Z1ERIKZEESCHE COURANT. voor het arrondis- sement Zierikzee. 1886. No. 31. Woensdag 21 April. 89ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Deze Courant verschijnt DINSDAG- en "VRIJDAG-A"VOND uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden f 1,-. Franco per post f 4,-. Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 40 Cent. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Per gewone regel '10 Cent. Hu wel ij ks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 Cent. Dienstaanbiedingen van '1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag- voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. UAKENMAN. Uithoofde van den GOEDEN VRIJDAG zal de Courant van a s. Vrijdag niet verschijnen. Binnenland. ZIE RIK ZEE, 2 0 April 4 8 8 6. Men schrijft uit Ooltgensplaat Het stoffelijk overschot van Mr. Van Weel Az., den man die sinds meer dan 30 jaren aan het hoofd der gemeente heeft gestaan, werd Zaterdag, onder een toeloop van honderden belangstellenden, ter laatste rustplaats geleid. Onder hen, die aan de begrafenis plechtigheid deelnamen, merkte ik o. a. op, de heeren Mr. J. Moolenburgh, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, uit Zierikzee; Mr. D. Van Weel, uit Rotterdam; Mr. J. De Clercq van Weel, kantonrechter te HaarlemD. Van Weel, postdirecteur te Dirksland notaris De Vries uit Middelharnisde burgemeesters van Oude Tonge en Den Bommel, benevens een deputatie van de Roomsch-Katholieke gemeente uit het naburige Achthuizen; de gezamenlijke leden van den gemeente raad; de bestuurders der polders onder Ooltgensplaat en Den Bommelleden van den kerkeraad, enz. Een drietal kransen en een kruis van witte bloemen dekten de kist; een krans van levende bloemen van Mr. A. J. C. Van Weel, broeder van den overledeneeen krans van den gemeente-ontvanger, den heer L. M. Van Putten; een immortellen-krans van den luitenant der genie,'0 den heer W. G. L. Versteeg, terwijl het kruis van witte bloemen, aan welks voet de woorden au revoir de hulde was, door de familie aan den doode gebracht. Toen de kist in den familie-grafkelder, die, dank zij de zorgen van den aannemer, den heer Veenenbos, in korten tijd zoo degelijk en net gemetseld was, werd neergelaten, hield ds. De Lindt een lijkrede, welke in sierlijke taal werd beantwoord door den heer Mr. Moolenburgh uit Zierikzee, zwager van den over ledene, die een woord van waardeering sprak over de vele verdiensten van den ontslapene en, mede uit naam der familie, dank-betuigde voor de betoonde belangstelling. De droefheid, door dit sterfgeval gewekt, is algemeen en zeer groot. Vooral het Katholieke deel der bevolking, dat vóór 5 jaren nog zooveel innige hartelijke vreugde aan den dag legde, toen de heer Van Weel zijn 25-jarig jubilé als burgemeester vierde, vernam Woens dag met ongeveinsde deelneming, ja, vaak met betraande oogen, het overlijden van «onzen goeden burgemeester". Wat in den heer Van Weel wordt verloren, kunnen allen bevroeden, die hem meer van nabij hebben ge kend. Van den gemeenteraad was hij de ziel. Aan zijn beleid is het danken, dat deze gemeente haar aanzienlijke schuldenlast tot een niet beteekenend minimum ziet teruggebrachtin dat opzicht spant Ooltgensplaat de kroon boven de dertien andere ge meenten van dit eiland. In zaken van administratieven aard, voornamelijk wat polderzaken betreft, legde hij een voorbeeldige, ongeëvenaard nauwgezette plichts vervulling aan den dag, terwijl de Provinciale Staten van Zuid-Holland in hem een lid verliezen van onge- meene werkkracht. In dat college was zijn stem een gaarne gehoorde en werden zijn adviezen steeds op hoogen prijs gesteld. Rolt. N.bl. Bij kon. besluit van 9 April 1886 StaalsblNo. 50), opgenomen in de Staats-Ct. van 48/49 April, is bepaald, dat de wet van 31 December '1885 tot ver hooging en uitbreiding van het zegelrecht op effecten, op 1 Juni 4886 in werking zal treden. Een kon. besluit, mede van den 9 April ged.agteekend SlaatsblNo. 49), bevat de noodige voorzieningen in de uitvoering van die wet. De Haagsche kroniekschrijver van de N. Gron. Ct. noemt het een feit, dat het tegenwoordig kabinet niet in zeer hooge mate in Zr. Ms. persoonlijke gunst meer deelt. «Welke de oorzaken daarvan zijn - schrijft hij - voegt mij niet te onderzoeken; men heeft het - ik wees er vroeger zijdelings op - aan de voor gedragen conversie toegeschreven, omdat het van algemeene notoriteit is, dat de koning een groot deel van zijn privaatvermogen, men beweert twee millioen, in 4 pets. nationale schuld heeft belegdna de uitgifte der leeningen van 1883 en 4884 werden voor Zr. Ms. rekening, deels in ruil voor Billiton-aandeelen, enorme sommen in vieren", op één dag ongeveer voor een tonne gouds te gelijk belegd. Maar toch zie ik in dit beweren, waaraan ook 't gerucht omtrent een ministerie Schimmelpenninck (dat is met intrekking der conversie) moet worden toegeschreven, niets anders dan een beursmanoeuvre, die intusschen wel een weinigje is gelukt. Het feit echter - ik stel er prijs op het te herhalen - dat Z. M. toestemming gaf om het con versie-ontwerp in te dienen, bewijst, dat hij boven een zelfzuchtige politiek verheven is. Uit eigenbelang behoeft men niet te vreezen, dat onze constitutioneele vorst het ministerie nu zal laten heengaan. Doch 't feit is niettemin waar, dat Z. M. niet meer zooveel vertrouwen in het ministerie heeft als voor heen. Om dit te bewijzen moet ik even een paar maanden teruggaan en u in het koninklijk paleis geleiden op den dag der receptie ter gelegenheid van 's konings verjaardag. De heer Cremers, president der Tweede Kamer, bood Z. M. zijne gelukwensclien aan en er volgde een kort gesprek, dat van kenschetsenden aard is. «Waarom hebt ge toch de Kamer zoo laat bijeengeroepen?" vroeg de koning. »Het geschiedde op verzoek van uwer majesteits regeering, sire", antwoordde de president. »Mijn regeering! «Ja, sire, de heer Heemskerk had het verzoek daartoe tot mij gericht." »Mr. Heemskerk mijn regeevingah, quelle idéé saugrenue! En de heer Heemskerk stond daarbij. Men kan daaruit voldoende opmaken, dat de koning allerminst uit persoonlijke sympathie het kabinet zal houden om de kamer te laten varen. Doch ik acht een andere oplossing totaal ondenkbaar. En dat men ook in de politieke kringen van dat gevoelen is, bewijst de omstandigheid, dat de conversie door de Eerste Kamer is uitgesteld tot na de weder- bijeenroeping der Kamer na het nu aangevangen reces." De residentie-briefschrijver van het Z. D. releveert een gerucht, volgens 't welk ten hove zeer tegen het tegenwoordig Kabinet wordt geïntrigeerd. Koning Willem III toonde zich echter, zoo hij schrijft, steeds voor dergelijke inblazingen ontoegankelijk. In de jongste raadszitting te Franeker deelde de voorzitter mede, dat was ingekomen een schrijven van den heer Kalf te Amsterdam, daarbij terug komende op de vroegere onderhandelingen, omtrent den verkoop van den aan de gemeente Franeker toebehoorende globe-beker en nogmaals f 10,000 biedende, onder bepaling, dat door hem 4 pCt. als provisie zal worden genoten. Dit aanbod werd door den Raad aan B. en W. verzonden om bericht en advies. Het dagelijksch bestuur heeft nu besloten, alvorens de zaak betreffende den verkoop van den beker opnieuw in den Raad te brengen, aan het Friesch genootschap van geschied-, oudheid- en taalkunde den beker aan te bieden, tegen betaling van f 400 'sjaars, gedurende 25 jaren, terwijl dit geld uit sluitend zal bestemd worden tot verdere restauratie van het stadhuis. Bij het staken der werkzaamheden in de beide Kamers zijn de volgende wetsontwerpen aanhangig gebleven bij de Eerste Kamer: de Conversiewet en de Mar- kenwet bij de Tweede Kamer: de Grondwetsherziening de letterkundige overeenkomst met Duitschland; betrekkelijk den fabrieksarbeid van kinderen, enz. tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering; wijziging van de artt. 43 e. a. der Gemeentewet; regeling van het auteursrecht voor kunstwerken herziening van de geneeskundige wetten; verdediging van de rivierdijken; tijdelijke belegging van kasgeldheffing van statistiekrechtwijziging van het tarief van in- en uitvoerrechten; wijziging van de patentwet; wijziging van de wet op den suikeraccijns; id. van de wet op den gedistilleerd-accijns vaststelling van het slot van Indische Begrootings- rekeningenregeling van de Indische mijn-concessiën wetsvoorstel van den heer Schimmelpennick van der Oye tot herziening van het Militair Wetboek op 't punt der desertie in tijd van vrede. D. De zeer bekwame photograaf C. E. Westerborg te Arnhem, bij wien op last en in tegenwoordigheid van H. M. de Koningin het portret van het jeugdig prin sesje is vervaardigd en welk portret tot einde Juli door hem in den handel mag worden gebracht, onder vindt ongekende belangstelling. Met honderden worden deze keurig afgewerkte portretten verzonden. Schier dag en nacht is men op het atelier 'met het afwerken en ter verzending gereedmaken bezig. Niet deze bij zonderheid alleen echter is opmerkelijk, maar meer nog, hoe thans van wijd en zijd familiën te Arnhem komen, opzettelijk om zich door den heer Westerborg te laten photografeeren. In het wekelijksch overzicht van het orgaan van het Algemeen Ned. Werkliedenverbond De Werkmans bode lezen we o. a. het volgende «Tellen wij nog slechts één vertegenwoordiger in 's lands vergaderzaal, rechtstreeks althans heeft hij door te stemmen voor het gewijzigd regeeringsvoorstel, 't bewijs gegeven, mede te werken om tot overeen stemming te komen, thans zal hij ongetwijfeld voort- strijden voor onze zaak, die der «rechtvaardigheid", en hij zal niet alleen staan." Dat «ongetwijfeld" is niet kwaad. De heer Heldt, die dit zelf schrijft, zal «ongetwijfeld" wel weten wat die »éénige vertegenwoordiger" in 's lands ver gaderzaal voornemens is te doen. Het «voortstrijden" is echter wel een beetje aanmatigend. De werklieden zaak is niet met uitsluiting van alle anderen die der rechtvaardigheid en daarvoor hebben anderen reeds gestreden, lang vóór de heer Heldt in de Kamer kwam, waar hij het eerste blijk nog geven moet van zijne specialiteit in 't behartigen van speciale belangen. Een koopman te Groningen had voor eenige dagen betalingen te doen in de streken van Klooster ter Apel. Hij gaf eenige nieuwe muntbiljetten van f 50, Maar jawel. Daarvan wilden de goede lieden niets weten. Ze kenden die sigarenpapiertjes welde krant had er vaak genoeg voor gewaarschuwd Bij den ambtenaar van den burgerlijken stand te Rilland werd, volgens de Midd. Ct., dezer dagen aan gifte gedaan van een meisje, onder den naam van Rillandina. De ambtenaar weigerde de inschrijving in het geboorte-register, en de officier van justitie, hier over gehoord, stelde hem in 't gelijk.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1886 | | pagina 1