/IIMk/IISIIH (MMNT. voor het arrondis- sement Zierikzee. 1885. No. IS. Woensdag 4 Maart. 88ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Binnenland. Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJ DAG-AVOND uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden f 4,Franco per post f 1,— Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad '10 Cent. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Per gewone regel 10 Cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 Cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAKENMAN. De vorige week Vrijdag is alhier door eenige be langstellenden opgericht eene «Zierikzeesche IJsclub". Zij stelt zich ten doelA; 1°. De bevordering van het bezit van goede ijsbanen2°. Het o/ganiseeren van ijsfeesten, zoo tot vermaak als tot een liefdadig doel 3°. Het genot te verhoogen voor liefhebbers van schaatsenrijden in het algemeen. Omstreeks 100 leden, donateurs en donatrices hebben zich aangesloten. Tot Voorzitter is benoemd de heer F. C. van der Vliet en tot Secretaris-Penningmeester de heer J. Hogerland. Zierikzee, 3 Maart. In de op gister gehouden ver gadering van ons Departement der Maatschappij tot bevordering van Nijverheid werd o. m. door den pen ningmeester rekening en verantwoording gedaan over het afgeloopen jaar, terwijl door den secretaris werd uitgebracht het verslag van den toestand van het Departement, mede over 1884. Na afloop dezer werk zaamheden werd door den heer B. VV. Mondt eene zeer belangrijke voordracht gehouden over»De invloed van magneten op den electrischen stroom, speciaal op 't electrisch gloeilicht." Deze voordracht, welke door verscheidene goed geslaagde proeven werd opgehelderd, werd door de aanwezige leden en eenige genoodigden met de grootste belangstelling gevolgd. Zierikzee, 3 Maart. In de heden namiddag ge houden gemeenteraadszitting is in de plaats van wijlen Mevr. E. S. Schuurbeque Boeije geb. de Jonge, benoemd tot regentes van het Burgerweeshuis Mevr. L. E. Heijse geb. Isebrée Moens. Tengevolge van het overlijden van den ambtenaar belast met het toezicht op de invordering der plaatselijke belastingen, J. van der Have, die eene jaarwedde genoot van f 350, is aan Burgem. en Weth. de benoeming van een opvolger opgedragen, op eene jaarwedde van f 250. De te benoemen ambtenaar zal tevens worden benoemd als agent der bevolking op eene jaarwedde van f 200. Door honderd vijf en dertig Urker visschers zijn adressen gericht aan den minister van waterstaat en aan de Tweede Kamer, om aan te dringen op wijzi ging der wet op de zeevisscherij, waardoor zij evenals de visschers te Volendam in hunne broodwinning worden bedreigd, zoo door het verbod van te visschen met de wonderkuil, als door den tijd voor de ansjovis vangst te beperken van 15 Mei tot 15 Juli, terwijl er lang voor 15 Mei ansjovis gevangen kan worden. De hh. A. van Asdonk en F. Domela Nieuwenhuis, te 's Gravenhage, hebben zich tot. de Kamer gewend met een adres, waarin zij verklaren, zich over de wijze, waarop de weigering der rechtspersoonlijkheid van den sociaal-democratischen bond in Nederland in de Kamer werd behandeld, ernstig gegriefd te gevoelen. Naar hunne meening is het rechtspunt niet aangeraakt, maar opgeofferd aan bevooroordeeld conservatisme en eene vooropgeplaatste meening, die niet berustte op een onderzoek naar de feitelijke verhoudingen, en was de houding der verantwoordelijke ministers in de Kamer onwaardig en onwaar, daar wat zij zeiden den toets van recht en billijkheid niet kan doorstaan. Zij verzoeken de Kamer: »den minister van binnen- landsche zaken uit te noodigen, de stukken openbaar te maken, waaruit zou blijken, dat de Nederlandsche socialistische arbeiderspartij bestaat uit oproermakers en dynamiet-mannen, daar het hare bedoeling niet kan, althans niet mag wezen, om het middel van verdachtmaking goed te keuren tegenover personen, die zei ven niet in de gelegenheid zijn zich daartegen te verdedigen," Voor de vergadering der Liberale Unie, op Woensdag 4 Maart te Amsterdam te houden, is als orde van werkzaamheden vastgesteld: Opening, verslag, geloofs brieven. Daarna algemeene beraadslaging, waarvoor de volgende vraagpunten worden voorgesteld. Zal de vergadering over essentiëele voorschriften van het huishoudelijk reglement een besluit nemen? Zoo neen, Zal zij tot eene beslissing nopens bloot administra tieve voorschriften van bedoeld reglement zich be palen Zoo ja, Tot welke? Vervolgens beraadslaging over bijzonderheden, waar voor de volgende vraagpunten voorgesteld worden: 1°. Zal de Liberale Unie worden dienstbaar gemaakt aan de vaststelling van een programma voor de liberale partij 'Zoo ja, 2°. Zal de voorbereiding daartoe geschieden bij monde en bij geschrifte met medehulp der kiesver- eenigingen-leden 3°. Zal de minderheid het eindbesluit hebben te eerbiedigen, alsook in haren naam gevallen? Zoo neen, Waarin behoort de werkkring der Liberale Unie te worden gezocht? 4°. Zal eene algemeene afdeeling het middel kunnen zijn om «personen" in staat te stellen van hunne belangstelling te doen blijken? 5°. Behoort de beslissing nopens het al- of niet- verleenen van geldelijken steun aan de commissie van uitvoering te worden overgelaten Een heer, die Vrijdag in den trein van Utrecht naar Arnhem zat, deelt aan de Arnh. Ct. het volgende staaltje mede: Vóór hem in eene coupé 3e klasse zat een rijksveldwachter, begeleidende eene vrouw met haar kindje van 1 jaar en haar jongste, 14 dagen oud. Zij had met haar man te Gouda in een loge- mentje intrek genomen, doch werd den derden dag na hare bevalling moedwillig door haar echtgenoot verlaten. Nog verre van geheel hersteld, werd zij als Duitsche en zonder middelen van bestaan, over de grenzen gezet en daartoe als eerste station ter verdere uitleiding aan de Arnhemsehe politie toevertrouwd. Diep medelijden moest men hebben met de uitge hongerde vrouw, die slechts langzaam zich kon voort bewegen en zelfs het noodige voedsel miste voor haar jonggeborene, die door den veldwachter in een korf over de straat moest worden gedragen. Door de Arnh. Ct. is hieromtrent een onderzoek ingesteld, waarbij tot haar leedwezen deze opgave juist .bleek. Maar tevens vernam zij bij die gelegenheid, dat onder de Arnhemsehe politie-agenten mannen met een warm hart worden gevonden, daar allen zonder onderscheid hun eigen karige beurs openden, om de ongelukkige een goed maal te bezorgen. In het jaar 1884 werden aan 's Rijks proefstation te Wageningen de volgende onderzoekingen gedaan 304 zaden, waarvan 61 openbare contróle, 71 van grondsoorten, 357 meststoffen, waarvan 105 openbare contróle, 377 van voederstoffen, 42 betrekking hebbende op zuivelbereiding, 27 van landbouwproducten en 3 van technischen aard, gezamenlijk 1181 tegenover 1053 in 1883 en 964 in 1882. De inkomsten van het proefstation hebben bedragen f 6057 en zulks niettegenstaande tal van onderzoekingen, volgens de bestaande bepalingen, gratis zijn verricht. De inkomsten in 1883 bedroegen f 4871. Er is dus opnieuw een belangrijke vooruitgang merkbaar, waaruit duidelijk blijkt, in welk een groote behoefte het proefstation vporziet. De oud-ingenieur le kl. bij 's Rijks Waterstaat, P. J. de Quartèl, heeft in een manifest aan al de leden van de liberale partij in de Kamers der Staten- Generaal van Nederland zijne denkbeelden omtrent de bezuiniging van onze staathuishouding uiteengezet. Zijne meening komt hierop neer, dat jaarlijks op onze gewone uitgaven stellig zeker 25 a 30 millioen guldens bespaard kan worden, zonder eenig gevaar voor ons prestige en onze onafhankelijkheid. Wat wij behoeven is: 1. De tering naar de nering te zetten. 2. Eéne zuinige staathuishouding. 3. Eenvoud in administratie. 4. Eene duidelijke grondwet. 5. Versterking van onze koloniale marine. 6. Het abandonneeren van Atjeh. 7. Het afdanken van onze staande legers en vesting bouwerijen. 8. Verbetering onzer landweer en onzer rijks-politie. 9. Afschaffing van onnutte ambten, be trekkingen, sinecures en pensioenen. 10. Eenvoudig degelijk onderwijs voor al onze kinderen, tot hun 16e jaar. 11. Vrijheid van godsdienst, in hare uitoefening binnen de muren. '12. Verbetering en uitbreiding van ons kiesrecht. Over het nut en de waarde van het museum «Prins Hendrik" te 's Gravenhage is een rapport uitgebracht door de heeren Van Goudoever, hoogleeraar te Utrecht, en Wisse, technicus te 's Hage. Zij verklaren daarin, na een nauwkeurig onderzoek er aan gewijd te hebben, dat 1. De verzameling op het gebied van geluid-, gehoor-, signaal-, muziekinstrumenten en telephonische con struction, onder de meest belangrijke en meest zeld zame verzamelingen gerangschikt mag worden, welker inhoud reeds op dit oogenblik eene aanmerkelijke waarde vertegenwoordigt. 2. De verschillende modellen physische toestellen, teekeningen enz., vervaardigd door en naar de aan wijzing van den geluidkundige L. J. Lefèbre, getuigen van ernstige studie bij hoogst nauwkeurige en solide uitvoering, bewijzende, dat noch geldelijke offers noch veeljarige arbeid aan deze gespaard zijn geworden en alzoo de inhoud der verzameling aan de maatschappij tot degelijk nut kan verstrekken, en de verzameling dientengevolge de meeste waardeering verdient. 3. Voornoemde verzameling bij eene geleidelijke uitbreiding en voortgezette studie daaraan besteed, volgens hunne overtuiging als van eene des te grootere waarde kan beschouwd worden, omdat in deze inrichting dagelijks met een keur van instrumenten, toestellen enz., op eene zeer bevattelijke en leerzame wijze voor het bezoekend publiek verrassende proeven worden genomen. Zij roepen ten slotte toe aan alle vereerders van het nuttige en schooné: Steunt gij allen deze schoone stichting met uwe bijdragen, ook tot uitbreiding van de reeds bestaande collectie zeldzame en tot de oud heid behoorende muziekinstrumenten, Vrijdagmiddag werd te Amsterdam eene vergadering gehouden van het comité voor de Noordpool vaart, welke door den voorzitter, kapt. ter zee M. II. Jansen, geopend werd met de mededeeling, dat het comité door gebrek aan fondsen verhinderd wordt, de «Barents" dit jaar haar achtste reis te doen ondernemen. Het comité blijft op betere tijden hopen, om het werk te hervatten. Ter. herinnering aan de in de jaren 1883 en '84 medegemaakte Barents-tochten, werd door den voorzitter onder eene hartelijke toespraak een geschenk, bestaande in een zilveren beker, aangeboden aan de luitenants ter zee O. M. Phaff en M. E. B. K. Kluit. Met het zelfde doel zijn zilveren tabaksdoozen toegedacht aan den lichtmatroos A. Henkes, den visscher O. Karemaker en den matroos van der Klaauw, welke schepelingen zich op het oogenblik op reis bevinden.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1885 | | pagina 1