2°. de betaling der overige som van f 1418,23s te
doen uit den post voor Onv. Uitg. der Begrooting voor -1885.
Het meerdere werk ten bedrage van f 559,93s, dat
bezuiniging heeft gegeven op den dienst van 1886, zal
uit de Begrooting van dat dienstjaar worden bestreden.
De Voorzitter geeft op eene vraag van den heer Six te
kennen, dat als buitengewoon is beschouwd het aanvoeren
van grond, het aankoopen van staken en het loon voor
buitengewoon toezigt.
De heer Mooleriburgh zegt, dat hij voor zich als gewoon
werk beschouwt al wat periodiek terugkomt en dat hij
meent dat dit ook altijd in acht behoort te worden genomen.
De Voorzitter zegt, dat Burgem. en "Weth. van hetzelfde
denkbeeld zijn en meent dat dit ook hier is toegepast.
Het voorstel van Burgem. en "Weth. wordt vervolgens
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De openbare vergadering gaat in eene beslotene over,
ter behandeling van de reclames tegen het kohier van den
hoofdelijken omslag voor 1885.
De vergadering heropend zijnde, brengt de Voorzitter
ter tafel, een voorstel van Burgem. en "Weth. tot wijziging-
van de verordening regelende het openbaar lager onderwijs
en het besluit tot heffing van schoolgeld op de openbare
lagere scholen, en stelt dit tot onderzoek en verslag in
handen van de heeren van Manende Looze en Six.
Nadat de Voorzitter had medegedeeld, dat de voorgedragen
wijzigingen noodig zijn tengevolge van de reorganisatie der
Meisjesschool, vraagt de heer Schneiders, of de toegang
tot de Hoogere Burgerschool voor meisjes even onbeperkt
zal blijven als die nu is, waarop de Voorzitter antwoordt,
dat Burgem. en Weth. geen voorstel wenschen te doen
om daarin verandering te brengen.
De heer Schneiders meent, dat dit zeer ten nadeele dei-
Meisjesschool zou strekkenwaarop de heer van Kinschot
opmerkt, dat de Voorzitter vroeger heeft gezegd dat de
toeloop van meisjes naar de Hoogere Burgerschool dooi
de nieuwe organisatie der Meisjesschool van zelf wel ver
minderen zou.
De Voorzitter merkt opdat deze zaak nu niet aan de
orde is en geeft in overweging de bespreking hiervan uit
te stellen tot dat de verordening behandeld wordt.
De heer Moolenburgh moet nog opmerken, dat hij aan
de meisjes de gelegenheid niet wenscht te ontnemen om
van de lessen der Hoogere Burgerschool gebruik te maken.
Als het onderwijs op de Meisjesschool voldoende is, zullen
er van zelf minder meisjes naar de Hoogere Burgerschool
gaan. Het geldt hier evenwel een principe en hij meent
dat deze zaak nu niet in eenige minuten is af te doen.
Voor zooveel hem persoonlijk bekend is van het onderwijs
aan de meisjes op de Hoogere Burgerschool,- heeft dit
gunstige resultaten opgeleverd.
De heer Schneiders wederspreekt den heer Moolenburgh
wat de gunstige resultaten betreft van het onderwijs op
de Hoogere Burgerschool aan de meisjes.
De Voorzitter acht het wenschelijk, de verdere bespreking
dezer zaak te laten rusten en sluit na omvraag de vergadering.
Snelpersdrukkerij van II. LAKENMAN te Zierikzee.