Op eene vraag van den heer Goemans, deelt de heer
Boeije mede, dat het werk door den dijkbaas op f 150
was begroot en dat deze daarbij tót maatstaf had genomen
een werk van gelijken aard. Dat werk is echter voor den
aannemer tegengevallen en daardoor bestond er weinig
concurrentie. De inschrijving bedroeg meer dan 300,
doch de aanbesteding is eindelijk geschied voor f 250
terwijl dé kosten van! toezigt f 12,50 bedragen.
Het vöorstel van Durgem.' en "Weth. wordt daarna zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter wenscht de openbare vergadering in eene
beslotene té doen overgaan.
De heer de Jonge vraagt het woord en wijst op den
slechten toestand, waarin het onlangs gelegde klinkerpad
van het Groenendal naar de Zuidhavenpport verkeert. Yele
nieuwe klinkers liggen los en enkele zijn reeds gebroken.
Hij heeft hierover met den Gemeentebouwmeester gesproken
en deze vond ook dat de bestrating slecht geschied was,
hoewel hij den straatmaker had aangemaand de klinkers
zoowel in de lengte als in de breedte goed tegen elkander
te plaatsen.
Hij herinnert, dat bij de behandeling der gemeente-
begrooting door den heer Goemans ook op de slechte
bestratingen is gewezen en zon daarom het Dagelijksch
Bestuur in overweging geven, de bestrating, althans van
de klinkerpaden, zoo mogelijk door iemand anders dan
den gewonen straatmaker te laten doen.
De Voorzitten- zegt, dat hij deze zaak met Burgem. en
"VVeth. bespreken zal, doch dat hij er thans niets verder
van zeggen kan.
De heer Boeije is het eens met den heer de Jonge, dat
de bestrating van bedoeld klinkerpad niet best is en dit
is ook bij Burgem. en Weth. besproken, doch men moet
niet uit het oog verliezen, dat het leggen van het pad
onder bijzonder ongunstige omstandigheden geschied is.
Door de aanhoudende droogte en den Noordenwind is er
veel zand weggewaaid. Daaraan wordt nu tegemoet gekomen
door er zand aan te brengen, vermengd met andere vas
tere stoffen. Hij deelt dit mede om te doen uitkomen dat
het oordeel van den Gemeentebouwmeester niet zóó ongunstig
is als men uit het gesprokene van den heer de Jonge
wel zou opmaken.
De heer de Jonge zegt, dat de Gemeentebouwmeesfer
hem ook wel op die ongunstige omstandigheden heeft
gewezen, doch deze verklaarde ook, dat de straatmaker
zich niet heeft gehouden aan het herhaald gegeven bevel
om de steenen genoegzaam tegen elkander te drijven.
De Voorzitter doet daarop de openbare vergadering in
eene beslotene overgaan.
Na de heropening der openbare vergadering wordt deze
dadelijk door den Voorzitter gesloten.
Snelpersdrnkkérij van H. LAKENMAN te Zierikzee.