BIJVOEGSEL van Zaterdag 18 April 1885. BIJ DE VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD ZIERIKZEE, ZIERIKZEESG'HE TE gehouden den 13 April 1S3G. Voorzitter Mr. J. P. N. Ermerins, Burgemeester. Afwezig zijn de heeren Mr. Moolenbufgh, volgens ken nisgeving buiten de gemeente en de heeren Zuurdeeg, van Manen, van Kinschot en de Crane. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering worden voorgelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mededat zijn ingekomen •1°. een verzoek van den heer J. G. van Santen, om te worden ontslagen als leeraar in de Fransche en Engel- sche talen aan de Iloogere Burgerschool, met ingang van den 1 Mei a.s. of zooveel eerder als zijn opvolger in functie treden zal. De Voorzitter zegt, dat dit adres is ingediend den 13 Maart 1.1. en dat de verordening regelende het Middel baar Onderwijs bepaalt, dat eervol ontslag der leeraren in den regel eerst ingaat, twee maanden na den dag waarop de aanvrage om ontslag zal zijn geschied, of zooveel eerder als de opvolger van den ontslagene kan in functie treden. Namens Burgem. en "VVeth. stelt hij vervolgens overeen komstig het advies van den Inspecteur en de Commissie van Toezigt voor het Middelbaar Onderwijs voor, het ontslag eervol te verleenen met ingang van den 13 Mei a.s. of zooveel eerder als de te benoemen opvolger in dienst treden zal. Dienovereenkomstig wordt besloten. Daarna zegt de Voorzitter, dat door Burgem. en "VVeth. dadelijk na de ontvangst van het adres eene oproeping is gedaan van sollicitanten naar de open te vallen betrekking om zich vóór den 1 April aan te melden. Op die oproeping zijn verschillende sollicitanten opge komen en Burgem. en Weth. hebben de stukken na ken nisneming verzonden aan de Commissie van Toezigt voor het Middelbaar Onderwijs en daarna aan den Inspecteur, wiens advies wordt ingewacht, waarom zij nog niet in staat zijn eene aanbeveling te doen. De heer Goemans zou wenschen, dat er na ontvangst van het advies van den Inspecteur met de vervulling dei- betrekking zooveel mogelijk spoed werd gemaakt in het belang van het onderwijs. Er zijn, naar hij meent, onder de sollicitanten personen, die dadelijk in dienst kunnen komen. De Voorzitter antwoordt, dat uit het door hem mede gedeelde blijkt, dat Burgem. en "VVeth. zooveel mogelijk spoed hebben gemaakt en dat zij voornemens zijn zoodra doenlijk eene aanbeveling te doen. Hij wil wel aannemen dat er sollicitanten zijndie dadelijk in dienst zouden kunnen treden, doch al is dit het geval, dan blijft het de vraag of zij in aanmerking kunnen komen 2°. een verzoekschrift van het Bestuur der Afdeeling sZierikzee" der Maatschappij tot bevordering van Landbouw en Veeteelt in Zeeland, te kennen gevende, dat de ervaring heeft geleerd dat er geen behoefte bestaat aan de najaars paardenmarkt, die in November gehouden wordt; dat die in Junij daarentegen met succes heeft gewerkt, doch zulks nog meer zou doen, indien deze niet zamen viel met de markt, die op denzelfden dag te Dirksland gehouden wordt, die voor de kooplieden van zooveel gewigt schijnt te zijn, dat zij die niet willen missen en zij daar door verhinderd worden hier te komen dat bij herhaling door voorname belangstellende paarden- koopers op dit ongerief is gewezen en dat zij hebben verzekerd dat eene verzetting van de markt bepaald voor deliger voor den landbouwer zou zijn; dat het bestuur overtuigd is, dat de Raad niet anders wenscht dan in deze datgene te doen wat den reeds zoozeer gedrukten landbouwer kan bevoordeelenvooral ook met het naauwe verband dat er bestaat tusschen de welvaart van den buitenman en die van de ingezetenen en daarom verzoekt, opheffing van de najaarspaardenmarkt van No vember en verzetting van die van den eersten Donderdag in Junijop den "Woensdag daaraan voorafgaande. De Voorzitter stelt namens Burgem. en Weth. voor, op de door adressanten aangevoerde gronden de najaarspaarden- nfarkt op te heffen en de voorjaarspaardenmarkt te ver zetten van den eersten Donderdag in Junij op den daaraan voorafgaanden Woensdag. Nadat de Voorzitter op eene vraag van den heer S. J. Ochtman had geantwoord, dat Burgem. en Weth. voor nemens zijn, om van hunne bevoegdheid volgens de ver ordening op de markten gebruik te maken, om de gewone weekmarktdag op den dag van de paardenmarkt te houden, wordt het voorstel van Burgem. en Weth. zonder hoof delijke stemming aangenomen. De Voorzitter deelt mede, dat onder de door het Water schap Schouwen door afdelving verbeterde gronden' bij den zeedijk van Borrendamme, ook een aan de gemeente in eigendom toebehoorende oppervlakte grond is, vroeger deel uitmakende van den Borrendamschen- of Plattenweg en indertijd daarvan afgesneden door het graven der water leiding loopende van het Schelpweegje naar den West- havendijk. Die oppervlakte grond, groot 16 A. 30 c.A., vormt thans geen afzonderlijk perceel land en kan in haar tegen- woordigen toestand niet op zich zelve worden gebruikt waardoor zij voor de gemeente weinig of geen waarde heeft. Burgem. en "Weth. zijn daarom in overleg getreden met het Dagelijksch Bestuur van het Waterschap Schouwen, eigenaar van de omliggende gronden, welk bestuur bereid is aan de Algemeene Vergadering van het Waterschap een voorstel te doenom. die oppervlakte land van de gemeente te koopen, voor eene som van 100 per 41 A. 68 c.A. Burgem. en Weth. stellen nu voor, die oppervlakte grond voor genoemden prijs te verkoopen aan het Waterschap Schouwenonder bepaling dat de kosten der overdragt voor rekening van het Waterschap zijn. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. De Voorzitter deelt mede, dat Burgem. en Weth. voor nemens waren een voorstel te doen omtrent de verhuring van de portierswoning bij de Noordhavenpoort, thans nog tot 1 Mei 1885 met hunne toestemming bewoond wordende door de Wed. J. van der Have, doch dat de gevoerde onderhandelingen over den huurprijs niet tot den gewenschten uitslag hebben geleid en zij derhalve nog geen voorstel kunnen doen. Dat zij daarom eene oproeping hebben gedaan van ge gadigden voor die woning en later daaromtrent een voorstel zullen doen. Een huurprijs van f 0,75 a f 1 per week komt hun niet te hoog voor. Voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter herinnert, dat de Raad bij besluit van 28 Julij -1884 heeft bepaald, dat de gemeente y3 zou betalen in de kosten van opruiming van een schelpbank aan de binnenzijde van het Sas, die op f 150 werden geraamd, terwijl de overige zouden worden gedragen door de besturen van den Saspolder, Bettewaarde en Zeike polder en daarvoor aan Burgem. en Weth. een crediet heeft verleend van hoogstens f 50. Dat werk is echter tegengevallen door te weinig concur rentie en heeft in plaats van f 150, f 262,50 gekost, zoodat, indien de gemeente voor hare rekening neemt, f 87,50 in plaats van f 50 moet worden betaald. Burgem. en Weth. stellen voor, daartegen geen bezwaar te maken en nu f 87,50 toe te staan en voor dat bedrag te beschikken over den post voor Onv. Uitg. begrooting 1885.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1885 | | pagina 5