Buitenland.
e. op wijziging van laatstgenoemde wet in dien
geest, dat aan elk der universiteiten de clinische
hoogleeraren der medische faculteit, vermeerderd met
de helft van hun aantal aan geneeskundigen uit
dezelfde stad, door de faculteit telken jare te kiezen
als Arts-commissie, fungeeren.
Te Nispen, op de grens tusschen ons land en België,
hebben langs den staatsspoorweg dezer dagen opne
mingen en uitbakingen plaats gehad.
Van goederhand vernemen wij, dat die werkzaam
heden vanwege de maatschappij tot exploitatie van
staatsspoorwegen verricht zijn, in verband met eene
door haar aan de regeering gerichte verklaring, dat
zij zich niet langer verantwoordelijk stelt voor den
toestand op het station Rozendaal, waar niet dan met
de grootste inspanning de dienst kan plaats hebben,
maar desniettemin zóó gevaarlijk is, dat, trots die
inspanning, een ernstig spoorweg-ongeval zeer waar
schijnlijk wordt.
In die omstandigheden moet, naar de meening der
maatschappij, onverwijld eene beslissing volgen omtrent
het al of niet ten uitvoeren der uitbreidingsplannen
van het station Rozendaal (waarvan de bestekken meer
dan een jaar te 's Hage gereed liggen), of het maken
van een grensstation te Nispen, waarvoor inmiddels
de maatschappij alle gegevens verzameld heeft.
De Haagsche afdeeling van de Nederlandsche Ver-
eeniging tegen de prostitutie heeft (zooals is gemeld)
twee adressen verzonden aan Z. M. den koning. Thans
wordt het officieel antwoord hierop bekend gemaakt.
Het luidt aldus:
De minister van binnenlandsche zaken, krachtens
machtiging des Konings van 25 November 1884 en
die van 10 Januari j.l. No. '19, beschikkende op de
verzoeken van het bestuur der 's-Gravenhaagsche af
deeling van de Nederlandsche Vereeniging tegen de
prostitutie van 25 November 1884 en 9 Jan. j.l. om
vernietiging der tweede afdeeling, in het bijzonder
artt. 18 en '19 junto art. 23 der 's Gravenhaagsche
verordening, regelende het politie-toezicht op de pros
titutie van 16 Juli 1884;
Overwegende, dat de Raad der gemeente 's-Graven-
hage, die verordening in het belang van de openbare
orde en gezondheid, heeft vastgesteld, krachtens de
bevoegheid hem uitdrukkelijk bij art. '135 der gemeente
wet verleend
dat de door de adressant bestreden artikelen, waar
van de meeste voorschriften bevatten, strekkende tot
bereiking van het door de verordening beoogde doel,
niet strijden met de wet of met het algemeen belang;
overwegende, dat de vrijheid van doen en laten
zeker in groote mate wordt beperkt dooi- de verplich
ting, aan publieke vrouwen opgelegd, om zich in zekere
gevallen te doen onderzoeken en te doen verplegen
in een ziekenhuis;
dat de eerstgenoemde verplichting niet strijdt met
de algemeene vrijheid, aan de ingezetenen door art. 2
burgerlijk wetboek gewaarborgd, omdat zij eene voor
waarde is tot liet uitoefenen van het eerloos bedrijf,
dat deze vrouwen vrijwillig kiezen, en waardoor zij
de gezondheid van anderen in gevaar brengen
dat de tweede afdeeling een voorzorgsmaatregel
tegen verspreiding van eene besmetting is en niet
strijdt met het belang der lijders om weder gezond
te worden
geeft namens den Koning aan adressant te kennen,
dat er geen termen zijn om aan zijn verzoek te voldoen.
N. JR. Ct.
Ook Rotterdam zal dit jaar zijne wedrennen hebben,
en wel op Maandag 18 en Dinsdag 19 Mei a.s. Zij
zullen worden gehouden op een daartoe ingericht
terrein aan den Bergweg, tegenover Landzicht. Voor
de toeschouwers wordt aldaar een tribune opgericht,
terwijl ook het niet-betalend publiek de gelegenheid
zal kunnen vinden, om van het belangwekkende
schouwspel iets te genieten.
De zaak gaat uit van hetzelfde Nederlandsch-Belgische
comité, hetwelk de wedrennen bij Clingendaal orga
niseerde.
Op den eersten dag zullen er vijf wedrennen plaats
hebben, en op den tweeden dag twee wedrennen en
drie harddraverijen. Daar voor het vervoer der paarden
belangrijke faciliteiten zijn verkregen, is het te ver
wachten, dat de deelneming, zoowel van renpaarden
als van harddravers, niet gering zal zijn.
Het programma zal in het eerstvolgende nommer
van De Nederl. S210H worden openbaar gemaake.
N. R. Ct.
Men schrijft uit Egmond aan Zee
Het bericht, als zoude door Engelschen van onze
visschers vischwant zijn ontvreemd, schijnt niet juist
te zijn. Door Urksche en Volendammer visschers werd
verklaard, dat de Engelschen wel met hun boot bij
het in zee liggende want zijn geweest, en dat gij
daarvan ook een gedeelte hebben binnengehaald, daar
zij meenden, dat het reeds door onze visschers verloren
was. Ook moet men den kotter hebben achtervolgd,
doch alleen om het nommer van den kotter op te
nemen. Van liet zien liggen van het want aan boord
van den kotter, of van het terug te vragen, is volgens
de berichtgevers niets bekend. Een en ander werd
Vrijdag door Egmondsche bommen, die het bewuste
want hadden opgevischt, hier aangebracht.
Te Leeuwarden heeft onder presidium van den
heer mr. J. v. Leeuwen, eene vergadering van ver
schillende ijsvereenigingen plaats gehad, ten einde
middelen te beramen tot wering der bestaande
misbruiken bij hardrijderijen op schaatsen. Er waren
43 bestuursleden aanwezig, vertegenwoordigende 22
ijsclubs in Friesland. Een voorstel, tot oplichting van
een bond, werd met 31 tegen '12 stemmen verworpen.
Daarentegen is besloten, de volgende 4 artikelen op
te nemen in de reglementen der ijsclubs, welke op
de vergadering vertegenwoordigd waren:
'1. leder, die aan een wedstrijd wenscht deel te
nemen, mag zich voor niet meer dan eene op denzelfden
dag te houden hardrijderij laten inschrijven.
2. Wanneer het bestuur overtuigd is, dat de
rijders afspraak hebben gemaakt de prijzen te ver-
deeJen, zullen deze niet wói'den uitgereikt.
3. Zij, die zich voor meer dan eene op denzelfden
dag te houden hardrijderij hebben laten inschrijven,
alsmede zij, van wie het naar de meening van het
bestuur, overtuigend is gebleken, dat zij afspraak
hebben gemaakt de prijzen te verdeelen, worden ge
durende het loopende en het volgende winter-seizoen
van alle wedstrijden, uitgeschreven door de toegetreden
ijsvereenigingen, uitgesloten.
4. De namen van hen, die zich aan een van beide
misbruiken hebben schuldig gemaakt, zullen daartoe
terstond aan de besturen der toegetreden ijsvereenigingen
worden bekend gemaakt, op de wijze door elk bestuur
te bepalen.
Voorts is besloten, om de besturen der ijsclubs,
welke niet op de vergadering waren, met het voren
staande in kennis te stellen en hen uit te noodigen,
de vorenstaande artikelen in hunne reglementen op
te nemen.
De maatschappij »Een Nationaal Belang" heeft in
"1884 een zuivere winst van f 1074,78, zijnde 2/14 pCt.
over het kapitaal, gemaakt; het dividend zal 2 pCt.
bedragen.
In 1884 trok men de beschikbare krachten grootendeels
samen op de reeds bestaande aanplantingen, die nu
f 2400 afwierpen, tegen f '1554 in het vorig jaar.
Voor den aanleg enz. is tot dusver f 50,106 besteed.
Van de opbrengst komt aan de Exploitatie-Maat
schappij f 800 ten goede.
De kosten van onderhoud beliepen f 1121.
Op '16 Mei zal de alg. vergadering plaats hebben.
De Maatschappij, tot welker oprichting de heer
J. W. R. Gei lach indertijd het initiatief nam, blijkt
inderdaad dus, volgens het denkbeeld dat hem toen
bezielde, vroeger improductieve gronden vruchtdragend
te maken, Moge dit denkbeeld overal gevolgd woiden,
waar men onbenutten grond beschikbaar heeft.
Kunst, Wetenschap en Letteren.
In de vergadering der mathematisch-natuurkundige
afdeeling van de akademie der wetenschappen te
Weenen, heeft den 16 April dr. E. Mahler eene astro
nomische verhandeling gehouden over de in den bijbel
vermelde Egyptische duisternis. Uitgaande van de ver
onderstelling, dat die duisternis eene totale zonsver
duistering is geweest, heeft hij onderzocht, wanneer
zulk een zonsverduistering op den len der maand Nisan,
omstreeks den tijd, dat de uittocht der Israëlieten
moet hebben plaats gehad, in Egypte is zichtbaar
geweest. Hij heeft gevonden, dat den '13 Maart 1335
vóór Christus een ringvormige verduistering in Egypte
is moeten zijn waargenomen en met dien datum
stemmen overeen de dag en de maand, die door de
traditie worden aangegeven. De uittocht zou dan op
den 27 Maart 1335 v. C. moeien worden gesteld.
B e 1 g" i e.
De vertegenwoordigers der vreemde bladen, die voor
de wereldtentoonstelling waren overgekomen, werden
Vrijdagavond door het Belgisch drukpers-comité, be
staande uit de heeren Snieders, Goemaere, Gressin
Dumoulin, ontvangen. Het getal dagbladschrijvers was
groot: Franschen, Nederlanders, Duilschers, Engelschen,
enz., van de voornaamste dagbladen van Europa, waren
daar aanwezig. De heer Aug. Snieders, voorzitter van
het comité der drukpers, heette eerst in het Fransch,
daarna in het Vlaamsch de aanwezigen welkom. De
Vlaamsche toespraak luidde als volgt: «Nederlanders,
Vlamingen (toejuichingen), gij allen broeders van den
dietschen stam; aan u, die hier in ons midden thuis
hoort, zooals wij thuis hooren bij u, aan u, van wier
land de dichter zong:
Hier en aan den overkant
Daar en hier is Nederland!
u zou ik niet hoeven te zeggen, dat gij welkom zijt
Dit welkom klinkt uit ieder woord van onze taal;
het staat geschreven in de schoonste en in de smarte
lijkste bladzijden onzer geschiedenis het staat geschreven
in ons hart; wij, wij zijn kinderen van hetzelfde bloed;
wij zijn kinderen van hetzelfde vaderhuis! (langdurige
toejuichingen). Welkom, welkom, aan u allen." De
heer Victor Lynen stelde een toast in aan de drukpers.
Een dertigtal rijtuigen bracht de dagbladschrijvers
naar het stadhuis, waar zij ontvangen werden door
den burgemeester de Wael. De burgemeester heette de
dagbladschrijvers welkom in Antwerpen en hij deed
dit in woorden, die inderdaad uit het hart kwamen.
Hij was zeker, dat de Antwerpsche pers den vreemde
lingen het verblijf in Antwerpen aangenaam maken
zouoverigens stelde hij zich ten dienste der pers,
om haar binnen de maat van tijd en krachten dienst
te bewijzen. M. Bigot, vroeger aan Le XlXe Siècle,
dankte het eerst in het Fransch; M. van Duy), nog
kortelings hoofdredacteur van het Algemeen Handels
blad te Amsterdam, sprak eenige hartelijke welgepaste
woorden in het NederlandschM. Mullendorf, van de
Kölnische Zeiturtq, in het DuitschM. Lax, van de
Times en M. Byles, van Bradford, beiden in het
Engelsch. Zaterdagmorgen was er groote bedrijvigheid
in de stad. De vlaggen wapperden. De treinen brachten
eene ontelbare menigte aan. Het weêr was schoon.
In de dokken en op de Schelde vlagden de schepen.
Men merkte de twee Nederlandsche oorlogsschepen,
Marnix en Castor, op. Te half twee kondigden de
kanonschoten, den koninklijken trein aan. Onder het
gejuich der menigte verschenen de koning en de
koningin, de graaf en de gravin van Vlaanderen, prins
Boudewijn met gevolg, de ministers Beernaert, Thonis-
sen, de Moreau en generaal Pontus. De burgemeester
hield een aanspraak, die door den koning werd beant
woord. Nadat mej. van der Taelen, dochter van den
gewezen schepen, en mej. Nauts, dochter van den
tegen woordigen schepen, aan de koningin en de gravin
van Vlaanderen elk een prachtigen bloemtuil hadden
aangeboden, verliet de koninklijke stoet het station.
Aan den ingang van het tentoonstellingsgebouw werd
de koning ontvangen door het uitvoerend comité. De
voorzitter, de heer Victor Lynen, hield eerst eene
redevoering, daarna de minister van binnen!, zaken.
Vervolgens werd de Feestzang van Peter Benoit uit
gevoerd. Daarmede was de tentoonstelling geopend.
Engeland.
De belangrijke mededeeling der Daily News luidt
volledig als vulgt: «Men deelt ons mede, op een gezag,
dat boven allen twijfel verheven is, dat de keizer van
Rusland, ernstig wenschende zoo mogelijk een oorlog
met Engeland te vermijden, gunstig is gestemd voor
de voorstellen die dooi' Engeland zijn gedaan, om aan
een scheidsgerecht het ongelukkig voorval van 30 Maart
bij Pendjeh te onderwerpen. II. M.'s ministers zijn,
zoo vernemen wij, niet officieel, maar langs het ge
bruikelijk diplomatiek kanaal van deze verzoenlijke
stemming van den keizer van Rusland en het kabinet
van St, Peterburg verwittigd. Het officiëele antwoord
op de voorstellen van ons gouvernement, die vervat
zijn in lord Granville's dépêche van Zaterdag, welke
verleden Donderdag te St. Petersburg is aangekomen,
kan in Engeland niet vóór de volgende week worden
ontvangen. Men gelooft, dat het eene formeele aan
neming der Engelsche voorstellen zal inhouden. De
juiste vorm, die aan deze schikking diende te worden
gegeven, om niet in conflict te komen met de natuurlijk
zeer opgewekte prikkelbaarheid aan beide zijden, is
door ons gouvernement overwogen en houdt, gelooven
wij, thans de aandacht bezig van den heer van Giers
en zijne ambtgenooten in het kabinet van St. Peters
burg, die daarover met den keizer consulteeren. Het
gedrag van generaal Komaroff of dat van Sir Peter
Lumsden zal niet aan de arbitrage worden onder
worpen, daar geen van beide gouvernementen kan
toelaten, dat de handelingen zijner officieren aan het
oordeel eener vreemde mogendheid worden onderworpen.
Wij vernemen evenwel, dat is voorgesteld, aan eene
arbitrage de vraag te onderwerpen, of er aan beide
zijden eene verkeerde uitlegging is gegeven aan de
instructies, die tengevolge der overeenkomst van 17
Maart waren gezonden. De ai bitrage, die men voor
stelt aan het hoofd van een bevrienden staat op te
dragen, is streng beperkt tot het incident van Pendjeh
en de overeenkomst van 17 Maart. Er bestaat geen
voornemen de grens-quaestie aan arbitrage te onder
werpen. Zij is iets, dat alleen door de twee landen
moet worden geregeld, wier belang en eer daarmede
zijn gemoeid. Wij hebben grond te gelooven, dat,
voordat het Pendjeh-incident de zaken had in den war
gestuurd, zekere détails van eene schikking op een
grondslag, die voor beide gouvernementen en voor den
Emir aannemelijk was, waren aangenomen. Indien het
voorstel om liet Pendjeh-incident aan de uitspraak
van een scheidsrechter te onderwerpen, wordt aange
nomen, zal met het werk der regeling worden voort
gegaan, zonder op de beslissing van den scheidsi'echter
te wachten. Terwijl de gemengde commissie voor de
Pr
aan
uit
op
sch3
bela
Hu
in
recii
na
denl
veril
nogj I
zijn|
is
steil
denj
uiti
om
hai
gei
Col
trel
ha
kal
ha<
Dij
vat
Ma
is
vei
hel
gel