Maatschappij van Landbouw, VERGADERING VISITEKAAR TJES. toelage voor slechts één dezer scholen, namelijk die te Ixelles, gelijk hij er bijvoegde: eene uitmuntende liberale school, wier directeur hem had verklaard, dat zij zonder subsidie moest te gronde gaan. De heer Bara kwam tegen het voorstel in verzet, op grond dat het eigenlijk ten doel had, het gouvernement in staat te stellen, tot het verleenen van subsidie aan vrije katholieke, niet geadopteerde scholen. De heer Bara werd hierin ondersteund door den heer Lippens, die aantoonde, dat er voor de school te Ixelles een geschikt middel bestaat, om in 't leven te blijven, namelijk door zich te doen adopteeren. Nadat hier en daar in Henegouwen verscheidene mijnwerkers den arbeid hervat hadden, hebben 900 man te Couchant bij Mons het werk gestaakt. Zij stellen zich op aan de toegangen der mijnen, waar gewerkt wordt, en dreigen de arbeiders, zoodra deze uit de schachten te voorschijn komen, en heffen dan allerlei kreten aan. De gendarmes hebben groote moeite, om eene botsing te voorkomen en de arbeiders te beschermen tot aan hunne woning, waar deze op ketelmuziek onthaald worden en men hun de belofte tracht af te persen, dat zij niet weer aan het werk zullen gaan. De troepen, die voor een paar dagen naar hunne garnizoenen terug zouden zijn gekeerd, blijven vooralsnog waar zij zijn ter bescherming der rustige werklieden. Volgens een gerucht zouden zelfs de troepen versterkt worden. Donderdag hebben een 2000 werkstakers bij de steenkolenmijnen Vingt- Quatre-Actions, te Quaregnan, geweld willen plegen, maar een peloton van 50 gendarmes heeft hen uiteengejaagd. ü^raialix-ij li- De ministerraad heeft het onderwerp eener Ongevals- wet goedgekeurd. Het zal strekken tot regeling der gevolgen van ongevallen, waaraan de werklieden in de fabrieken en werkplaatsen blootstaan. De zaak was vroeger door het parlementair initiatief aanhangig gemaakt, maar toen niet geslaagd. Bij de regeerings- voordracht wordt onderscheid gemaakt tusschen de aansprakelijkheid naar het gemeene recht en die welke uit de aan het beroep verbonden gevaren voortvloeit. Behoudens het bewijs van overmacht of toeval, wordt de patroon, naar het gemeene ï'echt, aansprakelijk geacht voor de in zijn werkplaats aan de werklieden overkomen ongelukken. Het wetsontwerp offert dus het beginsel van den contradictoiren bewijslast op, welke volgens de bestaande wetgeving toch door den werkman gedragen wordt, die het slachtoffer van het ongeluk is. Geldt het daarentegen een ongeluk, ten gevolge van aan het vak verbonden gevaren, dan is de patroon of het hoofd der onderneming ipso facto verantwoordelijk, zonder dat hij het bewijs kan leveren van het tegendeel. De weigering der Kamer om de credieten voor kerkelijke doeleinden goed te keuren, geeft de Debats aanleiding tot de volgende beschouwing: «Er is slechts tweeërlei politiek mogelijk, óf scheiding van kerk en staat, óf het concordaat. Nu wil de Kamer geen van beide, en de groote discussie, die men daarover vraagt, zal wel nooit komen, en als zij komt, niet tot een resultaat voeren. De Kamer wil geen scheiding van de politieke en van de kerkelijke macht; zij heeft een onbestemd, maar innig begrip, dat deze scheiding de republiek aan ernstige gevaren zou blootstellen. Zij zou echtscheiding weigeren; maar zij wil, dat kerk en staat, na een huwelijk uit berekening, toch een behoorlijk echtpaar vormen. Het is een moeielyk te begrijpen smaak, maar het is nu eenmaal de hare. Zoo zijn er mannen, die er nooit toe zouden besluiten, om hunne vrouwen de vrijheid weer te gevenzij hechten er aan, haar te houden, om haar te bezitten en haar op alle wijzen te plagen. Zoo doet de Kamer met de kerk, maar eene politiek is het niet. Het zou honderdmaal beter zijn, óf te scheiden, óf een modus vivendi te vinden, die voor beiden den toestand drage lijk maakte." Volgens berichten, te Londen ontvangen, hebben de Franschen de Chineesche positiën, die Kelung be- heerschen, niet bezet, Na dagen achtereen te hebben gevochten en 500 man te hebben verloren, werden twee positiën, die den weg door het eiland sloten, bezet, maar de overige forten zijn nog in de macht der Chineezen. Dit is het eerste succes der Franschen sedert zij in September 1.1. Kelung hebben genomen. Gemengd Buitenlandsch Nieuws. De New-York Herald d.d. 21 Februari schrijft: «De tarwebouwers in den staat Iowa hebben in het afgeloopen jaar zeer kleine winsten behaald. In doorsnee is de opbrengst van tarwe in Iowa volgens officiëele bescheiden dertien bushels per acre en de prijs vijf en vijftig cent per bushel. De kosten van verbouw bedragen voor tarwe ongeveer twee en vijftig cent per bushel. De farmer in Iowa maakt dus een netto winst op zijn graan van drie cent per bushel, 't geen waarlijk vrij dunnetjes is. De boeren aldaar denken er dan ook hard over, zich op een anderen bouw toe te leggen." De dag, waarop aan de militairen het soldij wordt uitbetaald, wordt door hen steeds met innige vreugde te gemoet gezien, onverschillig tot welken landaard zij behooren. In Europa keert zulk een heugelijke ge beurtenis herhaaldelijk binnen den loop van een paar weken terug, maar in China waar dit slechts een enkele maal in den tijd van een gansche maand plaats heeft, die alle meer dagen tellen dan een maand naar onze tijdsverdeeling, brengt het aanbreken van zulk een gewenschten dag een voor de soldaten van een leger in Europa ongekend gejubel te weeg. Voor hen echter, die met de uitbetaling der soldij zijn belast in het leger van China, is het een corvée, waarvan niemand zich een denkbeeld kan maken dan dengeen, die het heeft bijgewoond. In China wordt geen gemunt geld daartoe gebezigd en men gaat er dan ook op gansch andere manier bij te werk dan in Europa en elders. Aan de kapiteins der verschillende compagnieën, deel uitmakende van de geregelde troepen, wordt daags voor den bewusten datum der maand, waarop de soldij moet worden uitbetaald, een hoeveelheid zuiver zilver ter hand gesteld. Ter vergemakkelijking heeft men de gansche massa in onregelmatige stukken en brokken van geringe grootte verdeeld. Aan hem wordt het verder overgelaten om aan elk soldaat het hem toekomend aandeel van het blank metaal te doen geworden, 't Is een corvée van belang, alles behoort met groote nauwlettendheid te worden afgewogen, want de groote voorraad zilver vertegenwoordigt het bedrag dat der gansche com pagnie manschappen en onderfficieren aan soldij toe komt. Bij het afpassen en wegen van de brokken moet hier een of meer stukjes, zoo groot als de kop van een speld, worden toegevoegd of afgeknepen, zoodat de kapitein, de fourier en de sergeant, welke beide laatstgenoemden hem bij de subtiëele verdeeling behulpzaam zijn, dien nacht er niet aan behoeven te denken om naar hun logement of naar de kazerne terug te keeren. Heeft men, na heel wat zwoegen, de hoeveelheid voor een soldaat of onderofficier besterad, bijeen, dan wordt dit in een stukje papier gewikkeld, waarop de sergeant-majoor den naam van den recht hebbenden stelt. Aan alles komt een einde en is de gansche nacht er mede gemoeid geweest, de staat wordt ten slotte opgemaakt. Deze moet precies uit komen, daaraan valt niets te veranderen; de toege zonden hoeveelheid zilver hield nauwkeurig het gewicht zilver, dat verdeeld moet worden. Omstreeks het middaguur van den volgenden dag moet de gansche compagnie aantreden. De sergeant majoor heeft de lijst in de hand en leest al de namen van de onderofficieren en manschappen af en ieder hunner ontvangt op zijn beurt de hem toegekende soldij. Zoodra dit is afgeloopen, richt de sergeant-majoor de volgende vraag tot de compagnie: «Heeft iemand nog iets te vorderen Nadat die vraag eenstemmig ontkennend is beantwoord, stuift de gansche compagnie uiteen. Allen loopen zooveel doenlijk naar den winkel van den koopman, die hem pasmunt voor het ontvangen zilver uitreikt. De soldaat ontvangt aan soldij per maand 3% tael, gelijk staande met f 11,60 aan onze munt. Voor een tael worden hem door den wisselaar 1600 stuks pas munt ter hand gesteld, waarin een vierkante opening zich bevindt, waardoor een band of een koord wordt gestoken. Beladen met 4000 stuks keert hij terug. Voor de menage wordt hem ongeveer een tael afge houden; zijn kleeding, die hij ook betaalt, kost hem zeer weinig en rijst is zijn eenig voedsel. Opmerkelijk is het, hoezeer de Chineesche soldaat in een opzicht precies gelijkt op zijn Europeeschen wapenbroeder; vóór de dag aanbreekt waarop hij opnieuw soldij ontvangt, is er van het oude niets meer in zijn porteraonnaie aanwezig. Een reiziger, onlangs van Nieuw-Zeeland terug ge keerd, deelt in een der Deensche bladen het volgende mede uit het landleven. Hij was eens in het binnenland bij eenige nieuwe kolonisten op eene partij whist ge- noodigd. Toen de rekening werd opgemaakt, bleek dat hij gewonnen had, waarop de andere heeren heel kalm zeiden, dat deze den volgenden morgen zou worden afgedaan. Onze reiziger buigt beleefd, ofschoon het hem verwondert, dat de rekening niet dadelijk wordt afgesloten. Maar nog grooter was zijne verwon dering, toen hem den volgenden morgen 4 fraaie ossen en eene kleine kudde schapen gezonden werd. «Wat beteekend dit?" vroeg hij zijn gastheer. «Dit is uwe winst van gisteravond." «Maar waarom hebben wij dan gespeeld?" «Wel, ons gewone spel is een schaap voor een punt en een os voor een robber." Spuitmelk! De firma Ahlborn te Hildesheim heeft naar dezer dagen bericht is een toestel ver vaardigd om mousseerende melk te bereiden. Het schijnt dat deze vinding de aandacht verdient van melkinrichtingen in de steden. Aan den toestel ligt het denkbeeld ten grondslag, om door het verzadigen van afgeroomde melk met koolzuur voor het warme jaargetijde een verfrisschenden en tevens voedzamen drank te leveren, waarbij tegelijkertijd genoemde melk meer dan bij rechtstreekschen verkoop opbrengen kan. De mousseerende melk wordt in spuitwaterflesschen verkochtzij moet aangenaam en frisch smaken en zich 6 a 7 weken lang uitnemend goed houden. Kippenfokkerij in 't groot. Brunswijk zoo erkent een Oostenrijksch landbouwblad onderscheidt zich door den hoogen trap van ontwikkeling, die het landbouwbedrijf daar verkregen heeft. Uitgestrekte velden met erwten en aspergies, die men er zien kan, leveren liet bewijs, dat men de hoogst mogelijke zuivere winst van het land tracht te verkrijgen. Voor de poorten der stad Brunswijk bestaat ook een kippenfokkerij, waar men op groote schaal hoenders van allerlei rassen, ook eenden en ganzen opfokt en vetmest, in het voorjaar en des zomers ongeveer 50,000 stuks. Gedeeltelijk worden zij ook jong verkocht aan liefhebbers, die er dan verder mede voortfokken. Hoe voordeelig zulk een onderneming is, wanneer zij met kennis van zaken en met het noodige kapitaal wordt gedreven, blijkt o. a. daaruit, dat in het jaar 4883, toen de omzet nog niet zoo groot was als in het vorige jaar, een zuivere winst van f 15,600 door de eigenaars verkregen werd van een in de zaak gestoken kapitaal van f 180,000, dus ruim 8% pCt., terwijl in 1884 de zuivere winst nog over de f 18,000 gestegen is. Men is thans bezig de inrichting nog uit te breiden en het aantal broed toestellen (volgens het stelsel Grünhald te Dresden) te vermeerderen, zoodat men in het vervolg steeds 7000 eieren tegelijk kan laten uitbroeden. Als men nagaat, dat in 1883 in Duitschland uit Italië, Frankrijk en België voor 9 millioen gulden aan eieren werd -ingevoerd, dan valt het in 'toog, dat er nog verscheidene zulke inrichtingen kunnen worden in het leven geroepen, eer dat land in zijn eigen behoefte aan eieren kan voorzien. Zoo ook in ons vaderland, waar jaarlijks, volgens het «Verslag van den landbouw in Nederland", voor 2'/2 a 3 millioen gulden voor eieren meer uit- dan ingevoerd wordt. Te Nijmegen waar zich in de nabijheid (te Ubbergen) ook reeds een hoenderfokkerij op vrij groote schaal bevindt wordt in ons vaderland, volgens genoemd verslag, wel het grootste getal eieren ter markt gebracht, n.l. ongeveer 6 millioen stuks 's jaars. Daarop volgt Arnhem met bijna 1J/2 en dan Zwolle met ruim 1 millioen stuks. Van de overige genoemde marktplaatsen staat Winschoten met bijna 822,000 en Apeldoorn met 500,000 stuks bovenaan. Zooals uit het bovengenoemde cijfer van meer uit- dan invoer blijkt, kan toch nog op verre na niet aan de binnenlandsche behoefte aan eieren door de binnen- landsche productie worden voldaan. Voor iemand, die met kennis van zaken, lust en volharding en, last not least, met het noodige kapitaal voorzien, een dergelijke inrichting als de boven be schrevene zou willen in het leven roepen, was nog wel een sommetje te winnen. Maar tevens verdient in elk groot of klein boerenbedrijf het houden der kippen meer aandacht en overleg dan er in den regel aan gewijd wordt. Om slechts enkele punten te noemenmen zorge steeds voor overvloedig, ook dierlijk voedsel, waarbij een weinig, zeer fijn gemalen, zuiver beendermeel (phosphorzure kalk) te voegen verder voor warme en vooral goed zuiver gehouden hokkendan houdt men ook alleen kippen van goede, beproefde rassen, waarbij juist niet in de eerste plaats aan buitenlandsche behoeft gedacht te worden verwijdere onverbiddelijk alle kippen en hanen, die ouder dan 3 a 4 jaren zijn, enz. enz. ADVERTENTIEN. ZEEUWSCHE AFDEELING ZIERIKZEE. op Donderdag den 19 Maart e.k., des namiddags te 13'/2 ure bij M. FRANKEN, in het »Huis van Nassau". Namens het Bestuur der Afdeeling voornoemd Be Secretaris H. G. MULOCK HOUWER. 100 stuks voor 50, 60, 80 cent en één g-ulden, allen in net étui. Bovenstaande worden steeds geleverd ter Snelpers drukkerij van H. LAKENMAN te Zierikzeealsmede door den Boekhandelaar A. C. DE MOOIJ»

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1885 | | pagina 3