BIJVOEGSEL
van Saterdag 5 September 1885.
BIJ DE
VERGADERIXG VAX REX GEMEEXTERAAD
ZIERÏKZEE,
llllllllfSW SIIIIIT
TE
gehouden den 31 Augustus 1SS3.
Voorzitter Mr. J. P. N. Ermerins, Burgemeester.
Afwezig zijn de heeren Moolonburgh, de Crane en van
Kinschot, allen buiten de gemeente, de eerste twee met
kennisgeving.
De notulen van het verhandelde in de voorgaande twee
vergaderingen worden voorgelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mededat is ingekomen een brief
van de Gedep. Staten, waarin zij te kennen geven, dat
liet besluit van den Raad tot toelating van de op 2'1 Julij 1.1.
gekozen Raadsleden, wat den heer Goemans betreft, niet
volledig is, daar alleen vermeld wordt, dat hij gemeente
geneesheer is en niet blijkt of hij als zoodanig uitsluitend
met de armen-praktijk, dan wel ook met doodschouw en
kostelooze vaccinatie is belast.
Zij verzoeken daarom hun te berigten, welke cle function
van den heer Goemans als gemeente-geneesheer zijn en
voorts volgens art. 35 der gemeentewet aan den Raad
kennis te geven, dat zij, na het ambtsberigt van Burgem.
en Weth. te hebben ontvangenambtshalve uitspraak
zullen doen.
Burgem. en "VVeth. hebben hierop geantwoorddat do
heer Goemans krachtens zijne aanstelling door den Raad
als gemeente-geneesheer, uitsluitend mot de armen-praktijk
en niet met eenige andere function is belast en in die
betrekking eene jaarwedde geniet van 400 en dat hij
na door den Raad tot gemeente-geneesheer te zijn aan
gesteld, op verzoek van Burgem. en Weth. een gedeelte
der kostelooze inenting en her-inenting op zich genomen
heeft, waarvoor hij bij abonnement eene som van 50
in het jaar ontvangt.
Daarop is van de Gedep. Staten berigt ontvangen, dat
zij, na overweging van de gegeven inlichtingen, geene
termen hebben gevonden om verder ambtshalve tusschen-
beide te komen.
"Wordt besloten, deze stukken en mededeelingen voor
1 kennisgeving aan te nemen.
De ingekomen rekeningen over 1884 van de Dienstdoende
Schutterij en van het Burger-Weeshuis, worden tot onder
zoek en verslag gesteld in handen van de H.Ii. van Manen,
de Jonge en de Looze.
j, Een schrijven van den heer P. van der Have, waarin
hij dank zegt voor zijne benoeming tot hoofd van school B
en mededeelt, dat hij den 1 October a.s. die betrekking
hoopt te aanvaarden, wordt voor kennisgeving aangenomen.
Op voorstel van Burgem. en Weth. wordt overeenkomstig
het advies der Plaatselijke Schoolcommissie, aan Mevrouw
A. J. Hesta geb. van der Beek, in beschikking op het door
haar ingediend verzoekschriftom gezondheidsredenendie
haar voor de waarneming der betrekking ongeschikt maken,
eervol ontslag verleend als hoofd der Meisjesschool, in overleg
met adressante in te gaan den 1 Januarij '1886 of op
zoodanig ander tijdstip als haar te benoemen opvolgster
hare betrekking zal kunnen aanvaarden.
Namens Burgem. en Weth. biedt de Voorzitter den Raad
aan, de Begrooting wegens de Inkomsten en Uitgaven der
gemeente met Memorie van Toelichting, benevens de
Begrootingen van het Burgerlijk Armbestuur en van de
D.D. Schutterij, allen over 1886.
Deze stukken worden tot onderzoek en verslag gesteld
in handen eener Commissie, tot leden waarvan de Raad
benoemt, de heeren Goemans, S. J. Ochtman en de Crane.
Zullende de gemeentebegrooting overeenkomstig de wet
ter inzage gelegd en algemeen verkrijgbaar gesteld worden.
Door den heer Schneiders wordt namens de Commissie,
belast met het onderzoek der gemeenterekening over 1884,
van dat onderzoek verslag uitgebragt.
De Commissie zegt, de verschillende stukken en staten
naauwkeurig te hebben nagezien en tot de volgende beoor
deeling te zijn gekomen.
De ontvangsten hebben een totaal cijfer in minder bedragen
dan is geraamd van 6183,27. Terwijl toch op sommige
posten in het geheel boven de raming is ontvangen 1572,213,
bedraagt het totaal verlies op andere gezamenlijk f 7755,485.
Dat verlies is grootendeels ontstaan door mindere afleve
ring van zelkaschwaarvan de opbrengst is geraamd op
ƒ12,000 en deze slechts was 5637,40, dus minder /'6362,60;
voorts hebben de tiendenpachten en schoolgelden minder
dan de raming opgebragt en zijn ook nog enkele andere
wisselvallige inkomsten daar beneden gebleven.
Uit eene kantteekening bij H. II, Art. 4, No. '17 der
Ontvangsten gemaakt, blijkt, dat twee pachters van visscherij
op den vooroever van Flaauwers weigeren hunne pacht
ad 1,50 voor elk te betalen, omdat het Bestuur van de
Visscherij op de Zeeuwsche stroomen hun dat heeft ontraden.
Indien die bewering waarheid behelst, ware het niet on
doelmatig bijaldien Burgem. en Weth. onderzochten met
welk regt genoemd bestuur meent zich op die wijze te
kunnen of te moeten bemoeijon met de door de gemeente
Zierikzee gemaakte overeenkomsten.
Uit den staat van oninbare posten van den hoofdelijken
omslagvastgesteld door don Raad tot een bedrag van
302,32, blijkt, dat als onvermogend moeten worden aan
gemerkt, verscheidene personen die meer dan ƒ300 inkomen
hebben of overhouden. Indien die personen werkelijk on
vermogend zijn of geene wettelijke middelen kunnen worden
aangewend om van hen betaling te verkrijgenschijnt eene
wijziging der verordeningen betrekkelijk den hoofdelijken
omslag overweging te verdienen.
Overigens hebben de verschillende posten van ontvangst
evenmin als die van uitgaaf aanleiding gegeven tot opmer
kingen alleen wat de laatste aangaatmeent de Commissie
dat aan het mandaat No. 274, wegens terug-gaaf van voor
schotten ad 0,70, de nota ontbreekt.
De Commissie adviseert mitsdien tot voorloopige vast
stelling der rekening, in ontvang op 120435,42
uitgaaf 1-17107,05
met een goed slot van 3327,77
De Voorzitter deelt mededat bet aan Bug-em. en Weth.
niet bekend is waarom liet Bestuur der Visscherij de pachters
der Visscherijen te Flaauwers heeft aangeraden de pacht
niet te betalenen dat zijals de pachters die betaling-
mogten blijven weigerennader bij den Raad in bespreking
zullen brengen welke middelen zullen worden aangewend
om ben tot betaling te dwingen.
Verder zegt hijdat thans eene nota is gevoegd bij bet
mandaat No. 274doch dat dit eigenlijk volgens de voor
schriften omtrent de inrigting der gemeente-rekening-, niet
behoefde.
Met algemeene stemmen wordt de rekening overeenkomstig
liet advies der Commissie op de aangegeven cijfers voor-
loopig vastgesteld.
De beide Wethouders hebben aan dit besluit niet mede
gewerkt.
De Voorzitter geeft te kennendat de Districts-School-
opziener aan Burgem. en Weth. bij schrijven van den 12
Julij 1.1. heeft medegedeeld: dat hij eene verandering der
tegenwoordige inrigting van de Meisjesschool in deze gemeente
wenscbelijk zou achten. Hij vindt daartoe nu aanleiding,
nu de tegenwoordige hoofdonderwijzeres haar eervol ontslag-
hoeft aangevraagdwaardoor de gelegenheid bestaat, bij de
vervulling der openkomende betrekkingliet onderwijzend
personeel aldus in te rig-ten als eene verandering der school
noodzakelijk zal inaken.
Op grond van de in dien brief vervatte beschouwingen
komt de Districts-Schoolopziener tot de volgende eonclusiën