Burgerlijke Stand te Zierikzee.
ADVERTENTIEN.
Departement Zierikzee
TOT NUT VAN 'TALGEMEEN.
Tweede Leesavond
Wegen en voetpaden in de
gemeente Noordgonwe.
van
ibber,
1; aan
gelui t,
1 van
li be-
1 van
llieeft
lit en
d bij
Iselijk
[rstel.
beren
eren,
erken
kun-
kbaar
van
>ozeer
zijn
voor
egen-
orstel
;vverp
Mi ten
oover
treft.
■gkin-
eren.
Een
?ntoe-
g tot
'•ene-
r
clen
n
het
Dit
u:
ilijke
i,
om
L
ten;
vi
jl of
1 alge-
3D
i die
It,
de
Imver-
I afge-
Rmissie
wiepen,
Opgaan
S
van
fgt de
zulk
[veging
Fggen
Ijkheid
wind-
rie wat
Hinken
femerkt.
I avonds
is.
n. Wij
[morgen
tmouth
;er dan
De
tedraagt
trossen
waar-
en wij
ga ik
de mededinging zouden vermeerderen. De vrachten
hingen niet af van clc groote maatschappijen, maar
van de stoomschepen, die slechts eene lading vervoerden.
Men kon nu een schip van 5000 ton dat 9 knoopen
in het uur liep, voor minder dan 40,000 p. st. laten
maken en deze schepen leverden winst op, wanneer
zij voor '17 of '18 sh. per ton steenkolen naar Bombay
brachten en voor eenc gemengde lading op cle thuis
reis 24 sh. per ton maakten. Twee jaren na de opening
van het kanaal van Suez rekende men te Londen en
te Liverpool, dat cle laagste vracht tusschen Engeland
en Bombay 2 p. st. per ton op de uitreis en 5 p. st.
op de terugreis moest zijn.
<>eiiieii»(l SSuiteiilandsch Nieuws.
In stillen eenvoud, maar onder grooten toevloed van
het nieuwsgierig publiek is de vorige week Vrijdag het
stoffelijk overschot van Willem Henri Vanderbilt te
New-York ter aarde besteld. Men zegt, dat de overledene
zeven kinderen nalaat, die te zamen één vierde gedeelte
van zijn vermogen zullen krijgen, dat op ongeveer
500 millioen gld. geschat wordt. De rest komt aan
Cornelis Vanderbilt, maar zal afzonderlijk worden be
heerd. In het laatstbedoelde bedrag is begrepen ruim
50 millioen dollars aan schuld der Vereenigde Staten,
en ongeveer 80 millioen aan obligaliën van spoorweg
maatschappijen. Aan spoorweg-aandeelen bezat cle over
ledene, volgens een opgaaf in The Daily News
5 millioen dollars New-York Centraal, 15 millioen
dollars Lake Shore, 8 millioen dollars Michigan Central
en 7 millioen dollars Chicago en Northwestern. Zooals
men weet stamde Vanderbilt van Hollanders af, waar
uit men zou mogen opmaken dat toch niet alle Hollanders
die naar Amerika gaan, aldaar bedrogen uitkomen.
De gebroeders Paulsen, te Christiania, gaven den
Gden dezer des avonds, bij electrisch licht, hun aange
kondigde voorstelling op het ijs. Zij voerden op hun
schaatsen de meest verschillende kunststukken uit, die
den levendigsten bijval der vele toeschouwers uitlokten.
Zoo ging Axel Paulsen o. a. op zijn hurken zitten en
snorde in de rondte op één been, terwijl hij met
de handen de punt der schaats van het opgeheven
been vasthieldhet was de zoogenaamde kurketrekker.
De grootste geestdrift verwekte echter zijn krachtige
sprong. Terwijl hij in volle vaart reed, sprong hij
eensklaps van de baan opwaarts, keerde zich onder
den sprong om, kwam weer op het ijs terug en zette
zijn rit achteruit voort. Men beweert, dat hij de eenige
schaatsenrijder is, die tot heden dit kunststuk heeft
uitgevoerd.
ING-EZONDKN.
BESCHERMENDE RECHTEN op den invoer
van Landbouwproducten etc, eene nood
zakelijkheid. Rede gehouden op het Land-
huishoudkundig Congres te GoudaJuni
1885, door C. M. van Vessem.
VERVOLG.
Thans heb ik nog te behandelen het tweede gedeelte
der gestelde vraag:
»Zijn invoerrechten op Land bouw-voortbrengselen, eene
noodzakelijkheid geworden in het belang van den Staat?
Ik aarzel niet ook deze vraag bevestigend te beantwoorden.
Zoolang Nederland is en blijft een Staat, wiens 2/5 ge
deelte der Bevolking bestaat door en bij den Landbouw,
zal de meer of mindere welvaart van dien tak van Volks
bestaan voor onze Regeerders immer een ernstig punt van
overweging z ij n of ten minste dienen te zijn.
Het zal dan ook onze Regeering niet onbekend zijn en
ik vertrouw, Zij zal weten, de Bloeitijd van onzen Land
bouw voorbij is niet alleen, maar de strijd om liet bestaan
reeds van dien aard is geworden, velen dien reeds hebben
opgegeven, anderen aan den rand van hun ondergang staan,
terwijl de meer gegoeden onder hen hun vermogen lang
zamerhand zien inkrimpen en verminderen.
De Regeering moet rnet dien toestand bekend zijn en het
is haar plicht, indien mogelijk, hulp te verschaffen.
De Landbouw heeft hier te lande voor zoover mij bekend
is, zelden of n o o i t om hulp gevraagd.
Hij heeft altijd op eigen beenen gestaan, en wanneer hij
zich thans tot de Regeering wendt is het wel door den
nood daartoe gedreven.
De Landbouw, hoezeer een hoofdbron van ons Volksbestaan,
is hier nooit vertroeteld of verwend geworden.
11c pretendeer zelfs hij langen tijd de elfde ooievaar is
geweest.
Zoude het nu niet billijk zijn, de borden eens verhangen
werden en hij de plaats van Benjamin eens innam?
Zoude het niet billijk zijn, nu de oudste zoon van ons
gezamentlijk huisgezin door clen loop der gebeurtenissen,
onafhankelijk van zijnen wil, als ware het tot den bedelstaf
is gebracht, zoude het niet billijk zijn. vraag ik, hem met
vereende krachten staande te houden? en voor totalen
ondergang te vrijwaren
Het is in de eerste plaats de zedelijke plichtin de tweede
plaats het belang van den Staat en van de andere takken
van volksbestaan, die dit vorderen.
De Regeering kan mijns mziens den Landbouw en daar
door de geheele Maatschappij te hulp komen.
Zij kan door het heffen van Invoerrechten den Vader-
landschen Landbouw voor totalen ondergang behoeden
Even als ieder andere Belasting, zal ook deze hare
schaduwzijden en bestrijders hebben en zullen er, mocht
de Regeering er vroeg of spa toe overgaan, stemmen tegen
opgaan
In de eerste plaats de ambtenaren!
Deze hebben bij een stationair inkomen, belang bij goed-
lcoope levensmiddelen.
Ilc vermeen echter, de salarissen van meest alle ambte
naren in de laatste jaren niet onaanzienlijk zijn verhoogd,
en meer in evenredigheid met de toen hecrschende duurte
j der meeste levensbehoeften zijn gebracht.
Wanneer die heeren dus letten op hun toestand nu en
j eenige jaren her, dan zullen zij moeten toestemmen, hunne
positie thans van dien aard is, dat mot liet oog op de
i verhoogde salarissen, waaraan ook de Landbouwers voor
i een groot deel hun aandeel in den vorm van belasting
i opbrengen zij geen reden hebben zich a tort et a travers
tegen deze belasting aan te kanten
2e. De arbeidende of werkende klasse.
Wanneer men de zaak oppervlakkig beschouwt, moeten
goedlcoope levensmiddelen een zegen der menschheid, een
weldaad voor de werkende klasse zijn.
Niets is echter minder waar dan dit!
De verloopen jaren hebben zulks overtuigend bewezen.
Gingen goedlcoope levensmiddelen gepaard met liooge
of flinke loonen, onze tegenwoordige tijd ware een echt
«Eldorado" voor den werkman.
Maar Neêrlands arbeidende of werkende klasse bestaat
voor het goootste gedeelte uit lieden, die hun bestaan
wederom vinden bij den Landbouw.
De kwijnende toestand, waarin deze verkeert, drukt
derhalve den werkman niet het minst.
Wat heeft die werkman aan goedlcoope levensmiddelen,
wanneer hem de gegevens ontbreken zich die aan te
schaffen.
En tot dien toestand zal de werkman geraken of verkeert
daarin reeds.
Het is voor hem goedkoop brood, en geen brood;
dat de tijd dan weer moge opdagen van duur brood, maar
met daarvan goecl gevulde magen
De toestand van andere takken van volksbestaan staat
hoe men zulks ook moge betwisten zoo nauw in
verband met den loop, dien de Landbouw neemt, dat
bovenstaande met eenige uitzondering ook op de fabriek
arbeiders van toepassing is en meerdere welvaart bij den
landbouw oolc gunstig terugwerkt op de industrie.
Wat den handel en vooral den transito-handel betreft,
deze zal zich zeer zeker tegen invoerrechten verzetten.
Toch is het mij aangenaam hier te kunnen verklaren,
de meeningen op dit punt zeer uiteenloopen en een aantal
voorname handelaren oolc de dringende noodzakelijkheid
van invoerrechten in casu reciprociteit beamen.
Invoerrechten leggen ontegenzeggelij leden handel moeielijk-
heden in den weg.
Echter bij eene oordeelkundige en loyale toepassing der
wet, zal het transito-vervoer volstrekt niet behoeven te
verminderen en zullen de bezwaren meer in schijn dan in
werkelijkheid blijken te bestaan.
Laat de handel voorts bedenken, de millioenen, die in
den laatsten tijd aan openbare werken, de verbeteringen
onzer waterwegen naar Zee, aan den aanleg van Spoorwegen
zijn besteed, voornamelijk in het belang van den handel
en de groote steden zijn uitgegeven, en deze bijna uitsluitend
de voordeelen er van hebben geplukt.
De Landbouw heeft daaraan en zonder morren ziju
deel opgebracht, dat nu wederkeerig de handel iets doe in
het belang van zijn' medeburger, den landbouwer.
Ook zijn eigen belang is er bij in het spel.
Een groot deel van de welvaart van den Landbouwer
komt terug in den zak van den grossier en den koopman
der groote steden.
Zijn welvaart is dus wederom Uw welvaart!
Eindelijk het belang der Schatkist.
Blijft de huidige toestand voortduren, dan is niets zoo
zeker, dan dat die hoe langer hoe ondragelijker zal worden.
De Landerijen en pachten zullen nog steeds in prijs
dalen, derhalve de inkomsten voortvloeiende uit successie
rechten, openbare verlcoopingen en verpachtingen, personeele
belastingen etc. etc. zullen minder ruim gaan vloeien.
Mocht het clan eventueel nog waar zijn wat de heer
Van der Heim ons mededeelt in de Gids van Februari J.I.,
dat volgens Rossi de Amerikaan zelfs niettegenstaande een
invoerrecht toch nog tot lageren prijs zijne producten op
onze markt zal werpen, en derhalve de Landbouw in dit
geval er niet bij gebaat zoude worden, dan in alle
geval zoude het belang der schatkist vorderen,
hiermede geen oogenblilc te dralen
Wanneer wij voorts letten op onzen finantiëelen toestand,
dan blijkt die alles behalve rooskleurig te zijn.
De Indische baten, dank zij onze vrijzinnige handels
begrippen, vloeien minder ruim of beter gezegd vloeien in
eene omgekeerde richting. De andere middelen het
zuivere beeld der volkswelvaart zijn eveneens aan het
tanen, zoodat tekorten aan de orde van den dag zijn.
Protectie lean èn Schatkist èn bevolking helpen,
waarom daartoe niet uw toevlucht genomen?
F reet rade door allen toegepast en wanneer alle volken
onder gelijke omstandigheden verkeerden, ware een
schoon ideaal.
Wanneer ik echter zie, dat door Freetrade eene bevolking
te gronde wordt gericht, dan geef ik liever het schoone
ideaal prijs, en schaar mij onder den minder wijdklinkenden
naam van het Protectionisme, dat de toestand nooit v e r-
ergeren, wel verbeterenin alle geval de schatkist
stijven zal.
ik ben niet gewoon op gezag te gelooven!
Wanneer ik echter zie, dat één der grootste staatsmannen -
zoo niet de grootste dezer eeuw - die een ongeëvenaard
helder inzicht heeft gehad in- en den loop der wereldpolitiek
der laatste jaren als het ware heeft geleidwanneer zoo'n
man met al de kracht, die in hem is, het vrijhandelstelsel
laat varen en zich werpt in de armen van het protectionisme;
wanneer ik verder zie, dat andere Rijken, die aan de spits
der Freetrade hebben gestaan, dien zelfden weg opgaan,
dient dit ons dan niet tot nadenken te stemmen?
Freetrade heeft voorloopig zijn tijd gehad.
Het stelsel is volgens mijn bescheiden meening verouderd.
Het getij is verloopen, wij dienen intijds de bakens te
verzetten, willen wij niet aan lager wal geraken.
De toestanden zijn zoodanig door stoom, telegraphie en
andere uitvindingen gewijzigdde handels-operatiën zijn
zoodanig veranderd, dat onze economische wetgeving een
anderen weg op moet, willen wij door den stroom der
overproductie niet totaal verzwolgen worden.
En het is mijne innige overtuiging, dat do toekomst van
Neêrlands Landbouw, van Neêrlands Industrie derhalve
van Neêrlands welvaart zijn zal.
Hoewel de vraag «Zijn inkomende rechten enz." alleen
met betrekking tot den landbouw is gesteld, is deze even
zeer op de Industrie van toepassing en heeft mijns inziens
onze Vadcrlandsche Industrie evenzeer Recht en Behoefte
aan bescherming als de Landbouw.
Wanneer Nederland en zijne koloniën zijne poorten sluiten
voor den vreemdeling en die slechts tegen entrée binnen
laten, dan is onze toekomst verzekerd.
Zoolang echter onze producten van Landbouw en Nijver
heid in den vreemde worden geweerd en de vreemdeling
ons in onze eigen veste ongehinderd kan bestoken, dan is
het zoo klaar als de dag, die strijd met onze nederlaag
moet eindigen, daar de wapenen eenvoudig niet gelijk zijn.
De vijand is gewapend met achterladers der nieuwste
constructie; terwijl wij ter nauwernood van percussie
geweren zijn voorzien.
Komt in dien toestand geen verandering, worden ook wij
van geen betere wapenen voorzien, dan schiet er voor ons
niets anders over dan den strijd op te geven en in plaats
van producenten eenvoudig consumenten, dat is bedelaars
en leegloopers te worden.
Ik vertrouw echter onze Regeering en Volksvertegen
woordigers het niet zoover zullen laten komen.
Ik hoop dat ook ten onzent die wetten zullen worden
voorgesteld en ingevoerd, waarbij Landbouw en Nijverheid
worden gebaat.
Ik hoop voorts, dat deze Vergadering de conclusie, waar
toe ik kom:
«Beschermende rechten op den Invoer van Landbouw-
«producten ziju een noodzakelijkheid geworden zoowel in
«liet belang van den Nederlandschen Landbouw als in het
«belang van den Nederlandsehen Staat"
zal onderschrijven en aldus zal medewerken tot opbeuring
van den Vaderlandschen Landbouw en Nijverheid!
'Wordt vewolgd.
N. R. CbIe blad, 31 Mei. Gemeente 't Bilt, de
vruchtbaarste streek van geheel Friesland, hebben een 40tal
arbeiders zich tot den Raad gewend met verzoek om werk.
Sedert met tal van dergelijke gevallen vermeerderd, Oct. 85.
Van 11—18 Deo. 1885.
Geboren:
Een dochter van J. Tromper en M. Phernambucq.
zoon P. Ilanse en J. Verboom.
N. Ileijboer en C. Catshoek.
Gehuwd:
P. F. Dalebout, 25 j., j.m. en N. Berkhoudt, 3G j.,
wed. W. Bolle.
Overleden:
P. Jongmans, 69 j.weduwn.
C. M. Le Sage ten Broek, 65 j., man van J. Kooiman.
A. Verschuur, S1/^ m., z.
M. Kuijpers, 67 j., weduwn.
C. L. Put, bijna 5 m., z.
R E C L A M JE.
Onze lezers worden opmerkzaam gemaakt op de in
dit nummer voorkomende advertentie van de lirma
G. Daubert Jun. te Braunschweig (Duitschlanel).
DER MAATSCHAPPIJ
op ÏHiitsdaK 33 ®ecemï>er5 's avonds 8 ure,
in de Concertzaal.
Spreker: De Heer W. BAX, van Zaandam.
Zierikzee, '18 December '1885.
Namens het Bestuur
J. Th. OOSTERMM,
Secretaris.
Gedeputeerde Staten van Zeeland maken bekend
dat cle ligger der wegen en voetpaden in de gemeente
Noordgouwe door hen ingevolge art. 20 van het
Reglement op de wegen en voetpaden in Zeeland,
Provinciaal blad No. 85 van '1881, ambtshalve ge-
ivijaigd is vastgesteld;
dat hun besluit tot vaststelling van dien ligger
Heden aan Burgemeester en Wethouders van Noord-
gouwe is gezonden ter aankondiging binnen vier
werkdagen na ontvangst op de ter plaatse gebruikelijke
wijze
en herinneren belanghebbenden voor zooveel noodig
aan art. 23 van het voornoemd Reglement.
Middelburg, 18 December 1885.
Gedeputeerde Staten voornoemd
DE BRAUW, Voorzitter.
E. FOKKER, Griffier.