Z1ERIKZEËSCHE COURANT.
voor hot arrondis- sement Zierikzee.
j. J. VAR KERKWIJK.
89ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Liberaal of Anii-revo!utionair.
J. J. VAN KERKWIJK,
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden f 1,-. Franco per post f 1,-
Afzonderlijke nommers 5 Gent met Bijblad 10 Cent.
PRIJS DER ADVERTENTIE N:
Per gewone regel '10 Cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 1G regels GO Cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENMAN.
Uithoofde van Siet JPiiilcstevj'eest
zal sïe Courant van a,s. Dinsdag
niet verscliijnen.
Bij do verkiezing van een Lid voor de Tweede
Kamer der Staten-Generaal op JMsfiStlagi
15 iluni &.S.9 bevelen wij met den meesten
aandrang onzen kiezers aan, hun stem uit te
brengen op bet afgetreden Lid, den lieer
Naar aanleiding eener gelijknamige brochure
van den heer N. J. BASTMEIJER.
II.
«Houdt God buiten de politiek", zeggen de liberalen,
en terecht. »De liberaal, aldus prof. Spruyt, ziet met
de oude denkers in de politiek de koninklijke wetenschap,
waarbij de scherpste blik, de meest doordringende
schranderheid, de meest onvermoeibare werkkracht
volstrekt vereischt worden om noodlottige dwalingen
te voorkomen". Zoo dan politiek een wetenschap is,
wat zullen we ons dan daarbij meer op God beroepen
dan bij eJk ander vak van kennis? De geleerde, die
zich zet tot een wetenschappelijk onderzoek; de natuur
kundige, die dingen en verschijnselen om zich heen
gadeslaat; de beoefenaar der letteren, die zich met
een philologisch onderwerp bezighoudtde geschied
schrijver, die een historisch-critisch onderzoek instelt
naar het ontstaan, den aard en de ontwikkeling eener
gebeurtenis, stellen zij allen als drempelwachter liet
woord voorop: Alle wetten, die ik zal vinden, zijn
door God ingesteld? Zij stellen niets voorop, zij
beginnen hun werk en zien daarin misschien, na
geëindigde taak, een hoogere macht. Zoo ook de
politicus, de liberale staatkundige. Als hij gaat vorschen
naar wat goed is voor de maatschappij om hem heen,
dan slaat hij den blik in het rondhij gaat elke
daad, elk verschijnsel met wijs wikkend oordeel na;
hij spoort het verband der zaken op; hij peilt elke
wonde tot den bodem en tracht middelen ter heeling
te vindenhij wenscht de verhouding te bepalen van
mensch tot mensch zijn oprechte begeerte is het,
de som van geluk te vermeerderen door zijn aandacht
bovenal aan de gemeenschap te wijdenhij streeft
naar toepassing van het Evangeliebeginsel: liefde.
Ik neem de vrijheid, hier mijzelf te citeeren uit het
Nieuws van den Dag: »Het intellect regeert; en niet
dit alleen, maar ook het diepe gevoel van verant
woordelijkheid tegenover den ganschen Staat, de
innige liefde en nauwlettende zorg voor de gezondheid
en den wasdom van het lichaam des volks. Het ware
liberalisme, «een hooft vol kreucken, een geweten
sonder rimpel", is »'t leven getroost te heiligen der
Staat"
De anti-revolutionairen, die de bepaling van wat
volstrekt goed en kwaad is terugbrengen tot éénen
rechtsvorm, God, kunnen in dit opzicht niet consequent
blijven. In de geschiedenis van Israël toch, zooals die
door het Oude Testament wordt meegedeeld, komen
gebeurtenissen voor, door de goddelijke goedkeuring
gesanctionneerd, die zij evenmin goed noemen als de
liberalenmet theologische spitsvondigheden redt men
zich hier niet. Zoo blijft dan ook hun maatstaf wissel
vallig. Wat volstrekt goed en volstrekt kwaad is, kan
in abstracto niet uitgemaakt wordenhet absolute is
onbereikbaar. Den socialist, die zegt dat eigendom
diefstal en diefstal een deugd is, en zich daarnaar
gedraagt, geven we een plaats in de gevangenis of
het krankzinnigengesticht, wijl hij de maatschappelijke
orde verstoort. Dit is der liberalen maatstaf, zooals
ik reeds zeide: het welzijn van het geheel. Het maakt
een integreerend deel van ons innerlijk wezen uit, de
overtuiging, dat elke gelijkstelling, elke verbreking
'van sociale banden, elke uitvvissching van maatschap
pelijke grenzen reeds door de oneindige verscheidenheid
in aard en aanleg der individuen onbestaanbaar is.
Er is gezegd: Als alle recht van den Staat (neen,
van de maatschappelijke instelling) uitgaat en niet
van God, dan heeft de ouder geen recht over zijn
kind, de eigenaar over zijn bezitting". Ontsnapt dan
den heer Bastmeijer ten eenenmale de onderscheiding
tusschen publiek- en privaatrecht? «Ook zal er",
zegt hij, «altijd een bovendrijvende meerderheid zijn,
die de onderliggende minderheid tiranniseert, waardoor
de natie gesplitst is in wettelijke tirannen en wettelijke
slaven". Yan zachtheid in de woordenkeus zal men
den schrijver niet beschuldigen. In de werkelijkheid
wordt zooveel mogelijk met minderheden rekening
gehouden. En bovendien, deze stelling geldt zoowel
voor anti-revolutionairen al voor liberalen.
De bewering, dat de overheid den loop van het
Evangelie in zekere klassen belemmerd heeft door aan
de hoogescholen bij voorkeur bestrijders van het
Evangelie te benoemen, is een dwaling: tot het
hoogleeraararnht worden sRufits de emincntsten ge
roepen, zonder dat naar geloof wordt gevraagd.
Dat de regeering het ontstaan van vrije Evangelische
hoogescholen, zooveel aan haar stond, onmogelijk heeft
gemaakt, is een dwalingaan Dr. Kuypers hoogeschool
is het jus promovendi geweigerd, omdat zij niet de
vereischte waarborgen voor degelijk onderwijs gaf,
gelijk aan dat op de Rijks-universiteiten; de stedelijke
Akademie te Amsterdam heeft in dit opzicht niets
voor. Dat de Staat tegenover het Evangelie een
hu maniteits-E vangel ie of eenig ander stelsel plaatst,
is een dwaling: cle Staat hecht alleen zijn zegel aan
de daden van een wettige corporatie, de Nederlandsch
Hervormde kerk, en treedt slechts op als ook hier
de wet gevaar loopt. De bladzijden in 's heeren
Bastmeijers brochure, die handelen over deze tegen
werking, openbare en geheime, rechtstreeksche en
zijdelingsche, over den smaad en de verdrukking,
waaronder het «Christendom" zucht, zijn bekrompen,
onwaar en hoogst onzedelijk. Zij zijn de generaliseering
van een enkel feit; de phantasie over een gedroomde
verongelijking; een verdachtmaking, zooals men van
dien kant gewoon is, doch die slechts den auteur
onteert. Dat moet dan godsdienst heeten, een navolgen
van het Evangelie, waarmee men zoo schermt. Al
is daarin geen schijn of schaduw te bespeuren van
Christus' geest, als maar aan de letter wordt vast
gehouden Wat geschreven is, is geschrevenDe leer
van Jezus is bij de anti-revolutionairen liet hoofd
ingeprent, het hart vreemd gebleven. Met den grootsten
bijbel, dien zij vinden konden, zouden zij, naar
Erasmus' uitdrukking, hun tegenstander den schedel
verpletteren.
En nu de school. Toen het Nieuws van den Dag
zeide: «De Staatsschool moet dienst doen, om de
heerschappij der kerkelijke leerstellingen af te breken",
bedoelde het niets anders dan een tegenstelling tusschen
letter en geest, tusschen dogma en bedoeling. De letter
doodt, de geest maakt levend, en de laatste wordt
op de openbare school gediend, niet de eerste; ook
daarom niet, wijl zij tot verkettering leidt.
Met Domela Nieuwenhuis hebben de liberalen niets
te doendat de heer Bastmeijer hem aanhaalt, is
alleen begrijpelijk, wanneer men in aanmerking neemt,
dat de oppervlakkige beschouwing van eerstgenoemde
volkomen past in het kader van den laatste. De
woorden van het Schoolblad, in de brochure opgenomen,
zijn niet van de Redactie, doch van één der redacteuren
een andere heeft gemeend in hetzelfde blad hiertegen
ten sterkste te moeten opkomen. Natuurlijk zegt de
heer Bastmeijer er dit niet bij. Het Schoolblad als
zoodanig heeft opgehouden liberaal te zijn, en staat
zeer nabij rood radicalisme.
Prof. Buys behoeft door mij niet verdedigd te
worden; slechts wensch ik den heer Bastmeijer den
raad te geven, het Gidsartikel van dezen geleerde
nog eens oplettend te lezen en dan niet een uit het
verband gerukt woord als citaat te gebruiken. Wat
rest er van het besproken pamflet? Om met Hamlet
te sprekenwoordenwoordenwoorden
Ik behoef de vraag: liberaal of anti-revolutionair
niet te stellen; maar wel schijnt het vooral in ons
district noodig te zijn om met het manifest van het
bestuur der Liberale Unie aan te dringen op ijver.
Bij onze tegenpartij zal het daaraan, voorwaar, niet
ontbreken; zij zullen alle krachten in het vuur brengen
en als een eenig man stemmen op den Heer De
Savornin Lohman. Zoo wij zorgeloos zijn in de stellige
overtuiging, dat de positie van onzen afgevaardigde
onwrikbaar vast staat, dan kon dit rampzalige gevolgen
hebben; de mogelijkheid is volstrekt niet uitgesloten,
dat wij op die wijze overrompeld zouden kunnen
worden. Wat samenwerking vermag, heeft bij de
laatste Statenverkiezing Goes bewezen, waar de
kerkelijken, dank zij de krachtsinspanning der liberalen,
geheel hun toeleg hebben gemist. Wij wenschen
natuurlijk ten allen tijde te overwinnen, doch nu
vooral, wijl zoo groote belangen op het spel staan:
kiesrecht, belastingwezen, sociale en koloniale vraag
stukken, en van den anderen kant niets dan werkstaking
kan worden gewacht, eensdeels door het beruchte
non possumusanderdeels doordat de Eerste Kamer
een remtoestel is en nog lang zal blijven voor alles,
wat specifiek anti-revolutionair is. Laten wij dus
eendrachtig samenwerken; iaat geen enkele kiezer
thuis blijven, maar zijn stem uitbrengen op den heer
om alzoo te blijven medewerken tot het verwerven
eener liberale meerderheid; tot het verdringen van
den kerkelijk puriteinschen zuurdeesem, die maatschappij
en staat tracht te doortrekken; tot het dooden van
dien spitsvondigen letterknechts-geest, die als een
dasmon des verderfs rondwaart in ons midden, die
de machten der duisternis uit hun schuilhoeken op
roept om met helschen adem het licht te bezwalken;
tot het vormen van een leger, dat de stalen borst
biedt aan de felle wapenen en het schorpioenengif
eener eer- en heerschzuchtige bent; een leger, dat
met het zwaard van het eeuwige mensclielijke recht
dompers en geweldenaars het hoofd versplintert.
Liberaal, liberaal tot onzen laatsten ademtocht!
C. VA N WEEL E.
Binnenland.
ZIE RIK ZEE, 11 Juni 1 88 6.
In de Woensdag namiddag gehouden vergadering
van den Gemeenteraad werd mededeeling gedaan van
een brief van Ged. Staten, houdende goedkeuring van
raadsbesluiten tot af- en overschrijving van begrotings
posten.
De ingekomen rekening over 1885 van het Harmonie
gezelschap «Kunst en Eer" werd tot onderzoek en
verslag gesteld in handen van de heeren Schneiders,
de Looze en de Crane.
Aan Dr. Z. Th. Diehl werd, wegens vertrek uit de
gemeente, eervol ontslag verleend als lid der Plaatselijke
Schoolcommissie, onder dankbetuiging voor de in die
betrekking bewezen diensten.
Mededeeling werd gedaan: 1°. van een brief van
Dr. L. W. Th. Wigman te Goes, dat hij zijne be
noeming tot leeraar in de Scheikunde enz, aan de
Hoogere Burgerschool aanneemt en den 1 September