Z1ER1KZEESCHE COURANT. 1885. No. 21. Zaterdag 14 Maart. 88ste jaargang. Binnenland. ZIERIKZEE, 13 Maart 1 8 8 5. De Hooge Raad heeft heden uitspraak gedaan in de zaak tusschen den Staat der Nederlanden en den heer Wouter van den Berg, oesterhandelaar te Bruinisse en laatstgenoemde in het gelijk gesteld. Het betrof het door den hoofdopziener der Visscherij op de Schelde en Zeeuwsche stroomen wegnemen van pannen voor de oesterteelt van de door W. v. d. Berg van de gemeente Zierikzee in gebruik verkregen gronden. De President der Rechtbank te Zierikzee had in kort geding bevolen, het wegnemen der pannen te staken en de weggenomen pannen terug te brengen ter plaatse van waar zij waren weggenomen. Van dit vonnis kwam de Staat in hooger beroep, doch het Gerechtshof bevestigde het vonnis van den President der Rechtbank te Zierikzee. De Staat kwam daarna in cassatie bij den Hoogen Raad, die heden het beroep in cassatie verwierp. W. v. d. Berg werd bij den President der Rechtbank bijgestaan door Mr. J. P. N. Ermerins, Advokaat te Zierikzee en bij het Gerechtshof te 's Gravenhage en den Hoogen Raad door Mr. B. M. Vlielander Hein, Advokaat te 's Gravenhage. Naar we vernemen zal de heer W. J. van Gorkom van Goes alhier in het Nut als spreker optreden den 24 Maart a, s. Benoemd tot leeraar in de Eng. taal en Letterkunde aan de H. B. S. met Sjarigen cursus te Rotterdam, deiHeer J. G. van Santen, leeraar aan de H. B. S. alhier. Men meldt ons uit westelijk Zuid-Beveland Worden de tijden slecht voor de landbouwers, ook de veldarbeiders zullen daardoor gaan lijden. Naar men zegt hebben vele landbouwers, hoe ongaarne ook, door den druk van hooge pachtsommen, lage prijzen der granen en vermindering der prijzen van suiker bieten, zich genoodzaakt gezien tot loonsverlaging van hun werkvolk, en het dagloon van een man bepaald op 70 cent, dat eener vrouw op 50 cent. En als dan nog maar op vast werk te rekenen viel't Is waarlijk geen wonder, dat velen te Yerseke werk tz-achten te vindeii, waar bij de oesterteelt minstens f 1,25 daags verdiend wordt. Iets uit de oude doos. Het stelsel van vergelijkende examens bij het solliciteeren naar eene betrekking van schoolmeester, later hoofdonderwijzer, nu hoofd der school, bestaat zeker reeds een paar eeuwen. De omstreeks 1857 overleden hoofdonderw. te Nisse, de heer J. de Vlieger, wandelde in 1816 naar die gemeente om aan het vergel. examen deel te nemen. Onderweg, dicht bij 's Heer Abtskerke, ziet hij een arbeider, zoo meende hij althans, op het land aan het spitten en zich willende vergewissen of hij wel op den rechten weg was, vroeg hij hem daarnaar. »Je bent zeker een stollestant na Ternisse", zei de man, »ik ben de schoolmeester van Schrabbekerke en zal er u wel brengen", meteen zijn arbeid stakende. Te 's Heer Abtskerke en op vele kleine dorpen werd er in 't begin dezer eeuw alleen 's winters schoolgehouden, terwijl »de meester" 's zomers bij den boer ging werken. Als men ziet, hoe er nu in goede doelmatige schoolgebouwen, zelfs in de kleinste gemeenten, door bekwame onderwijzers het geheele jaar door wordt schoolgehouden, hoe de leermiddelen zijn verbeterd enz., dan mag men wel tevreden zijn en zeggen: welk een verbazende vooruitgang! Onder de 55 leerlingen te Hoedekenskerke in 1852 bevonden zich 9 jongelingen van 18—21 jaar, ook dat ziet men thans niet meer, de kinderen zijn nu veel vroeger «volleerd". Ten aanzien van de tabaksbelasting heeft de afdeeling Rotterdam van het Algemeen Nederlandsch Werk liedenverbond voor zichzelve eene beslissing genomen, door zich met de volgende conclusie te vereenigen: «Eene belasting op tabak zal zeker in hooge mate onze welvaart niet alleen in den weg staan, maar zelfs aan duizenden werklieden hun dagelijksch brood ontnemen of doen verminderen. Niet omdat deze be lasting sigaar en tabak eenigszins duurder zal maken, maar omdat zij de welvaart van handel, nijverheid en werklieden in den weg staat, is hare heffing te ver- oordeelen". Het betalen van belastingpenningen gaat in groote steden als Rotterdam steeds gepaard met cenige on aangenaamheden. Dikwijls wordt degene, die zich naar het belastingkantoor begeeft, een halven dag of langer opgehouden. Voegt men daarbij den tijd, noodig om den weg van zijn woning naar het kantoor af te leggen, en het onaangename van het wachten op het kantoor zelve, dan begrijpt men dat velen reeds zonnen op een middel om de vervulling van dezen plicht wat gemakkelijker te maken. Dit middel is gevonden en blijkt al heel eenvoudig te wezen. Het bestaat in het gebruik van belasting-post wissels, die men nu te Weenen heeft ingevoerd. De post is bemiddelaar tusschen den belastingbetalende en het belastingkantoor. Hierdoor is het ieder mogelijk, de verschuldigde be lastingsom aan het dichtste bij zijn woning gelegen postkantoor te betalen. Maar zelfs indien dit niet aan de hulpkantoren zou kunnen geschieden, welk handelaar of industrieel heeft niet dagelijks met de post te doen, en spaart dus niet veel tijd uit door het bedrag aan het postkantoor te kunnen doen bezorgen? Het verschuldigde recht voor de overzending van het geld wordt, als bij gewone postwissels, door het opplakken van postzegels voldaan. De formulieren zijn van groen, zeer dun carton- papier en bestaan uit drie ongelijke deelen. Het grootste is de eigenlijke wissel. Aan den linkerkant is de plaats voor de postzegelsdaarnaast is de gelegenheid tot invulling van het bedrag enz. De keerzijde van dit gedeelte bevat de kwitantie van het belastingkantoor en opmerkingen betreffende het gebruik met tarief van rechten voor de verschillende bedragen. Nadat aan het belastingkantoor gekwiteerd is, wordt dit gedeelte van de andere afgescheurd en aan het be trokken postkantoor teruggezonden. Het aan het belastingkantoor gebleven stuk post wissel bestaat uit twee gelijke deelen, waarvan het eene, de coupon, door den belastingschuldige ingevuld wordt, terwijl het andere, de kwitantie, die den vorm van een briefkaart heeft, doo., het belastingkantoor den aangeslagene wordt toegezonden. Op de coupon vindt men, behalve de ruimte voor den poststempel en het adres van den betalende, de verschillende soorten en klassen van belastingenop de achterzijde is ook nog plaats gelaten voor eventuëele schriftelijke mededeelingen aan een ontvanger. Zoodra nu de aan slag betaald en de boeking op het belastingkantoor geschied is, wordt den belastingplichtige deze ontvangst bericht door de toezending der briefkaart-kwitantie vanwege den ontvanger, op wiens kantoor men in- tusschen rustig heeft kunnen doorwerken. Wij vertrouwen, dat de toepassing van dit een voudige middel in ons land niet lang op zich zal doen wachten. In de Economist van Maart vindt men van de hand des heeren A. V., een becijfering over de koopwaarde van den bodem in Nederland bij den landbouw in gebruik. De waarde bedraagt van het bouwland (862,700 hectaren) 1001 millioen gulden, en van het grasland (1,132,000 hectaren) 1763 millioen. Te zamen dus 2764 millioen gulden. De redactie van de Economist wijst op het belang, dat gelegen is in een vergelijking van deze berekening met de belastbare opbrengst volgens het kadaster. Men zal echter, om dat met vrucht te doen, de uit komst van de nieuwe schattingen, welke nu voor de grondbelasting in gang zijn, moeten afwachten. Vanwege het Rijks-proefstation te Wageningen is weder openbaar gemaakt de jaarlijksche lijst van de garandeerende zaadhandelaren. In het afgeloopen jaar vermeerderde het aantal dier handelaren met 3, (t. w. de heeren L. Tulp te Eede, Kanstra Pars en Co. te Franeker en J. Schilthuis te Groningen) en steeg daardoor tot 15. Voor hen, die wenschen te weten de gebruikswaarde van de voornaamste gras- en klaverzaden, is deze lijst een goede raadgever, daar de prijzen op deze lijst mede zijn vermeld, en dus vergelijking zeer gemakkelijk is. Uit het voorloopig onderzoek naar het ongeval van de stoomtram in het Westland, is gebleken, dat zoowel de weg als het materieel in volkomen goeden staat waren, dat de ontsporing heeft plaats gehad op een recht gedeelte van den weg met vignolaspoor, en dus de oorzaak van het onheil waarschijnlijk is toe te schrijven aan eenig voorwerp, dat op de rails moet hebben gelegen. De geheele liberale partij was op haar post, maar de tegenpartij had versterking gekregen en het amendement van den heer Lohman om de rijks-subsidiën voor de middelbare scholen voor meisjes af te schaffen, waarover Dinsdag de stemmen staakten, werd Woensdag aan genomen met 43 tegen 42 steramen. Minister Heemskerk sprong voor het behoud der subsidiën in de breshij wees er op, dat die subsidiën berusten op koninklijke besluiten en dat zij gedeeltelijk jaarlijks, gedeeltelijk tot wederopzeggens waren ver leend, terwijl wanneer ze zouden worden ingetrokken, de opzegging toch behoorde te geschieden, vóór het jaar was ingetreden. Die overwegingen golden echter voor de rechterzijde niet. Het amendement sloeg op den cursus 1884/85, zeide de heer Van Asch van Wijck en de heer Lohman voegde er aan toe, dat wanneer het amendement in de toepassing tot onbillijkheid kon leiden alsof 'tgeen onbillijkheid was steun te ontnemen aan in richtingen, die veelal alleen door dien steun mogelijk werden en zonder dien steun wellicht niet in 't leven geroepen zouden zijn het artikel alsdan ingelascht kon worden onder die, waarvoor overschrijving ge oorloofd is. De heer Brouwers, die Dinsdag afwezig was, had zich gehaast om het Binnenhof te bereiken, ten einde door zijn stem den bijl te doen vallen, 'tls de eerste slag aan den stam. Het Lager Onderwijs kwam er voorloopig beter af. De slag, die de kweekscholen voor onderwijzers dreigde, door het amendement van den heer Lohman om het artikel subsidie voor die inrichtingen te verminderen met 14,000, werd geweerd door den heer Wintgens, wien deze sloopingsmanie toch te sterk scheen. Door zijne stem werd het amendement met 43 tegen 42 stemmen verworpen, waar het anders met een gelijke stemmenverhouding aangenomen zou zijn. Eveneens werd verworpen het amendement alweer van den heer Lohman om het artikel voor de Rijks-Nor maallessen te verminderen met f 30,000, als eerste vermindering, die de heer Lohman in 1886 door eene van f 130,000 hoopte te doen volgen. R. Nbl. De vereeniging voor handel en nijverheid te 's Gra venhage heeft Maandagavond in een talrijk bezochte vergadering over de tabaksbelasting beraadslaagd, maar kon niet tot een besluit komen over de vraag of in een adres aan den minister bezwaren tegen die be lasting door de vereeniging zouden worden ingebracht. Op voorstel van den voorzitter werd daarom besloten om vooralsnog geen votum uit te brengen, maar de gelegenheid open te laten het bestuur nader in te lichten, ten einde daarnaar te beoordeelen of aan de regeering of vertegenwoordiging een adres zal worden ingezonden dan wel of de leden in eene nieuwe ver gadering zullen geraadpleegd worden. De commissie uit de Fransche Kamer tot onderzoek van het Fransch-Nederlandsch handelstractaat, heeft besloten voor te stellen dat tractaat te verwerpen en wel naar aanleiding van de verlaging van het invoer recht op kartonnen doozen in Frankrijk. Nederland voert geen kartonnen doozen in Frankrijk in en heeft dus geen belang bij deze verlaging; staat Frankrijk die verlaging echter toe, dan moet die ook aan Duitsch- land worden toegestaan, op grond van het tractaat van Frankfort. De Kamer zal het tractaat dus waar schijnlijk ook verwerpen. Dezer dagen overleed te Gouda een vrouw, die het in de laatste dagen van haar ziekte erg benauwd had. Om haar wat lucht te geven, achtte men het geraden haar kleêren los te maken en haar lichaam van boven eenigszins te ontblooten. Dit geschiedde, en toen bleek op een verrassende wijze van hare gehechtheid aan het aardsche slijk in den vorm van muntstukken althans men vond 600 aan zilvergeld, f 40 aan centen, benevens een drietal gouden tientjes op haar lichaam bevestigd. Geen wonder, dat de arme vrouw het met zulk een vracht benauwd had In het jongste nomrner der Landbouw-Courant komt het volgende voor, gericht aan prof. dr. Mayer, directeur van het proefstation te Wageningen: »In de Nieuwe Landbouw-Courant van 28 Febr. 11. maakt ge mij, met verdraaiing van bekende feiten, uit voor een »verdachtmaker" en »een leugenaar". Daags na de ontvangst van dat nommer, hetwelk de heer G. Reinders de beleefdheid had mij te zenden ontving ik van U eene door U eigenhandig geschreven

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1885 | | pagina 1