's kanonnenfabriek te Essen. Op de te Londen gehouden hondententoonstelling heeft de heer 'F. Onderwater te Dordrecht een eersten prijs behaald met zijne »Great Danes." Naar men verneemt zal de nieuw benoemde mede directeur van de Stoomvaart-Maatschappij Zeeland, de heer C. Bakker Czn., in September zijn betrekking aanvaarden. De heer D. A. van Waalwijk is opgetreden als directeur en redacteur van het Nieuwsblad voor Nederland te Amsterdam. Aan een in de Java-Bode van 25 Mei voorkomend verslag van een onderzoek, door de redactie zelve ingesteld naar den oploop, welke op den 19 Mei op het landgoed Tjomas is voorgevallen, zijn de volgende mededeelingen ontleend Woensdag 19 Mei zou voor de boedjangs van het land Tjomas in kampong Gadok het gewone sedekahboemi worden gegeven, dat dikwijls door het Europeesche personeel wordt bezocht. Bij de nadering der Europe anen wordt alsdan op de gongs en gamelan een soort van intochtsmarsch geslagen. Door een toeval werd ditmaal het sein te vroeg gegeven, nog voor de heeren waren aangekomen. De bende, die in het bosch nabij de kampong verscholen was, wist dit natuurlijk niet en denkende, dat de op het land wonende Europeanen reeds aanwezig waren, stormden zij, een twintig koppen sterk, op de feest plaats aan en begonnen daar al razende onder het bij die gelegenheid gewone geschreeuw van»La IIah Illalah sabil loelah" in het rond te slaan. Dat de personen, tegen wie zij het eigenlijk hadden, er nog niet waren, deerde hun niet; zij waren in dien toe stand van razernij, die geen nadenken meer toelaat en vriend noch vijand kent. Het aangerichte bloedbad was dan ook verschrikkelijk, drie personen zijn wreed aardig afgemaakt en een twintig anderen, waaronder kinderen, meer of minder zwaar gewond. Slechts een der vermoorden was van Tjomas afkomstig, de anderen waren een Chinees en een Hadji, beiden op het land goed Tjampea thuis behoorend. Toen de adsistent-resident van Buitenzorg het gebeurde vernam, snelde hij, vergezeld van een zeven tiental oppassers en met eenige inlandsche grootheden, naar de plaats des onheils. Nauwelijks kregen de moordenaars den adsistent- resident met zijn gevolg in het gezicht, of zij stormden onder kommando van een hunner, onder luid geschreeuw op hem af. De ass.-resid. scheen dit niet bijzonder aangenaam te vinden en hij wist dan ook niet beter te doen dan te vluchten, gevolgd door bijna allen, die met hem waren, terwijl een drietal inlandsche hoofden in een nabijzijnd huis zich verscholen. Na eenigen tijd de politie achtervolgd te hebben, keerde de bende 'naar Gadok terug. De hoofdopruier ging toen met eenige volgelingen de verschillende kampongs rond en gelastte alle inlanders, op straffe van vermoord te worden, naar het gebergte Tjisalak te gaan en zich daar te verzamelen. Natuurlijk durfden de inlanders dat bevel niet weerstaan en den volgenden morgen was het land Tjomas zoo goed als leeg. Toen de resident bericht van het gebeurde ontving, begaf hij zich naar Buitenzorg en verzocht de com mandant van het garnizoen aldaar een detachement soldaten onder zijne bevelen te stellen, ten einde zoo noodig geweld met geweld te keer te kunnen gaan. De le luitenant F. W. H. Tuinenberg werd met 40 man, allen Europeanen, daarvoor aangewezen, en tevens werd nog denzelfden avond een detachement naar Tjomas gezonden om te waken voor de veilig heid. der Europeanen, die daar gevestigd zijn. Den volgenden ochtend vertrok de resident met de troepen naar de plaats des onheils. Van Gadok werd de tocht te voet voortgezet naar het ravijn Tjihidang dat de grens Tjomas en Tjampea uitmaakt en weldra kreeg men aan de overzijde van het ravijn op een heuvelrug, een ongeveer 800 man sterke bende inlanders in het gezicht, en toen zij de troepen ont waarde, een luid geschreeuw aanhief. De resident liet halt houden. Men was toen nog ongeveer zeshonderd passen van de bende verwijderd en daarvan door het ravijn gescheiden. Een der in landsche hoofden werd naar voren gezonden, doch die man scheen onder den indruk van het gebeurde te zijn en waagde zich slechts een honderd passen vooruit, waarna hij de muitelingen sommeerde de moordenaars uit te leveren en zich te onderwerpen. Op den afstand waarop het Inlandsch hoofd de bende had durven naderen, was de sommatie moeielijk hoorbaar en een luid geschreeuw en gejoel was het antwoord er op. De resident verzocht toen daar z. i. het gevaarlijk was om zoo dicht onder den vijand het ravijn over te trekken den com mandeerenden officier een salvo te doen geven over de hoofden der muitelingen heen. Ook daarop volgde een luid geschreeuw. Op dit oogenblik was de bende op den heuvel op gesteld. Geen van hen had vuurwapens bij zich, slechts kapmessen en knuppels maakten hun wapens uit. De belhamels, wier aanvoerders in de voorste ge lederen stonden te tandakken, waren in het wit gekleed of droegen witte lappen om het hoofd, enkelen van hen droegen gele, roode, witte, groene en zwarte vlaggen en een de Hollandsche, die echter omgekeerd aan den stok gebonden was. De resident liet toen een salvo op de bende geven. De uitwerking was verschrikkelijk en de muitelingen weken terug om echter wederom eenige schreden voorwaarts te doen. Een tweede salvo werd gelost. Dit voltooide de verwarring en weldra snelde de bende in volle vlucht den berg op. Nog twee verdere salvo's volgden, die onder de vluchtelingen een ontzettende uitwerking hadden. Daarna trokken de troepen het ravijn door en vonden op den heuvel drie en dertig dooden, acht zwaar gewonden, die kort daarna den geest gaven en nog dertien anderen, die eveneens meer of minder zwaar waren gekwetst. De troepen keerden hierop met den resident naar Buitenzorg terug. Een officier met 23 bajonetten bleef over om voor een mogelijken terugkeer der geweld dadigheden te waken. Gedurende de beide daarop volgende dagen zijn in het district Loewiliang een aantal gewonde inlanders en enkele aanstokers nog gearresteerd. De rust is waar zij gestoord was thans wedergekeerd en langzamerhand gaat het volk terug naar de kampongs, die Donderdag en Vrijdag 1.1. verlaten waren. In andere kampongs heeft geen paniek geheerscht. Evenmin te Buitenzorg. Naar veler meening is te veel bloed gestort en niet voldoende getracht langs den vreedzamen weg de moordenaars uitgeleverd te krijgen. Zij zeggen, dat er gehandeld is alsof men tegenover een vijand, stond, maar men stond tegenover eigen onderdanen, die slechts gedwongen deel hebben genomen aan de demonstratie, en dat er naar de! werkelijke gezindheid der daar verzamelden geen voldoend onderzoek schijnt te zijn gedaan Zooals wij voor enkele dagen reeds medegedeeld hebben, zijn andere bladen dit oordeel niet toegedaan en moest de resident, daar het Nederlandsche gezag door de oproerlingen op ergerlijke wijze werd gehoond, bevel geven tot buitengewone maatregelen. Volgens de Java-Bode is de rust thans hersteld en kan er niet de minste politieke beteekenis aan het feit worden gehecht. Naar aan het Vaderland wordt medegedeeld is op last der Indische Regeering een vervolging ingesteld tegen een der zonen van den landeigenaar wegens het medeschieten op 20 Mei, bij gelegenheid van het oproer, waartoe hij evenwel eerst vergunning gevraagd en verkregen had van den ads.-resident Coenen. Iedereen heeft aldus luidt het vervolg van het bericht medegeschoten, behalve de heer Solook de resident heeft eenige schoten gedaan, en voornamelijk op de voorvechters, toen de soldaten dezen niet konden treffen. Met het gerechtelijk oiiderzoek is reeds een aanvang gemaakt, door het afnemen in het geheim van eenige verklaringen van de soldaten en anderen, die bij de zaak tegenwoordig waren. ()ngelukken; Kampen, Misdaden, enz. Te Fiume, een Oostenrijksche haven aan de Adria- tische zee, is Zaterdag een soldaat aan de Aziatische cholera overleden, terwijl drie werklieden en zes sol daten der Hongaarsche Honved door de besmettelijke ziekte werden aangetast. Deze tijding heeft in gansch het rijk en vooral in Croatiö groote opschudding teweeg gebracht. Drie leden van een werkmansgezin in de Kruisstraat te Delft werden Maandag door eene ongesteldheid aan getast, welke in hare verschijnselen zeer veel overeen komst had met cholerine. Aanvankelijk meende men de oorzaak der ziekte te moeten zoeken in het gebruik van varkenslever, welke bij een slager in de buurt was gekocht. Daar evenwel in diens winkel niets meer van genoemde delicatesse voorhanden was, kon men moeielijk de juistheid van dit vermoeden constateeren. Het voornmmste is intusschen, dat de patiënten, man, vrouw en kind, aan de betere hand zijn. Te Luik werd Zaterdag een huwelijk voltrokken,, dat gevolgd werd door een familie-diner. Aan het dessert, toen het oogenblik van toosten was aangebroken, had de jonge echtgenoot het ongeluk in het vuur zijner improvisatie zijn schoonvader te beleedigen. Van woorden kwam het langzamerhand tot vuistslagen en wierp men elkander de schalen, borden en glazen naar het hoofd. De politie werd te hulp geroepen en deze bracht schoonpapa en schoonzoon naar het politie-bureau, vanwaar beiden den volgenden morgen ieder naai- zijne eigene woning ging. Een nieuwe wijze van botervervalsching heeft een vrouw te Weert in praktijk gebracht. Zij bood namelijk in een winkel boter te koop aan, waarin zij een steen van ongeveer een half kilo verborgen had. Voor dit feit heeft zij zich voor den rechter te verantwoorden. Gri'oot-Brittari j e. De parlementsontbinding heeft Gladstone weinig geholpen. Integendeel, bij de stembus leden de voor standers van home-rule een gevoelige nederlaag. Wel is de stembus nog niet geheel uitgesproken, doch be langrijke wijzigingen kunnen de departementen, waai de uitslag nog niet bekend is, niet brengen. Bijna alle groote steden en fabricentra verklaren zich tegen home-rule en de stroom in die richting vloeit nog steeds. Slechts Edinburg koos twee Gladstonianen. Wanneer men de cijfers van deze stemming vergelijkt met die van 1885, dan blijkt het dat de partij van Gladstone zeer achteruitgaat. Zij verloor 16 procent van het aantal stemmen, terwijl de Tory's slechts 4 procent verloren. Daily News en Pall Mall zijn natuurlijk het meest ontevreden over den uitslag der stemming. Deze twéé Gladstoniaansche bladen bekennen, dat het pleit ten ongunste van Gladstone beslecht is en home-rule vooralsnog onder de vrome wenschen blijft behooren. De quaestie van den dag is nu of Gladstone of Salisbury, of liberalen of conservatieven het land zullen regeeren, en alle kansen bestaan dat de liberalen aan het roer zullen blijven, tenzij de unionisten aan hunne beginselen ontrouw wenschen te worden. Een andere vraag is of Gladstone premier zal blijven. In allen gevalle zal hij niet zijn demissie kunnen nemen voordat hij een nieuw wetsvoorstel indient, die de home-rule quaestie oplost, gedeeltelijk in den geest van Gladstone met de wijzigingen, die lord Hartington aangaf. Door de groote macht, die de politie in het opstootje te Dublin dadelijk ten toon spreidde, werd de zaak spoedig gesust. Toch zijn nog een honderdtal personen in hechtenis genomen allen behooren tot hen, die in de club der Orangisten bijeen waren. De toestand der gekwetsten is gunstig. De dagbladen maken een brief openbaar van kardi naal Manning, den chef dér Engelsche katholieken, aan een zijner vrienden in Amerika, handelend over de Iersche quaestie. De kardinaal houdt in dien brief vol, dat de heer Parnell de katholieken in Ierland niet vervolgen zoude, wanneer de home-rule ingevoerd werd. De Iersche katholieken waren vroeger de martelaren, vervolgd door de protestanten: en marte laren worden nimmer vervolgers. De kardinaal Manning haalt een groot aantal plaatsen uit de geschiedenis aan om te bewijzen, dat de katholieken nooit de gelegenheid hebben aangegrepen om zich op de prote stanten te. wreken. De briefschrijver eindigt met het beste voor de home-rule te wenschen. De fondsen, die in de Vereenigde Staten voor de verkiezings-campagne van Parnell bijeenverzameld werden, bedragen veel meer dan er benoodigd was. Frankrijk, In de République Franocdse vestigt de oud-prefect van politie Camescasse, de aandacht op de toenemende onveiligheid in Frankrijk. »Sedert eenige maanden", schrijft hij, »hebben verscheidene moorden in spoor treinen, allerlei misdaden in den geheelen omtrek van Parijs plaats gehad; verder op voorbeeldelooze roo- verijen; in de Zee-Alpen bijna geregelde aanvallen op postwagens en reizigers; overal de zoo dikwijls in het licht gestelde verergering der landlooperij en geweld-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1886 | | pagina 2