Bijvoegsel bij de Zierikzeesche Courant.
m
VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD
ZIERIKZEE,
TE
gehouden den 22 December 1885.
Voorzitter Mr. J. P. N. Ermerins, Burgemeester.
Afwezig zijn bij de opening der vergadering, de heeren
S. J. Ochtman, volgens kennisgeving verhinderd, Jhr. van
Kinschot buiten de gemeente, en de heer de Crane, die
gedurende de voorlezing der notulen ter vergadering ge-
kornen is. (1 vacature.)
De notulen van liet verhandelde in de vorige vergadering
worden voorgelezen en goedgekeurd.
De hepr de Crane is in de vergadering gekomen.
De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen:
1°. een adres van den heer W. Seiji, leeraar aan de
Hoogere Burgerschool, om verlenging voor één jaar van den
termijn, hem gesteld tot het verkrijgen der volledige bevoegd
heid voor het onderwijs in de Nederlandsche taal.
De Voorzitter zegt, dat Burgem. en "VVeth. nog niet in
staat zijn den Baad hieromtrent te adviseren en stelt voor,
het adres in hunne handen te stellen.
Aldus besloten
2°. een verzoekschrift van Mej. E. B. E. Rappard, om
met den 1 Januarij e.k.wegéns hare benoeming tot hoofd
eéner school ie Vianen, te worden ontslagen als onder
wijzeres aan de Meisjesschool.
Overeenkomstig het voorstel van Burgem. en Weth. en
het advies der Plaatselijke Schoolcommissiewordt het ge
vraagd ontslag eervol verleend
3°. de begrooting van het Burger-Weeshuis voor, 1886.
Gesteld in handen van de heeren Boeijede Eooze en
Schneiders, tot onderzoek en verslag;
4°. eene gewijzigde begrooting van het Burgerlijk Arm
bestuur voor 1885.
Gesteld in handen van de heeren Boeije, W. A. Ochtman
en Schneiders, tot onderzoek éri verslag;
5°. het verslag der Yereenjging »de Ambachtsschool"
over 1884/5.
Ter visie gelegd van dq leden; later te plaatsen in het
archief.
Wordt overgegaan tot de benoeming van leden van vaste
Raadscommissiën voor 1886.
Tengevolge van de gehouden stemmingen zullen zij zijn
zamengesteld als volgt:
Commissie belast met het ontwerpen en herzien der plaatse
lijke yerordeningen tegen welker overtreding straf is bedreigd,
de heeren Mrs. Mo'olenburgh en van Manen;
Commissie van Fabricage, de heeren W. A. Ochtman,
de Looze en de Crane;
Commissie voor de Gasfabriek en Straatverlichting, de
heerpn W. A. Ochtman, Goemans en dé Looze;
Commissie voor de uitgraving en aflevering van zelkasch,
de heeren W. A. Ochtman en Zuurdeeg;
Commissarissen over de Vischmarkt, de heeren Mulock
Houwer en van Kinschot.
De Voorzitter (Jéelt mededat verder nog zijn ingekomen
a. een brief van de Plaatselijke Schoolcommissie, houdende
aanbeveling van dubbeltallen ter voorziening in de plaatsen
opengevallen door het vertrek van Jhr. Mr. W. A. de
Jonge én door de 'periodieke aftreding van Mi;. J. P. N.
Ermerins, die voor eene herbenoeming niet meer in aan
merking wenscht te komen. Aanbevolen worden voor de
eerste vacature Jhr. O. O. T. Six en Dr. 'A. T. van dpr
Starp en voor de tweede vacature Mr. D. 'N. van Hoytéma
en Mr. J. J. Baron van Styrum.
Bij de eerste stemming wordt benoemd de heer Six,
met 8 stemmen de liéer van der Starp verkreèg 2 stemmen.
Bij de tweede stemming wordt benoemd de heer van
Hoytema met 7 stemmen; de heer van Styrum bekwam
3 stemmed
l. een schrijven van de Commissie van Toezigt voor het
Middelbaar Onderwijs, waarbij'ter voorziening in de plaats
op den 1 Januarij e.k. bij die Commissie open te vallen
door de periodieke aftreding van den heer J. Borghstijn',
worden aanbevolen, de heeren: 1°. J. Borghstijn; 2°/Mr.
J. P. C.r.i.
De eerst aanbevolene wordt benoemd met 9 stemmen
de heer Cau verkreeg 1 stem'.
Ter voorziening in de plaats van Voorzitter van het
Burgerlijk Armbestuur, op meergemeld tijdstip openvallende
door de"periodieke aftreding' van Mr. Moens, worden door
Burgem. én 'weth. aanbevolen de. heeren: 1°. Mr. J. M.
Isebree Mo'ens; 2°. C. J. van Zandijk.
De heer Móens wordt benoem/1 met ajgemeene stemmen,
De Boora'tter bréngt ter tafel:
1°. een brief van Regenten van het Burger-Weeshuis,
waarbij zij ter vervulling der plaats van Regent op den
1 Januarij e.k. open té vallen door de periodieke aftreding
van' Mr. C. J. Fokker, aanbevalen: i°- het aftredend lick;
2°. dë ,heer H. G. Mulock Houwer.
Bij stemming wordt Mr. Fokker benoemd met 9 stemmen;
dë heer Houwer verkreeg 1 stem;
2°. een verzoekschrift van de .heeren F. X. C. LiiijV.kx
te 's Hertogenbosch en F, J. van de Ven te Zierikzeé, in
hoedanigheid van eenige erfgenamen van Mevr. de 'Wed.
P. Schiljémahs geb.' de Wit, om afschrijving van lioofde-
lijken omslag van genoemde aangeslagene, wegens haar
overlijden op den 2 Julij dézes jaars.
Nafnens Burgem. en Weth. stelt de Voorzitter voor, af
schrijving van den aanslag te verleenen voor u/12 gedeelten,
te rekenen van den dag van overlijdenen alzoo ten bedrage
van f 89,585.
De heer Moolenburgh, van den Voorzitter eenige inlich
tingen bekomen hebbende omtrent de door Burgem. en
Weth. gevolgde berekening, verklaart zich daarmede niet
te kunnen vereenigeri, waarna de zaak na eenige be
raadslaging op voorstel van den heer van Manenwordt
aangehouden tot eene volgende vergadering;
3". een verzoekschrift van Mej. R. Vooren wed. P. Tuijtel,
om vermindering van hoofdelijkén omslag 'ovër 1886, daar
zij ten gevolge van het overlijden van haren man, met
1 Oct. IJ.' haar ontslag heeft moeten nemen als binneq-
moeder in het Burger-Weeshuis.
Op voorstel van Burgem. en Weth. wordt, nadat de
heer, Boeije nog eenigé toelichting had gegeven, met al-
gemeene stemmen afschrijving verleend van den aanslag
van den heer P. Tuijtel voor f 4,20.
Namens Burgem. en Weth. stelt de Voorzitter voor, af
te schrijven van H. X, Art. 1 (Onvoorziene Uitgaven) be
grooting 1885 op:
a. H. VII, Afd, III, Art. 10 (Kosten van de verge
lijkende examens) f 12.
b. H. I, Afd. I, Art. 8 (Jaarwedden van de agenten
voor de bevolking) f 16,34;
c. H. I, Afd. II, Art. 4 (Kosten van de registers van
den Burgerhjkén Stand) f 14,45;
d. II. VII, Afd. II, Art. 1 (Jaarwedden van het onder
wijzend personeel Midd, Ond.) f 139,65s;
e. H. IX, Art. 20 (Vergoeding aan den Concierge van
het Raadhuis van zijn aanslag in de Rijks personele be
lasting en uitkeering aan denzelfde van 25 der regten
van huwelijksvoltrekkingen enz.) f 13,49s.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Namens de daartoe benoemde Commissie wordt door den
heer Goemans verslag uitgebragt, omtrent de voorstellen
van Burgem. en Weth. tot vaststelling yap nieuwe ver
ordeningen op de heffing en invordering van een vergunnings-
regt op het verkoopen van sterken drank in het klein.
De Commissie adviseert tot vaststelling dier verordeningen
zooals zij zijn ingediend, behoudens een paar veranderingen
in de redactie.
Overeenkomstig de wettelijke formaliteiten worden zij
daarop met eene geringe wijziging eerst artikelsgewijze eh
daarna in haar geheël vastgesteld.
Komt ter tafel, een voorstel van Burgeim en Weth.
tot wijziging der gemeentebegrooting voor 1886.
De Voorzitter stelt dit voorstel tot onderzoek en verslag
in handen van de heeren Goemans, de Crane en Moolen
burgh,' om daarover nog in deze vergadering rapport uit
te bréngen.
De vergadering wordt daarop geschorst.
Eenige oogenblikken daarnawordt zij heropendwaarna
de heer Goemans namens de Commissie adviseert tot aan
neming van het voorstel.
Met algemeene stemmen wordt daartoe beslotpn.
Aan de orde komt het voorstel van de Commissie voor
de Strafverordeningen, om art. 4 der Verordening op dé
havens, te lezen als volgt: »Het is verboden den afstand
stusschen de Westhavensluis en den ingang der haven met
»stoombooten in minder dan twintig riiinuten af te leggen."
Op eene vraag van den Keer Ochtman, geeft de Voorzitter
te kennen, dat de controle zal worden uitgeoefend door de
beambten van politie.
De heer Goemans vraagt of de termijn van 20 minuten
niet waf lang is en of dë redactie'van het art. niet zóu
behooren te worden veranderd, daar dé booten nu niet
altijd met dezelfde snelheid zouden behoeven te'varen, ja
zelfs wel eenigen tijd konden stilliggen in dë haven.
De Voorzitter zegt, dat er 20minuten is aangénpmen
op grond van de thans en ook reeds vroeger verkregen
adviezen van der zake kundigenBurgem. en Weth. achten
dit een geschikte tijd.
Nadat de heer van Matten nog had opgemerkt, dat het
stilliggen met de booten, zooals'de héér Goemans bedoelt,
ook verboden is, vraagt Spr. of het niet gewenscht zou zijn
te bepalendat de verordening in werking zal treden 14'
dagen na de afkondiging, opdat de belanghebbenden er in
tijds mede bekend zouden zijn.
De Voorzitter ziet hiervan de noodzakelijkheid niet in.
Burgem. en Weth. kunnen zorgen dat de belanghebbenden
er tijdig' kennis van dragen.
De heer Bouwer stelt voor, in plaats van de woorden
»de Westhavensluis", te lezen»den muur van het Bolwerk."
Met deze wijziging wordt het voorstel zogdér hoofdelijke
stemming aangenomen.
Bij monde van den heer Schneiders wordt namens de
daartoe benoemde Commissie verslag uitgebragt, omtrent
het nader voorstel van den heèr dë Looze, tót wijziging
van Art. 8 van het Reglement' voor het Burger-Weeshuis.
De voorsteller, zegt in zijn voorste], dat het volgens dé
bestaande regeling aan hét welmeenen van Regenten over
gelaten is om, in buitengewone omstandigheden, weeskinderen
beneden den leeftijd van zés jaren in het 'gesticht op te
nemem De regel is dus dat zij er niet toegelaten worden
en" in dien regel wenschte hij gaarne eege verandering te
zien gebragt. Iloe dit denkbeeld uitvoering erlangt, was
en is hem nóg vrij wel oin 'teven, mits voortaan de deuren
van het Weeshuis maar niet meer geslóten zijn voor kinderen,
omdat zij den 'zesjarigen leeftijd nog niet 'hebben bereikt,
of wel daar buiten, ten koste'van dat Weeshuis, door
Regenten ook voor zulke wéezén worde gezorgd.
Aan het tegenwoordig voorstel liggen alzoo geheel dezelfde
motieven ten grondslag, waarop zijn vroeger tweeledig
voorstel rustte.
Met verwijzing naar hetgeen vroeger door hem is aan
gevoerd ter aanbeveling van zijn denkbeeld, en den bijval
die hij zoowel van de zijde van Regenten als van den Raad
mogt ondervinden, stelt hij voor, art. 8 aldus te lezen:
'»In het Weeshuis zullen worden opgenomen alle weezen,
wettige kinderen van ouders, ingezetenen dezer gemeente
«waarvan de laatst overgeblevene bij het overlijden minstens
«4 jaren onafgebroken alhier woonplaats had en die geen
«onderstand van eenig armbestuur genoten hebben (geheel
ngelijk al. 1 oud art. 8".)
«Kinderen boven de 17 jaren worden niet opgenomen."
»In buitengewone omstandigheden mogen Regenten weezen