Van bevoegde zijde is de Amst. Ct. in staat gesteld
te vermelden, dat, ofschoon aanvankelijk de toestand
des geestes van onzen verdienstelijken tooneelspeler
den heer Tourniaire, verpleegd in het gesticht «Meer-
en-Berg", geen hoop op herstel gaf, de geneesheer
van genoemde inrichting bij den lijder in den laatsten
tijd kenteekenen heeft waargenomen, welke die hoop
doen herleven.
Kunst, Wetenschap en Lettereu.
Hamlet. Donderdagavond hield de heer Ilngenboltz
een hoogst interessante èn boeiende voordracht over
«Hamlet", welk treurspel èn door de vertaling van
den beer Burgersdijk en door de opvoering van Ludwig
Bar nay meer populair begon te worden. Na er op
gewezen te hebben hoe men de persoonlijke opinie
van Shakespeare nimmer verneemt, maai' hij deze
altoos legt in den mond van een zijner hoofdfiguren,
en hoe men wel eens er aan twijfelt of die treur
spelen, zoo vol zedelijke strekking en zoo rijk aan
wetten van zedelijk leven, wel door Shakespeare
zelve geschreven konden zijn, ging spreker tot liet
beantwoorden der volgende vragen over:
'1. Welke is de beteekenis van «Hamlet" als
zedelijk figuur.
2. Wat heeft hij te zeggen aan onzen tijd.
3. In hoeverre kan hij als een waarschuwend
voorbeeld worden voorgesteld.
Nu gaf de geachte spreker een kort doch kernachtig
overzicht van het geheele stuk en toonde ons daarin
«Hamlet" als 'peinzend idealist, die wars is van alle
vertoon. Het onvergankelijke ,,Te zijn of niet te zijn"
noemde spr. den kern van het treurspel, de zedelijke
les, die het ons allen predikt, door ons te toonen, hoe
het peinzen lafaards van ons allen en ons verlamd
en machteloos maakt. «Hamlet" is een reflectieve
natuur, die de velden van het leven braak laat liggen.
Tegenover hem staat Forlinbras, de man van de
daad.
Aan onzen tijd had «Hamlet", de reflectieve natuur,
te zeggen: Gij wilt veel weten en veel doorgronden;
gij wikt het vóór en tegen. Wacht u echter voor
eenzijdige ontwikkeling, want die betaalt gij met
uw karakter en uw wil.
Ue Hamletgeest vertoont zich in de persoonlijke
en godsdienstige opvatting onzer dagenwij zoeken
den grond van ons leven in eerie hoogere wereld,
die niet gevoeld, noch getast kan worden.
Er is een Hamletgeest in den politieleen toestand
en de maatschappelijke verhoudingen onzer dagen.
We laten de zaken maar zooals ze zijn en wij ver
geten, dat, als wij zeiven niet handelend optreden,
dan handelen de omstandigheden voor ons. Zoo zullen
de sociaal-dcmocra ten de flauwe en besluitelooze
liberalen voortdrijven en brengen waar zij niet wezen
willen.
Eindelijk herinnerde spreker aan het bekende,,ll
fa ut juger les faits d'après leur date.'' Men moet
den «Hamlet" niet toetsen aan onze zedenwetten of
in het licht van onzen tijd.
Maar de «Hamlet" moet ons eens voor al leeren,
dat de melancholie or.s parten speelt, en ons van onze
energie en onze Thalkraftberooft. Ons geloof in
zedelijke machten moet ons het oupractische weifelen
doen overwinnen. Dit kan alleen door onbepaald
vertrouwen, door geloof, genezen worden.
Ongelukken, Kampen, Misdaden, enz.
Donderdagavond is, zooals reeds bekend is, op den
overweg te Gorssel een boerenwagen, geladen met
koopmansgoederen, door den trein, die te 7.44 nam.
te Zuilen aankomt, overreden.
Over dit ongeval meldt men aan de Zw. Ct. uit
Deventer het volgende:
"Voerman Schekman kwam Vrijdagavond van Lochem
en moest den overweg over van het spoor van Zutlen
Deventer, niet ver van het station Gorssel. Dit gebeulde,
een oogenblik nadat de sneltrein van 6.56 uit Zutfen
gepasseerd was. Toen hij evenwel met zijn wagen op
de rails was, raakte deze onder een der afsluit hoornen
vast. Met alle inspanning kon liet hem, met behulp
van den baanwachter, niet gelukken den wagen los
te krijgen. De spanning was groot, want de sneltrein
uit Deventer van 7 19 kon elk oogenblik binnen komen.
De baanwachter, ten einde raad, loopt met zijn
lantaarn met rood licht den trein tegemoet, hopende
door den machinist opgemerkt te worden en zoodoende
een ongeluk te voorkomen. In dienzell'den tijd spande
de voerman zijne beide paarden af. Ongelukkig genoeg
werd bet sein van onveilig niet opgemerkt, en daardoor
naderde de trein met alle kracht bet gevaarlijke punt.
De wagen werd middendoor gereden; fret voorgerleelte
liert onder aan den weg aan stukken, ter wijl bet achter
gedeelte nog ongeveer 50 meter werd medegesleurd
en aan den anderen kant van den weg is neergeworpen.
De rails waren als bezaaid met gedoode varkens,
sommigen zoo vernield, dat er geen dier meer uit te
herkennen valt. De rails zaten vol met reuzel, terwijl
de weg binnen de rails geel is van honderden gebroken
eieren. Vaten boter, tonnen, ledige kisten, flesschen,
laarzen, zakken, kazen, speken der raderen, klompen,
alles ligt er alsof er eene ontploffing heeft plaats gehad.
De trein zelf stopte, toen de schok gevoeld werd,
doch reed ook na verloop van een kwartier weder
door. Gelukkig beeft bet materieel geen schade geleden,
en ook de weg is hoegenaamd niet beschadigd, zoodat
er geen enkele trein oponthoud door heeft gehad. Van
wege de maatschappij is reeds een onderzoek ingesteld,
en ook de justitie is met de zaak in kennis gesteld.
Terwijl de '14jarige zoon van schipper B. bezig was
zijne vernielzucht bot. te vieren, door een dei1 deuren
van het gebouw de oKoppelpoort" te Amersfoort met
steenen te bombardeeren, trof hij met zoodanigen
steen het Sjarig kind van R. H. zoodanig, dat het
bewusteloos naar de ouderlijke woning moest worden
gedragen. Het kind had eene gapende wond aan het
hoofd, die onverwijld heelkundige hulp noodzakelijk
maakte, welke dan ook door chirurgijn Morren is ver
leend. Voor den jongen ondeugenden B. zij dit ongeluk
eene ernstige les, om zich met betere bezigheid on
ledig te houden.
Uit angst om door de politie gevat te worden is
te Saint-Pathem (Fi ankrijk) een wilddief op de volgende
wijze om het leven gekomen. Toen hij op de jacht
was, bemerkte hij plotseling dat de gendarmen hem
op de hielen waren. Zonder zich te bezinnen sprong
hij in de snelstroomende rivier de Lot en slaagde er
in die over te zwemmen. Maar toen daagde de gen
darm aan den overkant op. Op het punt van gepakt
te worden, sprong de 22-jarige jongeling weer in het
water. De politie had nu niet Jarig meer te loopen,
want half ontzield bereikte de strooper den overkant
en werd daar opgenomen. Spoedig daarna stierf de
ongelukkige.
Buitenland.
F r a n k r* ij k.
In het nieuwe ministerie hebben zitting twee leden
van de Union Bepublicaine, Deville en Baïhaut; drie
van de gematigde linkerzijde, Sarrien, Dernóle en Sadi
Carnottwee van de uiterste linkerzijde, Lockroy en
Granet. Goblet behoort tot geene groep, de Freycinet be
hoorde als lid van den Senaat tut de linkerzijde in
dat lichaam. Hij heeft, de portefeuille van buiten-
landsche zaken behouden. Sarrien, minister van binnen-
landsche zaken, een werkzaam en bescheiden man, is
meer een administrateur dan een politiek persoon.
Demöle, minister van justitie, is sedert lang een mede
werker van de Freycinet. Goblet, minister van onder
wijs, schoone kunsten en eeredienst, is de persoonlijke
voorstander van de scheiding van kerk en staat. Hij
is een bekwaam advocaat en redenaar. Baïhaut,
minister van openbaie werken, is een leerling van de
polytechnische school, maar kwam Jater aan betCiédit
Lyonnais. In 1877 werd hij lid der Kamer; daarna
oiider-staatsseci etaris van openbare wei ken. Hij is
specialiteit voor spoorwegeneen slecht redenaar.
Lockroy, minister van handel en nijverheid, behoorde
tot het gezin van Victor Hugo, als met de weduwe
van diens zoon getrouwd. Hij is de zoon van een acteur
en was zelf voor het tooneel bestemd, maar werd
schilder, volgde Alexander Dumas naar Italië, daarna
Rénan als teekenaar op een archaeologische reis naar
Palestina, werd medewerker aan Figaro en de Diable
d quatre, vocht tegen de Pruisen, en heeft zich eerst
sedert eenige jaren aan de politiek gewijd. Deville, mi uis
ter van landbouw, was eerst advocaat, laier onder-staats
secretaris bij bimienlandsche zaken. Hij is president
der Union républicaine geweest, en was nu vice-president
der Kamer. Sadi Carnot heeft de portefeuille van
financiën behouden. Hij is oorspronkelijk ingenieur,
maar een bekwaam financier. Generaal Boulanger,
minister van oorlog, was militair gouverneur in Tunis,
waar hij in conflict kwam met de burgerlijke autori
teiten. Admiraal Aube, minister van mairne, was in
1880 en '81 gouverneur van Maitinique. Granet,
minister van posterijen, is eerzuchtig, bekwaam, wel
sprekend en een heftig bestrijder van Ferry.
Servië.
De Pester Lloyd bevat een brief van een hoog ge
plaatst Servisch ambtenaar, waarin deze zegt, dat
Servië al de zware verplichtingen, die het traktaat
van Bellijn oplegde, volbracht heeft: «Het heeft spoor
wegen gelegd, handelstractaten gesloten, Turksche
domininale goederen afgekocht en ten slotte de wapens
opgenomen om den toestand \óór den oorlog te verde
digen. Bulgarije heeft geen enkel dei- verplichtingen
volbracht, maar is integendeel in oproer gekomen tegen
Europa. Het vervolg hiervan is nu, dat Servië verlaten
is door heel Europa, 't welk zijne toegenegenheid schenkt
aan Bulgarije. Dit zal tot waarschuwing dienen aan
Servië; voortaan zal de koning zich innig niet zijn
volk verbinden en geen acht meer slaan op het ver
langen van Europa. In de aanstaande lente zullen
2UU,000 soldaten, daarin begrepen de Montenegrijnèn,
onder de bevelen van koning Milan optrekken en over
winnen of sterven zooals de Serviërs weten te sterven."
Bulg-arije.
Vorst Alexander heeft bij dekreet de Bulgaarsche
wetgeving in Oost-Rumelië ingevoerd. Dit heeft een
gunstigen indruk gemaakt, omdat men veronderstelt,
dat de- vorst niet dien stap zou hebben gedaan, in
dien hij niet van de toestemming der Porte zeker
ware geweest. Men put daaruit de hoop, dat de
Oost-Ru melische quaestie spoedig zal zijn opgelost.
B e 1 g i e.
Donderdag heeft de Senaat het door de Kamer
goedgekeurde ontwerp tot regeling van het auteurs
recht behandeld. Van de vele voorgestelde amende-
n enten strekte liet voornaamste om het zevende artikel,
betreffende anonyme of onder pseurlonymen uitgegeven
wei ken te schrappen. De anonymiteit, zoo redeneerden
de voorstellers, iiad geene bescherming noodig. Hier
tegen merkte de minister op, dat zeer achtenswaardige
gronden tot anonymiteit konden nopen en dat vele
onsterfelijk geworden schrijvers, gelijk Walter Scott
en Chateaubriand, daarmede begonnen waren. De heer
de Volder wees er ook op, dat het de regeling gold
van den literairen eigendom, waarmede de aard der
geschriften niets te maken had. Ook de liberale oud-
minister Graux kwam tegen het amendement in verzet
en vestigde de aandacht op de hoofdartikelen in de
dagbladen, welke iri België ongeteekend plachten te
zijn. Het amendement verwieif dan ook slechts een
gering aantal stemmen. Zeven artikelen van het ont
werp werden goedgekeurd.
I >nit^chland.
De brief van paus Leo XIII aan vorst Bismarck
ten geleide van de hem verleende Christus-Orde ver
meldt uitdrukkelijk, dat de paus «den grooten kanselier
van het Duitsche rijk" die onderscheiding verleent ter
zake van Bismarcks bemoeiingen om het geschil met
Spanje over de Carolinen in der minne te effenen.
De paus betuigt zijn dank voor de aan den H. Stoel
verleende gelegenheid om in het belang des vredes
bemiddelend op te treden, gelijk dat vroeger zoo dik
wijls geschiedde; zijn dank ook voor de ondersteuning,
die Duitscliland hij dat moeielijk werk den paus ver
leende, en voor de wijze, waarop aan 's pausen raad
gehoor gegeven is. Alle katholieken, zegt de paus,
zullen die hunnen Vader en Herder bewezen eer met
voldoening vernomen hebben. De Paus zegt ten slotte,
dat Bismarck, wien Duitscliland voor het verkrijgen
zijner tegenwoordige macht zooveel te danken heeft,
ook inziet, «welken invloed op de handhaving van
openbare orde en staatsgezag die macht uitoefent,
welke de H. Stoel bezit, vooral wanneer hem, met
wegruiming van alle hinderpalen, viijheid van handelen
gegeven wordt." De paus, op de toekomst vooruit
lopende, hoopt, dat het hem vergund is, uit liet ge
beurde goede verwachtingen te mogen koesteren voor
iietgeen geschieden zal.
T w r lt ij e.
De geest van het Turksche leger, dat aan de grenzen
van Oust-Rumelië is opgesteld, laat veel te wenschen
over, nu een strenge winter is begonnen. Vijf gene
raals hebben zich niet ontzien, in tegenwoordigheid
der soldaten, zich zeer scherp uit te laten over de
werkeloosheid, waartoe zij worden gedwongen, onder
ontberingen, die in een oorlog niet erger kunnen zijn
on tegenover een vijand, dien men minacht. De over
tuiging wint veld, dat de offers van menschen en
geld nutteloos zijn voor Turkije en voor den godsdienst
dat Turkije nog geruinien tijd verliezen zal lijden,
die thans niet meer kunnen worden hersteld; dat, in
geval van ernstige verwikkelingen, wanneer het volk
moet worden opgeroepen tot den strijd om zijri bestaan,
zulk een leger niet weder zal kunnen worden op de
been gebracht. In de laatste week van December is
een kolonel geboeid naar Konstuntiuapel gezonden en
de vijf generaals zijn onder bijzondere surveillance
gesteld.
JE n g- e I a n d.
De dato 2 Januari wordt aan de Temps gemeld:
Binnen een kring van 20 mijlen rondom Mandalay
wemelt het van scharen vrijbuiters, misschien ten
getale van 10,000 koppen. Prins Byontzein heeft
3000 man in het zuiduustelijk gelegen district Palei
onder zijn bevel. De bevolking van die streek erkent
hem als Koning. IJij houdt er ministers op na, vaar
digt koninklijke decreten uit en heft belastingen.
Aanzienlijke scharen gewapeiulen zijn ook in 't nooid-
oosten en oosten verzamelt Mandalay wordt met een
algemeenen aanval bedreigd en er bestaat grond voor
de vrees, dat de beweging door een muiterij in de
stad ondersteunt zal worden. Generaal White, de
Engelsche troepencommandant te Mandalay, heeft een
aanval door een reeks strategische bewegingen verijdeld.
Een groote bende vrijbuiters bedreigt Mahdia, dat voor
ons door een loyalen »Wun" verdedigd wordt. Een
kolonne onder kapitein Dorwood brak heden op, om
Mahdia te ontzetten, en van daar marcheert die kolonne