»Ik ben ook een Bulgaar"! Op weg naar Golemo
Konare, waar hij in voorloopige bewaring zou worden
gesteld, door een aantal boeren omsingeld, nam hij
zijn hoed af en riep met luider stemme: «Leve de Unie!"
Ternauwernood was Gravil echter op vrije voeten, of
hy begon tegen vorst Alexander en de geproclameerde
vereeniging te intrigueeren.
Spanje.
Volgens de Kreuzzeituiig zou een lid der Spaansche
Cortes, de heer Becerra, van den kommandant der
»San Quintin", Espana, merkwaardige berichten omtrent
de Carolinen-quaestie ontvangen hebben. De komman
dant Espana zou formeele instructiën ontvangen hebben,
om een conflict met Duitschland te vermijden, terwijl
zelfs, toen hij op de Philippijnen aankwam, de gouver
neur aldaar en de admiraal hem mondeling hadden
onderricht, dat hij waarschijnlijk wel Duitschers op
Yap zou vinden, en zich, in dat geval, van alle ge
welddadige handelwijs moest onthouden.
Men had hem doen begrijpen, dat er een geheime
overeenkomst tusschen Spanje en Duitschland bestond,
in dier voege, dat Spanje de Carolinen zou afstaan
en daartegen de Oostkust van Marokko en de erkenning
als groote Mogendheid zou verkrijgen.
Espana meende dus, door zich te onthouden, zijne
instructiën te volgen en de politiek van het land te
dienen.
Canovas had, indien dit verhaal juist is, het nationaal
gevoel der Spanjaarden buiten de rekening gelaten.
Volgens le Monde zou de Paus in het Carolinen-
conflict ten voordee'.e van Spanje hebben uitspraak
gedaan en deze uitspraak reeds aan de belanghebbende
mogendheden, Spanje en Duitschland, hebben mede
gedeeld.
G-root-Brittan j e.
De beslissing van Birma is nog niet gevallen. Het
bericht over koning Thebau's dood en den opstand te
Mandalay is niet bevestigd, noch is^het antwoord op
het Engelsche ultimatum ontvangen.
Intusschen gaan beide partijen voort zich te wapenen.
Behalve de Engelsche hoofdmacht, die de Irawaddy
zal opstoomen, zal eene kleinere afdeeling over land
oprukken naar Ningyan, een plaats 10 dagmarschen
van Mandalay verwijderd en door een duizendtal Bir-
meesche soldaten bezet. Uit Rangoon wordt aan de
Times gemeld, dat een groote hoeveelheid krijgsvoor
raad te Mandalay is aangekomen, terwijl Indische
geldschieters den koning tegen buitensporige rente
van geld voorzien.
De tegenwoordige vorst van Birma is koning Thebau,
zoon van koning Meng Done Meng. Koning Meng Done
Meng had kwade vermoedens aangaande de trouw
van Thebau's moeder. Hij deed een Boedhistischen
priester, dien hij dacht haar medeplichtige te zijn,
in een kerker opsluiten en zijne vrouw zelf verbande
hij in een Boedhistisch klooster. Thebau werd eerst
opgevoed bij een oom, waar hij allerhande beproevingen
te verduren had. Men verweet hem voortdurend zijne
twijfelachtige geboorte. Die beproevingen en beleedi-
gingen hebben zonder twijfel veel bijgedragen om zijn
wreed en bloeddorstig karakter nog te verergeren.
Het leven bij zijn oom moede, vluchtte Thebau weldra
in een Boedhistisch klooster. Thebau maakte groote
vorderingen in de wetenschappen. Toen Meng Done
Meng in 1878 stierf, werd zijn oudste wettige zoon,
prins Nyoung Yaw tot zijn troonopvolger uitgeroepen.
Thebau had echter betrekkingen aan het hof, wist
eene revolutie in het paleis te verwekken en werd
tot koning uitgeroepen. Hij liet de leden der vorstelijke
familie, welke hem den troon konden betwisten, ver
moorden. Slechts twee prinsen ontsnapten: de wettige
troonsopvolger Nyoung Yaw en prins Nyoung Oke.
Deze laatste heeft in 1880 gepoogd een opstand te
verwekken, om den troon van Birma te veroveren
doch hij werd verslagen en moest eene tweede maal
uit het land vluchten. De wreedheid van koning Thebau
is bekend. In 1881 had hij de onbeschaamdheid, een
ambtenaar van den vijfden rang naar Rangoon te
zenden, om den onderkoning van Engelsch-Indië te
begroeten. Dit was in het oog van alle Oosterlingen
een opzettelijke beleediging, maar lord Ripon wilde
geen strijd. Eerst toen de koning wederrechtelijk hooge
invoerrechten ging heffen, kwam de onderkoning tusschen
beide, doch niet zeer krachtig. In 1882 vaardigde
koning Thebau weer een beambte van lagen rang
naar Simla af. In 1883 zond hij een gezantschap naar
Parijs, om er een handelsverdrag met Frankrijk te
sluiten. In 1884 richtte hij een bloedbad aan in de
staatsgevangenis van Mandalay, onder voorwendsel
eener samenzwering,, welke daar zou gesmeed zijn.
Drie honderd personen weiden onbarmhartig vermoord.
Eindelijk deed een incident, dat onlangs heeft plaats
gehad, het Engelsch gouvernement besluiten, maat
regelen te nemen. Eene Engelsche maatschappij, the
Bombay Burmah Trading Association, had een con
cessie bekomen voor de exploitatie der teck-bosschen
in Birmanië. Die maatschappij heeft echter 56000
teek-planten meer genomen, dan in haar contract
met het gouvernement van Birma was bepaald. De
Trading Association werd voor eene Birmasche recht
bank gedaagd, en volgens de wetten van het land,
veroordeeld tot eene vergoeding, gelijk aan het dubbel
der gestolen waarde het gouvernement van Birma,
beschouwt inderdaad de te veel uitgeroeide planten,
als ten zijnen nadeele gestolen. Ditmaal waren de
Engelschen in hunne handelsbelangen getroffen. De
maatschappij protesteerde, en het Engelsch gouver
nement heeft de verbreking van het vonnis gevraagd,
onder voorwendsel, dat de zaak der Trading Association
moest onderworpen worden, niet aan een Birmasch
gerechtshof, maar aan den onderkoning van Engelsch-
Indië, of wel aan eene gemengde rechtbank. Birma
weigerde voldoening te geven aan dien eisch, en
Engeland heeft nu een ultimatum gezonden. Dit ulti
matum is door eene stoomboot naar Mandalay ge
bracht, waar zij tot 5 November op een antwoord
zal wachten. Ondertusschen is in Erigelsch-Indië eene
expeditie van 10,000 man gereed gemaakt, om in
geval van een ongunstig antwoord, tegen koning
Thebau op te rukken.
F r a n k i* ij 1ï.
Een verslaggever van Le Voltaire had een onder
houd met den heer De Freycinet over den moord
aanslag, waaraan deze ten doel heeft gestaan. De
minister verklaarde, geen het minste denkbeeld te
hebben over de drijfveer tot deze daad. Zoover hij
wist, had hij geen persoonlijke vijanden. Hij had den
man, die het pistoolschot loste, nooit vroeger gezien
en de dader zelf had verklaard den minister niet te
kennen. Waarschijnlijk heeft men hier met een krank
zinnige te doen.
Volgens Le Figaro is de dader een Corsicaan van
geboorte en heet hij P. Mattei.
Zola heeft aan de Figaro een brief geschreven om
te protesteeren tegen het verbieden van zijn tooneel-
stuk «Germinal". De maatregel, beweert hij, is vol
komen politiekhet stuk is alleen verboden als bevor
derlijk voor het socialisme. »Wat de censuur betreft",
vervolgt de schrijver, «zij doet haar werk en men kan
slechts haar beklagen, om dat het zulk vuil werk is.
Men betaalt deze lieden om het geschreven denkbeeld
te worgen; zij worgen het en verdienen hun geld.
Hun bestaan is alleen te wijten aan degenen, die hen
bezoldigen." Voorts gewag makende van het verslag,
door de betrokken commissie over het stuk uitgebracht,
zegt hij: «Het is eene schande, ons werk in zulke
pooten te zien gesteld." Het portret, dat hij van den
minister Goblet ophangt, is als volgt: «Een klein, droog,
koud, prikkelbaar mannetje, een van die kleine mannen,
die het nooit kunnen zetten, dat zij klein zijn. Een
nijdige advocatenmond, ongevoelige oogen van een bur
german, wiens eerzucht hem onder de Republiek een
republikein heeft gemaakt en die wanneer hij de kans
schoon ziet, daarover wraak neemt door een wrok en
de vooroordeelen van zijn ras te bevredigen. Toch
een beleefd mensch ookbij verzocht ons, plaats te
nemen." De heer Zola besluit zijn breedvoerig opstel
aldus: «De heer Goblet vermoedt niet, dat hij een
beroemd man is. De provinciale advocaat, de bescher
meling van Gambetta, de minister zullen vergeten
worden maar de man die, «Germinal" verboden heeft,
niet. De heer Goblet zal nooit iets anders zijn. Het
kan niet anders, een minister, die een tooneelstuk
verbiedt, is gedoemd om eeuwig belachelijk te blijven.
Eenmaal wordt, ondanks alles, het stuk toch gespeeld;
dan ziet men elkander aan en gansch Parijs roept uit:
«Welk eene domme streek! «Germinal" zal de dood
zijn van den heer Goblet."
Duitschland.
De officiëele benoeming van graaf Von Hatzfeld tot
Duitsch gezant te Londen wordt eerstdaags verwacht.
Met zekerheid wordt uit Berlijn gemeld, dat graaf
Herbert Von Bismarck in zijne plaats tot staatssecre
taris van buitenlandsche zaken zal worden benoemd.
Op het Zendingscongres te Bremen werd besloten
om, naar aanleiding der invoering van de belasting
op den sterken drank in de Duitsche koloniën, bij
regeering en natie er op aan te dringen, dat de ver
koop van sterken drank aan de inlanders worde beperkt.
Het congres nam verschillende besluiten, allen strek
kende om er voor te zorgen, dat in de Duitsche
koloniën zendelingen worden gevestigd, 't Eerst zal
men zendingsposten vestigen te Kameroen.
T u r k ij e.
Uit Weenen wordt gemeld, dat de conferentie niet
kan bijeenkomen, omdat er nog verschil van meening
bestaat tusschen de westersche mogendheden en de
drie keizerrijken. De voorloopige samenkomst der am
bassadeurs op Donderdag had ten doel dat verschil
uit den weg te ruimen, maar het schijnt niet te zijn
gelukt. De toestand is te gevaarlijker omdat de vijand
schap der Serviërs en Bulgaren bij den dag bitterder
wordt en de telegrammen uit Nisch en Belgrado doen
een botsing vreezen.
Met de vloot is het treurig gesteld. Verleden week,
zoo wordt aan de Pester Lloyd geschreven, ontving
de minister van marine bevel, zoo spoedig mogelijk
tien schepen uit te rusten en zeeklaar te maken. Dit
is gemakkelijk gezegd, maar moeielijk uit te voeren.
Het zal veel tijd en geld kosten om slechts de helft
uit te rusten Gedurende de zeven jaren, dat de Turk-
sche vloot werkeloos in de haven heeft gelegen, zijn
alle schepen verwaarloosd; de ketels en de machines
zijn verroest en het kost moeite de schepen voor zinken
te bewarende meeste zijn half met water gevuld.
Gemengd ISuitenlandscli Nieuws.
Naar aanleiding van het voornemen door een excen
triek restaurateur te Parijs te kennen gegeven, om
zijn kellners en «filles de salie" als monniken en nonnen
te costumeeren, heeft de Fransche Minister van Binnenl.
Zaken te kennen gegeven, dat hij, na overleg met den
procureur der Republiek, besloten heeft, ofschoon het
openen dezer restauraties niet belet kan worden, toch
zorg te dragen, dat door het costuum der bedienden
niet de een of andere categorie van burgers aan
bespotting wordt prijs gegeven. Zooals men weet, zijn
de bedienden in de «Chat Noir" als academieleden
verkleed, en die van de «Taverne du bagne" als galei
boeven.
Een pianohandelaar te Kopenhagen verkocht aan
een welgesteld ingezetene dier stad een piano en ont
ving een oude in ruil terug. Hij was niet weinig
verrast daarin twee spaarbankboekjes te vinden. In
het eene stond 8000 kronen en het andere 1800 kronen
ingeschreven. Hij bracht ze onmiddellijk aan den
eigenaar terug, die er zich zeer over verbaasde. Zijne
vrouw herinnerde, zich echter toen, voor vele jaren
hare spaarpenningen in een bank gebracht en de
boekjes in het oude muziek-instrument geborgen te
hebben.
Het reizen is voor velen eene weelde, wordt meer
malen beweerdalthans bij het reizen openbaren zich
de weelde en gemakzucht het best. De eenvoudige
burger, die voor zaken een reisje moet maken, schaft
zich een kaartje 3de klasse, in Duitschland liefst
4de aan en vergenoegt zich bescheidenlijlc met */4
vierkanten meter zitruimte op een houten bank. Wie
't iets beter kan betalen, prefereert een niet veel
grootere ruimte op een goed bekleede bank en reist
«tweede." Bij de eerste klas vangt de weelde aan,
men vleit zich neer, doorgaans met niet meer dan
zes personen, in een gemakkelijken coupé, of neemt
plaats in het salonrijtuig; voor langere tochten
in een slaapwagen. Is die slaapwagen vol, dan reist
men er met 24 personen, vier aan vier in verschillende
kamertjes verdeeld. Verder brengt een gewoon particu
lier het niet en dat kan dan ook reeds vrij wel
schikken. De trein, waarmede de keizer en de keizerin
van Rusland echter reizen, bestaat uit 16 wagens. De
eerste wagen dient tot keuken, de tweede is bestemd
voor de politie-agenten, de derde is voor het militair
gevolg, de drie volgende voor de hofbeambten en de
andere zijn voor de keizerlijke reizigers zeiven bestemd.
De keizerin heeft een slaapkamer met een Venetiaansche
spiegel en keurige meubels, benevens een badkamer
en een vertrek voor de eerste holdame. De keizer stelt
zich tevreden met een slaap- en badkamer en een
klein salon. De eetzaal is evenals de vertrekken des
keizers, van zwart eikenhouten meubels voorzien.
Een reisplaats van den weelderigsten particulier
op y24 van een slaapwagen stellende, kan men nu
gemakkelijk berekenen, hoeveel weelderiger een keizer
het naar zijn idee behoort te hebben, die, met zijne
gemalin reizende, 10 maal 24 plaatsen noodig heeft.
De kapitein Jüngst van het stoomschip «Rhein" van den
Noord-Duitschen Lloyd is te New-York, omdat hij meer
dan het toegestane aantal passagiers aan boord had,
veroordeeld tot betaling eener boete van 3000 dollars.
Keizerin Elizabeth van Oostenrijk, naar men weet
een hartstochtelijke jageres, zal een prachtig jachtslot
laten bouwen. De hof-architect, baron Hasenauer,
maakte de plannen volgens opgave der Keizerin zelve,
geheel in overeenstemming met het beroemde jachtslot
Gudullu in Hongarije. De meest bekende kunstenaars
uit het land zijn belast met de decoratie van dit slot,
dat over twee jaren geheel gereed moet zijn. Ook
Makart werkte er aan mede. Dit slot ligt in een be
koorlijke vallei bij het Langer Wildpark, vier mijlen
ten Westen van Weenen en is in renaissancestijl opge
trokken. Het beslaat een uitgestrektheid van twee
hectaren en zal 7,500,000 fr. kosten. Bij het slot
behoort een manége met prachtige stalle n.
Het laatste nieuwtje op gastronomisch gebied te
Parijs is het eten van gebraden apen. Men zegt, dat
het vleesch ervan in smaak het midden houdt tusschen
hazen- en fazanten-vleesch.
ZFETIJDINGKN.
UITGEZEILD ZIERIKZEE.
31 Oct. «Adsey", leapt. Pitfield, van Dordt naar Londen.