Buitenland. bij een knecht, die de koeien molk, hetzelfde ver schijnsel zich vertoonde en hij over de geheele hand een jeukenden huiduitslag kreeg. De veearts consta teerde toen een geval van spontane pokken (variola vaccina) bij beide koeien. De knecht had nu zich zeiven gevaccineerd op den rug van zijn hand, met het gevolg, dat de huid daar als bezaaid was met koepokken. Verschillende lichaamsdeelen, waar de man zich met de hand had gewreven, als hals, knie enz,, waren eveneens dicht bezet met variola. Het Dagblad verzekert, dat verscheidene firma's te Rotterdam haren werklieden hebben medegedeeld, dat zij die aan de manifestatie voor het algemeen stem recht deel nemen, geacht zullen worden uit haar dienst te zijn ontslagen. Naar de N. Rott. Ct. verneemt, is mr. A. J. H. van Baar, lid van de Tweede Kamer, opnieuw ernstig ziek en verkeert hij zelfs in bedenkelijken toestand. Volgens de N. Gr. Ct. zou de Min. van Financiën een herziening der personeele belasting ontwerpen op de volgende grondslagen. Verdwijnen zou de remissie, die, hetzij voor twee derde, hetzij voor een derde van den aanslag, den belastingschuldigen wordt toegekend, naar gelang van de geschatte huurwaarde, en een bepaald minimumcijfer voor dien grondslag, naar gelang van het zielental, zou worden aangenomen. Vervolgens zouden de tweede en derde grondslagen vervallen, namelijk de belasting op deuren en vensters en die op haardsteden en een equivalent worden gevonden in een verhooging van het procentental tegenwoordig vijf waarmede de geschatte huurwaarde wordt belast. Het vervallen van genoemde grondslagen zou zoo voegt de berichtgever hieraan toe billijk zijn tegen over de mingegoeden en den middenstand, die tegen woordig van de genoemde objecten evenveel betalen als de gefortuneerden. Aan J. G. II. Wolters, laatstelijk bankier te Venlo, bij arrest van het gerechtshof van 7 Februari 1884 wegens bedriegelijke bankbreuk enz. veroordeeld tot zes jaren tuchthuisstraf, boeten en subsidair gevangenis straffen, is volledige gratie verleend, tengevolge waarvan hij den '11 dezer uit het tuchthuis te Leeuwarden werd ontslagen. Men meldt ons nog, dat hij zich met den trein tot Blerick heeft laten brengen, daar afgestapt is en per rijtuig naar zijne woning in de Vleeschstraat te Venlo is gegaan. Een aantal leden van het Nederlandsch Werklieden verbond heeft zich in een kalm gesteld adres tot de Tweede Kamer gewend met verzoek, om thans in de komende zitting stellig de grondwetsherziening onder handen te nemen en daarbij aan het volk zijne rechten toe te kennen. Adressanten koesteren de verwachting, dat wanneer aan alle burgers het recht wordt gegeven om te kiezen, er mannen aan het roer zullen komen, die niet enkel den naam zullen dragen van Volks vertegenwoordiger, maar ook met de daad zullen toonen, dat zij de belangen van het volk weten te behartigen. De kleedermakers-vereeniging »De Ster" in den Haag heeft haar vakgenooten, per circulaire, uitgenoo- digd, adhaesie te betuigen aan het plan om tot de Regeering een adres te richten, waarbij om eene flinke verhooging van het invoerrecht op gemaakte kleeding- stukken zou verzocht worden. Uit De Indische Mercuur zien wij, dat een aantal firma's te Manchester zich tot den president van de Kamer van Koophandel aldaar hebben gewend, met verzoek om steun der Kamer, ten einde verbetering te krijgen in de verzending van postpakketten naar Nederl.-Indië. Voor Java en andere Nederl. koloniën worden nl. geen pakketten aangenomen, die meer dan 8 ons wegen en 8 X 4 X 2 duim groot zijn. Daarentegen kunnen naar Britsch-Indië pakketten tot 5 pond worden verzonden, die 24 X 12 X 12 duim afmeting hebben. Daar het de vraag is, of de reden van dit verschil bij de Engelsche, dan wel bij de Nederl. Regeering is te vinden, raadt de inzender van deze mededeeling de Nederlandsche firma's, die er belang bij hebben, aan, ook harerzijds zich tot de Nederl. Regeering te wenden, hetzij rechstreeks, hetzij door tusschenkomst der Kamers van Koophandel. Door den heer J. Cahen te 's Gravenhage is een in bronskleurig metaal gegoten gedenkplaat in den handel gebracht, gewijd aan de nagedachtenis van Sir Moses Montefiore Bart. Het portret van den 'lOOjarigen philantroop vormt het midden van dezen plaat, die overigens van toepasselijke data en inscriptiën voor zien, ook het familiewapen van den overledene en een gezicht op Ramsgate vertoont. De vorm van 't geheel is die van een mausoleumde uitvoering is zeer ver dienstelijk. Eene curiositeit op het gebied der Duitsche biblio- graphie is stellig het volgende: In de Deutsche Vier- teljahrsschrift für öffeniliche Gesundheitspftege XVII, Heft 3 (1885), pag. 546, komt voor op de lijst van de nieuw verschenen geschriften op het gebied der infectie-ziekten en der desinfectie: »Cort van der Linden, P. W. A., de Oorzaken der malaise, Groningen, Wolters, '1885." Blijkbaar was de samensteller van de lijst van oordeel, dat het woord malaria in het Nederlandsch beteekent malaise. Dit herinnert de N. Rott. Ct. aan den classieken Duitschen medischen catalogus, waarin onder de ver loskundige tangen wordt genoemd de Gewijde beurt zangen van een Zeeuwschen dominé, en in de literatuur van de beklemde breuken wordt vermeld het werk van mr. Feith te Groningen, over het beklemrecht. Naar aanleiding van het ingediend adres der ma chinisten le klasse van de Kon. Ned. Marine aan den minister, met verzoek om lotsverbetering, schrijft een inzender in de Brielsclie Ct. het volgende, dat voor het alleszins billijke van dat verzoek pleiten kan In geen dertig jaren is iets in de positie der machinisten verbeferd; thans vragen zij allereerst een hoogeren rang. Zij zijn adjudant, maar zij wenschen een dergelijken graad te hebben als de fortificatie opzichter bij de landmacht heeft. Die staat boven een adjudant en onder een tweeden luitenant. Wanneer men bedenkt, dat onder de adressanten mannen zijn, vergrijsd in 's lands dienst, gezonden naar alle hemel streken om 's Rijks belangen te dienen, dan heeft men dit alleen maar in aanmerking te nemen, orn hun gelijkstelling te gunnen met die opzichters der Genie, welke misschien veel verdiensten hebben, maar hunne minder moeitevolle taak onder gemakkelijker omstandigheden kunnen vervullen. Maar we rnogen de meerdere verantwoordelijkheid van den machinist niet over het hoofd zien; wanneer men bedenkt, hoe velerlei de toepassing van stoom op Z. M. oorlogs vaartuigen is geworden, dan kan men zich ook wel voorstellen, hoe de werkzaamheden, maar vooral de verantwoordelijkheid dezer mannen is vermeerderd. Is er dan zooveel tegen om hen, zoolang zij geen officier zijn, dien graad te verleenen? Mij dunkt het tegendeel, juist omdat ze voor den officiersrang wenschen bestemd te worden. Ook dit vragen zij bescheidenlijk. Zij wenschen allen officier te worden. Allen vragen ze ook voor hunne vrouwen en kinderen bescheiden vooruit zichten op een tamelijk pensioen, op eene eenigszins onderscheiden positie in de groote maatschappij. Waarom, zoo vragen wij, zij wijzen er slechts op waarom gunt het land den officier voor elk jaar, in de tropen doorgebracht, f 75 opslag bij zijn pensioen en den machinist slechts 15? Wij vragen niet: geef hun ook f 75. Wij vragen maak een betere verhouding in dien pensioensopslag. Geef den officier f 75; maar geef den machinist dan b.v. 60; den schipper f 50 en zoo graadsgewijze minder. Hiervan spreken de adressanten niet; maar wij tasten naar we meenen niet verre mis, als we beweren, dat zij met eene dergelijke regeling tevreden zouden zijn. En als er beweerd wordt: niet alle machinisten zijn geschikt om den officiersrang te bekleeden, dan ant woorden wijtoegegevenmaar laat die in den graad, waarin zij behooren en sluit voor hen de poorten van het vaste corps. Doch eenmaal daar binnengelaten, gun hun dan de reize moedig voort te zetten naar 's Konings épaulet. Men schrijft: Bij de in Spanje heerschende cholera bestaat het voorschrift, dat de van Spaansche havens afkomstige schepen, bij binnenloopen in IJmuiden, door den te Velzen resideerenden geneesheer moeten onderzocht worden. Die maatregel, hoe prachtig ook, is echter onder meerdere opzichten een halve. Want die schepen doen de reis ongeveer in 5 dagen, terwijl de weten schap leert, dat cholera-ziekte ook voor het oog van een bekwaam dokter zich wel 10 dagen kan verborgen houden. Bespeurt de geneesheer echter dien 5en of 6en dag niets, dan mag het schip binnenkomen. Derhalve met gevaar dat de ziekte zich na eenige dagen toch vertoont, met haar verschrikkelijke gevolgen. Maar het kan ook zijn, dat de ziekte aan boord van het schip geconstateerd wordt. Wat dan? Dan weet de geneesheer niet, waaraan zich te houden hij weet niet waarheen hij het schip zenden moet de instructies zijn zoo onvolkomen, dat de geneesheer dan eerst nog aan den minister om nadere inlichtingen zal moeten telegrafeeren, en intusschen zal het schip, met gevaar voor het dorp, bedaard mogen blijven afwachten. Wat de minister zal antwoorden? Het is te vreezen, dat, als hij nu nog geen voldoende instructie heeft gegeven, ook bij zulk een onverhoopte tijding een degelijk en afdoend antwoord zich eenigen tijd zal laten wachten. Zou het niet wenschelijk, gebiedend noodzakelijk zijn, dat men in onverhoopte omstandigheden terstond wist wat gedaan, waarheen (vroeger was Wieringen de aangewezen plaats) een besmet schip gezonden moet worden? Spanje. Ofschoon de officieuse mededeelingen, die wij hier ontvangen, zeer gunstig luiden, moet volgens een correspondent van de Indépendance Beige te Madrid de toestand in Spanje nog zeer gespannen zijn. Deze correspondent heeft aan genoemd blad een telegram, dat gedateerd is uit Madrid van Donderdag, eerst Vrijdagmiddag om 4 uur uit Bayonne kunnen doen verzenden. Nooit aldus seint genoemde correspondent sedert den tijd van Narvaez is de censuur zoo streng jegens de pers geweest, als thans. De buitenlandsche bladen worden op dezelfde wijze behandeld als de Spaansche. Men vernietigt alle telegrammen, behalve die der officieuse agentschappen, die naar de provincie en het buitenland slechts valsche berichten zenden of de juiste berichten tegenspreken. Men houdt zelfs de telegrammen tusschen Madrid en de provincie terug. Het kabinet weigert den inhoud der dépêches mede te deelen, die van de Philippijnsclie eilanden over de quaestie der Carolina-eilanden aankomen, en tracht tijd te winnen om de agitatie tot kalmte te brengen door te wijzen op de welwillendheid van Duitschland en op de verwachting, voldoening te zullen verkrijgen, daar Duitschland geen belang er bij heeft de moeielijk- heden, waarin de Spaansche monarchie gewikkeld is, te vermeerderen. Intusschen wordt door de autoriteiten de beweging in de provinciën ernstig tegengegaan en maatregelen worden genomen om de toeneming der verbittering in de kazernen en arsenalen te beletten. Dezer dagen hebben de autoriteiten ernstige verschijnselen van ontevredenheid in het leger en bij de marine opgemerkt. Vooral bij de marine moet groote verbittering heerschen. De bijzonderheden omtrent Yap zijn bekend geworden, ondanks de bevelen der regeering. Men is op deze wijze te weten gekomen, dat de bevelhebber van het eiland getracht heeft op krachtige wijze tegenstand te bieden, welke poging door de bevelhebbers der Spaansche oorlogsschepen zelf is verijdeld. Ook is men ontevreden dat de Duitsche kanonneerboot vóór Manilla, ondanks het gebeurde op het eiland Yap, goed is ontvangen. De algemeene opinie is dat Duitschland der Spaansche monarchie groot onrecht heeft aangedaan. Tot zoover het telegram aan de Indépendance. Wat hiervan waar is, zal eerst later kunnen blijken. Het officieuse telegram, dat op hetzelfde tijdstip uit Madrid is verzonden, zegt, dat er volmaakte rust heerschte en dat de opgewondenheid aanmerkelijk begint te bedaren. Zes nieuwe vervolgingen tegen dagbladen zijn ingesteld, waardoor het aantal processen, sedert het begin van het conflict met Duitschland, op 46 is gebracht. Men vertelt, dat de commandant van het eskader voor Manilla de volgende bijzonderheden omtrent de gebeurtenissen op Yap zou hebben geseindToen de gouverneur der Carolinen, senor Babriles, de Duitsche vlag geheschen zag, zocht hij den Duitschen bevelhebber op, die zich nog aan land bevond, beschuldigde hem van zeerooverij en van schending der wetten, die voor alle natiën, welke in vrede met elkaar leven, gelden. Hierop antwoordde de heer Von Hermann, de Duitsche officier, dat hij slechts de orders van zijn gouvernement uitvoerde. De woordenwisseling werd zeer warm en men geraakte zelfs handgemeen, waarop de Duitsche gezagvoerder zich op zijn schip terugtrok. De gouverneur begaf zich daarop aan boord van de »San Quentin" en verzocht den Spaanschen commandant, het Duitsche schip de volle laag te geven. Dit weigerde deze, zeggende van den gouv.-generaal der Philippijnen streng bevel ontvangen te hebben om een conflict te vermijden. Senor Babriles antwoordde, alle ver antwoordelijkheid op zich te nemen. Toen kapitein Espana (van de »San Quentin") ten tweeden male weigerde, sommeerden de gouverneur de overige officieren en de equipage, om het vuur te openen. Hierop trok de kapitein zijn revolver en dreigde ieder neer te schieten, die dat bevel gehoorzamen of herhalen mocht. Doch Senor Babriles versaagde daardoor niet en sommeerde de manschap opnieuw te vuren, waarop kapitein Espana op hem schoot en hem in den schouder verwondde. De gekwetste werd naar beneden gebracht en als gevangen naar Manilla medegevoerd, waar hij zich te verantwoorden zal hebben. Zooals men weet, heeft de Spaansche regeering formeel verklaard, dat er op het eiland Yap geen woordenwisseling noch strijd tusschen de Spaansche en Duitsche autoriteiten heeft plaats gehad. Ou.it schland.. De geheele kiezerlijke familie bevindt zich thans te Karlsruhe tot bijwoning der leger-manoeuvres. De keizer is, in een rijtuig gezeten, bijna voortdurend bij de manoeuvzes tegenwoordigook de keizerin bracht met de groothertogin van Baden een bezoek aan de legerplaats.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1885 | | pagina 2