evenredigheid (in Duitschland) is verhoogd van het hooge recht van 3 Mark. De heer Duyvis ontkent voorts niet, dat het recht in enkele gevallen dooi den producent betaald wordt. Men heeft hier alzoo bij elkander een mengelmoes van redenen, die voor en tegen graanrechten kunnen worden aangevoerd. Alle moeten echter dezelfde strekking hebben, namelijk om te betoogen, dat de pachters er geen voordeel bij zullen hebben. Ook niet wanneer het geld, 't welk door zulk een belasting in de schatkist vloeit, gebruikt wordt om den pachter van drukkende lasten te ontheffen? De mogelijkheid van zoo iets schijnt den heer Duyvis ontsnapt te zijn. Aan de kiosken te Amsterdam werden gedurende het afgeloopen jaar verkocht 1,033,805 binnen- en buitenlandsehe couranten. Met de jongste boot der Cas^e-stoomvaartlijn zijn naar de N. R. CL uit Londen verneemt, aldaar aan gekomen drie Transvaalsche knapen, zoons van den magistraat Koek. Zij gaan naar Nederland om daar hunne opvoeding te voltooien, eerst op de school te Doetichem, later op eene hoogeschool, vermoedelijk Utrecht. Zij willen een tiental jaren in ons vaderland doorbrengen, alvorens naar Pretoria terug te keeren. Het personenvervoer der Rotterdamsche Tramweg- maatschnppij bedroeg in 1885 4,829,708 tegen 4,766,093 in 1884. De opbrengst ƒ511,044,15 tegen ƒ511,694,445 in '1884. De nieuwjaars-telegramkaarten hebben groot succes gehad. De verzending en ontvangst was zoo groot, dat zelfs pakketten per spoor werden aangebracht, om vertraging door ophooping te voorkomen. Toch werden alle kaarten op Nieuwjaarsdag besteld. De berichten over de vorderingen der werkzaamheden voor de doorgraving der landengte van Panama luiden voortdurend gunstig. Eenigen tijd geleden was de heer Moet, die reeds verscheidene maanden als uit voerder der werken in Panama doorbracht, met verlof in ons land en nadat hij den 23 December op zijn post was teruggekeerd, heeft de heer Van Seters, hoofd uitvoerder, verlof gekregen om zijne familie te bezoeken. De heer Moet bracht niet alleen gunstige berichten meê over het werk, maar ook over .den gezondheids toestand onzer Hollandscbe arbeiders. Er is nog steeds behoefte aan materieel, vooral aan excavateurs. Bij de firma Smulders te Utrecht is eene belangrijke be stelling gedaan, en is deze gereed, dan kan het werk met verdubbelde kracht worden voortgezet. Volgens het eenparig getuigenis der uitvoerders en van den ontwerper, den heer De Lesseps, behoeft aan het succes van dit grootsche werk niet langer getwijfeld te worden. Het orgaan voor algemeen stemrecht, 't welk te Groningen verschijnt, heeft eene wijziging ondergaan, in verband met den tweeden titel. Deze luidt thans: De laatste droppel was er zelfs uitgeloopen. Ik liet het dan ook maar zooals 't was. 't Is eene soort van reclame, want zoodra de menschen binnenkomen, is het: »0 mijnheer, u hebt zeker medicijnen bij u?" Na het eten ging ik naar onzen Consul om eens wat met hem te praten. Ook sprak ik des avonds met de beide handelsagenten en eenige Duitsehe heeren. Het algemeen gevoelen was, dat het in Natal al bijna even slecht gaat •als in de Kaapkolonie. Er is geen geld. Engeland regeert hier slecht. Het stelt de Kaffers op gelijken voet met de blanken, vernietigt daardoor de werkkrachten, en zuigt maar uit. Het wil alles uit het land trekken en er niets voor in de plaats geven. Het heeft evenwel veel geld over om de Kaffers tot Christenen te maken, leert hun het goede van het kwade onderscheiden, maakt er nu dieven van, menschen, die meenen, dat zij gelijk staan met de blanken, en daarom er voor gaan bedanken voor dezen te werken, tenzij tegen hoog loon. De blanke móét echter zijne Kaffers hebben, daar hij zelf in dit klimaat niet zoo werken kan als in Europa. Heden zult ge honderd Kaffers in dienst hebben, morgen weigeren zij voor hetzelfde loon te arbeiden eri gij zit soms midden in den oogst zonder werkkrachten, daar Engeland hierop geen wetten heeft. In den Vrijstaat en de Transvaal is dit anders. Daar lean een Kaffer niet wegloopen als hij wil; hij mag zijn contract niet verbreken. De vrijheid deugt niet voor die menschen, zij zijn er niet rijp voor, daar zij nog niet veel meer zijn dan wat geculti veerde apen. Zonder den Kaffer in zekere mate te dwingen om voor den blanke te werken, zal Afrika nimmer bebouwd en beschaafd kunnen worden. Er werd dan ook beweerd dat men in Europa niet het minst zuivere denkbeeld heeft van de Zuid-Afrikaansehe toestanden, en dat men in Holland dan toch nog zóó stijfhoofdig is, dat, niettegen staande men nooit is hier geweest, men maar dapper over alles meepraat, en zelfs niet eens datgene gelooft, wat iemand vertelt, die de toestanden kent, omdat hij er woont. Alle ondernemingen van uit Europa bestuurd, mislukken dan ook. Nog minder dan Natal, verzekert men mij, kent men in Europa, de Transvaal. Daar schijnt het een warboel in hooge mate te zijn. Het eeuwige refrein: »Er is totaal geen geld.'' De boer roept slechts over zijne vrijheid, maar geen cent heeft hij over voor 't welzijn van 't Vaderland. Hij zegt heel eenvoudig dat hij in geen geval belasting betaalt. Rij beweert geene wegen of bruggen over rivieren, of wat Het Orgaan, blad ter eenvoudige bespreking van maatschappelijke vraagstukken in verband met het algemeen stemrecht. Uit de niededeeling, in het eerste nommer van het herdoopte blad voorkomende, blijkt, dat de vereeniging wenscht '1. Eene progressieve successie-belasting. 2. Eene enkele progressieve inkomsten-belasting voor staat, provincie en gemeente, ter vervanging van alle bestaande belastingen. 3. Algemeene oefen- en weerplicht. 4. Volledige scheiding van kerk en staat. 5. Algemeen kosteloos onderwijs van Staatswege. 6. Kostelooze rechtspleging. 7. Afschaffing van alle wetten, die aan de vrouw minder rechten toekennen dan aan den man. 8. Wettelijke regeling van: a. den kinderarbeid; b. den arbeid der vrouw; c. het leerlingstelsel; d. den normalen arbeidsdag; e. het toereikend toezicht op werkplaatsen, fabrieken, woningen, levensbehoeften, enz. enz. Buitenland. Italië. In de Italië vindt men de volgende mededeelingen betreffende de cholera-epidemieën, die in 1884 en 4885 Italië geteisterd hebben. In 1884 openbaarde de epidemie zich in 44 provinciën en 858 gemeenten. In eenige provinciën werd zij dadelijk bij hare ver schijning onderdrukt, in andere verdween zij, nadat weinig cholera-gevallen zich hadden voorgedaan. Men kan dus zeggen, dat in niet meer dan 20 provinciën, allen op het vasteland, verwoestingen werden aan gericht. In het geheel waren er 27039 gevallen en hiervan hadden '14299 een doodelijken afloop. In 1885 werden 28 provinciën en '152 gemeenten door de epidemie bezocht; maar men kan niet zeggen, dat op het vasteland een ware epidemie heerschte. De ziekte nam eenige uitbreiding in de provincie Parma, waar in 27 gemeenten 3'13 gevallen weiden gecon stateerd, en van de aangetaste personen 202 stierven. Ook in de provinciën Ferrara, Reggio (Emilia), Massa, Rovigo, Genua, Modena en Venetië openbaarde de cholera zich in sommige gemeenten, maar het getal slachtoffers was niet groot, uitgezonderd te Codorigo, Copparo en Pontremoli. De provincie Palermo werd het felst geteisterd. Van de 6397 gevallen (3409 dooden) in het koninkrijk deden 5535 (2959 dooden) zich voor in deze provincie'. De politie doet haar best om een einde te maken aan het koopen en uitvoeren van kinderen. Verscheidene personen, die in dien schandelijken handel waren betrokken, zijn onlangs gevangen genomen. Aan het spoorwegstation te Rome werden een orgeldraaier en zijne vrouw aangehouden, die naar Frankrijk wilden vertrekken met twee knapen van 16 en een van 7 jaar. Zij hadden hen van hunne ouders in de provincie Caserta gekocht; den eenen voor 62,50, de twee andere, ieder voor 13,50. dan ook, noodig te hebben, en wenscht slechts ongestoord en liefst zonder regeering, op zijne hofstede te wonen. Hoe kan een land met zulke bewoners, vooruitgaan? Al de verhalen, die ik omtrent dien toestand hoor, zoowel van Engelsche, Duitsehe als Hollandsche zijde, komen op hetzelfde neder. Voor de Transvaal geeft men hier op liet oogenblilc geen cent. De toestand is onhoudbaar. De Regeering zal spoedig moeten aftreden, wil men een binnenlandschen oorlog voorkomen. Hier te D'Urban hoort men zelfs enkele lui spreken van een Vereenigd-Zuid-Afrika onder eigen regeering. Of Engeland hiervan iets schijnt te merken! weet ik niet; doch dit is zeker, dat het inde drie laatste maanden bijzonder veel troepen hierheen heeft gezonden, hetgeen iedereen opvalt, zonder dat men weet waartoe zulks dient. De militairen zijn hier overigens precies, zooals ik hen van aan boord beschreef, 't Zijn heel eenvoudig geen soldaten, Ook op medisch gebied valt er te D'Urban niets te doen. Er staat een Duitsehe dokter, die van de hier aanwezige Duitschers leeft. Onder de vele Engelsche doctoren zijn er zeven, die niets te doen hebben, en van tijd tot tijd maar weer eens op de eene of andere boot gaan varen. Te Pretoria zijn 5 dokters; één Hollandsche, één Duitsehe en drie Engelsche. Dus dat is ook genoeg.' Van alle vier de staten van Zuid-Afrika, zegt men mij, ziet het er nog het best uit in den Vrijstaat. Allen raden mij dan ook sterk aan door te gaan, en aldaar ferm uit te zien. Eer al die informatiën waren afgeloopen, was het intusschen acht uur in den avond geworden. Ik begaf mij naar mijn hotel, ten einde mij wat te versterken en de anderen af te halen om in het Park naar de militaire muziek te gaan luisteren, die wel aardig was. Later zaten wij nog wat onder de warande van het hotel naar het onweder te kijken, daar het op zee donderde. De lucht koelde aanmerkelijk af. '12 Nov. Bewolkte lucht; doch nog al warm. Daar mijne zaken hier zijn afgeloopen, besluiten mijn Transvaalsche reisgenoot en ik, heden naar Pieter Maritsburg door te trekken. Onze Leidenaar en zijne nicht werden te D'Urban door den predikant te Heidelberg, afgehaald, gingen direct door naar Pieter Mavitsburg, en vandaar met eigen rijtuig naar de Transvaal. Die tocht met paarden duurt ongeveer twaalf dagen. Spanje. Toen koningin Christiana Woensdag in gezelschap van de beide prinsessen naar het parlementsgebouw ging, werd het rijtuig, waarin de vorstinnen gezeten waren, voorafgegaan door een achttal hofrijtuigen, bespannen met zes paarden, welke door lakeien werden geleid. Eene garde reed aan weerskanten der rijtuigen. Gedurende den tocht werden 21 kanonschoten gelost. Bij den ingang van het gebouw (let- Cortes werd de koningin ontvangen door een deputatie der beide Kamers, terwijl de militaire muziek den koningsmarsch speelde. De tribune was stampvol. Het corps diplomatique was bijna geheel voltallig, terwijl de aristocratie ruimschoots was vertegenwoordigd, üe koningin was zeer onder den indruk der plechtigheid, vooral toen zij plaats nam op den troon, waarop Alfonso had gezeten. Aan weerzijden van den troon stonden de prinsesjes en de zoon van den hertog van Montpensier. Zoodra de eed was afgelegd, stond de voorzitter Canovas op en verkondigde met luider stemme: »De Cortes hebben den eed gehoord, dien Hare Majesteit heeft afgelegd, dat zij getrouw zal zijn aan den opvolger van Alfonso XII en de grondwet." De Koningin-regentes maakte daarop een buiging voor de Cortes en vertrok met haar gevolg. Gri'oot-Bi'ittan j e. In de Engelsche bladen wordt met ophef melding gemaakt van de overwinning der Engelsche troepen in Soedan. De generaals Butler en Uuysche rukten van twee zijden met hunne brigades op, terwijl de huzaren en het kameelkorps de woestijn verder inreden, orn den Arabieren den terugtocht af te snijden. Eerst werd het dorp Kosheh met de bajonet genomen, waarna beide afdeelingen zich vereenigden en samen tegen Giniss, het versterkte legerkamp der Arabieren, oprukten. Volgens hun gewone taktiek verlieten de Arabieren hun verschansingen en stormden de Engelsche legermacht te gemoet, rnaar na een hardnekkigen strijd werden zij teruggedreven. De cavalerie verstrooide den vijand in alle richtingen en joeg hem met verlies van drie kanonnen en twintig standaarden, de woestijn in. Vooral de dapperheid der Egyptische soldaten, die naast de Engelschen streden, wordt zeer geroemd. Het zou voorbarig zijn merkt de oorlogs correspondent van de Standard op om te gelooven dat de strijd nu uit is, want de ondervinding heeft reeds herhaaldelijk geleerd, hoe snel de Arabieren zich na een nederlaag herzamelen, maar toch zullen nu de Arabieren tusschen Kosheh en Assouan, die ook al onrustig begonnen te worden, wel inzien, dat zij vooreerst niet op de hulp der scharen van den Mahdi hebben te rekenen." Frankrij k. Omtrent de ministerieele crisis is geen nieuws mede te deelen. Donderdag had de president der Republiek een onderhoud met den heer Brisson, ten slotte waarvan de heer Grévy het verzoek om ontslag van den heer Brisson definitief aannam en hem op zijn verzoek ontsloeg van de taak bij de nieuwsjaarsreceptie op het Elysée tegenwoordig te zijn. De overige leden van het kabinet zouden echter op het Elysée verschijnen. Ook sloeg Brisson cle uitnoodiging af op het Elysée Heidelberg op «zeven" unrafstands, te paard, van Pretoria^ is slechts een dorpje van 200 zielen. Alvorens D'Urban te verlaten, wil ik nog een klein over zicht geven van de stad. D'Urban telt 18000 inwoners, bestaande uit Engelschen, Duitschers en Kaffers. Op de twaalf zwarten komt één blanke voor. Er wonen slechts zeven Hollanders. De taal is Engelscb. Met de Duitschers sprak ik natuurlijk altijd hunne moedertaal. De stad heeft mooie huizen en villa's. De huizen hebben, evenals die te Kaapstad en te Port Elisabeth, een platdak, met zink belegd, Oostersch dus. De meeste zijn met waranden en tuinen er voor. Men ziet er zeer mooie winkels, waarin wederom alles te bekomen is, doch zeer duur betaald wordt. Er is een zeer fraai stadhuis. De omstreken zijn heerlijk. De rijtuigen bestaan hier deels uit eabs, die zeer lekker rijden, deels uit vigilantes. »Cabs" zijn die beroemde Londensche wagentjes op twee wielen, en waarbij de koetsier van achteren in de hoogte zit. Er kunnen maar twee personen in. De straten zijn er al even slecht als te Kaapstad en te Port Elisabeth. Gelukkig rijdt er ook een tram. De trams worden hier meestal door muilezels getrokken. Een gewoon paard kost hier maar 6 pond f 72)doch hoe verder men het land ingaat, hoe duurder zij worden, en in de Transvaal krijgt men er geen beneden de 15 a 20 pond. In al de steden, die ik zag, wordt zeer veel paard gereden, ook door dames. Open rijtuigen, door dames gestuurd, ziet men zeer veel. Al zitten er ook heeren in, zoo mennen toch meestal de dames. Vooral ook de Kaffers kunnen uitstekend sturen en paard rijden. Dat is soms een lust om te zien Ik moest mijn revolver nog aan het douane-station afhalen. Er was een merk opgeslagen, en ik kreeg een bewijs dat ik betaald had. Geen vrees dus meer om mijn revolver te laten zien. Ook patronen zijn belast. Ik heb er echter niets voor betaald. Na door een der beiüe handels-agenten voorzien te zijn geworden van de adressen voor een hotel en het bestel- kantoor der ossenwagens, te Pieter Maritsburg, begaven wij ons naar het station, terwijl onze goederen per wagen daarheen werden gebracht.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1886 | | pagina 2