In de vorige, week werd nabij Zeist eene koe ver
kocht aan een landbouwer te Rijsenburg. Zij scheen
niet veel genoegen te nemen met haren nieuwen
meester, althans toen deze in den stal. kwam en de
anders zeer makke koe wilde losmaken, besnuffelde
deze eerst haar nieuwen meester en werd toen zoo
woest, dat zij zich van haar halster losrukte, alles
omver wierp, wat in den weg stond en het hazepad
koos, zoodat zij in een oogwenk uit het gezicht was
verdwenen. Nadat men twee dagen te vergeefs in den
omtrek gezocht had, ontdekte men den derden dag,
tot groote verbazing, dat het beest zich weder bij zijne
vroegere kameraden in het land rustig had neergevleid.
De verkooper ging naai' de koe, die rustig bleef liggen
en zelfs de handen van den voornialigen eigenaar
likte, doch nauwelijks kreeg zij haar nieuwen meester
in het oog of zij zette het weder op een loopen, thans
niet zoo vlug, daar zij erg kreupel liep. Met moeite
gelukte het haar meester te worden, waarna zij, in
den stal gebracht, rustig ging liggen. Voor de derde
maal werden pogingen in het werk gesteld, om het
beest naar zijne bestemming over te brengen, doch
dezelfde onrust deed zich weder voor en het beest
gaf thans door eenige stooten ook den vroegeren meester
zijn ongenoegen te kennen. Goede raad was duur.
Ten slotte werd besloten, daar bet beest waarschijnlijk
toch nooit meer goed zou kunnen loopen, en de kooper
begreep, dat bij met een weerspannige koe niets kon
uitlichten, het bee-t maar af te maken. De gehecht
heid aan zijn meester moest het dier dus met den
dood bekoopen.
Door de boschwachters in het Scheveningsche bosch
is op heeterdaad betrapt een persoon, die een nachtegaal
had gevangen, liet netje, tot de vangst gediend heb
bende, werd in beslag genomen en de gevederde zanger
in vrijheid gesteld.
Een heer en dame (Duitschers) komen een paar
dagen geleden te Amsterdam in een café. Ze nemen
plaats aan een tafeltje en bestellen een paar glazen
bier. 't Wordt gebracht. «Aannemen!" klonk het,
»geef ons twee halve fleschjes St. Estèphe." Fluks is
de bediende met de fleschjes en glazen, en onmiddellijk
volgt de vraag: «Hoeveel geld?" Ei' wordt betaald.
De Duitscher met zijne gezellin gaan heen en begeven
zich naar hun hotel. Tot groote ontsteltenis ontwaart
echter de Duitscher den volgenden morgen bij zijn
ontwaken dat hij beroofd is van zijne portefeuille,
inhoudende 600 Mark. Niemand anders dan de kellner
van het koffiehuis, waar den vorigen avond bier en
wijn was gedronken, heeft - zoo luidde het oordeel -
dezen diefstal gepleegd, want mevrouw had gezien
dat de portefeuille op tafel had gelegen bij het betalen
van de vertering. Deze man werd gehaald, onderzocht
en zelfs deed men bij hem huiszoeking, waardoor zijne
vrouw erg verschrikt was.
De Duitscher was, toen men een verder onderzoek
instelde, gevlogen, maar men heeft zijn signalement,
want kort na dit voorval kreeg de politie de opdracht
om te zoeken naar een man, wiens beschrijving zeer
goed overeenkomt met dat van den bestolen Duitscher.
Deze is thans het wild, waarop de politie jaagt,
en de kellner met zijn vrouw kunnen zich troosten
met het bewustzijn, dat het belang der maatschappij
hun een mauvais quart cVheure heeft bezorgd.
Naar het schijnt, (zegt het Vad.) zijn de onder
handelingen der Regeering met jhr. mr. Wichers
over de betrekking van gouverneur der West met
geen goeden uitslag bekroond. Thans is er sprake
van, dat die post is aangeboden aan mr. Smidt,
oud-Minister van Justitie en lid van den Raad van State.
Door H. Tuyp te Volendam is bij adres aan de
Staten-Generaal eene uitvoerige kritiek geleverd op
de laatste memorie, door de commissie uit het college
voor de zeevisscherijen bij de regeering ingediend.
Daarin wordt beweerd, dat de bezwaren van Volendam
niet weerlegd zijn, dat de commissie in hare becijferingen
volkomen faalt, en in de wijze, waarop de controle
uitgeoefend is, den schijn van partijdigheid niet kan
ontgaan.
De aanbevelingslijst voor de betrekking van Raadsheer
bij den lloogen Raad is Dinsdag in de Tweede Kamer
ingekomen. Zij bevat de volgendenamen; Modderman,
oud-minister; Van Blom, rechter te Heerenveen; Karsten,
raadsheer te Arnhem; Van Hettinga Tromp, advocaat
te Leeuwarden; A. J. Van Ernden, oud-president bij
het hof van justitie te Suriname en De Sitter, rechter
te Arnhem.
Naar men verneemt, is in het land van Altena
zulk een gebrek aan weik, dat o. a. te Werkendam
minstens 200 man leêg loopen.
Enkelen van daar en omstreken achten zich
bovenmate gelukkig, als ze voor 16 stuivers per dag
2 a 3 uren van huis, werk mogen vinden.
De Kölnische Zeitung bevestigt de door hare gedane
mededeeling, dat Vrijheer Von Saurma—Jeltsch, die
thans de Duitsche regeering te Bucharest vertegen
woordigt, tot opvolger van graaf Herbert Von Bismarck
bij het Nederlandsche bof is aangewezen.
Op de bekroningslijst der internationale tuinbouw
tentoonstelling te Antwerpen komen als Nederlandsche
inzenders voor: Juiissen te Naaiden, met drie medailles
voor verschillende inzendingen en Van der Bom te
Oudenbosch, met ééne medaille.
In het Staatsblad No. 75 is opgenomen de over
eenkomst, op 27 December '1884 te Brussel door de
wederzijdsche gevolmachtigden van Nederland en de
Internationale Vereeniging van den Congo gesloten,
tot erkenning van die Vereeniging en van hare vlag
door de Nederlandsche regeering.
Op de steenfabrieken langs den IJsel wordt meestal
met de helft personeel van andere jaren gewerkt.
Daarenboven zijn de dngloonen veel lager. Niettegen
staande de prijzen laag zijn, blijft de voorraad steenen
nog groot.
De hooge raad heeft de zaak van den heer P. te
Wageningen, over het niet branden van kunstlicht
bij «vergunning" behandeld. De eisch strekt tot ver
nietiging van bet vonnis, waarbij de kantonrechter
van rechtsvervolging ontsloeg, met verwijzing der zaak
naar de rechtbank te Arnhem. Den 8 Juni e.k. zal
uitspraak worden gedaan.
Bij den officier van justitie te Leeuwarden is eene
klacht ingediend tegen een verloskundige te IJ 1st, die
geweigerd zou hebben eene vrouw bij te staan, daar,
volgens zijne meening, zijne diensten nog niet noodig
waren. Gebrek aan geneeskundige hulp zou daarop
den dood der vrouw veroorzaakt hebben.
Het gerechtshof te Arnhem heeft A. Kwabek, ge
meente- en onbezoldigd rijksveldwachter te Elden,
schuldig verklaart aan: 1°. valschheid in authentiek
en politiek geschrift, door het als openbaar ambtenaar
in bet opmaken eener tol zijn post beboorende akte,
bedriegelijk veranderen van het wezen daarvan, door
valsclie feiten als waar uit te maken2°. het des-
bewust gebruik maken daarvan, en 3°. valsche ge
tuigenis in een boetstraffelijke zaak ten nadeele van
den beklaagde, en hem veroordeeld tot 2 jaren celstraf,
twee boeten van f 50, of 1 dag celstraf voor iedere
boete.
H. M. de Koningin van Denemarken heeft, naar
wij vernemen, een buitengewoon eereprijs, een uit
zilver gedreven inktkoker in den vorm van een haan,
uitgeloofd voor de Intern. Tentoonstelling van pluim
gedierte te Kopenhagen te houden.
De Nederl, Stoomboot-Maatschappij moet voordeelige
voorwaarden voor de inzendingen hebben toegestaan.
Onder de Nederlandsche inzenders zullen behooren
do heer P. Polvliet te Hellevoet, met zijn veelbekroonde
duiven, de heer H. Coert, notaris te Molenaarsgraaf,
met kippen en waterwild, dr. Kros te Kinderdijk, met
kuif kippen, het Hoenderpark Halverhout en Co., dr. L.
Mulder, met jaargangen van de Landb. Ct. enz. Men
kan dus verwachten, dat Nederland te Kopenhagen
een goed figuur zal maken.
B. en W. van Delft hebben zich verplicht gezien
de begraafplaats des Zondags-namiddags voor het
publiek te sluiten, daar dit zich niet ontzag dan
zelfs tot gravenschennis over te slaan, onder
bedreiging, dat de toelating van publiek geheel zal
worden verboden als nu de bedoelde misbruiken niet
ophouden.
Naar uit Middelburg wordt gemeld is de vrouw
van den voortvluchtigen postdirecteur W. H. Pieter
uit IJzendijke met haar dochtertje behouden te Patras
aangekomen.
Maandag is te Rotterdam aangekomen het stoom
schip «Afrikaan", medebrengende, onder geleide van
den Belgischen officier Fulmer, een gezelschap Afri
kanen van verschillende rassen, bestaande uit elf
personen, waaronder drie vrouwen en een meisje.
Onder ben treft men ook den Afrikaan aan, die
Stanley tot geleide diende, de eenige, die Portugeesch
en Engelsch spreekt en Europeesch is gekleed. Alle
anderen zijn gekleed als in hun eigen land. Zij brengen
verschillende dieren en voorwerpen mede en zijn gisteren
avond per stoomboot «Telegraaf" naar de Antwèrpsche
tentoonstelling vertrokken.
liet plan tot het oprichten van een onderling pensioen
fonds voor de ambtenaren bij den provincialen waterstaat
in Zeeland zal, naar de Midd. Ct. meldt, door gebrek
aan deelnemers niet kunnen worden uitgevoerd.
Voor de Middelburgsche rechtbank stond jl. Maandag
terecht mej. A. B., zich ook noemende soeur L., van
het pensionaat van onze Lieve Vrouw van Lourdes
te IJzendijke, beklaagd van verwonding door onvoor
zichtigheid, als hebbende omstreeks vier maanden
geleden een der schoolkinderen, het driejarig zoontje
van D., te IJzendijke, op den schoolkachel gezet, ten
gevolge waarvan het kind aan zijn zitdeel een brand
wonde bekwam. De beklaagde erkende het feit gepleegd
te hebben, doch niet met het doel om den kleine leed
te doen integendeel, het zetten op den kachel was
voor de kleine een pretje. Haar verzuim was, dat zij
zich niet overtuigd had of de plaats, waar zij den
dreumes gezet had, in het gat voor het deksel van
den kachel, nog heet was, terwijl, nadat het knaapje
er van verwijderd was en het gebeurde door de zusters
was ontdekt, in den kachel nog een weinig vuur bleek
te zijn.
Het O. M., dat, wijl hier niet van opzettelijke mis
handeling, maar alleen van onvoorzichtigheid bleek,
in ruime mate verzachtende omstandigheden in aan
merking nam, eischte veroordeeling van beklaagde
tot f 25 boete, subsidair 5 dagen gevangenisstraf en
in de kosten.
Tegen den onderwijzer te Katwijk, die voor de
rechtbank in den Haag terechtstaat, wegens het slaan
van een ticnjnrigen scholier, tengevolge waarvan deze
zou zijn overleden, is een celstraf van zes maanden
en f '100 boete geëischt. Uitspraak op aanstaanden
Maandag.
Het slaan zelve is door den beschuldigde erkend,
maar volgens verklaring der deskundigen is niet be
wezen, dat de dood, die den 1 April, een drietal weken
na het plegen van het feit, volgde, aan die klappen
is toe te schrijven. Het bleek, dat het hoofd der school,
onder wiens leiding de beklaagde zes jaren werkzaam
was geweest en bij wien hij ook zijne opleiding tot
onderwijzer had genoten, insgelijks het slaan als tucht
middel gebruikte.
De Kon. Academie van Wetenschappen, afd. Letter
kunde, hield eene vergadering op Maandag '11 Mei '1885.
Nadat drie familieleden van wijlen mr. J. A. Fruin
waren binnengeleid, Jas de beer De Pinto eene uitvoerige
levensschets van den afgestorvene, in welke hij zijn
beminnelijk karakter en zijne groote verdiensten als
academisch leeraar en rechtsgeleerd sch rij ver deed kennen.
Daar de voorlezing bijna twee uren had gevorderd
en eene buitengewone vergadering moest gehouden
worden, werden de overige aangekondigde mededeelingen
tot eene volgende vergadering verdaagd.
De heer van den Bergh bood eene kleine bijdrage
voor de Verslagen aan. Zij werd in handen gesteld
van de commissie van redactie. Door de heeren
M. de Vlies en Tiele werden geschenken voor de boekerij
aangeboden.
Ongelukken, Rampen, Misdaden, enz.
Te Nieuw-Borgvliet, op 40 minuten afstand van
Bergen op Zoom, is een moordaanslag gepleegd op een
bejaard man. De toestand van den ongelukkige is
zorgelijk; de vermoedelijke dader is in hechtenis ge
nomen. Bijzonderheden ontbreken nog.
Dinsdag zijn te Den Helder aan den zeedijk eenige
vrouwen-kleedingstukken gevonden met een briefje er
bij van den volgenden inhoud:
«Ik ben den moordenaar van het kind
Het is de zee, die mij verslind
O, Heer wees mij genadig."
Zeker iemand had op de varkensmarkt te Groningen
voor den prijs van f 7,50 een aardig biggetje gekocht.
Trotsch op zijn eigendom weid er een stevige borrel
opgezet. De man wist echter niet hoeveel bij verdragen
kon en was weldra zóó onder den invloed van het
gebruikte, dat hij rechts en links zwaaide en met
zijn levende waar in een zak op den schouder een
vrij lachwekkend aanzien had. Doch hier bleef het
niet bij. llij wilde zijn beestje ook gaarne t' huis
hebben en zoo slingerden beide naar het Boterdiep,
waar de viervoeter in een trekschuit zou geplaatst
worden, 't Kwam er echter niet toe, want door het
aanhoudend waggelen van zijn meester, die bovendien
geplaagd werd door de lieve straatjeugd, geraakte
het beest nog altijd door den zak omhuld, te water
en zonk als een steen, 't Duurde eenigen tijd voor
men den zak er weder uit had. Het varkentje was
inmiddels gestorven en werd aan den eigenaar ter
hand gesteld, die nu met zijn doode waar een goecl
heenkomen zocht.
Zaterdag en Zondag heeft in bijna geheel Schotland
een hevige sneeuwstorm gewoed. Geheele troepen
schapen en lammeren zijn omgekomen. De bewoners
van Schotland herinneren zich niet dergelijk ruw weder
in de maand Mei te hebben gezien.