as,
3 y,
mi;\.
I 10U/4
j
1886. No. 29. Woensdag 14 April. 89ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
voor het arroiidis- sement Zierikzee.
ientiën
vooraf
leverd.
Iam
DE WITTE VLAG.
Binnenland.
ingevende
r publici-
de daarin
ilaats van
|el Neder-
ling is dit
lebben wij
iu wensclit
i is, waarin
jke order
Jr.
a ito.
4
s, buiten-
borgtocht,
van 6%
■bot. 733/,
88»/,.
1013/,.
1021/,
-1003/,
^"/lB
i» 471/,.
102%
I» 100»/,
132
673/le
67n/,s
681/,
923
6813/,.
WI,C
203/,
1203/,,
603/,,
94%
97'/,
99»/,.
605/je
1361/,,
f l,17i/2
- 2,45
6,50
i
5,75
4,35
4,25
4,35
4,—
10,-
8,50
zïëMzeesche courant.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden ƒ1,-. Franco per post 1,-.
Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 10 Cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewone regel 10 Cent, Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van '16 regels 60 Cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LA KEN MA IV.
De groote bladen met talrijke redactiëncor
respondenten in alle plaatsen, telegraafverbin
dingen naar alle streken, deze hebben ten
taak de openbare meening te leiden. Zij zijn
het, die de weldoordachte meening van een
bepaalde partij verkondigen en ingang zoeken
te doen vinden. De schrijvers treden op als
zaakgelastigden der lezers en geen wonder dus
als de bladen verschillenwaar de lezers ver
schillende meeningen zijn toegedaan.
Toch is er niet zooveel partijdigs in de wereld,
als de menschen elkaar wijs willen makentoch
zijn de menschen niet zoo strijdlustig en vijandig',
als weieens beweerd wordt.
Bij al de verdeelingen en onderverdeelingen
der staatkundige tegenstanders zijn er toch
eigenlijk maar twee partijen en vertoonen zich
deze nog maar nu en dan. We moeten, als
we eerlijk zijn, tot een van de twee behooren
en kunnen in een opzicht het dus nooit
met onze tegenstanders eens worden.
Het is eenvoudig de vraag: zal de kerk
heersehen of niet? De eene partij zegt:
j ade andereneen!
De kerk, dat verklaart, hoe personen van
geheel tegenstrijdige godsdienstige overtuiging,
het eens zijn op 't punt van staatkunde; dat
verklaart den hevigen strijd om de school in
alle landen van de wereld, een strijd, die bij
elke voorkomende of gezoebte gelegenheid op
nieuw ontbrandt.
Die strijd is zoo oud als de werelddie strijd
was het, die Paus en Keizer, die Adel en Volk
eeuwen lang tegen elkaar in het harnas joeg;
die strijd was het, die Amerika bevolkte met
uitgeweken Engelschen, die Nederland in rijk
dom, aanzien en geleerdheid deed toenemen
door de uitgeweken Israëlieten uit Portugal en
de uitgeweken Protestanten uit Frankrijk; die
strijd was het, die vorstenhuizen ten val bracht
en bebloede koppen deed vallen op het staats-
schavot.
We treuren niet om die verdeeldheidomdat
ze ons wakker houdt, omdat ze ons aan het
werk zet en ons onze gronden en beweegredenen
doet onderzoeken, als een soldaat zijn wapens
voor den strijd.
Al de omwentelingen en al de ontdekkingen
der wetenschap moesten aan dien strijd de
grootste uitbreiding en de grootste hevigheid
geven.
In den loop der eeuwen werd de christelijke
godsdienst, in strijd met de bedoelingen des
stichters, een godsdienst voor de rijken en zij,
die hongerig en bevend van koude buiten staan,
ergeren zich aan hen, die in zijde en bont ge
doken den Heere danken voor al de groote
dingen, die Hij aan hen gedaan heeft.
Mogen we het hun kwalijk nemen, dat zij
zooveel goeds voorbijzien, waar ze merken, dat
hun zooveel anders ontbreekt? Doet niet ieder
onzer dat op zijn tijd? Is het te verwonderen,
dat deze der kerk vijandig worden en eene
andere macht willen zien gelden?
De wetenschap heeft den mensck hare schatten
afgestaan kennis geeft kracht en moed,
ootmoed somsIs het te verwonderen, dat de
man van wetenschap gelooven en weten niet
altijd weet saam te brengendat hij niet der
kerk vijandig- wordt, als gene; maar dat hij
onverschillig wordt en zijn troost en heil elders
zoekt
Is, in den grond der zaak, de stemming- dan
wel zóo vijandig als men beweert; of liever,
behoeft ze wel zoo vijandig te zijn? Bovendien,
de strijd barst niet eiken dag los.
Waar gewichtige zaken aanstaande zijn, daar
komen de legers te veldedaar wordt er heftig
gestreden.
Maar wanneer kerk en school onaangeroerd
bijven, dan moet de eerlijke man alleen de
zaken als zaken behandelen; dan kan en moet
de hartstocht der overtuiging tot zwijgen gebracht
worden en er mag geen sprake zjn van part j,
waar de wet op het erfrecht of de exploitatie
van spoorwegen aan de orde is. Oneerljlc
zjn zj, die ook daar partijdig zjn; die bj
uniform-verandering de oorlogsbudgetten tot
uitgangspunt nemen om een lans te breken
voor het verplicht kerkgaandie ter wille van
den strjd, over kloosterscholen en kerkfabrieken
spreken, als er sprake is over de inrichtingen
van kunst en njverheid.
De groote twistappel het onderwjs kan
voor 't oogenblik weer eens rusten en als een
goed veldheer, maakt zich thans elke partj den
tijd ten nutte, om rustig te doen arbeiden, door
hen, die tot dusverre streden. Daar komt dan
de pers met de behandeling van vragen des
tjds, van levensvragen en groote belangen.
Daar kunnen de beide kampen elkaar helpen
zonder verdeeldheid of kwaden wil.
Hoe bestrjden we de armoede, den jenever,
de prostitutie? Hoe zorgen we het best voor
onze weduwen en weezen, voor onze oude
ambtenarenonze afgeleefde arbeiders? Hoe
wordt het best de toekomst verzekerd van on
vermogende jonge menschen van goeden aanleg?
Wat kunnen we voor onbemiddelde meisjes doen,
dat ze eerljk en nuttig door de wereld komen?
Ziedaar vragendie met honderde kunnen
vermeerderd wordenwaarvan de oplossing door
allen gewenscht wordt en door allen kan
bewerkt worden, zonder partyhaat, zonder
verdeeldheid of tweedracht;mits we
eerljk zjn.
We begeeren nooit den strjd te ontwjken;
we moeten echter niet met strjdlustig gebaar
tartend en uitdagend verbitteren; we moeten
een deel van den dageljkschen arbeid tot heil
des lands voor ons nemenmaar we moeten
dat doen in de hoop, in de vaste overtuiging,
dat velen met ons de hand aan den ploeg zullen
slaan.
Waar de partj, waar onze partj, in gevaar
is, moet men ons moedig op de bres vinden;
maar stadig moet men ons ook met den arbeid
des vredes bezig zien, zoodra de strjd ten einde
is. Onze leuze moet in waarheid zjn: Y jan den
in het gevecht, broeders na het ge
vecht; immers het is niet onze persoon, die
ons ten strjde prikkelt, het is het groote be
ginsel, dat ons drijft en dat we moeten gehoor
zamen.
Zóo opgevat, zal de strjd der partjen niet
verbitteren en onze lenze zal ons, als wj er
getrouw aan blijven, vrienden verwerven, waar
we andei's zeker kunnen zjn vjanden te ont
moeten.
ZIE RIK ZEE, 13 April 4 8 8 6.
Sedert 4882 zijn de bepalingen der internationale
conventie tot regeling van het politietoezicht op
de Noordzee in werking getreden, en zonder over
drijving kan gezegd worden, dat tot heden dit toezicht
zoo goed als niets beteekent, en de klachten door
visschers en reeders bij de betrokken autoriteiten
hierover ingediend, mochten in den toestand geen
verbetering brengen.
Als straks de Nederlandsche visschers ter haring-
visscherij uitgaan, zullen ze evenals vorige jaren weer
blootstaan aan den moedwil en vernielzucht van
Belgische en Engelsche visscherstrots het tractaat
en trots het zoogenaamde politietoezicht, zullen de
netten onzer Hollandsche visschers weder worden
afgezeild of gekapt.
»Ernst of kortswijl?" vraagt men terecht bij het
lezen van het bericht, dat in 4886 aan de twee
marineschepen, die Nederland tot bescherming zijner
visschersvloot zal uitzenden, de plaats zal worden aan
gewezen, waar de haringvloot vischt. En toch is het
ernst, zeer hooge ernst. Hoewel het tractaat dagteekent
van 4882, schijnt men tot op heden die plaats niet
gevonden te hebben.
Naar wij vernemen heeft het college voor de zee-
visscherijen in verband met dit besluit voorgesteld
aan boord van de beide marineschepen gedurende
den zomer een visscher te plaatsen. Een dergelijk
advies verdiende zeker opgevolgd te worden. Een
ervaren visscher toch kent de nationaliteit en de
herkomst van elk visschersschip, al wordt hij er maar
een stipje van gewaar en hij weet op zijn duim de
plaatsen, waar in de verschillende tijden van het jaar
gevischt wordt.
De Regeering dacht er anders over, zij vond het
te duur
Nu vragen wijwordt het niet hoog tijd dat de
Regeering eens nadrukkelijk gewezen wordt op de
noodzakelijkheid om de Nederlandsche visscberij een
industrie, die duizenden en duizenden brood geeft
krachtig te gaan beschermen, te beschermen in den
waren zin van het woord.
Uit Amsterdam schrijft men aan de Goesche Crt
van 8 dezerHeden is dr. A. Kuijper, hoogleeraar
aan de Vrije Universiteit alhier, naar Londen vertrokken,
waar hij een tiental dagen denkt te verblijven. Het
doel der reis is ontspanning van den vooral in den
laatsten tijd buitengewoon ingespannen geest.
Thans heeft de directeur der weesinrichting te
Neerbosch voorgoed besloten in Augustus a.s. naar
Amerika te vertrekken, ten einde aldaar in de Hollandsche
nederzettingen lezingen te houden over de weesinrichting
en zijn arbeid onder de weezen. Verder is de heer
Van 't Eindhout voornemens uit te zien naar geschikte
plaatsen voor zijne weesjongens, die als timmerlieden,
metselaars enz. naar Amerika wenschen te vertrekken,
terwijl hij zich zooveel mogelijk op de hoogte zal stellen
van den maatschappelijken toestand van onze landge-
nooten, om hiervan later uitvoerige beschrijvingen
te geven.