Buitenland. afge- jBonds- (jgt het peeling Irschil- nieren. paarby fiatsen. te 12 weg •lligden i lied las de [jeemt, het |i recht fan 7 kken. -i'lging de te pnigte Wei |n die heer dan met jsleide Bis te .ncien Ingen ingen fin gen lellen S Goes lid dleen bmpe dien eper kten eden edsel ctyic van vaar loed, ekte dus in ruim 23 jaar een vermeerdering van ruim G3,000 zielen of ruim GO pCt. Omtrent de zitting van liet gerechtshof te 's Hage, tot behandeling der zaak van Jeanne Lorette, teekenen wij nog aan, dat, nadat mr. Haas zijn pleidooi had geëindigd, het publiek in luid applaus uitbarstte. De president gebood stilte, met de opmerking, dat teekenen van goedkeuring verboden zijn, zelfs tegenover de grootste welsprekendheid. De beschuldigde, die daarna gevraagd werd of zij nog iets in 't midden had te brengen, zeide: «Mijnheer de president, ik onderwerp mij geheel aan uw uit spraak. Ik heb alleen door mijn brief den indruk willen wegnemen alsof ik »victime de l'amour" zou zijn. Ik wilde bij u en bij 't publiek de overtuiging vestigen, dat ik medelijden verdien en dat ik geen slechte vrouw ben, maar een ongelukkige en diep gevallen vrouw". De uitspraak is bepaald op Donderdag 24 Septembter, des middags te 3 uur. Het vervoer van Jeanne Lorette van en naar het gerechtshof heeft beide dagen plaats gehad niet per celwagen, maar per vigelante met twee paarden. In het rijtuig namen de gevangenbewaarster zoomede de brigadier-majoor en de brigadier, die in de zaal achter haar zaten, plaats. De gordijnen voor de portiervensters waren geheel gesloten. Eene groote menigte wachtte telkens het vertrek van besch. af. De maréchaussee, rijksveldwacht en politie handhaafden de orde op straat en gedeeltelijk in de corridors, onder behoorlijk toezicht van den deurwaarder, den heer van Ginkel, terwijl in de zaal de deurwaarders Pontier en Wolff afwisselend dienst deden. Ongelukken, Kaïnpen, Misdaden, enz. Te Laradorte, in het departement Aude, heeft een ernstig geval van vergiftiging plaats gehad. Het water van een beek aldaar is door onvoorzichtigheid vergiftigd door zwavelkoolstof. Men denkt, dat in de beek de werktuigen zijn schoongemaakt waarmede men in de wijngaarden het zwavelkoolstof heeft verspreid. Een twintigtal personen zijn vergiftigd. Drie zijn reeds bezweken, de overige verkeeren in een bedenkelijken toestand. Groot-Brittanje. Het vroeger aangekondigde verkiezingsmanifest van den heer Gladstone, dat tot de kiezers van Midlothian gericht is, is Vrijdag verschenen en bevat in de groote bladen niet minder dan vier kolommen druks. Gladstone doet een beroep op de kiezers om het vertrouwen, dat zij in '1880 in hem stelden, te her nieuwen, en noodigt hen uit om den arbeid van het laatste Parlement met dien van het vorige te vergelijken. Wanneer zij deze vergelijking zorgvuldig hebben gemaakt, meent hij, dat hij de uitspraak der kiezers met vertrouwen mag te gemoet zien. Hij wijst onder anderen op de Berlijnsche conferentie, op den invloed, dien lord Ripon's verzoenende houding op de bevolking van Britsch-Indië heeft gehad, op de regeling der Afghaansche quaestie. Gladstone geeft toe, dat de regeering in de Egyptische quaestie gedwaald heeft, doch dit was uitsluitend toe te schrijven aan lord Salisbury's politiek van interventie. In de tegenwoordige omstandigheden verklaart de heer Gladstone zich voor het terugtrekken van alle Engelsche troepen uit Egypte. De heer Gladstone zegt verder dat het Engelsche volk zijne goedkeuring heeft gehecht aan de weigering der regeering om de vrijheid in de Transvaal te onderdrukken. Zoodra Engeland zich heeft vrijgemaakt uit de Egyptische verwikkelingen, zal het zijne positie in Europa kunnen hernemen, en optreden als beschermer der jongere Oostersche natiën. Wat de binnenlandsche politiek betreft, verklaart zich de heer Gladstone voor eene hervorming zoowel van het Hooger- als van het Lagerhuis, voor wegneming der beperking bij den verkoop en de overdracht van landerijen, voor afschaffing der bevoorrechte positie van oudste zonenhij gelooft, dat de Kerk de moeielijk- heden, welke aan de afschaffing der staatskerk ver bonden zijn, gemakkelijk zal te boven komen; hij wenscht niets liever dan aan Ierland het volste recht te doen wedervaren, doch tevens de eenheid van het "Vereenigd Koninkrijk ongeschonden te handhaven. Spanj e. Het antwoord van Spanje op de Duitsclie nota, onlangs meegedeeld, is door de Epoca bekend gemaakt. Het is gedagteekend van 12 Augustus. De minister van buitenl. zaken Elduayen schrijft: »De gevolmach tigde minister en buitengewone gezant van Duitschland bij ons hof, graaf Solrns, heeft mij gister een nota meegedeeld, op last van zijn gouvernement, in welke hij mij zegt, dat Z. M. de keizer van Duitschland machtiging heeft gegeven, dat de Palaos-eilanden, als mede de Carolinen-eilanden waai' Duitsche onderdanen J sedert lang faktorijen opgericht en gronden aangekocht J hebben krachtens verkoopovereenkomsten met de inlan- ders zouden geplaatst worden, volgens den wensch door gezegde Duitsche onderdanen uitgedrukt, onder j het protectoraat van Duitschland, onder goed gewaar- borgde rechten van derden, welke het keizerlijk gouver- I nement zich verbindt te onderzoeken en te eerbiedigen, j zooals het gedaan heeft in gelijksoortige verwervingen van landen, die geenen souverein hadden. De vertegen- j woordiger van Duitschland zeide mij ook in zijne nota, dat de schepen der keizerlijke marine bevel ontvangen hadden de Duitsche vlag op die eilanden te hijschen, ten teeken van inbezitneming." Het gouvernement verklaart hiertegen, zooals het reeds deed den G dezer maand aan graaf de Solms, op de plechtigste manier dat die onverwachte tijding, te Madrid ontvangen, op den koning een diepen indruk heeft gemaakt; dat de Carolinen- en Palaos-eilanden sedert lang aan Spanje behooren en dat deze souvereiniteit in niets verzwakt werd door de onderhandelingen, die reeds daarover gevoerd werden door Engeland en Duitschlandwel integendeel. «In deze eilanden", zegt het stuk, «heeft het gouvernement van den koning vele daden van souvereiniteit uitgeoefend, en dit vóór dat het Duitsch protectoraat werd geproklameerd hetgeen wel ge weten is door het keizerlijk gouvernement, zooals men ook moet afleiden uit de taal van zijnen vertegen' woordiger, in den loop van het vertrouwelijk gesprek, den 9 Augustus gevoerd. In dit gesprek zinspeelde hij op het laatste officieel bezoek, afgelegd op gezegde eilanden door den Spaanschen kruiser »Velasco", vermeld door de dagbladpers van Manilla, en gedurende welk bezoek de scheepsbevelhebber plechtige acten heeft ver richt in naam van Z. M. Alfonso XII, die uitsluitend als souverein door de overheden des lands erkend is Ten gevolge van dit officiëel bezoek, is er besloten tot de belangrijke expeditie van twee schepen (van uit de Phillippijnsche eilanden), die de burgerlijke en militaire overheden, de missionnarissen en al het noodige mate rieel moesten overbrengen, om de uitoefening van onze souvereiniteit te voltooien." Dientengevolge houdt Spanje het voor onmogelijk, gemelde eilanden te beschouwen als hebbende geen erkenden souverein. Nog andere punten zouden aangehaald kunnen worden doch Spanje rekent deze voldoende en drukt de hoop uit, dat er geen gevolg zal gegeven worden aan eene daad, die inbreuk maakt op de rechten en wettige belangen van Spanje. Italië. Men schrijft uit Napels 15 Sept.: De angst voor de cholera is hier nog altijd zeer groot en uitte zich Vrijdag in erge buitensporigheden. Eenige duizenden werklieden en visschers trokken naar het stadhuis, waar zij onder razen en tieren van den burgemeester verlangden te weten, wat hij voornemens was te doen tegen het dreigend choleragevaar. Toen de menigte geen voldoend antwoord kreeg, maakte zij zich gereed het stadhuis in brand te steken. Dit werd door de politie belet, maar een uur later verscheen eene ver ordening, waarbij eene quarantaine van zeven dagen voor al wat van Sicilië komt, werd voorgeschreven. Hierdoor zijn te Napels de gemoederen tot kalmte gebracht, maar de meeste bladen wijzen er op, dat zulke maatregelen weinig baten. F r a n k r ij k. De Alliance républicaine des comités radicaux et progressistes de Ia Seine, waarvan de senator Tolain president is, heeft zijn programma uitgegeven. Het is in opportunistischen geest gesteld. Het vraagt o. a: scheiding van kerk en staat, maar zich voorloopig be perkend tot teruggave der goederen in de doode hand aan den staat, dienstplichtigheid der seminaristen, wereldlijkverklaring van alle openbare diensten. Alge- meene dienstplicht, afschaffing van het eenjarig vrij- willigerschap, driejarige dienst, een koloniaal leger, schoolbataillons en i'eorganisatie der militaire scholen. Geen afschaffing van den senaat, maar hervorming van zijne kieswet van 1884, in den zin van eene evenredige vertegenwoordiging. Behoud en organisatie dei' koloniën. Hervorming van de verdeeling' der belas tingen, van het kadaster, het voorbereiden eener proportionneele (niet progressieve) inkomsten-belasting en vermindering van de kosten van inning. Hervorming van het wetboek van rechtsvordering (geen gekozen rechters), vermindering der gerechtskosten, bevoegdheid der jury voor eenige correctioneele delicten, uitbreiding van de rechtsbevoegdheid dei- kantonrechters. Een algemeene raad der Seine, onafhankelijk van den ge meenteraad van Parijsuitbreiding der gemeentelijke vrijheden, voor zoover vereenigbaar met de eenheid der republiek. Een aantal hervormingen in de wetge ving op handel, industrie en onderwijsmeer beurzen voor het middelbaar en hooger onderwijs. Vrijheid van associatieaanmoediging van vakvereenigingen tot het deelnemen aan staats-aanbestedingen, pensioenfonds, verzekering der werklieden tegen ongelukken, wetten op ongezonde woningen, hervorming der wetten op publieke hygiëne en armverzorging en op de banken van leening Gemengd Buitenlandsck Nieuws. Men schrijft uit DelftshavenNog van weinig bekendheid is liet, dan in het jaar 1806, door een ingezetene der stad «Chicago" (Staat Illinos) aan de kerkvoogden der Herv. Kerk te Delftshaven, de wensch werd overgebracht, om voor een te Chicago nieuw te stichten kerkgebouw eene gedenksteen te erlangen. Deze gedenksteen moest afkomstig zijn van de plaats (het zoogenaamde oude hoofd aldaar), waarin het jaar 1G20 de Pelgrim vaders, welke de grondvesters waren der Vereenigde Staten, naar de nieuwe wereld onder zeil zijn gegaan. Nadat aan dit verlangen was voldaan, ontving bovengemelde kerkvoogdij, in Maart 1867, een afschrift, op perkament, van de opdracht der gedenksteen aan genoemd kerkgebouw, welk afschrift was voorzien van het zegel der autoriteit, daarbij ontving zij nog eene fraai geëncadreerde plaat, in kleurendruk, voorstellende de eerste prediking voor de Pelgrim vaders, in eene opgeslagen hut, ter plaatse alwaar zij in Amerika voet aan wal hebben gezet, benevens een steen welke aan den binnenkant dei- muur van de Herv. Kerk te Delftshaven, gemetseld is, en welke steen, behalve de inscriptie, geplaatst op dien welke naar Chicago werd gezonden, nog bevat de in het Latijn geschreven woorden: »Één Heer," Chicago, feb. 7. 1867." Nog jaarlijks en vooral dit jaar komen vele vreemdelingen uit Chicago afkomstig, de hiervoren omschreven plaat, welke in de consistorie kamer der Herv. kerk bewaard wordt, en den op noemden steen bezichtigen. Sedert 11 dezer houdt het gerechtshof te Belgrado zich bezig met de zaak van eene rooversbende, welke beschuldigd wordt van 47 moorden en 67 diefstallen. Het opperhoofd der bende heeft alleen 14 moorden voor zijne rekening. Om den Congo-staat te bevolken is er, volgens een Brusselsch blad, in het ministerie van justitie ernstig sprake van om aan de kolonisten der bedelaarsgestichten van Hoogstraten de middelen te verschaffen om zich naar den Congo te begeven en zich daar eene positie te verwerven. Ten dien einde zouden zij gekleed en gevoed en hunne reis betaald worden, terwijl hun bovendien een premie toegestaan zou worden. Eindelijk zouden zij in den nieuwen staat een stuk land in bezit krijgen. Of er van verstokte bedelaars en leeg- loopers, die geschikt voor een bedelaarsgesticht ge oordeeld zijn, voor den Congo-staat veel heil te verwachten valt, is te betwijfelen. Donderdag heeft de lieer Gazelles, prefect van het departement »Bouches-du-Rhóne, in het Pharo-hospitaal te Marseille op plechtige wijze het ridderkruis van het legioen van eer op de borst gehecht van zuster Cyprien, die gedurende 40 jaren met bewonderens waardige toewijding hare zorg aan de zieken in dat hospitaal heeft besteed. Rudolf Hertzog, een zeer bekend winkelier te Berlijn, geeft jaarlijks voor een bedrag van omstreeks een kwart millioen gulden aan advertentiën uit. «Toen ik niet annonceerde", zeide hij onlangs, «verkocht ik zoo weinig, dat ik mijn zaak bijna wel kon sluiten. Toen begon ik dan ook te adverteeren. Ik besteedde er in het eerste jaar duizend mark aan en mijn omzet steeg tot dertig duizend mark; in liet derde jaar besteedde ik tienduizend mark en ik ver kocht voor honderdduizend mark. Tegenwoordig besteed ik honderdduizenden aan het adverteeren en mijne winsten stijgen steeds. Alles wat ik bezit, mijn wereld- beroemden naam en mijne schitterende zaken heb ik niet enkel aan mijne solide wijze van handelen, maai' voor negen en negentig honderdste gedeelte, aan de macht der advertentiën in de dagbladen te danken. Ik ben tot de overtuiging gekomen, dat in onze dagen geen zaak, zonder behulp van annonces, bloeien kan of winstgevend kan worden. In de zitting van de académie des sciences te Parijs, dd, 3'1 Aug. jl., heeft dr. Marey, aan wien was opge dragen eene reeks vragen te richten aan de genees kundigen in de plaatsen, waar verleden jaar de cholera heeft geheerschtj zijn rapport uitgebracht. Daarin doet hij uitkomen o. a., dat de ziekte zonder uitzon dering is ingevoerd door vluchtelingen uit besmette plaatsendat, waar de invoer niet duidelijk blijkt, het uitbreken van de epidemie altijd is voorafgegaan door het heerschen van de ziekte in eene plaats, die hooger op aan een gemeenschappelijke]! waterloop is gelegendat het overbrengen van de ziekte onmiddellijk van mensch op mensch gelijk nul geacht moet worden. Als verscheiden leden van 't zelfde gezin worden aan getast, hebben zij de ziekte bekomen op dezelfde manier, d. i. door het feit van het gemeenschappelijk samenwonen, en niet door eigenlijke besmetting, en dat liet doorstaan van de ziekte niet beschermt tegen recidive.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1885 | | pagina 3