MMKZEESCHK COUBANT.
voor hel arronis-
seinen! Zierikzee.
RDAffl
1886. No. 4. Zaterdag 16 Januari. 89ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Feuilleton.
ertentiën
i vooraf
eleverd.
IND.
EN.
Binnenland.
Verhaal van mijne reis naar
Zuid-Afrika.
aangevende
eer publici-
p de daarin
fdplaats van
jlieel Neder-
jieening is dit
de hebben wij
ui'eau wenscht
iien is, waarin
grijke order
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden ƒ1,-. Franco per post f 1,-.
Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad '10 Cent.
PRIJS DER ADVERTENTIE N:
Per gewone regel '10 Cent. H u w e 1 ij k s -Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 Cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men niterl k een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. I.AKENM AN.
VTSEN.
^aven.
otterdam
sm. 9.30 u.
9.30
9.30
9.30
B 9.30 B
B 9.30 B
9.30
9.30 b
IE F.
letour.
juit.
f 3—
B 2.50
B 1.50
P. KlEVITS.
A. v. Schüijt,
oelï Pauwensteeg.
liOUMAN.
GASTEL,
ISTERDAM
21/,
pCt. 697/le
3
82 :/4
4
4
1027/8
102»s/,s
m 3
4 3
103
101
l1/*
519/l»
2
3
451/8
4
101'/u
5
86'/,
5
100'/,
0 4
4
94'/,
85
5
5
66'/,,
5
5
663/,
5
66'/,
4
135'/,
5
9-2'/,
5
64
5
973/,
'3
19'/a
ad. 5
1163/,
3
58
O
94
5
95'/,,
5
973/,
3
n 3
58
137'/,
PONS.
in Z. R.
Dollars
ZIERIKZEE, 15 Januari 1 8 86.
De heer N. A. Bouwman verzoekt ons te berichten,
dat tot zijn leedwezen het Concert van 21 dezer
moet worden uitgesteld, wijl 2 a 3 zijner orchestleden
ongesteld zijn.
De heer Jhr. W. M. H. de Jonge verzoekt ons het
navolgende over te nemen.
In de Prov. Gron. Ct. leest men de volgende
oproeping
V r ij h a n d e 1 of Bescherming.
Na de van verschillende zijden ontvangen inlichtingen
(zie de Prov. Gron. Courant van den 20 December
1885), kunnen wij tot inlichting mededeelen, dat er
door ons besloten is, 't oorspronkelijke adres te zenden
aan Zijne Exc. den Minister van Financiën en gedrukte
afschriften aan al de leden van de Tweede Kamer.
Ons adres komt in hoofdzaak met dat van de
heeren Biouwers en Bosrna (Olde en Niehove) overeen.
De onderteekenaren vermelden tevens hun beroep,
opdat biijke dat niet juist de landbouwers (zoo als in
den laatsten tijd geheel verkeerd is opgevat), maar
zooveel meerderen daarnaast belang hebben bij «be
schermende" rechten.
Wij nemen hierbij nog de vrijheid, allen in den
lande tot krachtige ondersteuning en medewerking
aan te sporen, en herhalen nog eens de woorden
van den lieer -J. Doornbosch' te Baflo fProvGron
»Te wapend. w. z. met petitiën aan de hooge
Regeering, ter verkrijging van gelijke invoerrechten
van andere natiën als van ons geëischt worden
tot behoud van onze nationaliteit, en ter voorkoming
dat de steenrijke Hollanders niet meer steen arm
worden dan ze reeds zijn. Het doel voor oogen, en
daarin zult gij één blijven, en eenheid in streven
kan u alleen tot de overwinning voeren. Dat
worde zoo!!"
Namens de commissie,
R. P. REDDINGIUS.
Gemeente Ten Boer, 7 Januari 1886.
Wij ontvangen het verzoek om aan onze lezers
mede te deelen dat op Woensdag 20 Januari a.s.
's namiddags één uur, in het hotel Krasnapolsky te
Amsterdam, eene afgemeëne vergadering zal worden
gehouden van de Yereeniging tot bestrijding van
knoeierijen in den Buterhandel." In deze vergadering,
die voor alle leden toegankelijk is, is het volgende
aan de orde
1. Verslag van den toestand der Vereeniging en
van de werkzaamheden van het bestuur sedert de
oprichting.
2. Mededeelingen omtrent een adres aan de
regeering.
3. Algemeene bespreking van de volgende vragen
a. Is het wenschelijk om ten dienste van de
leden der Vereeniging een algemeen handelsmerk in
te voeren
b. Kan de knoeierij in den boterhandel naar de
tropische gewesten bestreden worden door het weder
invoeren van certificaten van oorsprong?
4. Benoeming van een définilief bestuur.
Verder zal aan de aanwezigen gelegenheid worden
gegeven tot het doen van voorstetien en mededeelingen.
De schaatsenrijderswedstrijd te Hamburg zal op
16 en 18 Januari gehouden worden. Zooals bekend,
f 1,16'/.
- 2,44'/,
an te Zieiiksee.
V E V O X-i
Zoo even heeft mijn getrouwe reisgenoot een boer van
Pretoria gesproken, met wien hij goed bekend is. Deze
vertrekt van hier met drie zwaar geladen ossenwagens.
Hij heeft evenwel nog juist zóóveel plaats over, dat hij
dezen éénen passagier en zijne bagage kan medenemen.
Ik ging hem direct vragen of hij ook mij nog kon over
brengen; doch ten eerste, zou hij mijne kisten onmogelijk
meer kunnen opnemenen ten tweede, gaat hij niet over
Harrysrnith naar Pretoria, maar over Utrecht (Transvaal-).
Ik informeerde nog bij hem naar Utrecht, maar hij 'kon
mij niet veel inlichtingen geven, daar hij er weinig bekend
is; alléén, dat het een plaatsje is van pl.m. '250 inwoners
en dat er weinig omgaat.
Mijn Transvaler kan deze goede gelegenheid moeilijk
laten voorbijgaan en besluit dus maar mij te verlaten.
Na verloop van een paar uren, kwam de ossenwagen
vóór ons hotel: De kisten werden opgeladen, en wij namen
afscheid, 't Speet ons zeer dat het niet anders trof, doch
men schikt zich in 't onvermijdelijke
Bij zijne aankomst te Pretoria de reis daarheen duurt
minstens vier weken zal deze kennis informaties voor
mij inwinnen en mij die naar Harrysrnith opzenden.
Tegen den middag was het 88 graden.
't Is hier een gansch andere warmte dan bij ons. Zij is
niet zoo drukkend, zoo afmattend. Transpireeren doet
men geducht.
Den avond passeerde ik in den tuin bij «Borel", op de
«Hollandsche club", zooals wij zeggen. Wij genoten een
cognacje met selters-water (systeem Beins) en heerlijk
vanille-ijs, uit de ijsmachine.
'17 Nov. Den ge heel en nacht heeft het flink gedonderd
en geregend. De temperatuur is tot op 72 graden afgekoeld.
Ik maakte eene wandeling langs het gebergte. Ik ont
moette weer prachtige planten en insecten, vooral vlinders,
Fuchsia's, geraniums, onze gewone aronskelken, fraai ge
kleurde begonia's, kwam ik alle, in 't wild groeiend, tegen.
Soms stonden er zulke groote bossen gele cactussen, dat
zij mij den weg versperden. Hier groeiden bamboezen en
daar weer bananen, van een huis hoogte.
De lelie regen noodzaakte mij liet overige gedeelte van
den dag thuis te blijven. Ik bracht den avond door met
een potje whist te spelen met twee Engelschen en een
D uitschei*.
18 Nov. Daar «Kent" nog niets van zich had laten
hooren, ging ik er eens heen. Hij had nog geen geschikten
ossenwagen kunnen vinden. Ik begaf inij daarom zelf naar
het groote plein, waar de meeste ossenwagens uitspannen.
Het ligt ongeveer tien minuten vóór de stad en is minstens
zoo- groot als half Zierikzee. 't Is geheel en al met gras
begroeid. Dit gras is een geheel ander soort dan bij ons.
Het groeit op bosjes, en is veel harder dan het onze, ook
smaller. De ossen loopen er op rond te grazen, hetgeen
niets kost. De stad heeft dit plein tot algemeen gebruik, voor
de ossen-gelegenlieid, gegeven. Er stonden wel 25 wagens en
er liepen zeker 400 ossen rond.
Men heeft hier twee soorten van trekossen: den gewonen
Kaffer-os zoo groot, soms nog grooter dan onze ossen
en den Zoeloe-os, die veel kleiner is, met zeer scherpe recht
opstaande hoornen. Vaak loopen beide soorten voor een en
denzelfden wagen.
Ik informeerde aan iederen wagen. Deze ging naar Grey town,
(Natal), gene naar Ladysmith, een andere naar Heidelberg,
en twee niet-overdektehelaas! naar Harrysrnith.
Al rondloopende, merkte ik een groote smederij op, waar
de ossenwagens gerepareerd worden. Boven de deur, las ik:
»De Haas." Ik dacht «dat is zeker een Hollander", en ik
ging er in. Ik had goed geraden. De man is een landgenoot
en woont hier reeds 23 jaar.
Van het een kwam liet op 't ander, en daar dat praatje
den man scheen te behagen, gaf hij er het werk aan, en
wij gingen in zijn salon zitten, ik vroeg hem ook of hij
soms een overdekten ossenwagen wist naar Harry smith.
Hij wist er o )k geen, aangezien die emigratie naar den
Vrijstaat en de Transvaal men zou wel kunnen zeggen,
naar geheel Zuid-Afrika in den laatsten tijd sterk is
afgenomen. Daarom zijn er weinig overdekte wagens meer te
bekomen. «Toch" zeide hij, er is juist een neef van
mij onderweg, van Harrysrnith naar hier, met drie muil-
ezelwagens en één ossenwagen, ik verwacht hem iederen
dag. llij is transportrijder, komt met vracht hierheen, zoekt
dan weer beladen terug te gaan, en misschien kan hij ook
u medenemen.
Dit alles, en ook om de reis met muilezels te maken,
en toch niet duurder, stond mij zeer aan. Alles maakte op
mij een netten indruk, en ik beloofde nog een paar dagen
te wachten.
«Boi'el", die met al deze zaken goed vertrouwd is, keurde
het plan zeer goed, toen ik het hem vertelde.
De ossenwagens ziet men zoo dikwijls door de stad rijden,
dat ik nu ten allereerste eene beschrijving er van zal
geven: Er zijn twee soorten van wagens: De «gewone
ossenwagen" gelijkt op eene zeer groote huifkar, doch
alles is veel sterker en zwaarder; de «transportwagen" is
juist zóó gemaakt, maar zonder kap. Eerstgenoemde dient
om personen ie vervoerenlaatstgenoemde om goederen te
transpnrteeren. De «gewone ossenwagen" heeft plaats voor
6 tot 8 personen, met hunne bagage. Achter in den wagen
zijn bedden voor de dames, terwijl de heeren des nachts
onder of naast den wagen slapen, op een veldbed of eene
ossenhuid, onder dekens. Heeft eene familie of dergelijk
gezelschap, den geheelen wagen afgehuurd, dan behoeft
dit laatste natuurlijk niet.
Om over den geheelen wagen te kunnen beschikken,
moet men minstens met 5 personen zijn, daar de reis
anders te duur zou komen, Tot Pretoria betaalt men er
f 360 voor. Voor het oogeublik is het zeer moeilijk die
vijf passagiers bij elkander te krijgen. De alleenloopende
lui gaan echter meestal met een goederenwagen mede,
mits die minstens half overdekt wordt, om, op den
wagen, onder de kap, te kunnen slapen, en ten einde
beschut te zijn tegen koude, regen of brandendenzonnesehijn
want midden in de bergen geen onderkomen te hebben
tegen een slagregen, is niet alleen onaangenaam, maar
ongezond, daar. men, als 't ware, niet meer droog komt.
De felle zonneschijn moet nog al eens oogontsteking
doen ontstaan. Ik heb mij dan ook reeds een blauwen bril
aangeschaft voor op de reis.
Iic»ben ook genoodzaakt mij van een stroozak te voorzien
om op te slapen. Mijn overjas en mijn reisdeken zullen als
deksel moeten fungeeren.
Buiten de bedden staat er verder niets in den ossen
wagen dan koffers en kisten. Buitenaan hangen ketels,
pannen enz.
Voor eiken wagen, personen- of goederenwagen, loopen
van 14 tot 18 ossen of muilezels.
Trekpaarden heeft men hier niet, alleen rij- en koets
paarden.
Aan den overgang van den hals in den romp, bevindt
zich bij deze ossen, een bult, op die manier als bij den
dromedaris, maar veel kleiner, vuistgrootte, 't Is juist vóór
dezen bochel dat het juk bevestigd wordt, bestaande uit
een gebogen stuk hout. Dit wordt van den eenen kant
van den hals, naar den anderen, vastgemaakt met een
lederen riem. Aan beide uiteinden van het juk, bevinden zich
kettingen, alle bevestigd aan éénen grooten ketting, die
met den wagen verbonden is. Trekt de os nu, dan wordt
het juk door die verhevenheid tegengehouden. Verschuiven
of vallen kan het niet; daarvoor zorgt de lederen riem.
Het is dus met dezen bult dat die ossen trekken, en niet
zooals de onze, met den kop. Op dezelfde wijze zouden deze
laatsten dus in 't geheel niet te tuigen zijn. Hoe grooter
bult, hoe beter de os kan trekken.
De ossen loopen twee aan twee. De voorste moeten steeds
en altijd worden aangezet door een Kaffer. Deze loopt de
geheele reis lang vóór hen, en heeft beide eerste ossen aan
een touw vast. Gaat hij weg, zoo staan de beesten direct
stil en zijn er niet toe te bewegen om vooruit te gaan.
Een tweede Kaffer loopt steeds op ?t midden der rij, met
een larige zweep om er op te vegen.
Iedere os draagt een naam, waarnaar hij goed luistert.
Hij wordt steeds in 't Kaffersch aangesproken.
Op den wagen zit, om het geheel te kunnen overzien, de
blanke vrachtvoerder zijn pijpje te rooken.
De muilezels zijn getuigd als bij ons, en worden met
leidsels van uit den wagen gestuurd. De zweep, die dan
gebruikt wordt, en waarmede men ook de voorste dieren
moet kunnen raken, heeft een aardige lengte. Gaat men
echter een zeer steden berg op, of rijdt men langs af
gronden, dan loopen er ook eenige Kaffers naast de muilezels.
Elke wagen heeft een rein toestel, voor wanneer men de
bergen afgaat.
Men wascht zich alleen wanneer men eene rivier passeert.
Voor het eten en drinken zorgen in de meeste gevallen
de reizigers zelve, in enkele de vervoerders.
In het laatste geval bestaat het eten hoofdzakelijk uit
gezouten en gedroogd vleeseh, aardappelen en milletineel,
van Afrikaanse!ie gierst.
De drank is koffie.
Zorgt men zelf voor zijn voedsel, dan neemt men natuurlijk
mee wat men wilvleeseh en groente in bussen, ham