Naar het D. verneemt, zal de koninklijke militaire
kapel van het regiment grenadiers en jagers, onder
de leiding van haar directeur, den heer J. H. "Völlmar,
van 10 tot 22 Juli eene kunstreis maken, en zich
doen hooren in de steden Zwolle, Deventer, Sneek,
Leeuwarden, Groningen, Zutfen en Nijmegen.
Door den heer C. van den Heuvel, machinist op het
stoomgemaal aan den straatweg van Brie]le op Helle-
voetsluis, is een toestel uitgevonden, dat even gemakkelijk
als een rijtuig te besturen is en waarmede men eene
stoommachine of andere voorwerpen, van 10 tot 20,000
kilo zwaarte, zeer gemakkelijk over de wegen of lan
derijen, al zijn deze nog zoo ongelijk of van greppels
voorzien, kan vervoeren, zonder diepe sporen achter
te laten. De uitvinder heeft den minister van water
staat enz. met zijne ontdekking in kennis gesteld.
Prof. dr. M. J. de Goeje is, volgens het L. D.,
benoemd tot eerelid der Royal Asisatic Society" te
Londen.
Buitenland.
Italië.
Op denzelfden dag als Victor Hugo is te Rome
Terenzio Mamiani della Rovere, graaf van Sant Augelo,
overleden. Hij was in '1799 te Pesaro geboren; zijn
lichaamskracht en geestvermogens bleven tot het laatste
oogeublik zijn levens zoo goed, dat hij nog enkele
dagen voor zijn dood de drukproeven van zijn laatste
werken »Over het Pausdom" zelf corrigeerde. Als
schrijver en als staatsman heeft hij zijn vaderland
gediend. In 1831 nam hij deel aan den opstand in
de Romagna en te Bologna was hij lid van het Voor-
loopig Bewind. Terwijl hij als vluchteling te Parijs
vertoefde, schreef hij zijn eerste boek »De vernieuwing
der oude wijsbegeerte." In '1848 keerde hij naar Rome
terug en daar was hij tweemaal minister van Pius IX.
Toen de Franschen Rome innamen, moest hij deze
stad verlaten, en hij ging naar Piemont, waar destijds
alle Italiaansche patriotten toevlucht zochten. Als
hoogleeraar, volksvertegenwoordiger, minister van on
derwijs (I860), als gezant te Athene en te Bern, en
gedurende twintig jaar als senator, in alle betrekkingen
en overal waar hij arbeidde, onderscheidde hij zich
door uitstekende eigenschappen van geest en voor
treffelijke hoedanigheden vari karakter. In Italië was
hij het voorwerp eener vereering bijna gelijk aan die
welke Victor Hugo in Frankrijk genoot, en de smart
over zijn verscheiden is algemeen.
De technische commissie van de internationale
gezondheidsconferentie heeft de maritieme quarantaine
in behandeling genomen. Engeland, de Vereenigde
Staten en Duitschland verlangen de opheffing der
quarantaine, terwijl Spanje, Denemarken, Portugal en
Turkije haar wilden behouden. Men zegt, dat Frankrijk
en Italië een middenweg zullen voorslaan. De vertegen
woordiger der Vereenigde Staten zeide, dat zijn regee
ring de quarantaine door andere maatregelen had
vervangen. Het was eene wreedheid gezonden en zieken
in hetzelfde lazaret op te sluiten. De Fransche gedele
geerde wenschte dat het Amerikaansch systeem in
alle bijzonderheden zou worden medegedeeld.
Duitschland.
De komst van een lid van het Engelsch kabinet
lord Rosebery, te Berlijn, trekt bijzonder de aandacht.
Hij werd aan het station afgehaald door graaf Herbert
Bismarck en hij heeft reeds verscheidene malen met
den Rijkskanselier een langdurig onderhoud gehad. In
diplomatieke kringen slaat men geen geloof aan de
bewering, dat hij alleen is gekomen om eene beleefd
heidsvisite te maken aan graaf Bismarck, die hem
tijdens zijn verblijf in Engeland had uitgenoodigd.
Sommigen meenen, dat hij alleen over de quaestie der
Egyptische financiën is komen onderhandelen, anderen,
dat. hij Bismarcks oordeel over de voornaamste inter
nationale quaestiën, die thans aan de orde zijn, hoopt
te vernemen. Ook zijn er, die het er voor houden,
dat hij den keizer wenscht over te halen als scheids
rechter in het Afghaansch geschil op te treden.
Met de verbetering van het gedeelte van den Rijn,
van Maintz tot Bingen, zal, nu ook de Hessische Ver
tegenwoordiging de overeenkomst niet Pruisen heeft
goedgekeurd, eerstdaags worden aangevangen. Voor
het eerst zal practische toepassing worden gegeven
aan het grondwettig oppertoezicht des rijks over
rivieren, die door verschillende bondsstaten loopen. In
afwachting van de goedkeuring der Rijksregeering
hebben namelijk de beide oeverstaten de uitvoering
van het plan onder contröle van een rijkscommissaris
geplaatst. Deze wei ken zijn geheel en al afgescheiden
van de commissie, die onder leiding van een rijks
commissaris bezig is met het voorbereiden van maat
regelen, »ter voorkoming van overstroomingen langs
den Rijn en zijne voornaamste bijrivieren." De taak
dezer commissie is, reeds wegens gemis eener vaste
grens van onderzoek, veelomvattend en ingewikkeld,
maar wordt nog verzwaard door de velerlei onderling
strijdige belangen der vijf oeverstaten. Vandaar, dat
de voorbereidende werkzaamheden reeds zoo lang hebben
geduurd. In de volgende maand echter zullen de
werkzaamheden ter plaatse beginnen, en met het meer
van Constantz en daaraan grenzende gedeelte van den
Boven-Rijn een aanvang worden gemaakt.
Rusland.
Een geheime drukkerij moet thans weder te Charkoff
ontdekt zijn, waar tevens ontplofbare stoffen en andere
wapenen, waarmede de Russische nihilisten gewoon
zijn in het duister te strijden, werden bewaard. Een
toeval gaf aanleiding tot deze vondst. Bij het nazien dei-
paspoorten van politiewegen in de voorstad Roebanofski,
kwamen de ambtenaren in een huis, waarvan een
kleine kamer werd onderverhuurd aan twee mannen.
Een hunner was den vorigen avond uitgegaan en nog
niet teruggekeerd. De andere bewoner had een pas
poort op den naam van Plato Lebedinski. De politie
kreeg achterdocht, toen hij weigerde uit zijne kamer
te komen. Toen de ambtenaren zich daarheen begaven,
vonden zij Lebedinski ongekleed, en bevolen hem zich
aan te kleeden, ten einde hem in verhoor te nemen.
Op dit oogenblik trad een der inspecteurs, Fessenko
geheeten, de kamer binnen en maakte zich gereed om
het daarop betrekkelijk proces-verbaal op te maken.
Lebedinski dit ziende, deed een pas achterwaarts naar
het bed, haalde, onder de matras vandaan, een revolver
te voorschijn, en loste twee schoten op Fessenko, die
op de plaats dood bleef. Toen men den moordenaar
wilde grijpen, wondde hij met een derde schot een
brigadier. Bij de daarna gedane huiszoeking werden
de genoemde voorwerpen in beslag genomen. De collega
van den moordenaar heeft men tot nog toe niet
opgespoord.
Frankrij k.
De sub-commissie voor het Suez-kanaal heeft het
ontwerp-tractaat vastgesteld, dat nu in de volle
commissie waarschijnlijk Woensdag a.s. zal worden
behandeld. Omtrent den inhoud verneemt de Daily News
het volgende: 1. Het kanaal zal, in oorlogs- zoowel
als in vredestijd, geopend zijn voor de schepen van
alle volkeren, ook voor de oorlogsschepen. 2. De
mogendheden waarborgen veiligheid van het Zoetwater-
Kanaal en ten 3. eveneens van de werken, kaden
enz. van het eigenlijke Suez-kanaal. 4. Geen punt
aan het Kanaal of zoodanig gelegen, dat het Kanaal
daardoor beheerscht wordt, zal worden versterkt of
bezet door de soldaten van eenige mogendheid. 5. In
oorlogstijd mag geen mogendheid soldaten, krijgs
voorraad of levensmiddelen ontschepen aan de oevers
van het Kanaal, ook zelfs, al behoort Turkije tot
eene der oorlogvoerende partijen. De schepen moeten
het Kanaal zoo snel mogelijk doorgaan, en mogen
niet langer dan 24 uren te Port Said of te Suez
blijven. De artikelen 6 en 7 hebben betrekking op
de schade aan het Kanaal en de werken toegebracht
door oorlogsschepen, voor welke schade de mogendheid,
tot welke dio schepen behooren, aansprakelijk is.
8. Geen mogendheid mag meer dan één oorlogsschip
tegelijk in de Kanaalhavens hebben, en niet meer
dan twee te Suez en te Port-Said. In art, 9 worden de
rechten van den Khedive omschreven. Mocht de veiligheid
van Egypte onvoorziene maatregelen eischen, dan moet
toch de neutraliteit van het Kanaal onaangetast
blijveniedere uitzondering daarop moet ter goed
keuring aan de Europeesche mogendheden worden
onderworpen. In art. 10 stelt Frankrijk voor, dat
eene commissie, samengesteld uit gedelegeerden der
mogendheden en de vertegenwoordigers van Egypte,
en gepresideerd door den Turkschen gedelegeerde, met
de Suez-kanaal-maatschappij de regelen moet opstellen,
waaraan zich alle schepen zullen hebben te houden.
Op de rechten van den sultan mag daarbij geen
inbreuk worden gemaakt. Tegenover dit voorstel staat
dat van Engeland, volgens hetwelk de zorg voor de
naleving van het tractaat wordt opgedragen aan Egypte
alleen, terwijl de mogendheden slechts dan hebben
tusschenbeide te komen, als Egypte's macht in dit
opzicht onvoldoende blijkt. .De vertegenwoordigers der
mogendheden in Egypte zouden op de naleving van
het tractaat toezicht houden. Italië stelt voor, dat de
vertegenwoordigers der mogendheden alleen in geval
van oorlog bijeen zullen komen, onder voorzitterschap
van Turkije, met een Egyptischen gedelegeerde, die
te waken heeft voor de neutraliteit van het Kanaal,
en zijn advies heeft te geven over hetgeen noodig zal
zijn om de tenuitvoerlegging van het tractaat te
waarborgen. Sommige der artikelen zijn door de com
missie aangenomen »onder voorbehoud".
De verjaring van den bloedigen dag der Parijzer
Commune op het kerkhof van Père-Laehaise heeft tot
bloedige wanordelijkheden aanleiding gegeven. Te half
twee ure kwam de syndikale kamer der timmerlieden
met de roode vlag over het Bastilleplein. De politie
beval die vlag te verwijderen. De manifesteerders
weigerden eerst, doch gaven eindelijk toe. Het kerkhof
was aan den voornaamsten ingang door militairen be
waakt. Er waren bovendien zestig agenten en vijftig
republikeinsche gardes. Municipale troepen en agenten
uit een twintigtal arrondissementen waren in den
omtrek bij de hand. De groepen der socialisten, die
voorbij kwamen, hadden roode vlaggen. Meestal werd
gehoorzaamd aan het bevel die weg te bei-gen, maar
eene bende, aangevoerd door Longuet, redacteur van
de Justice en Maes, van de Bataille, weigerden dit
bevel na te komen. Beiden werden gearresteerd en
hunne vlaggen in beslag genomen. Men schat op 5000
het getal personen, die te half drie, op het kerkhof
bij het gedenkteeken der communards geschaard ston
den. Vijf redevoeringen werden uitgesproken door de
burgers J. C. Clément, Digeon, Paul Roche, Tortellier
en de vermaarde koetsier Moore. De redevoering van
Tor tel lier werd beantwoord met de kretenleve de
anarchieleve de Commune. Hierop volgden kleine
vechtpartijen, die echter spoedig weder afliepen. Nu
zeide de koetsier Moore een vers op. Hij had nauwelijks
gedaan of er kwam eene groep socialisten met eene
schitterende roode vlag. Twintig agenten hielden de
nieuwe manifestanten tegen en gelastte hun die
vlag te strijken. Dit werd geweigerd. De agenten wilden
zich van de vlag meester maken, doch zij werden door
eene bende socialisten teruggedreven. Eenen agent werd
de kinnebak verbrijzeld. De agenten moesten toen den
sabel trekken en de politie-soldaten staken de bajonet
op het geweer. Eenige communards namen de vlucht,
doch eene bende van eenige honderden bood een
hardnekkigen weerstand. Een verschrikkelijk gevecht
ontstond. Men hoorde het akelig gekletter der wapens,
terwijl een regen van steenen op de strijders neerviel.
Eerst te 4 ure kwam er een einde aan. Het getal
der gekwetsten was zeer groot. Al de uitgangen waren
met bloed bespat. Het kerkhof droeg hier en daar
het spoor eener verschrikkelijke verwoesting. Een
anarchist bekwam een steek met de bajonet, welke
zijn borst doorboorde. Men droeg den ongelukkige
in eene naburige apotheek. Verscheidene andere per
sonen werden erg gekwetst. Volgens de Cri de Peuple,
zouden drie burgers gedood en verscheidene anderen
doodelijk gekwetst zijn. Eene vrouw, die viel, werd
met de bajonet doorboord en als aan den grond ge
nageld. Van andere zijde wordt verzekerd, dat slechts
gewonden zijn gevallen, van welke twee zeer ernstig.
Na de schandalen op Père-Lacbaise gingen een paar
honderd revolutionairen en anarchisten naar de zaal
Grafïard, waar de verbittering zich in forsche woorden
lucht gaf. Een burger herhaalde, dat de tijd voor
redevoeren voorbij was. Alle wezenlijk revolutionaire
burgers moeten zich petroleum en andere licht ont
vlambare vloeistof aanschaffen, om-de openbare monu
menten in brand te steken. Een ander vermaande, de
revolutionairen, voortaan niet uit te gaan, dan met
een revolver. Het gemeenteraadslid Chabert verklaarde
op zijn eerewoord, dat hij in den Raad het voorstel
zal doen, om het ministerie in staat van beschuldiging
te stellen. »Ik begrijp niet", liet hij er op volgen,
«waarom de revolutie zoolang uitblijft. Wat mij betreft,
ik ben bereid voor haar te sterven. Als gij het uur
gekomen zult achten, om op straat te beginnen, dan
zal ik, weest er verzekerd van, mij in uw midden
laten dooden." In dien geest ging het nog een poos
voort, totdat men in eene groote opgewondenheid
uiteenging.
Maandag te I uur had de begrafenis plaats van
Frederik Cournet, oud-lid der commune. Omtrent
40,000 personen hadden zich vóór het sterfhuis
vereenigd. Toen de stoet naar het kerkhof van Père-
Lachaise op weg ging, liet de politie weten, dat bij
het graf alle vlaggen zouden worden geduld, maar
dat de roode vlag niet op straat mocht worden
ontplooid. Op de kist lag een rood baarkleed, maai
de roode vlag, waarop in gouden letters het volgende
opschrift prijkte: Comité révolutionaire central du
XXe arrondissement, werd eerst bij het graf ontrold.
Eene zwarte vlag wapperde boven de hoofden toen
de stoet zich in beweging stelde, onder den kreet
»leve de Commune!" De politie ging niet meê op
het kerkhof. De burgers Condillier, Vaillant en Goullé
bielden redevoeringen. Deze laatste deed uitkomen,
dat de menigte daags te voren op de politie het recht
veroverd had eene roemrijke vlag door de straten
van Parijs te dragen. Henri Rochefort en Ernest
Roche spraken daarna ook tot de menigte. Bij het
verlaten van het kerkhof liet de groep anarchisten
van het 20e arrondissement hare zwarte vlag wapperen
en riep: leve de Commune! Zij werd door de politie
uiteengedreven. Twee agenten werden gekwetst.
B e 1 g' i e.
In Charles Rogier heeft Woensdag België een zijner
beroemdste staatslieden verloren. Den 12 Aug. '1800
te Luik geboren, voegde hij zich dadelijk nadat hij
in de rechten was gepromoveerd, als journalist bij de
oppositie tegen Willem I en in 1830 trok hij aan het
hoofd der Luiksche vrijwilligers naar Brussel, waar hij
aan de straatgevechten deelnam en den 25 September
lid werd der voorloopige regeering. In Juni 1831 werd
hij gouverneur van Antwerpen, van Oct. 1832 tot.
I 4 Aug. 1834 was hij minister van binnenlandsche