veel ouder den invloed van het vorig kabinet te verkeeren,
zullen door vrienden en aanhangers van het tegenwoordig
bewind vervangen worden. Met het oog op de aanstaande
verkiezingen zou op aanwijzing van de heeren Clémenceau
en Granet de regeering die hervorming voorbereiden.
Maar zij zal daartoe overgaan, nadat de parlernents-
zitting gesloten is, ten einde interpellation en de hieruit
voortspruitende heftige debatten te vermijden. Vijftig-
departementen zouden nieuwe prefecten of onder-prefecten
krijgen
B e 1 g i e.
Zaterdag herdacht professor Nypels te Luik den dag
waarop hij 50 jaren geleden het professoraat aan de
hoogeschool aldaar aanvaardde. De minister van binnen-
landsche zaken, de heer Thonissen, overhandigde den
jubilaris namens den koning zijne benoeming tot officier
der Leopoldsorde. Deze herinneringsdag werd met een
banket gesloten.
De afgevaardigde en schilder Slingeneyer, die door
de partij der independenten in de Kamer is gebracht,
hield in de vorige week in de Kamer een lange voor
dracht over kunst. Aan een bekend kunstcriticus
kwamen de woorden door den afgevaardigde gesproken
bekend voor. Hij ging aan het zoeken en ontdekte,
dat de voordracht bijna woordelijk overgenomen was
uit het werk in het Fransch geschreven van den
Duitschen knnstcriticns Pfau. De liberale bladen spotten
hiermede onmeedoogendde Indenpendance gaf onder
den titel «Slingeneyer pfaussaire" de woorden door
den heer Slingeneyer geuit en die welke in het
genoemde werk voorkomen. Het bleek dat slechts enkele
zinnen omgezet en eenige andere woorden waren gekozen.
Italië.
De Italiaansche regeering had bepaald, dat te Kon-
stantinopel een monument zou worden opgericht, ter
nagedachtenis van Italiaansche gewonden en zieken,
die tijdens den Krimoorlog voor de zaak van Turkije
zijn gevallen. Het voor dat monument noodige marmer
was te Konstantinopel aangekomen, waar de adminis
tratie echter op het denkbeeld kwam, om er inkomende
rechten van te heffen. Eerst dacht men een misver
stand maar toen het bleek ernst te zijn, betaalde
de Italiaansche ambassadeur het recht en wendde zich
daarop tot zijn gouvernement. De minister Mancini,
zijn mededeeling beantwoordende, verklaarde, dat zij
de Italiaansche regeering smartelijk heeft getroffen.
»Wij dachten niet, dat de verwezenlijking van een
denkbeeld, dat bij ons opgewekt is door een gevoel
van eerbied voor de slachtoffers van hun plicht en ter
herinnering aan hetgeen beiden staten gemeenschappelijk
tot roem strekt, een geldelijken eisch van wege de
Turksche regeering zou hebben uitgelokt. Wegens de
politieke beteekenis van het feit, gedoogde onze waar
digheid niet, in overwegingen van ondergeschikten
aard te treden. Ik meld u dus, dat ik zonder bezwaar
de gevraagde som heb betaaldoverigens bepaal ik mij
tot het verzoek aan u, om dit telegram ter kennis te
brengen van den min. van binnenl. zaken van Turkije."
De Paus beeft, in antwoord op het adres, hem
door de afgevaardigden der katholieke genootschappen
aangeboden, ter gelegenheid van het SOOjarig jubel
feest van den II. Gregorius, het volgende gesproken:
»Het werk van den Heiligen Gregorius is langen tijd
schandelijk bestreden, en reeds hierdoor wordt het
erkend als een werk van een wonderbaarlijk groot
genie. Hij streed voor de vrijheid der kerk, die dooi
de dwingelandij der aardsche machten en de slaafsch-
heid der verdorven menschen met de grootste gevaren
bedreigd werd. De bruid van Christus mag geene
slavin zyn, zeide Gregorius, en die verhevene gedachte,
die de grondslag is van al den weêrstand, sedert de
eerste eeuwen door de pausen geboden tegen de
onrechtvaardige aanmatigingen der machtigen, is als
de ziel en het leven van Gregorius' pausdom. Zij doet
hem met eene onverstoorbare volharding een onnoemelijk
aantal vermoeienissen, vervolgingen en gewelddaden
trotseeren. Voor haar sterft hij in ballingschap,- maar
ten slotte heeft de Kerk de vruchten kunnen plukken
van zijne heldhaftige deugden en van zijne grootsche
ondernemingen. De oorlog tegen de Kerk, één in het
einddoel, verschillend in vorm en middelen, naar gelang
van tijd en plaats veranderend, wordt voortgezet. In
een tijd, meer nabij den onzen, heeft men door allerlei
hinderlagen getracht het burgerlijk gezag van den
Heiligen Stoel omver te werpen: dat wil zeggen het
middel door de goddelijke Voorzienigheid ter verdediging
en bescherming van zijn oppergezag; en het is om
deze vrijheid, en zeker niet uit eerzucht voor den
troon of uit begeerte naar aardsche grootheid, dat
onze voorgangers gestreden hebben, en dat ook wij
strijden. Het hooge belang dier vrijheid geeft den
plaatsvervanger van Jezus Christus die volharding,
welke de wereld niet kan begrypen, en welke, zelfs
te midden van moeielijkheden van allerlei aard, een
volledige waarborg is voor de overwinning. Maar
evenmin als Italië ten tijde van den H. Gregorius
vreemd of onverschillig kon blijven voor de toekomst
van het Romeinsche pausdom, evenmin kan het dit
thans zijn. De H. Gregorius heeft door zijn verzet
tegen elkeen, die de kerk tot slavin wilde maken, de
opperheerschappij eener vreemde macht in Italië ver
hinderd, en daardoor begon flat tijdperk van bloei en
roem, dat door de zorg van de Pausen, zijne opvolgers,
zijn hoogtepunt bereikt heeft onder Alexander III.
De heldin van Canossa is Gregorius moedig ter hulp
gekomen, en de naam van de eene, gelijk die van
den andere weêrklinkt nog roemrijk en onsterflijk.
Dus is het zeker dat, indien er voor Italië, zelfs in
dien zeer moeielijken tijd, redding is opgedaagd, het te
danken was aan het Romeinsch Pausdomen de
geheele geschiedenis van dat tijdperk bevestigt op
schitterende wijze, dat het welzijn en de grootheid
van Italië voornamelijk afhangen van de volharding
zijner eensgezindheid met den opperpriester te Rome
en van zijne oprechte toewijding aan zijn opperste
gezag. Den opperpriester aanvallen, zooals men heden
durft te doen, de rechten van den H. Stoel met
voeten treden, onder voorwendsel, dat het strekt tot
welzijn van Italië, is dus een goddelooze dwaasheid
en zoo iets kan enkel betracht worden door de sekten,
die in navolging der vijanden van den H. Gregorius,
voor alles de kerk tot de slavernij willen brengen en
hare macht in boeien leggen. Maar de waarheid, die
geen logenstraffing vreest, is: dat met den pau3
Italië groot en geëerbiedigd is; zonder den paus is
het beroofd van zijn grootste eer en van zijn schit
terendsten luistertegen den paus is het blootgesteld
aan alle ongelukken, die gewoonlijk het deel zijn van
hem die den oorlog verklaart aan den stadhouder
van Jezus Christus. O! zoo de Italianen, de onweer
legbare leeringen der geschiedenis overwegende, de
liefde tot hun land en het verlangen naar zijne
welvaart konden afscheiden van de duistere denkbeelden
der sekten, en zich bezielende met hetgeen waarlijk
hun opperste belang is, terugkwamen tot den plicht
en de eer van de zaak des Pausen te ondersteunen
en de onafhankelijkheid en de vrijheid van den
apostolischen stoel te verdedigen 1 Wat u, beminde
zonen, en al de rechtzinnige katholieken in Italië
betreft, wendt pogingen aan, om dat doel te bereiken
dat het voorbeeld dergenen, die u voorgegaan zijn
en de vruchten, die zij geplukt hebben, u opwekken;
dat de bescherming van den Heiligen Paus Gregorius
u versterke en uwen moed ondersteune."
Gemengd Buitenlaiidsck Nieuws.
Victor Hugo heeft voor sommige zijner werken van
de firma Lacroix Verboekhoven de volgende honoraria
ontvangen, als: voor »Les Misérables" 350,000 frs.
«Les Travailleurs de la Mer" 150,000 frs.; «Chansons
des Rues et Bois" 40,000 frs.«Shakespeare" 40,000 frs.
en «L'Homrae qui rit" 200,000 frs.
De eigenaren van twee Weener bladen, het Neue
Wiener Tagblatt. en het Extrci-Blatt, hebben besloten
de Zondagswet te ontduiken, door de Maandageditie
hunner bladen voortaan te Presburg, in Hongarije,
te laten drukken van waar de exemplaren op Maandag
ochtend met den eersten trein naar Weenen gebracht
zullen worden. In Hongarije is die wet niet van kracht.
De maatregel, waartoe zij overgaan, heeft den eigen
naren van andere couranten aanleiding gegeven tot
het houden van een vergadering om te beraadslagen
over de vraag, wat nu gedaan behoort te worden
het gegeven voorbeeld volgen, of bij de Regeering
aanzoek te doen om wijziging der wet, ten einde op
Zondag te Weenen bladen kunnen woiden gedrukt.
De uitslag der discussie is nog niet kekend.
Dezer dagen wist professor Bardeleben te Berlijn
door een hoogst eenvoudig middel een persoon uit de
banden des doods te verlossen. Er werd namelijk in
het gasthuis een nog jeugdig man gebracht, die te
veel aan Bachus geofferd had en niet meer in staat
was zijn weg te vervolgen. In dien abnormalen toestand
had de dronkaard zich de polsaderen doorgesneden en
toen hij in het gasthuis aankwam, was zijn toestand
reeds hoogst bedenkelijk. Het bloedverlies was dan
ook groot.
Professor Bardeleben nam nu eenvoudig eene hoeveel
heid lauw water, deed daar gewoon keukenzout in
en bracht deze vloeistof in de diepe wonden. De uit
werking was verrassend. De patient, die geheel buiten
kennis was, opende eensklaps de oogen keek in het
rond en bevond zich na verloop van een dag weer
geheel buiten gevaar. Om tot zijn doel te geraken
had de professor in een halven liter water zes grammen
zout opgelost.
In de dagen dat Bismarck nog secretares van de
Pruisische legatie te Frankfort an Main was, was hij
in die stad zeer populair en mocht hij bij geene enkele
feestelijke gelegenheid ontbreken.
Op zekeren avond bevond hij zich dan ook op een
bal, waar een Franschman, de heer Jouvois de Claucy,
lid van het Fransche Wetgevend Lichaam en een berucht
ruziemaker en duellist, zeer de aandacht trok door de
zonderlinge wijze waarop hij zich aanstelde.
Hij scheen zichzelven als de gewichtigste persoonlijkheid
van het gezelschap te beschouwen, en liep voortdurend
met zijn hoogen hoed rond, dien hij zelfs gedurende
het dansen in de linkerhand hield.
Bismarck besloot een pretje te hebben, verliet de
zaal en ging naar een naburig koffiehuis, waar hij een
dozijn koperen geldstukken wist machtig te worden.
Met deze keerde hij naar het festijn terug.
Toen de Franschman op zeker oogenblik weder
trotsch als een pauw voorbijstapte, wierp Bismarck
eensklaps de koperstukken in den hoed; Claucy bracht,
vuurrood van woede, zijne dame naar haar plaats en
keerde toen tot zijn beleediger terug, die doodbedaard
was blijven staan alsof er niets gebeurd was.
Sidderend van toorn hief Claucy den hoed omhoog
om dien op te zetten en door die beweging vielen de
twaalf koperstukken op den grondBismarck kon zich
niet langer goedhouden en barstte in daverend gelach uit.
Een oogenblik bleef de gefopte man onbeweeglijk
staan, maar toen sprong hij, als een tijger, op Bismarck
los, en beiden zouden ongetwijfeld handgemeen zijn
geraakt, wanneer niet eenige gasten tusschen beiden
waren gekomen.
Een duel met pistolen was het gevolg van de
geschiedenis; Bismarck bleef ongekwetst, maar bracht
zijn tegenstander eene ernstige verwonding toe.
De Claucy bracht later nooit weder een hoed in
een balzaal mede.
Ongeveer veertien dagen voor Kerstmis stak te Port
Philip, Australië, het jacht «Iolanthe" in zee. Er waren
drie personen aan boord en men heeft er nooit meer
iets van vernomen. Op 26 December ving men te
Frankston een ontzettend groote haai. Het dier werd
opengesneden en in de maag ervan vond men een
menschelijke hand, een hoeveelheid stuk gereten kleêren,
een gebroken houten pijp en een gouden horloge met
ketting. Het horloge behoorde aan een der personen,
die met de oIolanthe" in zee waren gestoken.
Over haaien sprekende, nog een ander verhaal.
Ongeveer een jaar geleden, vermiste men te Port
Royal een matroos, men meende dat de man weg-
geloopen was. Een paar dagen later ving een dei-
officieren, die op hetzelfde schip was als de vermiste
matroos, een haai en in de maag ervan vond hij een
tabaksdoos, die aan den matroos had toebehoord. Zij
had geen waarde, maar zij was de stille sprekende
getuige van 's mans lot, zooals men meende. De doos
werd naar Devonshire opgezonden, en de weduwe
pleegde langen tijd rouw over haar verlies. Maar wat
gebeurt er? Dezer dagen stond de man in levenden
lijve voor haar. Hij was werkelijk weggeloopen, en bij
het in de boot stappen, was zijn tabaksdoos uit zijn
zak gevallen.
Twee kwaadspreeksters werden dezer dagen door de
rechtbank te Hagen (Westfalen) streng gestraft wegens
het verleiden tot meineed. Zij hadden op haar «koffie-
kransjes" dikwijls allerlei lasteringen en praatjes omtrent
verschillende personen verteld. Toen zij deswege aan
geklaagd werden, wisten zij door allerlei middelen,
beloften en bedreigingen getuigen te verkrijgen, die
haar onware lasteringen wilden bevestigen; een paar
personen hadden zij zelfs mishandeld, omdat dezen
weigerden zulk een valsche verklaring af te leggen.
De getuigen waren echter bij de verhooren telkens
met zichzelf in tegenspraak en hun verklaringen vonden
geen geloof. Zij kwamen met een scherpe berisping
vrij. Maar de lasteraarsters werden tot drie jaren
tuchthuisstraf veroordeeld.
Eenige dagen geleden had de oorlogsboot «Pomerania",
afgezonden om de belangen der Duitsche visschers in
de Noordzee te beschermen, gelegenheid om handelend
op te treden. Volgens berichten n.l. van de Duitsche
bladen trof zij een Engelsche visschersvloot in de nabij
heid van Norderney aan, in wateren dus waar deze
geen recht heeft om te visschen. Een stoomboot, waar
schijnlijk dienende om de visch naar Engeland te
vervoeren, begeleide haar. De boot weigerde eerst de
vlag te hijschen, maar werd toen aangeklampt door
een sloep van de «Pomerania" en de bevelvoerende
officier maakte proces-verbaal op. Een der Engelsche
visscherskotters, die te Yarmouth thuis behoort, werd
daarop in beslag genomen en naar Wilhelmshafen
opgebracht, maar is reeds weer vrijgelatenalleen de
schipper en zijn vischtuig werden in bewaring gehouden.
Een Duitsch blad zegt, dat het kortste huwelijk
wel dat geweest zal zijn, dat den 24sten Mei dooi
de rechtbank te Frankfort ontbonden is. Reeds den
derden dag na de voltrekking van het huwelijk kreeg
de vrouw een pak slaag; den achtsten dag had zulk
een twist tusschen de echtelieden plaats, dat de
geheele buurt uitkwam; den tienden dag moest de
politie tusschenbeiden treden en den veertienden dag
na de bruiloft hing de man zich op. De vrouw kwam
haar man te hulp en sneed hem los. In plaats haar
voor de redding van zijn leven te danken, werd hij
brutaal en nam vijf dagen later in stilte de wijk
naar Amerika.