Z1ERIKZËESCIIE COIRWT. voor het arrondis- sement Zierikzee. 1886. No. 17. Woensdag 3 Maart. 89ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Feuilleton. up. Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden f 1,-. Franco per post f 1 Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 10 Cent. PRIJS DER ADVERTENT IE N: Per gewone regel 10 Cent. II u w e 1 ij k s Geboorte- en Doodberichten van i6 regels 60 Cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENMAIV. Binnenland. ZIE RIK ZEE, 2 Maart 1 8 8 6. Aan kunstlievende stadgenooten is onderstaande circulaire gezonden, welke het Bestuur voornemens is na een 8tal dagen (zóó mogelijk ingevuld) terug te vragen. Afgescheiden van de o. i. geringe opoffering (1 ya cent per dag), vermag men te mogen wijzen op het nut en het goede der zaak «Bevordering der Toonkunst" en wordt dientengevolge het Bestuur in staat gesteld, méér nog dan tot heden aan deszelfs roeping te kunnen beantwoorden. Zij, die deze circulaire niet mochten hebben ontvangen en onwillekeurig mochten zijn overgeslagen, gelieven zich tot verkrjging van het lidmaatschap te wenden tot den Secretaris-Penningmeester, bereid om inlichtingen te geven. Ook voor vrouwen staat het lidmaatschap open. Zierikzee 25 Februari 1886. M. M. Wij noodigen UEd. uit, om Lid der Afdeeling Zierikzeeen dus der Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst te worden en nemen de vrijheid UEd. nevensgaand biljet tot Inschrijving of Toetreding toe te zenden, met het verzoek het te willen onderteekenen. De jaarlijksche Contributie aan de Afdeelings-kas bedraagt f 5,De entree bij de Maatschappij bedraagt f 1,25, die bij de Afdeeling mede f 1,25, te zamen dus f 7,50 voor het eerste jaar. Het Bestuur, verlangende zoovéél mogelijk nieuwe Leden tot hare Afdeeling te zien toetreden, heeft besloten, voor de nieuw aankomenden in '1885/6, die entrée enz. ad f 1,25, ten behoeve van hare kas, te doen vervallen. Het maatschappelijk jaar begint '1°. September en kan het Lidmaatschap telken jare vóór den 1°. Mei worden opgezegd. Wij wenschen, in 't belang der zaak der Toonkunst, uitbreiding van bet Ledental; hetzelve is op den duur te gering, om met vrucht werkzaam te zijn. Wij houden ons overtuigd, UEd. ons uwen steun in 't belang der kunst zult willen verleenen en teekenen ons hoogachtend Het Bestuur der Afdeeling Zierikzee der Maatschappij tot Beo. der Toonkunst, Mr. J. M. Isebree Moens, Voorzitter. II. G. Mulock Houwer, Besluur„ Mr. J. W. A. Schneiders v. Greijffenswerth, Mr. J. C. van der Lek de Clercq, J n' Jhr. W. M. H. de Jonge, Penningm.-Secretaris. N.B.. Bij het door ons te geven Concert, nog in dit seizoen, zullen alléén (ingevolge de Algemeene Wet der Maatschappij'J de Leden en Dames worden toegelaten. Aan het station der Nederlandsche Rhijnspoorweg maatschappij te 's Hage staat een spoorwegrijtuig, voorzien van een noodseintoestel ten behoeve van passagiers, die wegens gevaar, bij ongevallen of om andere noodzakelijke redenen, den trein willen laten stoppen. Ten dien einde bevindt zich buiten het rijtuig boven het portierraam een gespannen koperdraad. Aan dezen draad trekkende stopt de trein plotseling. De zijde aan welke de draad loopt is in den waggon door de punt van een pijl aangewezen. Deze noodrem, alleen te gebruiken voor treinen met den Westinghouserem in werking, is aan het einde van iederen wagen bevestigd. De lucht, die zich in de buizen, aangesloten met het Westinghouse- toestel onder het rijtuig bevindt, wordt afgesloten door middel van een kraan, boven aan den trein zichtbaar- Die kraan, met een dun touwtje aan een ijzeren staafje vastgehecht om beweging gedurende het rijden te voorkomen, is verbonden met het koperdraad langs don buitenwand gespannen. Een flinke ruk aan den draad is voldoende om het touw te verbreken, de kraan opent zich en de lucht ontsnapt, waardoor de trein tot stilstand wordt gebracht. Proeven met dit toestel genomen leverden het verrassende resultaat, dat de trein in 12 a '15 seconden na opening van de kraan op bovengemelde wijze stopte. Het spreekt van zelf dat de Spoorwegmaatschappij het middel slechts in de uiterste gevallen wenscht te zien aangewend. Hieraan wordt het publiek herinnerd in de gebruiks aanwijzing op een bordje in de wagens opgehangen. De passagier, die den trein buiten noodzaak doet stoppen, wordt onverbiddelijk uit den trein verwijderd, op welk afgelegen punt die zich ook bevinde. Het groote nut van dit middel berust wel voor namelijk in de eenvoudige, weinig omslachtige wijze waarop het is toe te passen. Een echt grappige wedstrijd werd te Sloten op het ijs gehouden. De heer O. was in bezit van een karper en daagde den heer T. D. (beiden wonen te Haarlemmermeer) uit om het hardst te rijden. De winner zou eigenaar van den visch zijn, doch verplicht wezen een rondje te geven. Na hardnekkigen strijd bleef T. D. winner. Toen het «rondje" was gegeven, zou de visch, die in een pijpenmand aangevoerd was, uitgepakt worden. Werkelijk kwam een karper voor den dag en wel een ter grootte van een decimeter. Overigens was de mand met steenen gevuld. Dat een dergelijke fopperij tot veel vroolijkheid aanleiding gaf, laat zich begrijpen. Verhaal van mijne reis naar Zui d-Af rika. VERVOLG. Ik sprak van jakhalzen. Omtrent andere dieren zal ik nu ook eerst nog wat mededeelen. De leeuwen zijn sedert de laatste tien jaren uit Natal verdwenen. Den laatsten panter heeft men ongeveer vijf jaar geleden, geschoten. Er is te weinig bosch meer. Rivierpaarden en giraffen leven hier niet meer; echter nog bij hoopen in het noorden der Transvaal. Rivierpaarden noemt men «zeekoeien" en giraffen »ka- meelen". Aan slangen is dit land bijzonder rijk. Er komen wel zestien verschillende soorten voor, waarvan minstens tien vergiftig zijn. Ook de boa treft men hier aan. Zij houden zich op onder klipsteenen of in gaten, en komen bij mooi weer zich in de zon koesteren. Onze kaffers hebben onderweg maar twee giftige slangen met steenen doodgegooid. Langs den weg zijn ook natuur lijk de minste slangen te vinden. De valken zijn in Natal nog al sterk vertegenwoordigd. Ik heb prachtige gezien. Ook aan aasvogels is geen gebrek. Deze zijn ongeveer zoo groot als een kalkoen en hebben binnen een oogenblik een heelen os verslonden. Zij zijn eene weldaad voor deze streken, daar zij, door al de krengen op te eten, de lucht zuiver houden. In de j.b September-maand lagen er zooveel ossen en schapen, door ziekte en koude omgekomen, dat de vogels het aas niet opkonden. Gelukkig zijn de ossen en schapen nog al goedkoop. De muilezel is het dier, hetwelk het duurst is. De prijzen er van varieeren van 12 tot 20 pond of f 144 a f 240. Zij kosten dus meer dan de paarden. Verder heb ik op mijn' tocht gezienspreeuwen, lijsters, kwikstaartjes, duiven, kleiner dan de onze, zwermen van honderden pluvieren. Deze laatsten voeden zich hoofdzakelijk met sprinkhanen, waarvan het gras wemelt. Ook komen hier de boeren- en de gierzwaluwen voor. Beide soorten zijn kaneelbruin aan den buik. Raven, kraaien met een witten ring om den hals, zoo groot als onze bonte kraai, vliegen ook in menigte rond. Ik heb ook onzen gewonen en den Afrikaanschen ooievaar gezien, benevens verscheidene andere vogels, die mij vreemd zijn. Daaronder ook eenen van de grootte onzer ekster, wiens staart echter drie- a viermaal zoolang is als het geheele lichaam, zoodat het beest er bepaald moeilijk van vliegt. Aan kikvorschen en padden ontbreekt het hier ook niet. Wanneer des avonds regen dreigt, is het soms een geducht gekwak. Alle beken, die des zomers niet uitdrogen, zitten vol visch. In Holland vertelt men, dat er hier geen visch is 1 Ook leven er veel krabben in dat water. Van insecten is er een overvloed zonder weerga. Wanneer des avonds mijne kaars brandde en het achterzeil mijner tent open stond, had ik binnen vijf minuten een' hoed vol: Johanniskeversmestkevers goliathkevers, sprinkhanen, wandelende bladen en takken, motten, uiltjes, muggen, muskieten. Alles vliegt door elkaar. Van muskieten heb ik maar een paar keeren last gehad. Zij gelijken zeer veel op muggen, doch zijn iets kleiner. Over dag wordt men veel geplaagd door duizenden vliegen, die, door de warmte, ontzettend vlug zijn. Ook vlooien, luizen en weegluizen zijn hier bij de vleet. Over het algemeen is dit gedeelte van Afrika arm aan planten. Slechts op sommige plaatsen, aan de zeekust en op enkele bergen, treft men veel verscheidenheid aan. Natal zit vol steenkolen en ijzererts. Ilier en daar delft men de steenkool. Als men maar graaft, zal men zeker meer metaalertsen vinden. Het land wordt nog pas sedert een veertig jaar door blanken bewoond. Er leven 35.000 blanken en 300.000 zwarten. Bouwland is er nog maar weinig in Natal. Men verbouwt hoofdzakelijk maïs en haver. De wegen zijn, over liet geheel genomen, nog bitter slecht, niettegenstaande het Gouvernement veel geld er voor uitgeeft. Men, zou het wegen-aanleggen eerst eens in Duitschland moeten gaan leeren. Ze werken maar voor het geld en niet om den weg beter te krijgen. De boeren hebben uitgestrekte hofsteden, plaatsen ge naamd. Het land is ook heel wat goedkooper dan in Europa. Eene plaats heeft altijd eenige uren in omtrek. De punten, waar de ossenwagens telkens uitspannen, behooren ook aan boeren of aan het Gouvernement. Ieder een moet echter toestaan, dat de ossen en ezels er vrij grazen. Er is ook zooveel! Deze dieren, die nooit op stal staan, maar hun geheele leven in de open lucht en vooral op den transportweg slijten, bestaan enkel en alleen van gras. De paarden en muilezels worden zelden beslagen. Het kost f 6 per beest. Hetzij blanke of Kaffer, jong of oud, iedereen rijdt paard en bijna altijd in galop. De paarden zijn over het algemeen goed, vlug en sterk. De gewone ezel is hier even lui als bij ons, maar de muilezel is bij uitnemendheid een dier voor Afrika. De koeien geven in deze streken minder melk dan bij ons. Zij leven meestal ook alleen van gras en kosten daarom niets. Schapen worden er in Natal haast niet gehouden. De Oranje-Vrijstaat is bij uitstek het land daarvoor. Daarentegen ziet men groote kudden witte geiten, met zeer lange haren. Hare wol is viermaal zooveel waard als die der schapen. 8 Dec. Warm weer. De Kaffers maakten de nieuwe as aan den wagen, waar mede zij togen den middag klaar waren. Het water der beek was weer wat helderder geworden en tot tijdverdrijf nam ik nog eens een bad. Met het vallen van den avond zouden wij verder trekken, doch toen bleek het, dat er drie muilezels het hazenpad hadden gekozen. Zij moesten eerst worden opgespoord. Er kwam echter een onweer op en alle hoop om dien dag wat te vorderen, vervloog dus. 't Was alsof wij niet vooruit mochten komen! Killoch en ik gingen daarom maar weer bedaard en gelaten over Afrikaansche toestanden zitten spreken. De nacht was niet koud. 9 Dec. Vier Kaffers werden uitgezonden om de muilezels te zoeken en Mr. Killoch zelf ging ook op den uitkijk. Tegen den avond eerst kwamen allen terug, maar zonder beesten. Er bleef ons dus niets anders over dan om den volgenden dag onzen weg zonder de ezels te vervolgen. Zij zouden misschien ergens opgevangen worden, wat vaak zeer lang duurt, en dan worden ze geschut, totdat door middel van de courant, de eigenaar gevonden is. Er moet dan natuurlijk schutgeld betaald worden.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1886 | | pagina 1