voor het arrondis- sernent Zierikzce. 1885. No. 60. Zaterdag Augustus. 88ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Binnenland. /illtlk/iisdil COURANT. Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden f '1,Franco per post ƒ1,- Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 10 Cent. PRIJS DER ADVERT ENTIEN: Per gewone regel 10 Cent. IJ u we 1 ij k s - Geboort e- en Doodberichten van 1G regels GO Cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKEWNAIV. Z I E R I K Z E E, 7 Augustus '1 8 8 5. Benoemd tot minister van marine, W. L. A. Gericke, kapitein ter zee bij de Kon. Nederl. marine, inspecteur van de artillerie der marine. De nieuwe minister van marine, de heer W. L. A. Gericke, heeft zich Dinsdag naar het Loo begeven, om door Z. M. te worden beëedigd. Heden heeft hij reeds zijne nieuwe betrekking aanvaard. De nieuw opgetreden minister van marine is, naar het Va cl. mededeelt, bij onze zeemacht geen onbekend manhij behoort tot de kundigste officieren van onze vloot en hij kan, als een man in de volle kracht van zijn leven - hij werd '10 Juli 1836 geboren - groote diensten bewijzen door zijn kennis van de materiëele en intellectueele behoeften onzer marine. Willem Lodewijk Adolf Gericke behoorde onder de eerste jongelingen, die in 1850 aan het Kon. Instituut voor de marine te Willemsoord werden geplaatst. Drie jaren later, op '1 Sept. 1853, tot adelborst benoemd, doorliep hij van '1 Jan. 1856 als 2e luitenant, van 1 Febr. '1866 als le luitenant, van 1 Juli '1875 als kapitein-luitenant en van 1 Febr. 1882 als kapitein t.er zee alle '-rangen en allo takken van den dienst; degelijk commandant en flink krijgsman, onderscheidde hij zich aan boord en in de koloniën, in vredestijd en in den strijd voor de eer des Vaderlands. Van daar dat hem den 8 Febr. '1859 ook de Milit. Willemsorde 4e kl. ten deel viel, wegens zijn waardig en beleidvol gedrag op Djambi. Nadat hij in Oost en West vele diensten had be wezen, keerde hij hier te lande terug, om zich in een sedentairen werkkring aan de belangen der marine te wijden, n.l. als instructeur aan het marine-instituut. Van 1869 tot 1875 was hij als zoodanig werkzaam en zijne verdiensten in die betrekking gebleken, werden beloond door zijn benoeming tot ridder der Orde van den Ned. Leeuw. Na zijn terugkeer uit Willemsoord trad hij aan het departement van marine als inspecteur der artillerie op, en in die hoedanigheid viel hem thans de eer te beurt, tot minister van marine te worden benoemd. De aftreding van den heer Van Erp Taalman Kip als minister van marine moet, naar het Dagblad van vertrouwbare zijde verneemt, worden toegeschreven aan eene ongesteldheid, die wel niet zoozeer een acuut karakter heeft, maar toch deed vreezen dat de titularis niet over die mate van kalme geestkracht zou kunnen beschikken, welke in de naaste toekomst door de be langen der marine in den minister van dat departement als een vereischte kan beschouwd worden. Omtrent de reden van het heengaan van den minister Taalman Kip, deelt de corr. van de Zw. Ct., slechts onder reserve, 't volgende medeMen beweert dat de heer Kip, niet langer durvende dralen met 't aanvragen van meer geld voor marine, drie millioen meer heeft geëischt voor den dienst van '86. Er zijn meer schepen noodig, reparatie van bestaande bodems is een dringende behoefte, nieuwe ketels mogen niet langer geweigerd worden, aanvulling van magazijnen kan moeielijk achter blijven, in Indië roept men luid om verbetering en versterking op maritiem gebied, kortom er moet meer geld gevraagd worden. De ministerraad evenwel schijnt met dien eisch niet mee te willen gaan. De minister Bloem, niet zoo tam als de minister Grobbée, wil de koorden van de beurs steviger vasthouden; vandaar dit ontslag. De Nederlandsche Zendingvereeniging te Rotterdam heeft van 16 Juni tot 15 Juli weder ontvangen de som van 2845,53. In een artikel getiteld »In de branding1', voor komende in het jongste nommer van de Lantaarn, wordt oen zonderlinge .beschuldiging geuitOnze reddingsbooten deugen niet. De schrijver laat een ver dronken matroos spreken »Een stormachtige nacht in*November misleidde een vaartuig. Het strandde. Wij staken in zee, want twintig schipbreukelingen smeekten om hulp met wan hoopsgebaren. Wij -poogden te redden met onuit puttelijk geduld. Allen namen wij op. Wij keerden weef, maar de golven lichtten da boot van achteren omhoog, zij stak den kop in 't water, en allen kwamen wij jammerlijk om. En waarom geschiedde dat? Omdat onze reddingsbooten niet deugen. Geen onzer, die ooit zijn leven veil had om anderen te redden, oordeelt deze in Engeland vervaardigd, op de klipachtige Brit- tannische kust berekende spitsvormige, lichte vaar tuigen, voor onze branding geschiet. Allen hebben wij honderden malen betoogd aan de heeren bestuurders, dat zwaardere en geheel anders gevormde booten be houd van eigen en redding van anderer levens mogelijk zouden maken. Maar de heeren zweren bij hun theorie en de praktijk leert dat jaarlijks vele menschenlevens daaraan opgeofferd worden. Hoeveel moeite kost het dan ook niet manschappen te vinden, die in die ellen dige booten plaats willen nemen. De heeren hebben mij en honderden anderen vermoord* vermoord, herhaal ik. Zeg dit den minister van marineVraag hem of hij geen dag tijd vinden kan om zich eens te over tuigen van de waarheid van hetgeen ik u zeg en of hij dan zijn invloed wil aanwenden om de Maatschappij tot redding van schipbreukelingen te bewegen booten te gebruiken, waarbij zij, die uitgaan om het leven van anderen te redden, het niet zelf verliezen. En zoo Zijne Excellentie daaraan niets doen kan of wil, wend u dan tot den minister van justitie en vraag of het recht zulke gruwelen gedoogen kan. En zoo deze er zich afmaakt, omdat de wet hem niet vergunt voor het recht op te komen, begeef u dan tot Zijne Majesteit den Koning der Nederlanden en vraag hem of hij gedoogen kan dat waanwijsheid speelt met menschenlevens! Doe dit of waag u nimmer in zee, want bij God, dan zult gij mij gezelschap houden." Ter voorziening in de vacature, ontstaan door het nederleggen van zijn mandaat door den heer E. J. Attema, zal den 25 Augustus te Dokkum eene ver kiezing plaats hebben voor de Tweede Kamer. Even- tuëele herstemming op 8 September. Voor de wielerwedstrijden, den 14 en 15 Aug. a.s. te Nijmegen te houden, hebben zich tot nog toe laten inschrijven 75 mededingers, waarvan 2 Belgen, 1 Duitscher, '1 Engelschman en 71 Nederlanders. Aan de feestelijkheden is nog toegevoegd een vuur werk, te leveren door den heer Ruijsch te Utrecht. Het oorverdoovend jaarlijksche trommelgeraas op de Amsterdamsche Beurs heeft Dinsdag weder een aan vang genomen. Het getal deelnemenden was buiten gewoon groot. Met gedrukte biljetten was kennis gegeven, dat de ingang alleen aan de Vischsteeg zou zijn, maar ook de hekken aan de Damzijde moesten, om het gedrang te voorkomen, worden opengemaakt. In de onlangs opengestelde 4 pets. geldleening der Nederl. Rijnspoorwegmaatschappij, werd voor meer dan het driedubbele bedrag ingeschreven, waarvan door aandeelhouders voor meer dan het dubbele, zoodat aan dezen laatsten slechts een gedeelte hunner in schrijving kon worden toegewezen en aan derden niets. Paarden beschermt men tegen vliegen door hen te wasschen met een afkooksel van notenblaren of schillen in azijn. Naar wij vernemen heeft de Minister van Water staat enz. ten aanzien van den postdienst op Zon- en algemeen erkende Christelijke feestdagen het volgende bepaald De brievenbestelling in de bebouwde kom van plaatsen, die meer dan '15000 zielen hebben, zal driemaal plaats hebbenals voren in plaatsen van meer dan 3000 en minder dan 15000 zielen tweemaal en in plaatsen met minder dan 3000 zielen eenmaal. De bestelling buiten de bebouwde kom der plaatsen, voor zooveel daar thans op Zon- en feestdagen nog meer dan eenmaal daags wordt besteld, wordt, in gelijke verhouding als ten aanzien van de bestelling in de kom is bepaald, beperkt. Mocht er na de aan komst van een post niet meer worden besteld, dan wordt aan de ingezetenen tot een kwart uur na aan komst dier post de gelegenheid gegeven, hun daarmede aangebrachte brieven en andere stukken aan het kantoor af te halen. Ten aanzien van de bestelling van expres brieven blijven de gewone voorschriften ook op Zon- en feestdagen van toepassing. De lichting van de hulpbrievenbussen kan worden beperkt. De openstelling van de postkantoren en van de hulpkantoren der posterijen is niet later dan tot 5 uren 's avonds, en voorts zal de duur dier openstelling zijnin plaatsen met een bevolking van meer dan 50000 zielen acht uren, in plaatsen met minder dan 50000 en meer dan 15000 zielen zes uren, in plaatsen met minder dan 15000 en meer dan 5000 zielen vijf uren en in de overige plaatsen drie uren. Deze wijzigingen zijn van kracht met ingang van 6 September e.k. De gouverneur van Suriname, mr. S. J. Smidt, heeft, volgens een te Amsterdam ontvangen bericht, in goeden welstand met zijn gezin de plaats zijner bestemming bereikt. Dooi- den krijgsraad is vonnis gewezen in de zooveel gerucht gemaakt hebbende zaak der cavalerie-officieren te 's Hage. De le luit. v. L. is veroordeeld tot eene correctioneele gevangenisstraf van eene maand, te ondergaan in 14 dagen eenzame opsluiting en 2 geld boeten, de le luit. A. J. P. II. tot ééne geldboete, terwijl de le luit. H. C. P. L. II. is vrijgesproken. De veroordeelden bovendien in de kosten. Het vonnis is ter approbatie opgezonden aan het Hoog Mil. Gerechtshof. Volgens een later bericht in het D. v. Z. is boven staand bericht onjuist en voorbarig. Blijkens bericht van den consul der Nederlanden te Gibraltar, zijn aldaar, te rekenen van 23 Juli 1.1., schepen, komende van Spaansche havens, aan een quarantaine van 14 dagen en schepen afkomstig van Portugeesche havens, aan een quarantaine van 5 dagen onderworpen, terwijl elk vaartuig dat niet voorzien is van een schoonen gezondheidspas, onmiddellijk na het onder strenge quarantaine innemen van het be- noodigde, Gibraltar zal moeten verlaten. Blijkens mededeeling van Zr. Ms. gezantschap te Bucharest zijn alle vaartuigen, komende van Spaansche havens aan de Middellandsche zee. mits voorzien van een schoonen gezondheidspas, met hun passagiers, bemanning en lading in de havens van Constanza en Sulina eveneens aan gezondheidsmaatregelen onder worpen. Door dc rechtbank te Assen is Annechien Gelmers te Wilhelrnsoord, gem. Emmen, beklaagd van vergif tiging, gepleegd op haren vader, vrijgesproken, als hebbende in dezen gehandeld zonder oordeel des onder scheids, met last evenwel, dat zij zal worden over gebracht naar een verbeterhuis tot 10 December 1893.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1885 | | pagina 1