ZIERIKZEESCHE COURANT. voor het arrondis- sement Zierikzee. 1885. No. S3. Woensdag £>S October. 88ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Van misdaden, strekkende om den Staat door burgerlijken oorlog te beroeren. Binnenland. Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden ƒ1,Franco per post 1 Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 10 Cent. PRIJS DER AD VER TEN TIEN: Per gewone regel 10 Cent. H u w e 1 ij k s -Geboorte- en Doodberichten van '1 6 regels 60 Cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct.. Alle stukken, tie redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKEIV'MAIV. Onder bovenstaanden titel bedreigt het "Wet boek van Strafregt" met een tuchthuis straf van vijf tot vijf en twintig jaar (vroeger met de doodstraf) en verbeurd verklaring' van goederen, ieder die binnenlandschen vrede verstoort, poogt te ver storen of tot verstoring daarvan aanzet. De straf voor dat misdrijf moet zwaar zijn, immers de grondwet verzekert, niet alleen aan den Nederlander, maar zelfs aan den vreemdeling, die zich op ons grondgebied bevindt, «bescherming- van persoon en goederen" en de Staat dient dus strenge maatregelen te nemen tegen hen, die «personen en goederen" in gevaar brengen. Daarom ook vat de wet de woorden «aanslag of zamenspanning" in nog wat ruimer zin op, dan men oppervlakkig zou meenenimmers niet alleen op den openbaren weg, op markten of straten worden deze schuldigen gevonden, maar Art. 102 luidt zelfs: «Als schuldig aan de mis daden en zamenspanningen zullen gestraft worden alle degenen, die hetzij bij wege van gesprekken op openbare plaatsen en bijeenkomsten gevoerd, hetzij bij wege van aangeslagen plakkaten, hetzij door gedrukte schriften, de ingezetenen of in woners tot het plegen daarvan regtstreelcs opgezet zullen hebben". En met Tollens roept de wetgever uit: En rekent d' uitslag nietmaar telt het doel alleen. Want goedmoedig laat de wetgever er op volgen «Ingeval echter deze opzettingen van generlei uitwerksel gevolgd mogten zijn, zullen de daders met bloote uitbanning gestraft worden." Ziedaar een der gevallen waarop Art. 8 der Grondwet doelt: «Niemand heeft voorafgaand verlof noodig, om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbarenbehoudens ieders verant woordelijkheid volgens de wet. Indien nu deze wet geen ijdele klank is, ligt de vraag voor de hand, hoe komt het dan dat dagelijks en openlijk de meest schandelijk op ruiende taal wordt verspreid in gedrukte ge schriften, zonder dat de strengheid der wetten wordt toegepast. En niet alleen, dat het berucht orgaan «Recht voor Allen" zich in een steeds toenemend debiet mag verbeugen, maar enkele bladen meenen zelfs hun lezers dienst te doen, door heele stukken over te nemen en er heele wijze redeneeringen tegenover te stellen. Natuurlijk weet niemand, voor wie die rede neeringen bestemd zijn. Deze bladen vallen o. i. eveneens onder de termen der strafwet. Men zal mij antwoorden, dat men den redacteur van dat blad niet tot martelaar wil makendat eene vervolging groote beweging zou veroorzaken. Maar waarom maakt men dan een martelaar van den biljetten-aanplakker, die een kwajongens- grap uitvoerde en van een paar anderen, die een roode vlag droegen of hun krant verkochten? Waarom drukt men vrees uit, door te Amster dam te verbieden, dat de naam van liet blad wordt genoemd? Alsof 't daardoor niet nog erger werd. «Lezen mag je 't wel, maar noemen mag ik 't niet", roept de verkooper, of wel «het eenigste blad, dat je niet mag noemen!" De schreeuwparty praat zoo druk over bloed, dat de goegemeente er van zit te rillen. Maar volgen wjj hun voorbeeld. Als de regeering machteloos isom de wetten des lands te doen eerbiedigen, voor wie dan ook, dan is er verrotting in den Staat, dan is de Staat zijn ondergang nabij. En als de Staat zich wil handhaven, als de natie zal willen staan als een volk dat eerbied heeft voor zichzelven, dan moet de eerbied voor de wetten, de heiligste uitdrukking van den wil der natie, op elke wijze worden ge handhaafd al zou het bloed kosten. Ja, al zou de macht der natie met de wapenen in de hand allen dwingen de wetten te eer biedigen 't ware minderdan dat dag aan dag en uur aan uur de wetten des lands worden gehoond, goed en leven der burgers bedreigd en de sterke arm getart. Wil men niet noodeloos martelaren maken, men late alle roode, groene of gele vlaggen, alle krantenjongens en alle aanplakkers hun gang gaan, maar men zij in allen gevalle uiterst streng, waar het geldt de overtreding der wetten, waar deze zoo duidelijk spreken tegen den over treder. Men vreeze niet voor de gevolgen van strenge maatregelen; wie het goede wil moet moed hebben; dubbele moed is noodig, waar men het kwade zoekt tegen te gaan. De stroom wordt breeder naarmate er meer beken in vlieten, men zij intijds bedacht, die binnen dam en dijken in te sluiten, eer het te laat is, eer de overstrooming komt. ZIERIKZEE, 27 October 1 8 8 5. In de heden gehouden vergadering van den Gemeente raad heeft de heer Jhr. Mr. W. A. de Jonge, wegens vertrek uit de gemeente, zijn ontslag ingediend als lid van den Raad en als lid der Plaatselijke Schoolcommissie. Tot brugwachter is benoemd A. Schulink en tot helpsters bij bet onderwijs in de nuttige handwerken voor meisjes Mej." J. M. S. de Vries en M. P. van de Polder. Door F. Domela Nieuwenhuis, L. J. Frijman, J, P. Tasseron, B. B. F. Liebers en H. F. Baye is een adres aan de Tweede Kamer gericht, waarin zij zich beklagen over de weigering der Kon. bewilliging op de acte van oprichting der naamlooze vennootschap »IIet Ver- eenigingsgebouw Walhalla." Zij betwisten de juistheid van de overweging der regeering, dat uit de namen der oprichters, de benaming der vennootschap en de bepaling van art. 46 der acte zou blijken, dat de vennootschap moet strekken om localen beschikbaar te stellen voor vergaderingen en bijeenkomsten der sociaal-democraten, en zoowel daar door als door het bijeenbrengen van kapitaal den Sociaal-Democratischen Bond in zijn streven te steunen. Zij meenen, dat de namen der oprichters niet kunnen gelden als bewijs, dat eene handelsvereeniging, waarvan zij deel uitmaken, eene politieke strekking heeftdat ook uit de benaming der vereeniging zulk eene strekking niet is af te leiden, daar zij eenvoudig de exploitatie van het gebouw «Walhalla" bedoelt, dat door tal van vereenigingen en particulieren van ver schillende richting voor de meest verschillende doeleinden wordt gebruikt; dat eindelijk art. 16 der statuten eene bloot financiëele regeling behelst, in overeenstemming met de voorschriften van het W. v. K. Zij wijzen verder aan, dat art. 1 der statuten het doel volkomen duidelijk voorschrijft. (Het doel dei- vennootschap is het verkrijgen van roerende en onroe rende goederen in de gemeente 's Gravenhage, ten einde die te gebruiken of in gebruik te geven tot het houden van wetenschappelijke voordrachten en gezellige bijeenkomsten, voor sociteit, tot het geven van concerten, tooneelvoorstellingen, bals, partijen enz., alles in den meest uitgebreiden zin van het woord) en dus de grond van weigering alleen rust op vermoedens en derhalve is onrechtmatig. Overweegt de regeering verder, dat aan den Sociaal- Democratischen Bond rechtspersoonlijkheid is geweigerd, op gronden, ontleend aan het algemeen belang, en dat, waar eene vennootschap zich ten doel stelt, dien bond desniettemin te steunen, die vennootschap moet geacht worden met de openbare orde in strijd te zijn, adr. betoogen, dat de regeering wel het recht heeft, personen die beginselen aanhangen, welke volgens haar met de openbare orde strijdig zijn, te beletten zich te vereenigen met het doel om die beginselen in toepassing te brengen, maar dat die personen elk voor zich in het genot blijven hunner burger- en burger schapsrechten, en dus beperking hunner burgerlijke rechten, gelijk in casu geschiedt, in strijd is met de gelijkheid voor de wet. Eindelijk betwisten zij, dat de vennootschap handelen zou in strijd met de openbare orde, als zij haar lokaal beschikbaar stelt voor vergaderingen van den Sociaal- Democratischen Bond, omdat de weigering van rechts persoonlijkheid het recht van vereeniging niet opheft en ook hunne vergaderingen door de politie niet zijn opgeheven, zoodat het aanbieden eeneT gelegenheid om te vergaderen, geene onrechtmatige daad is. In de Prov. Gron. Ct. wordt de aandacht gevestigd op de verzekering tegen gebrek aan werk, zooals die in Engeland reeds bestaat. Daar zijn vereenigingen, die aan werklieden, welke tijdelijk werkeloos zijn, zoolang onderstand verleenen tot zij weder werk hebben. Om hierbij misbruiken te voorkomen, heeft men dubbele waarborgen in het leven geroepen, eensdeels door niet een ieder als lid toe te laten, anderdeels door alleen hen te steunen, die buiten hun schuld zonder werk zijn. Tot leden der vereeniging kunnen slechts zij worden, toegelaten, die het bewijs kunnen overleggen, dat zij een loon verdienen volgens plaatselijk gebruik en voor wier moraliteit twee leden der vereeniging zich borg stellen; dus slechts flinke werklieden. Ondersteuning ontvangen slechts zij, die buiten eigen schuld door den werkgever zijn ontslagen of die hun werk in overleg met het bestuur der vereeniging hebben gestaakt. Meent een lid, dat hij naar verhouding van zijne werkzaamheid een onvoldoend loon geniet, dan geeft hij dit aan het bestuur der vereeniging te kennen, die dan beslist of hij verder zal werken of niet. Maar zoodra de vereeniging hem werk aanwijst, moet hij dit aanvaarden. Deze aanwijzing van werk wordt voor de vereeniging zoo gemakkelijk mogelijk gemaakt door hare organisatie. Zij omvat de werklieden van een groot getal plaatsen, dikwijls van het geheele land. In iedere plaats heeft zij hare vertakkingen. Deze moeten aan het hoofdbestuur geregeld wekelijks op geven hoeveel werklieden daar ter plaatse zonder werk en hoeveel plaatsen van werklieden er vacant zijn. Het hoofdbestuur zendt nu voor rekening der vereeniging zijne werkbehoevende leden daarheen, waar vraag is

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1885 | | pagina 1