VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD ZIERIKZEE, vorige jaar geeft eene vermindering aan van f 1317,50s. Uit liet medegedeelde blijkt, dat er alzoo geenszins vermeerdering, doch wel vermindering der uitgaven bestaat; terwijl ten aanzien van de opgegeven vermindering der inkomsten is op te merken, dat de inkomsten van vaste gemeente-eigendommen en bezittingen zijn vermeerderd, hetgeen daarom vermelding verdient, omdat in het vorige jaar hij de behandeling der begrooting voor 1885 de vrees werd geuit, dat op die inkomst eene vermindering zou zijn te wachten bij de toen aanstaande verpachting der gemeente eigendommen. Verder moet niet uit het oog worden verloren, dat deze begrooting nog is belast met het aandeel der gemeente in de kwade posten op de uitkeering door het Rijk van 4/5 der personele belasting over een vorig dienstjaar en dat deze post nog één jaar in uitgaaf zal moeten worden gebragt, doch daarna van de begrooting zal kunnen weg blijven, omdat de bedoelde uitkeering, na de laatste wijziging der gemeentewet, zuiver plaats heeft, na aftrek der kwade postenzoodat de gemeente geene uitgaaf meer zal behoeven te doen tot betaling van haar aandeel in die posten. De Voorzitter meent alzoo met grond te kunnen stellen, dat de financiën der gemeente niet ongunstig zijn en geen grond geven tot ongerustheid. Iiij wil daarmede echter niet zeggen, dat het niet altijd zaak blijft zuinig te zijn. In dat opzigt is hij het eens met ieder, die tot zuinigheid aanspoort. Hij meent evenwel, dat Burgem. en Weth. in hun beheer de meest mogelijke zuinigheid in acht nemen hetgeen ook daaruit blijkt, dat het laatstgesloten dienstjaar een batig saldo van f 6124,67s heeft opgeleverd. "Wat betreft de opmerking der Commissie omtrent de uitvoerigheid der bestekken, geeft de Voorzitter nog in bijzonderheden te kennen, dat de ondervinding het nood zakelijke daarvan heeft doen inzien en dat het niet in het belang der gemeente zou zijndaarin verandering te brengen. "Wat het teren cn het schilderwerk aangaat, zegt hij, dat de geteerde werken jaarlijks moeten worden geteerd en dat jaarlijks wordt geverwd, al het buitenwerk wat noodig blijkt te zijn, daar de gemeente anders nog in grootere kosten vervalt. De heer Goemans zegt, dat de Commissie in haar rapport niet heeft gesproken van ongerustheid over de financiën, maar alleen heeft aangedrongen op het betrachten van zuinigheid en dat zij met betrekking tot den toestand der financiën eenige cijfers heeft genoemd. Hoe nu daar tegenover andere cijfers worden gegroepeerd, maakt bij haar weinig onderscheid; een feit toch is het, dat minder ontvangen en meer uitgegeven wordt. Evenwel wil de Commissie niet zeggen, dat er te veel wordt uitgegeven, evenmin als dat door Burgem. en "Weth. roekeloos met de financiën wordt omgesprongen, "Wat het onderhoud der werken aangaat, is hij het niet eens met den Yoorzitter. Als de buitenwerken elk jaar moesten worden geverwd, zou het er voor de bezitters van huizen slecht uitzien; niemand zou met voordeel een huis kunnen verhuren en spr. zelf denkt er dan ook niet aan om zijn huis telken jare te doen verwen. Hij ziet niet in, dat de werken van de stad meer in de verw behoeven te worden gezet dan die van anderen en acht het onnoodig, dat de buitenwerken jaarlijks worden geschilderd. Evenmin is hij het eens met den Yoorzitter omtrent de uitgebreidheid der bestekken, waarbij verschillende kleinig heden aan den aannemer worden opgedragen. De concierges van de gebouwen zouden naar zijne meening, b.v. van het inzetten van gebroken glasruiten en andere kleine werk zaamheden, eene lijst kunnen opmaken en telken jare zou men hun de kosten kunnen vergoeden. Hij blijft er bij, dat de bestekken minder omslagtig zouden kunnen zijn en moet er nog op wijzen, dat voor de kosten van onderhoud van de gebouwen voor het middelbaar onderwijs jaarlijks ongeveer f 600 wordt uitgetrokken, een bedrag dat veel te hoog is. De Voorzitter acht zich verpligt te herhalen, dat hij niet door groepeering van cijfers tot het door hem verkregen resultaat is gekomen en dat in het bestek jaarlijks niet alle buitenwerken worden opgenomen om over te verwen. De heer Houwer zegt, dat alleen worden opgenomen de buitendeuren der scholen en de dorpels. De Voorzitter geeft daarna nog te kennen, dat het aan de gemeente nog meer geld zou kosten dau nu, wanneer voor elke kleine herstelling aan de gehouwen telkens een werkman moest worden ontboden; dat ondervindt iedereen. Het opleggen van verschillende werkzaamheden aan den aannemer geeft op de aanneemsom slechts eene kleine verhooging. Wat de heer Goemans wil opdragen aan de concierges, kan alleen zien op de bewoonde gebouwen, maar hoe zou men met de scholen doen? Wie zal de spinraggen uit de poorten en uit de scholen bij de groote schoonmaak weghalen? Als men dergelijke zaken anders regelt of aan schoonmaaksters opdraagt, kost het zeker aan de gemeente nog meer. Daar niemand verder meer het woord vraagt, sluit de Voorzitter de algemeene beraadslagingen waarna wordt overgegaan tot de behandeling der afzonderlijke artikelen. De door de Commissie gemaakte opmerkingen worden behandeld bij de artikelen, waartoe zij betrekking hebben. De volgende posten hebben aanleiding gegeven tot be spreking. UITGAYEN. Bij H. IH, Afd. I, Art. 3 (Jaarwedden van sluis- en brugwachters f 930) herinnert de heer van Kinschot aan het verzoekschrift van den sasmeester, om verhooging zijner toelage voor huishuur. De Voorzitter zegt, dat Burgem. en Weth. omtrent dit adres nog geen voorstel kunnen doen, doch verzoeken voor diligent te worden gehouden. Aldus besloten. Bij H. Ill, Afd. II, Art. (Onderhoud van de openbare gebouwen f 3324,61) herinnert de Commissie aan de adressen van eenige Iandbouw-societeitenvoor geruimen tijd hij den Raad ingediend, om de botermarkt te ver plaatsen naar de beurs onder de Kleine Kerk. De Voorzitter zegt, dat Burgem. en Weth. thans een voorstel omtrent die adressen kunnen doen. De voorname reden voor de verplaatsing blijkt te zijn, den wensch om eene overdekte markt te hebbenmaar daar de kosten voor de gemeente te bezwarend geacht worden, hebben de adressanten de aandacht op de beurs onder de Kleine Kerk gevestigd. De verplaatsing der botermarkt zou evenwel de nering doenden op de Yarremarkt en iu de buurt daarvan zeer benadeelen. Nu is door eene Commissie uit de bewoners der Yarre markt aan Burgem. en Weth. aangeboden, eene proef te maken met eene overdekking. Mogt dit aanleiding geven tot meer bezoek en handel op de markt, dan is er reden om aan te nemen dat eene overdekte markt noodig is en maatregelen te nemen om die te verkrijgen, daar deze gemeente zeer veel belang bij den landbouw heeft. Hij stelt namens Burgem. en Weth. voor: 1°. afwijzend te beschikken op de adressen en 2°. gebruik te maken van de aanbieding der bewoners van de Yarremarkt om met eene overdekking eene proef te maken en af te wachten welke resultaten die oplevert. Wordt besloten, de behandeling dezer zaak aan te houden tot eene volgende vergadering. Ten aanzien der vloedplanken met toebehooren merkt de Commissie op, dat zij met genoegen gezien heeft dat de post van f 374 voor verdere proefneming met liard- steenen dorpels en toebehoorendoor do Commissie van Fabricage geschrapt isalthans dus voorloopig is deze kostbare proefneming uitgesteld. Daar echter door de eerste proefneming de meest bedreigde punten voorzien zijn, meent de Commissie, dat men van verder voortgaan daarmede gerust zou kunnen afzien. De Voorzitter zegt, dat de vloedplanken door het door zakken van de steenen herhaaldelijk moesten worden bijgewerkt, en om dit te voorkomen zijn er nu hard- steenen dorpels op een'fundament aangelegd en daarop is een ijzeren strook gelegd, die van eene groef is voorzien voor het uitglijden van paarden. Daar bij het opmaken der begrooting niet bekend was hoe die veranderingen zouden uitvallenis er van proef" gesproken. Bij de inspectiedezer dagen gehoudenis echter gebleken dat dit werk uitstekend voldoet. Mogt de Raad nu wenschen uit te spreken, dat zij die verandering voor de vloedplanken niet meer verlangt, dan is hij daartoe natuurlijk bevoegdmaar dit zou onnoodig zijn omdat hij zich niet tegen het gedaan werk heeft verklaard en een nieuwe aanvraag voor uitgaven van dien aard weigeren kan. Of de meest bedreigde punten nu allen zijn voorzien, moet nog worden nkgegiian. De heer Goemans zegt, dat hij er.vroeger niet op be dacht geweest is, daar hij anders tegen die verandering zou zijn geweest. Jarenlang heeft men het met de vloed planken op de oude manier gedaan en met een gewenschten uitslag. Als de straat goed gemaakt wordt is de verande ring onnoodig en is het luxe die men missen kan; de behoefte is nooit gebleken. Hij acht die uitgaven dan ook onnoodig en meent dat het niet wenschelijk is daarmede voort te gaan. De Voorzitter zegt, dat de ondervinding heeft geleerd dat verandering juist noodig was. Yroeger werden de vloedplanken digtgemaakt met mest, doch die kan men niet meer krijgen en bij den laatsten hoogen vloed is de aangebragte klei gebleken niet voldoende te zijn. Er is toen bij de Yenkei eene opening in de straat gekomen, die met groote inspanning en door het aanbrengen van een zeil is gestopt.. Ook op de Oude Haven bij den ring muur is eene opening in de straat gekomen, hoewel de vloedplanken met klei waren aangestreken. De Directie van Schouwen meende ook dat het goed was verbetering aan de vloedplankente brengen en Burgem. en Weth. achtten die dan ook noodzakelijk. In hoever zij nu nader een voorstel zullen doen, om ook de vloedplanken op nog meer plaatsen te verbeterendoet thans niets ter zake. De lieer Houwer zegt, dat ten vorige jare is opgegeven, waarom de verandering werd wenschelijk geacht. Thans is bij de begrooting geen voorstel gedaan om daarmede voort te gaan, niet omdat men de overtuiging niet had dat zij voldeed, maar omdat de financiën der gemeente niet ruim waren. Deze bespreking gaf geen aanleiding tot het doen van eenig voorstel. H. Ill, Afd. II, Art. 7 (Yoor onderhoud van fonteinen, wandelplaatsen, beplantingen enz. f 979,96s). De Commissie zou gaarne vernemen, hoeveel bij dezen post geraamd is voor aankoop van gewassen, daar de somj haar nog al hoog voorkomt. Tot haar spijt merkt zij aan, dat met de omplanting: der stadsmestput, waarover in het vorige jaar in het. breede gediscusseei'd is, nog weinig vordering gemaakt is; een klein gedeelte langs den straatweg is afgezet met populieren, doch aan een gewenschte omplanting niet vlierstruiken is geen gevolg gegeven. De Voorzitter heeft met. leedwezen kennis genomen van deze opmerking, voor zoover zij althans tot vermindering zou kunnen leiden van de bij dit artikel bedoelde en naar zijn inzien zeer nuttige uitgaven. Als antwoord op de gedane: vraag zegt hij verder, dat de voor beplantingen geraamde som van f 800 in de eerste plaats dienen moet tot betaling van arbeidsloonwaarvoor in den regel een groot bedrag (in 1884 f 738,99) noodig is, hetgeen ligt te begrijpen is als men nagaat, dat behalve de twee arbeiders, die bijna het gelieole jaar door werkzaam zijn, in sommige maanden bovendien nog twee en somtijds drie andere personen in dienst worden genomenom al de werkzaamheden te ver- rigten die noodig zijn. Men dient daarbij in aanmerking te nemen, dat het hier het onderhoud geldt niet alleen van de gewone wandelingen aan de binnenzijde der grachten, maar van alle plantsoenen der gemeente. De heer Goemans zegt, dat het de Commissie alleen te doen is geweest om inlichting te verkrijgen. Hij verklaart zich door het gegeven antwoord voldaan. De Voorzitter geeft verder te kennendat aan den stads mestput zooveel aangeplant is als mogelijk was en zooveel als de ruimte, in verband met de door den aannemer van liet ophalen der straatmest te doene afleveringen, toeliet. Eene geheele omplanting van het terrein met eene haag kan niet geschiedeneen gedeelte moet steeds openblijven. Het denkbeeld van Burgem. en Weth. is om den straatweg aldaar te verbreeden om de wagens niet te digt voorbij de boomen te laten rijden en verder om door aanplanting den mestput zooveel mogelijk aan het gezigt te onttrekken. Hoewel voor die aanplanting vlierstruiken zijn aanbevolen, is het niet zeker dat die zullen worden gebruikt, daar de vlier op andere plaatsen in de gemeente veel van de ver nielzucht der jeugd heeft te lijden en er zich voortdurend in de nabijheid van den mestput kinderen ophouden. De zitting wordt daarna geschorst tot des avonds te 7 uur. YOORTGEZETTE gehouden den 27 October 1885, des avonds te 7 uiur. Voorzitter Mr. J. P. N. Ermerins, Burgemeester. Afwezig zijn bij de heropening der vergadering, de heerén Schneiders van Greijffenswerthde Jonge, van Kinschot, S. J. Ochtman en de Crane. De Voorzitter stelt voor, over te gaan tot de verdere behandeling der gemeente-begrooting voor 1886, waartoe besloten wordt. Be Voorzitter zegt, ten aanzien der opmerking van de Commissie of het niet wenschelijk zou zijn tot de opruiming van het Sas te besluitendat het nut van het Sas hem vroeger ook twijfelachtig is voorgekomen, doch dat Burgem. en Weth. niet overtuigd zijn dat het geen nut doet. Als het niet meer gebruikt wordt en men laat het openstaan, zal er groot ongerief ontstaan voor de achterliggende polders, en zullen de dijken niet hoog genoeg zijn voor het vele water; houdt men het voortdurend gesloten, dan hebbeiv, die polders geen uitwatering. Er wordt met het 'Sas zooveel mogelijk gespuid, doch daarmede moet, in dezen tijd vooral, met zeer veel beleid worden gehandeld. Burgem. en Weth. vreezen dat eene opruiming van het Sas de haven zal doen aanslibben. De heer van Kinschot is ter vergadering gekomen. De heer Goemans meent, dat uit het gesprokene van den Yoorzitter blijkt, dat het Sas eene zaak is van twijfel achtig nut en vraagt, of hieromtrent geen zekerheid zou zijn te verkrijgen. Hij wijst er op, dat het aan de gemeente op den duur groote sommen kost, dat hij er met ver schillende personen over gesproken heeft, die er over oor- deelen kunnendoch dat niemand van deze het nut heeft erkend. Ook de Gemeentebouwmeester acht het twijfelachtig. De Voorzitter antwoordt, dat hij zeide, vroeger te hebben getwijfeld aan het nut, doch nu doet hij dit niet meer. Als men tot de opruiming besluit, komt men in een moei lijken toestand. De heer Houwer merkt op, dat men hij opruiming van het Sas aanzienlijke kosten zou moeten maken. De achter- liggende polders zouden geheel onderloopenhunne water- keeringen zouden niet voldoende zijn, ook zou de gemeente geen schorgrond meer kunnen nemen. Zoolang men dus niet in groote herstellingen moet komen, acht hij het beter het Sas niet op te ruimen. De heer Goemans zegt, dat de Commissie geen voorstel heeft gedaan om het Sas op te ruimendoch alleen de aandacht daarop heeft gevestigd. De heer Boeije herinnert, dat deze zaak hier meer is ter sprake gekomen. Het vroegere raadslidde Ingenieur vau Nes, meende, dat het Sas niet gemist kon worden, Spr. wijst er op, dat Bruinisse en vele andere kleine gemeenten allen een spuiboezem hebben en acht het van belang die ook hier te behouden. Wat de heer Houwer omtrent de polders zegt, doet niets af, die zouden dan hunne waterkeeringen moeten veranderen. Bij spr. is het nut van het Sas echter niet twijfelachtig; hij acht het behoud daarvan noodig. De heer W. A. Ochtman meent, dat de Commissie zich op een verkeerd standpunt heeft geplaatst. Spr. heeft er met een bekend waterbouwkundige over gesproken, of het Sas niet zou kunnen worden opgeruimddoch deze achtte het behoud bepaald noodzakelijkomdat de haven anders verzanden zou, evenals die te Middelburg. Het Sas dient men dus als spuimiddel te behouden. De heer S. J. Ochtman komt ter vergadering. Ten "opzigte der door de Commissie besproken wenschelijk- heid van het leggen van ijzeraardbuizen en de verdere overdekking der open riolenzegt de Voorzitter, dat Burgem. en Weth. de financië/ hebben af te gaan. Hij zegt ingekomen die straat water, dai om dit in stank vert ware in ei Burgem genomen omdat de In den in hoever huizen te wachting hij het v te gaan. Aldus 1 Wat d kennen, t open riool tot tijd i voor, de i kort wed De hei het oog 1 den grom de besme nog vele met nadi cementste overdekt tweede b voor voe zou de komt ha bouwvall voetgang is en d< haald of op het eenige v nog me eeuw en 40 jaar zijn dan niet op wachten •»Jc brug een ged om de te meei waardoo varen, een tijd gangers kosten te neme zelf ook ambach gebruik aan de men di wensch laten d onderzo van Fa bouwm van dr niet mi bouwm en dan uit te van veH slecht hij te voldoei uit te zoodat de jon brug g dat zi Spr. irH is vooi een g verder tevens zou in der Oi dier b F

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1885 | | pagina 6