Buitenland.
De heer A. J. M. Stoffels, civiel-ingenieur, laatstelijk
werkzaam bij den provincialen waterstaat in Limburg,
heeft met de firma van Hattum eène verbintenis
aangegaan en zal eerstdaags naar Panama vertrekken.
Onze landgenoot mr. Ph. A. Ilaas Azn., heeft
wegens de verdediging van Jeanne Lorette in het
buitenland, vooral in Frankrijk, veel lof ingeoogst.
De eerstvolgende internationale telegraaf-conferentie
zal gehouden worden te Parijs in het jaar 1890,
op welk tijdstip het juist 25 jaren geleden zal zijn,
dat het internationaal telegraaf-contract aldaar ge-
teekend werd.
Kunst, Wetenschap en Letteren.
Vrijdag is te Antwerpen eene hulde gebracht aan
Jan van Beers. Eene commissie wilde den dichter,
ter gelegenheid van zijne bekroning in den vijf-
jaarlijkschen prijskamp in Nederlandsche letterkunde,
en van zijne benoeming tot lid der Koninklijke Academie
van België, eene hulde brengen, en wendde zich om
deelneming tot Zuid- en Noord-Nederlandsche letter
kundigen. De heer Max Rooses. was voorzitter en
Arthur Cornette secretaris van het comité, dat gelukkig
slaagde. Het huldeblijk bestaat uit het marmeren
borstbeeld van den dichter, gebeiteld door den heer
Frans Joris, en zijn portret, geëtst door den heer
Pieter Verhaert, benevens een aantal eere-geschenken
van zijne vroegere en tegenwoordige leerlingen.
Ongelukken, Kampen, Misdaden, enz.
Te Rouaan hebben eenige sjouwerlieden Woensdag
wanordelijkheden veroorzaakt. Zij waren bezig met
het lossen van een schip, dat met vaten wijn geladen
was en wilden de kraan op een der vaten steken om
een proef van de lading te nemen. De kapitein en de
douane-beambten wilden dit beletten, doch zij werden
op stokslagen ontvangen. De kolonel-kommandant dei-
jagers, alsook de commissaris van politie, die ver
scheidene revolverschoten heeft moeten lossen om zich
tegen het gepeupel te verdedigen, is gewond. De op
roermakers werden ten slotte door de gendarmen
achteruitgedreven tot op de binnenplaats der kazerne,
waar twee bataljons linie-troepen hen met bajonet en
geweer afwachten. Tal van arrestatiën hadden toen
plaats.
Een net gekleed jongmensch vervoegde zich Donderdag
bij een Parijschen drukker en bestelde eenige honderden
brieven, waarbij het overlijden van mevrouw Oudot,
zijn moeder, naar hij zeide, bekend gemaakt werd.
Na den inhoud geschreven te hebben, sloeg hij
zich voor het hoofd alsof hem iets te binnen viel.
»Ik ben zoo bewogen door het overlijden mijner
moeder", riep hij uit, »dat ik het geld heb vergeten,
't welk ik nog aan begrafeniskosten schuldig ben.
Zoudt ge zoo goed willen zijn mij 95 francs voor te
schieten en zoo ja, geef mij dan een uwer bedienden
mede, dan zal ik dezen thuis het geld teruggeven."
De drukker, die vertrouwen stelde in het gunstig
voorkomen van den beweerden wees, leende het geld
en gaf een bediende mede. Toen beiden ongeveer een
kwart uur geloopen hadden, bleef het jongmensch
plotseling staan en verzocht den bediende even naar
de drukkerij terug te keeren om den naam van oom
Henri Oudot, welken hij vergeten had, alsnog in de
brieven te laten invullen. Hij zou hem hier wachten.
De bediende liet zich dit geen tweemalen zeggen en
snelde naar de drukkerij. Toen hij echter terugkeerde
op de plek, waar de bedroefde en vergeetachtige zoon
hem wachten zou, was er niemand te zien. De drukker
begreep te laat, dat hij door een behendigen oplichter
bestolen was. De zoogenaamde moeder van het jonge
mensch bleek bij onderzoek reeds tien jaren overleden
te zijn.
De nieuw benoemde Commissaris van politie te
's Hage ontving reeds een brief, waarbij hem door
den schrijver f 25 gevraagd werd met de bedreiging,
dat bij weigering, zijn boeltje in brand zou gaan. De
verzoeker zou het antwoord zelf komen vernemen en
meldde zich werkelijk aan, maar kreeg toen tot bescheid
dat hij wegens het schrijven van een brandbrief in
hechtenis genomen werd. De man bekende, dat hij
met het doel om onder dak te geraken, het schrijven
verzonden had.
Een rijke gierigaard ging eens blootsvoets, zonder
lantaarn over straat, 't Was pikduister, maar 't was
goedkoop. Terwijl hij uitrekende, hoeveel hij jaarlijks
kon besparen, als het eens mode was blootsvoets te
o-aan, stootte hij zich tegen een scherpen steen den
nagel van den grooten toon af. Hij hinkte naar huis,
vertelde zijne vrouw zijn ongeluk en voegde er bij
«Goddank! dat ik mijn schoen niet aan had, want
wat zou daar anders een gat ingekomen zijn."
De rechtbank te Burmen heeft iemand, die in een
spoorwegcoupé eenige dames, die mede in denzelfden
coupé gezeten waren, met onfatsoenlijke praatjes lastig
was gevallen, tot vier weken gevangenisstraf ver
oordeeld.
Een aanzienlijk en geacht ingezeten uit Finsterwolde
was te Wedde op de jacht, met een 17jarigen zoon
en een trouwen knecht. De vader schiet op een
patrijs, doch mist. De zoon legt hierop aan, doch op
hetzelfde oogenblik rijst vóór hem uit, doch zonder
dat hij 't ziet, de knecht uit een boschje omhoog en
bekomt het volle schot in het aangezicht.
De knecht is naar Groningen vervoerd, waar hij
in een hotel van den eersten rang onder geneeskundige
behandeling is gesteld, en door de familie van zijn
meester zelve zorgvuldig wordt verpleegd. Naar men
beweert, bevindt de lijder zich in bedenkelijken toestand
en zal hij zeker ten deele zijn gezicht moeten missen.
Vrijdagavond, aldus schrijft de Prov. Br. en Asser Ct.,
ongeveer 9 uur trok een troepje jongens van 13
tot 17 jaren door de stad, bij afwisseling volksliederen
en bekende straatdeuntjes zingende. Voorafgegaan door
twee jongens, met groene takken als banieren, om
den weg aan te geven en gevolgd door eenige mannen,
waaronder misschien een enkele kwaadwillige, groeide
het gevolg van het hoopje kwajongens meer en meer
aan, totdat het ten laatste iets van een volksoploopje
had. De massa nieuwsgierigen, vooral vrouwen, maakte
dat de jongens ten laatste meenden iets te moeten
doen. Zij meenden dat niet beter te kunnen doen
dan door het ingooien van glasruiten. In het
begin vlogen de steenen slechts door enkele ruiten,
zooals aan de Vaart en in de Rolderstraat. De politie
kon de daders niet ontdekken. In het van der Feltzpark
echter en de Beilerstraat, begon de baldadigheid eigenlijk
eerst tot volle uitwerking te komenbij verschillende
bewoners werden ruiten verbrijzeld. Hier evenwel
gelukte het den inspecteur van politie een jongen,
Jan de Roode, uit het werk- en weeshuis der herv.
gemeente, te betrappen op het ingooien of willen
ingooien van de ruiten eener straatlantaarn. De jongen
werd in verzekerde bewaring gebracht. Nu begrepen
de overige kwajongens, dat het ernst werd en dropen
af, waarna ook de nieuwsgierigen zich verwijderden.
Later werd een 19jarige jongen, die bij het opbrengen
van bovengenoemden jongen verzet tegen de politie
had gepleegd, eveneens in het arrestantenlokaal gebracht.
De burgemeester heeft eene waarschuwing afgekondigd,
en de wanordelijkheden hebben zich niet herhaald.
^witsei-lanci.
Van de besluiten van het congres over de bescherming
van het kopierecht van geschriften en kunst wordt
het volgende meegedeeld: De letterkundige of kunst
werken genieten in de landen, die tot de overeenkomst
zijn toegetreden, gelijke rechten. Het vertalingsrecht
is tien jaren voorbehouden; dagbladartikelen kunnen
vrij worden vertaald, tenzij de schrijver het uitdrukkelijk
heeft verboden, doch dit verbod wordt niet toegelaten
voor artikelen over politieke discussiën, voor nieuws
berichten en voor gemengde berichten. Te Bern zal
een internationaal bureau worden gevestigd, onder
opzicht van den Zwitserschen Bondsraad. Dit bureau
verzamelt alle gegevens over het kopierecht der
schrijvers; het bestudeert alle quaesties, die op zijn
terrein van belang zijn voor de staten, die de over
eenkomst hebben aangegaan en het zal in het Fransch
een tijdschrift uitgeven.
Engeland.
De onveiligheid in Ierland neemt weer toe en
«geboycot" worden is aan de orde van den dag. Het
stelsel is er zelfs uitstekend georganiseerd. Als een
staaltje diene het volgende voorval in 't graafschap
Limerick. Een weduwe, bij wie een dochter en verschei
den kleinkinderen inwonen, werd «geboycot", omdat
zij aan een man van de justitie een paard had geleend.
Zij kreeg geen formeele kennisgeving van het over
haar gevelde vonnis, maar vernam slechts bij gerucht,
dat zij zich het ongenoegen van de «Nationale Liga"
op den hals had gehaald. Al spoedig bleek dit uit het
weg blijven van al haar arbeiders, die absoluut wei
gerden op de door de «liga" gebrandmerkte hoeve
terug te keeren. Daar bleef het niet bij. De bakker
en de vleeschhouwer van het dorp weigerden haar te
bedienen. Zij zond naar Limerick en werd van daar
eenige dagen lang van leeftocht voorzienmaar toen
het feit, dat zij «geboycot" was, ook daar bekend
geraakte, weigerden ook de winkeliers in de stad, haar
het geringste te verkoopen. Zij begaf zich persoonlijk
naar een bekende bakkerij te Limerick, waarvan zij
al 25 jaar achtereen een beste klant was geweest en
die een depot had in haar dorp; de eigenaar vond
haar beklag zeer billijk en verzekerde haar, dat hij
zijn depothouder zou aanzeggen, haai- voortaan weer
brood te verkoopenmaar deze wilde er niets van
weten en verklaarde zijn patroon, dat hij nog liever
zijn depóthouder-schap zou neerleggen dan aan die
vrouw brood te verkoopen. Het gevolg was, dat de
arme weduwe nergens iets kon krijgen, en zij zou
zeker met haar kinderen van honger zijn omgekomen,
als de politie haai- niet wat toegestopt had. Zij schreef
toen aan haar broeder te Kilrnorock en smookte hem,
■de kindei en te komen afhalen. De buren waarschuwden
haar evenwel, dat, als haar broeder hieraan voldeed,
hij zelf ook zou «geboycot" worden. Eindelijk besloot
de weduwe, ten einde raad, een smeekschrift aan de
heeren van dit strenge recht te zenden. Dat hielp in
zoo ver, dat zij zich schriftelijk moest verbinden, nooit
weer aan de politie, noch aan eenige andere autoriteit een
dienst te bewijzen op die voorwaarde mocht zij weer
brood eten en de bakker in 't dorp verschafte het haar
op vertoon van de door haar onderteekende schriftelijke
verbintenis.
Duit s ohl and.
De hoop om den koning van Beieren uit zijne
geldverlegenheid te redden, is weder verdwenen. Het
ministerie had voor eenigen tijd vertrouwelijk bij eenige
invloedrijke afgevaardigden geïnformeerd of zij bereid
waren eene schikking op de volgende wijze goed te
keuren. De staat zou den koning de benoodigde som,
20 tot 30 millioen Mark, verstrekken en tegelijk de
burgerlijke lijst met die som verhoogen, welke noodig
is om de rente en amortisatie van de voorgeschoten
som te kunnen betalen. Deze som zou onder geen
enkele omstandigheid voor een ander doel gebruikt
mogen worden en ook de eventueele troonopvolger
zou zich moeten verbinden zich aan deze bepaling
stipt te houden. Dit zonderlinge voorstel werd ge
motiveerd door de bewering, dat de kroondomeinen,
die destijds in het bezit van den staat zijn overgegaan,
thans een veel grooter waarde bekomen hadden,
terwijl het geld goedkooper is geworden. De civile
lijst werd reeds in '1876 door de omzetting van den
florijn in L80 Mark met 5°/0 (van 2.350,598 florijnen
tot 4.231,044 Mark) verhoogd. Daar dit voorstel niet
de goedkeuring der afgevaardigden heeft kunnen weg
dragen, moet het ministerie van elk middel om den
koning in zijn financiëelen nood te gemoet te komen,
voor goed afgezien hebben.
De keizer is na de bijwoning der leger-manoeuvres
in Wurtenberg te Baden-Baden aangekomen. Hij ver
heugt zich thans in een goede gezondheid.
Een hooggeplaatst Oostersch diplomaat heeft zich
volgens het Berl. Tagbl. over de waarschijnlijke hou
ding van Turkije aldus uitgelaten. Van eene onder
drukking der Bulgaarsche beweging is geen sprake
meer; een gewapende tusschenkomst zou een oorlog
met Bulgarije zijn, waarvan voor Turkije geen heil is
te wachten. Er broeide sedert jaren eene revolutie in
Oost-Rumelië en Rusland heeft gedaan, wat het kon,
om haar te bevorderen, maar het is desniettemin
waar, dat zij zonder voorkennis van Rusland is uit
gebarsten. Rusland wilde zeker niet vorst Alexander
helpen en het ziet ongaarne, dat hij niet alleen bij
de Bulgaren is populair geworden, maar thans ook door
de Russische panslavistische partij wordt ondersteund.
Dit laatste brengt de Porte in eene moeielijke positie.
Zij moet duchten, dat zelfs, indien de mogendheden
den vroegeren toestand wilden herstellen, de moeielijk-
heden voor haar niet zouden verminderen. Daarbij komt,
dat vorst Alexander sedert het uitbreken der revolutie
de Ottomanische regeering overstelpt met betuigingen,
dat hij door overmacht wordt gedwongen te handelen,
zooals hij doet, en dat als hij had geweigerd, de
revolutie in veel verschrikkelijker vorm zou zijn uit
gebroken. Men slaat te Konstantinopel daaraan wel
niet veel geloof, maar men moet er toch in het oog
houden, dat de Russische intriges zoowel tegen de
Porte als tegen den persoon van den vorst zijn gericht
en deze zich derhalve tusschen twee vuren bevindt.
In die ingewikkelde omstandigheden zou Turkije het
best doen, door bemiddeling der mogendheden eene
vreedzame schikking met Bulgarije te zoeken. Dat in
verschillende richtingen Turksche troepen zijn gezonden,
is waar, maar naar de Rumelische grenzen zijn er
geen gezonden, want alleen het localiseeren der op
roerige beweging kan nog den vrede redden en de
grootste rampen op het Balkan-schiereiland voorkomen
Een particulier telegram van het Fremdenblatt
uit Rome deelt mede, dat de Paus zich bereid heeft
verklaart als bemiddelaar in de Carolinen-quaestie op
te treden. Het voorstel was uitgegaan van Yon Bis
marck; keizer en kroonprins keurden het goed, terwijl
de koning van Spanje en Canovas insgelijks hunne
toestemming verleenden. De zaak staat niet in verband
met de kerkelijke aangelegenheden van Pruisen.
De Köln. Zeitung meent dat de Paus slechts zal
uitgenoodigd worden om als bemiddelaar in de Carolinen-
quaestie op te treden, voor het geval dat de recht-
streeksche onderhandelingen, welke in vriendschappelijken
geest voortgezet worden, mochten falen. De Nat.-Zeitung