Kamers in de eerste helft der volgende maand in eene buitengewone zitting zullen bijeengeroepen worden. De minister van binnenlandsche zaken heeft aan de prefecten in de departementen, waar herstemmingen moeten plaats hebben, eene circulaire doen toekomen, waarin hij hun aanbeveelt, valsche berichten omtrent de verkiezingen openlijk en officieel tegen te spreken, en hem bericht te zenden van de uitstrooisels, die van de reactionairen uitgaan om het publiek te mis leiden. Verder geeft hij hun te kennen, dat hij van de ambtenaren geen tekortkoming in hunnen plicht zal dulden. De Temps verzekert, dat de Keizerin van Rusland het plan opgegeven heeft, om op het Chateau d'Eu het huwelijk van haren broeder, den Deenschen prins Waldemar, met Marie van Orleans bij te wonen. Even als de koning van België, zou de Czarina zich hebben laten leiden door den wensch, om in de gegeven om standigheden tegenover de Fransche regeering de meest mogelijke reserve in acht te nemen. Engeland. De geschillen der Indische regeering met Birma zijn een stadium ingetreden, dat er voor de Britsche regeering geen andere keus overblijft dan zich öf de willekeur des konings te laten welgevallen, óf een militaire expeditie naar Mandalay te zenden. De Indisch- Birmasche strijd ontstond door de wederrechtelijke inbeslagneming van de eigendommen der Bombay and Birma Trading Compagnie" door de Birmasche regeering, een beschikking, genomen naar aanleiding van de uit spraak van een Birmasch gerechtshof. De Indische regeering heeft intusschen de wettigheid van die uit spraak bestreden, op grond van een tusschen Engeland en Birma gesloten verdrag, dat o. a de bepaling inhoudt van het berechten van dergelijke geschillen voor een gemengd tribunaal. Om verdere moeielijkheden te voor komen, heeft nu de onderkoning van Indië aan de Birmasche regeering laten voorstellen het vraagstuk aan een scheidsrechterlijke beslissing te onderwerpen. De ministers van Z. M. Koning Theebow hebben op dit voorstel een zeer brutaal antwoord gezonden, ver klarende dat zij niet langer konden wachten met het tenuitvoerleggen van het decreet tegen voornoemde handelmaatschappij. Op dit antwoord zal van de zijde der Indische regeering ongetwijfeld het onvermijdelijke ultimatum volgen, waai in kort en bondig der regeering van Mandalay aan 't verstand zal worden gebracht, dat de uitvoering van het decreet als een casus belli zal worden beschouwd. Middelerwijl zullen de te Rangoon gestationneerde troepen aanmerkelijk versterkt worden om aan de voorwaartsche beweging op Mandalay de noodige kracht bij te zetten. De vijandelijkheden zullen van slechts korten duur kunnen zijn, daar koning Theebow zelfs niet in staat is, zijn hoofdstad te verdedigen. De meeste Londensche bladen raden de regeering aan, niet veel omslag met koning Theebow te maken, hem van den troon te stooten als hij niet toegeeft en zijn land te annexeeren, wanneer niemand beters in zijn plaats gevonden kan worden. Zoo ooit een annexatie van een land, onschadelijkmaking van een koning en zijn aanhang toegejuicht zal worden, dan zal dit zeker in de eerste plaats het geval zijn met Birma en met den wreedaard Theebow c. s. De Engelsche regeering heeft een Blauw boek uit gegeven, betreffende Transvaal en aangrenzende landen. Dit nieuw blauw boek bevat alle stukken en bescheiden, welke betrekking hebben op de zending van generaal Warren en den toestand in Bechuana-land. Servië. Eene dépêche van Sofia van den 16en 's middags te 12 ure, spreekt niet van een inval der Serviërs, maar zegt alleen, dat de vorst, na de troepen te Tirnova en te Yamboli geïnspecteerd te hebben, den vorigen nacht te Sofia is aangekomen. De vorst zal heden van daar vertrekken om de voorposten te Kustendjieh en Dubritza te inspecteeren, ten einde den vrede aan de Macedonische grens te waarborgen en vervolgens, zonder zich te Sofia op te houden, weer rechtstreeks naar Philippopel vertrekken. Oostenrij k. De gebeurtenissen hebben aan alle hoven van Europa een verrassing teweeg gebracht, die zich op allerlei wijzen openbaart, niet het minst in dreigende minister- crisisen. Behalve in Griekenland, waar het ministerie tusschen den volkswensch en het volksbelang heen en weer geslingerd wordt, openbaart zich ook in Oosten rijk een spanning, die de positie van graaf Kalnoky in hooge mate moeielijk maakt en de kans op zijn aftreden zeer waarschijnlijk doet zijn. Twee verschillende stroomingen openbaren zich dan ook te Weenen. Het Oostenrijksch kabinet scheen aan vankelijk de aanmatigingen van Servië aan te moedigen. Thans is het integendeel dat kabinet, waarvan de moeielijkheden komen, die eene overeenstemming der mogendheden op dit punt beletten. Men hecht dan ook in Pesth geen geloof aan de verzekeringen der officieuse bladen, dat de overeen stemming tusschen graaf Kalnoky en den heer Tissa, op alle punten der Oostenrijksche politie in het Oosten bestaat. En dat laat zich verklaren. Graaf Kalnoky heeft in deze geheele zaak eene vreemde politiek ge volgd, zeer verschillend van de houding die graaf Andrassy op het Berlijnsch Congres had aangenomen. Volgens graaf Adrassy moest men in Weenen vóór alles en altijd aan Rusland doen begrijpen, dat het Czarendom nooit een bevoorrechte stelling op het Balkan-schiereiland kon innemen, noch daar een speci- alen invloed zou kunnen uitoefenen. Dat bleef Andrassy's streven. Daarom weigerde hij steeds zich met Rusland te verstaan over de Oostersche quaestie, verklarende, dat die verstandhouding tusschen al de mogendheden behoorde gezocht te worden en niet tusschen Oosten rijk en Rusland alleen. Baron Haymerlé, die graaf Andrassy opvolgde, volgde stipt diezelfde gedragslijn. Graaf Kalnoky echter schijnt daarin verandering gebracht te hebben. Hij heeft juist voeling met Rusland gezocht en daardoor Oosten rijk betrokken in een handelend optredende politiek, die voor Oostenrijk zeer avontuurlijk is. En nu deze politiek door de gebeurtenissen in het Oosten zoo geheel aan het licht gekomen is, zijn het vooral de Hongaren, zoo naijverig op de Slavonen, die er de regeering een verwijt van maken en Kalnoky's positie zeer in de waagschaal stellen. Bulgarije. De Köln. Ztg. bevat eene lange correspondentie over de toestanden in Bulgarije, vooral dienende om aan te toonen, hoe algemeen bemind vorst Alexander bij al zijn onderdanen, Mohammedanen en anderen, is. De correspondent zegt: «Vorst Alexander moet weg, omdat hij Duitscher en Bulgaar isdat is Ruslands reden; maar dit kan toch voor de andere mogend heden niet gelden"; hij haalt daarna deze woorden van iemand, die lang in Bulgarije gewoond heeft, aan»Ik beklaag vorst Alexander's opvolger, als hij er een krijgt: het zal geen acht dagen duren, of de Bulgaren hebben hem doodgeschoten." Zuid-Afrika. Uit Kaapstad wordt aan de Daily News gemeld, dat daar pogingen worden aangewend, om het Engel sche gouvernement te bewegen Sir Hercules Robinson terug te roepen, De Duitsche consul te Kaapstad en de commandant van het in de haven liggend Duitsch oorlogsschip Gneisenau hebben de arrestatie verhinderd van een Duitsch matroos, verdacht van medeplichtigheid aan moord. Er is besloten de beslissing van het Duitsche gouvernement af te wachten. X>ixitsoliland. Volgens de Germania zal de Paus, in zake de Carolinen-quaestie, geene bijzondere commissie van kar dinalen benoemen. Hij zal alleen eenige kardinalen en prelaten uitnoodigen, een schriftelijk advies te zenden ook is Z. II. voornemens, den raad in te winnen van eenige voorname rechtsgeleerden. Wanneer deze werk zaamheden zijn afgeloopen, is het wellicht mogelijk, dat hij deze verschillende adviezen zal onder werpen aan het onderzoek eener congregatie, om eindelijk over te gaan tot het vellen van zijn definitief, persoonlijk oordeel. «Algemeen neemt men aan", zegt het Berl. Tageblatt, «dat de bemiddeling des Pausen uit twee gezichtspunten zal worden beschouwd: het principieel- juridische en het politisch-practische. Er bestaat alle grond om aan te nemen, dat de laatstgenoemde zijde der quaestie geene bijzondere moeielijkheden zal op leveren. Met het principieel-juridische element zal dit echter minder gemakkelijk gaan, te meer nog nu Duitschland schijnt te volharden bij zijn eens ingenomen standpunt, om eenigermate als overwinnaar uit dezen strijd te voorschijn te treden." Men leest in de 7oss. Ztg.: In Holland is in den laatsten tijd gebleken, dat ook daar de werkmansstand meer belang gaat stellen in de publieke zaak, met welke zij, geheel anders dan in Duitschland, Frankrijk en Engeland, tot nog toe zich niet had ingelaten. Toen de sociaal-democratische beweging in Duitschland haar toppunt had bereikt, wekte zij in het naburig Nederland nauwelijks meer dan 2uiver uiterlijke nieuws gierigheid. Jaren geleden kwamen in den Haag Marx en zijne vrienden bijeen, zonder dat iemand zich er om bekommerdeVollmar en Louise Michel spraken te Amsterdam, waar zij propaganda wilden maken, voor stoelen en banken. Nu er eenige straattumulten zijn geweest, meent men plotseling de sporen eener sociaal revolutionaire beweging in den Hollandschen werkmans stand waar te nemen en in de pers verschijnen be richten over het dreigend gevaar, die den aanvoerders der sociaal-democratie de beste hoop konden geven. Inderdaad zijn de straatrumoeren te Amsterdam zonder merkbare nawerking gebleven. De in de laagste standen voorhanden oppositiestof vindt ongehinderd een uitweg, zonder dat zij gevaarlijk wordt gecomprimeerdde pers komt in Holland in het geheel niet, of slechts bij civiele klachten met den rechter in aanraking; haar kritiek wordt door geene strafbepalingen ge bonden. Zoo is het ook gesteld met het recht van vereeniging en vergadering. Het valt geen autoriteit in, iets er tegen te doen, wanneer b.v. op eene ver gadering van werklieden de vraag wordt behandeld of voor Holland de republiek of de monarchie de beste staatsvorm is; en zoo bij het genot van zoo uitgebreide rechten, vaak het gevoel van zelfbeperking ontbreekt, dan vindt het misbruik toch zijn correctief in het algemeen rechtsgevoel en het gevaar van geheime complotten en aanslagen, die elders den staat niet tot rust laten komen, was tot nog toe in Holland zoo goed als onbekend. Des te meer verrassen onder deze omstandigheden onrustwekkende berichten, van welke een uit de Koln. Ztg. ook door de Nordd. Allg. Ztg. is overgenomen. In dit bericht werd op den achteruitgang van sommige takken van industrie in Holland gewezen en daarbij opgemerkt, dat «de ge beurtenissen, waarop men zich tegen den winter heeft voor te bereiden, niet zijn te berekenen." Het zal, hopen wij, zeer spoedig blijken, hoe overdreven die vrees is. Een systematische agitatie in socialistischen zin bestaat ook op het oogenblik nog niet in Holland. Dat ontevredenheid ten gevolge van het slechter worden van den materiëelen toestand in de lagere standen heerscht, moge waar zijn, doch wanneer de Hollandsche regeering er b.v. toe besloot het ontwerp eener libe raler kieswet in te dienen, dan zou het hoofddoel, waarom de openlijke strijd in de pers, in vereenigingen enz. wordt gevoerd, zijn bereikt. Ook dat de rijke zich van den militairen dienst kan vrijkoopen, geeft veel ergernis. Deze en dergelijke misbruiken kunnen en zullen onder den invloed der openbare meening langs wettigen weg worden verholpen, zonder dat daarom programma's behoeven te worden gesteld, die geen moderne staat, maar die alleen de revolutie kan ten uitvoer leggen. Met andere woordende beweging in Holland heeft een door en door Hollandsch, maar geen internationaal karakter en kan daarom niet dienen als maatstaf van het sociaal-democratisch gevaar, evenmin in het algemeen als voor Duitschland in het bijzonder." Gemengd Buitenlamlscli Nieuws. In de kapel van het George-kerkhof te Berlijn was jl. Woensdag eene vrouw in de gelegenheid hare eigene lijkrede te hooren. De overleden boekdrukker N. zou worden ter aarde besteld en aan een oud predi kant was de taak opgedragen om bij deze gelegenheid het word te voeren. Toen hij eenigen tijd gesproken had, s;»rong de weduwe van den overledene plotseling op en verliet de kapel met de woorden «Die woorden zijn niet voor mijn manDe dominé houdt eene rede voor eene vrouw!" De eerwaarde leeraar verontschul- dige zich, met het vertoonen van een briefje, waarop geschreven stond: «Frau N., 48 jaren oud, laat 8 kinderen na". De arme vrouw had nu niet alleen hare eigene lijkrede aangehoord, doch verkeerde tot op het laatste oogenblik in twijfel, of de kist wel het lijk van haren echtgenoot bevatte. De opening werd echter niet noodig geoordeeld, omdat de naam N. met krijt op het deksel was geschreven en de mogelijkheid eener vergissing was uitgesloten. De Nouveautés-Firma «Au Bon Marché" te Parijs, die onze lezeressen zeker bij naam kennen, zoo zij ze niet tot hare cliënten tellen, heeft een personeel van 3000 bedienden, waarvan een zeker gedeelte in het gebouw wordt gehuisvest en die allen dagelijks twee maal hun maaltijd bekomen. En zij worden er zeer goed gevoed, want het huis, dat zeer goed voor zijne bedienden zorgt, voor wie het een caisse de retraite met een kapitaal van 100,000 en eene caisse de prévoyance met een kapitaal van 900,000 frs. heeft ingesteld, wil dat niemand reden tot klagen hebbe. Het dagelijksche verbruik der voornaamste eetwaren bereikt kolossale cijfers: wijn 3000 liters (1 liter per hoofd), brood 1500 kilogram, vleesch 1200 kilogram. Het is een gebruik in den «Bon Marché" den dag, waarop de opening van het seizoen plaats heeft en waarop bijgevolg de verkoop drukker is, het personeel een extra menu te geven. En onlangs waren in dat menu, voor het déjeuner, poulets au cresson begrepen, Op dien dag waren 400 kippen noodig, om den goeden eetlust te voldoen van aldie jonge bedienden, die overigens goed hunne taak vervuld hadden, want het cijfer van den verkoop bij het einde van den dag bedroeg anderhalt millioenMen kan dus nagaan, wat een menigte koopers en koopsters, die deze som in détail Au Bon Marché uitgegeven hebben. Daarbij moeten nog gevoegd worden de menigte bezoekers, want het gebouw en de installaties van den Bon Marchc zijn een curiositeit, die elke vreemdeling, of hij koopt of niet komt bezoeken. De landraad van het Zwitsersche kanton Uri heeft op het koopen, verkoopen of uitvoeren van Alpen- bloemen een boete van tien tot honderd francs gesteld.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1885 | | pagina 3