Z1ERIKZEESCHE COURANT. 1885. No. 53. Woensdag 15 Juli. 88ste jaargang. ICHTEN, de zomermaan- name gevolgen, den in deze ge- dat de geboren ïige der kwalen limaten woeden. dat Holloway's vjn. Zij verkoelen t gestel minder Imatighedenof nnnengedrongen en verdrijven oop, galziekten, rakheid verdwij- pzer wonderlijke ƒ1,85, ƒ3.—, |nco aanvrage a |ers in Holland, Londen, 533 EERDAM i'/j pCt. 67% 803/,, 101% 10113/,, 997 55"/,, l'/i 44'%» 100»/,, 83% 903/. 82? 66»/,, Ofai 67% 663/, 135% 73 97 17% -1193/3 55»/,, 90 913/, 94S/s 757/3 571%, 126 }S. K. f 1,18% - 2,15% kelen I a 7,50 6,50 I a - a - 5,— a - 4,— a - 7,50 7 a - 7,50 j Zienkzee, ons. stuks. Zierikzee. Binnenland. ZIERIKZEE, 14 Juli 1 88 5. Bij de plaats gehad hebbende herstemming voor een Hoofd-Ingeland van het Waterschap Schouwen zijn uitgebracht '104 st. Gekozen is de heer M. Gast Johz. met 04 st., de heer F. v. d. Bout Az. verkreeg 39 st. Naar wij vernemen, heeft het Gerechtshof te 's Gravenhage, de Rechtbank te Middelburg aangewezen om kennis te nemen van het hooger beroep, ingesteld door J. den O., gezagvoerder der stoomboot «Stad Zierikzee No. 1", tegen een vonnis van den Kanton rechter alhier, van den 3 Juli 1.1. Zooals reeds vroeger gemeld is, zal Mr. A. J. F. Fokker voor beklaagde als verdediger optreden. De Staten van Zeeland hebben hunne werkzaam heden geëindigd. De provinciale begrooting voor 188G is vastgesteld op 358,817/19. Besloten is 32 opcenten op de gebouwde en ongebouwde eigendommen en 24 opcenten op de personeele belasting ter heffing voor te dragen. Aan de ambachtsschool te Goes is gedurende 5 jaren een jaarlijksch subsidie van 900 toegestaan. Den heer J. P. van Visvliet, archivaris der provincie, is een jaarlijksche toelage van 800 verleend. In Gelderland en Overijsel zullen verschillende landbouw-vereenigingen zich tot de regeering wenden en wel hoofdzakelijk tot den minister van oorlog, met verzoek om proeven te nemen met den aankoop van de meest geschikte paarden, in ons land aan- gefokt, om te onderzoeken of zij geschikt zijn voor het leger. Men bericht uit Marseille, dat de stoomvaartmaat schappij «Nederland" twee voorwaarden gesteld heeft voor de handhaving van Marseille als haven van uitvaart voor de Indische mailbooten, en wel: 1°. dat de Fransehe consuls in Ned.-Indië gemachtigd worden de gezondheidspassen te viseeren; 2°. dat de haven rechten verlaagd worden. Het eerste zal geen bezwaar lijden; het laatste zal Marseille, vreest men, niet kunnen toestaan, omdat dan alle andere havenrechten naar die evenredigheid zouden moeten gewijzigd worden. Kan men 't niet eens worden, dan zou een Italiaansche haven worden gekozen, ook omdat de maatschappij Nederland dan beter débouché heeft voor de daar zeer gewilde Java-suiker, die zij heeft bevracht. Aan boord van het j.l. Vrijdag te Amsterdam aan gekomen stoomschip «Prins Alexander" was te Batavia ook ingescheept een marinier, die wegens poging tot moord veroordeeld was tot 7 jaren gevangenisstraf, in Nederland te ondergaan. Die toekomst lachte hem zoo weinig tegen, dat hij zijn bewakers wist te ont snappen en te Ismaïla, in het Suez-kanaal, Egypteland inging. De ongeregeldheden, die in de laatste dagen der vorige week te Rotterdam heerschten, hebben zich gisteravond niet herhaald Den geheelen avond en nacht heerschte langs de straten volkomen rust. Naar wij vernemen heeft de regeering in den loop der voorgaande maand op verschillende haar toege zonden adressen, verzoekende om commissies naar Spanje te zenden tot het bestudeeren der inentingen van Ferran, geantwoord, dat die werkzaamheden niet op voldoende wetenschappelijke grondslagen rusten, noch behoorlijk zijn gecontroleerd, om dergelijken maatregel van regeeringswege te wettigen. Volgens loopende geruchten, die het Hbl. releveert, zou de minister van justitie den Koning geadviseerd hebben, dat er geen reden is om het door den auditeur militair mr. Heyligers, naar aanleiding van de tusschen- komst van het hoog militair gerechtshof, bij de ongeregeldheden der cavalerie-officieren in den Haag, gevraagd ontslag te verleenen. Door prof. Masion te Leuven is appèl aangeteekend tegen het door de rechtbank te Leeuwarden gewezen vonnis, waarbij hem zijn eisch tegen de heeren Bruinsma, redacteuren van het Maandblad tegen de Kwakzalverij is ontzegd. Men leest in het Bolt. N.bl van Maandag '13 Juli j.l. Wij vernemen de volgende bijzonderheden aangaande de feesten, die a.s. Maandag te Amsterdam zullen plaats hebben en die wijding zullen geven aan de plechtige opening van het nieuwe Rijks-museum. De genoodigden, voor zoover zij van rijtuigen gebruik maken, zullen het Rijks-museum binnenkomen dooi de groote doorrit. Allen vereenigen zich op de ruime oostelijke binnenplaats, waar een estrade is opgericht voor een kapel van G5 muzikanten en voor een koor van 250 zangers en zangeressen, die de inwijdings cantate zullen doen hooren. Tegenover die estrade zijn hoefijzervormig de zetels voor de genoodigden geschikt, iets hooger de plaatsen voor de autoriteiten. De plechtigheid begint precies te 1 uur met de uitvoering van het eerste gedeelte der cantate, muziek van Daniël de Lange, woorden van J. J. L. Ten Kate. Als de laatste tonen zijn weggestorven, houdt Z. Exc. mr. J. Heemskerk Az., Minister van Binnenl. Zaken, de inwijdingsrede, waarop koor en orkest zich opnieuw doen hooren voor de uitvoering van het tweede deel dei- cantate. De groote binnenplaats verlatende, waar orkest en koor zich gereed houden om straks een anderen feest zang aan te heffen, begeven de genoodigden zich thans allereerst langs een der hoofdtrappen naar de groote Voorzaal, waar de oorkonde, beschrijvende in fraai letterschrift het feit van de opening, onderteekend wordt door den Minister van Binnenl. Zaken en al zijne ambtgenooten, door de Ministers van Staat, de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal en van de Rekenkamer, den Vice- President van den Raad van State, den Commissaris des Konings en de leden van Gedeputeerde Staten der prov. Noord-IIolland, den burgemeester en de 'wet houders van Amsterdam, den secretaris-generaal en den referendaris afd. Schoone Kunsten aan het Depar tement van Binnenl. Zaken, den Voorzitter der Com missie van Toezicht op het Museum, den hoofd-directeur en de directeuren der Musea en door den architect van 't gebouw, den heer P. J. H. Cuypers. Na deze handeling vangt de wandeling door het Museum aan en begeeft het gezelschap zich door de Eerezaal, waar de groote schuttersdoeken hangen, naar de zaal van Rembrandt, waarvan de eereplaats wordt ingenomen door diens meesterwerk, «de Nacht wacht", prijkende in een nieuwe eenvoudige en deftige omlijsting van palissander-, ebben- en notenhout. Op deze plek wordt door den burgemeester van Amsterdam, mr. G. van Tienhoven, een rede gehouden, onmiddellijk gevolgd door de uitvoering onder leiding van J0I1. J. H. Verhulst van diens feestzang «Rembrandt", woorden van wijlen dr. J. P. Heije, die het eerst werd ten gehoore gebracht bij de onthulling van Rembrandt's standbeeld. De afgebroken wandeling wordt dan voortgezet en achtereenvolgens worden bezichtigd de zalen van de vreemde scholen, die waar de werken der meesters uit de '15e en 16e eeuw hangen, dan de schilderijen uit de legaten Dupper en Van de Poll, om uit die kleinere zalen te komen in de groote zaal, waar cle kunstwerken uit het kabinet Bicker, de schilderijen van het Chirurgijnsgilde, de costuum-schilderijen en de vorstelijke portretten zijn tentoongesteld. Van hier komt het gezelschap in de oostelijke reeks van vijf kabinetten, waar de kleine kabinetstukken hangen, de voortreffelijke werken der oud-Hollandsche en Vlaamsche meesters, waartoe ook behoort, in een van die vijf kabinetten, het legaat van De Witte van Citters. Uit deze oostelijke kabinettengalerij is men thans weer in de Voorzaal gekomen en deze doorloopen hebbende, betreedt het gezelschap de westelijke reeks van vijf kabinetten, waar 0. a. het legaat van mej. Liotard's verzameling pastels een plaats heeft gekregen. Van hier vervolgt men de wandeling in de zaal van het museum van der Hoop, dat een geleidelijken over gang vormt naar de overige moderne schilderijen, die vier zalen innemen, in de beide eersten de verzameling bijeengebracht door de Vereeniging tot vorming van een museum van moderne kunst te Amsterdam, de twee volgende de schilderijen uit 's Rijks Paviljoen te Haarlem. Onder deze laatste schilderijen is nu ook een eereplaats ingeruimd voor het prachtige portret te voeten uit, door Hodges, van Koning Lodewijk, den stichter van het museum te Amsterdam. Na dit overzicht over de moderne schilderijen te hebben genomen, bezoeken de genoodigden de zaal, aan het Oudheidkundig Genootschap afgestaan, prij kende met de uit 't Leprozenhuis afkomstige plafond schildering van Gerard De Lairesse. Thans wederom door de Rembrandtzaal schrijdende, geniet men nog maals het gezicht op de schuttersdoeken aan weers zijden der Eerezaal en op de vijf geschilderde ramen in de Voorzaal en bereikt langs den anderen grooten trap de westelijke binnenplaats, waar afgietsels van oude monumenten en beeldhouwwerken zijn opgesteld, 0. m. van het 13d'eeuwsche portaal van de Servatius- kerk te Maastricht, van de koorbanken te Dordrecht en te Bols ward, van het koorhek te Enkhuizen, van het praalgraf van Engelbert van Nassau te Breda, tegen den muur het oorspronkelijke orgel uit de Lufchersche kerk te Amsterdam en op zij een fraaie reproductie van den gevel van het Haagsche Stadhuis. Na deze monumenten bezichtigd te hebben, verlaat het gezelschap de binnenplaats en bezoekt de zaal, waar door de zorgen van het Oudheidk. Genootschap, een kamer uit de 17e eeuw is getimmerd, om, van daar uit, genoodigd te worden tot bezichtiging van alle plannen, teekeningen en modellen, die voor den bouw van het Museum hebben gediend. Daarna wordt nog eenige oogenblikken vertoefd in de bibliotheek en in het Prenten-kabinet, waar teekeningen van oude meesters en gravures van alle scholen achter glas zijn tentoongesteld. De groote kunstbeschouwing is hier geëindigd, en den dorstenden wacht nu in een groote zaal, door twee rijen kolommen in drie beuken verdeeld, een buffet, van waar Zomerdijk Bussink zijn ververschingen laat rondgaan. In het naburige Vondelspark worden dan de ge noodigden gewacht door het Bestuur van dat Park, dat voor een muzikale verpozing heeft gezorgd, waar van de uitvoering is opgedragen aan Sonneman's kapel van het 7e reg. infanterie. Des namiddags te G uren diner van 50 couverts bij Couturier, aangeboden door den heer mr. J. Heems kerk Az. aan de hooge autoriteiten. Het avondfeest begint met een openbaar muziekfeest in Volksvlijt afgewisseld door tableaux vivants, naar een drietal meesterstukken der oud-Hollandsche school. De autori teiten, die des middags de gasten waren van de Regeering, zijn hier de genoodigden van 't Gemeente bestuur, evenals 's avonds bij het groote vuurwerk aan het IJ, dat door de-gemeente wordt gegeven, en waarheen de gasten op een stoomboot zullen vervoerd worden. Wij vernemen nog, dat van wege de Fransehe Regeering een deputatie de opening van het Museum komt bijwonen. Zij zal bestaan uit den onder-Staats secretaris van Schoone Kunsten Turquet, den directeur van Schoone Kunsten Proust en 15 der voornaamste artisten, onder welke Meissonnier, Bonnat, Géröme, Guillaume, Charles Gamier (den bouwmeester der Groote Opera) e. a. Aan den architect van het Museum, den heer P. J. H. Cuypers, zal door den Minister van Binnenlandsclie Zaken, als herinnering aan dezen dagnamens de Regeering een medaille worden aangeboden, uitgevoerd aan 's Rijks munt te Utrecht, en dragende aan de voorzijde een afbeelding van het door hem gestichte gebouw met het randschrift: Rijksmuseum te Araster dam, onder de Regeering van Z. M. Koning Willem III, geopend 13 Juli 1885; aan de andere zijde een ge vleugelde zwevende faam met een lauwertak in de linker- en een bazuin in de rechterhand, dragende als randschrift: Mr. J. A. Heemskerk Az., Minister van Binnenlandsche Zaken, P. J. H. Cuypers, Architect. Van deze medaille zullen ook exemplaren worden aan geboden aan de autoriteiten, die de oorkonde hebben geteekend. De volgende opgaven omtrent den bouw van liet Rijksmuseum te Amsterdam zullen menigeen belang inboezemen. Tot den bouw zijn gebruikt 8000 palen, tusschen de 10 en 18 meter met eikenhouten kespen; 8,000,000 metselsteenen, waarvan het grootste gedeelte grootformaat, en 100,000 profil- steenen; 1500 M2. blauwe hardsteen, petit granit de d'Ourthe; 2000 M3. witte bergsteen, als Roche d'Euville voor het buitenwerk en voor die deelen die zware gewichten te dragen hebben, en Savonnière voor be dekt beeldhouwwerk buiten en binnen het gebouw 920,000 K.G. ijzer voor kappen en balklagen; 2500 M-. zink No. 16 vooi dakbekleeding25,000 K.G. lood voor idem9600 M2. leiendak «système Fourgeau" '10,000 M2. gekorreld, gegoten, half wit, ruw, glad en best wit Fransch glas van diverse dikten16,000 M2. vloeren van mozaïek, van terrazzo, van cement en van tegels, en 1000 M2. gesmeed ijzeren afsluithekken om het terrein enz.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1885 | | pagina 1