ZIERIKZEESCHE (MIARJT.
voor het arrondis-
sement Zierikzee.
1885. No. 17. Zaterdag SS Februari. 88ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTÉNTIE-BLAD
Binnenland.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJ DAG-AVOND
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden f'1,Franco per post ƒ1,
Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad '10 Cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewone regel 10 Cent. H u w e 1 ij k sGeboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 Cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENMAN.
ZIE RIK ZEE, 27 Februari 188 5.
Heden is het 25 jaren geleden, dat de eerste druk
van Max Ha velaar verscheen. Van de daarin neêr-
gelegde beschuldigingen is nog altijd niet één weer
sproken, maar ook nog altijd niet één onderzocht met
de ernstige bedoeling om recht te doen.
De heer Stuart Cumberland heeft bij zijn tweede
optreden te 's Hage, één der lastigste experimenten
der spiritisten verricht en tevens verklaard, en wel
het zich losmaken uit den dichtgebonden en ver
zegelden zak. De spiritisten beweren dat de geesten
hen in dat geval verlossen. Cumberland toonde ten
aanschouwe van 't publiek, dat hij zijn eigen geest
in dat geval is en door met hoofd en beenen te
wringen, terwijl hij, in den zak zich plat op den
grond werpt, de saamgevouwen boveneinden door de
lis heen werkt, waarna hij dan den zak weer als te
voren dichtvouwt en door de lis trekt, alles zonder
daarbij de zegels te schenden. De heele kunst bleek
dus 't ei van Columbus te zijn.
Te Leiden is het telegraphisch bericht ontvangen,
dat de hoogleeraren Suringar en Martin met hunne
reisgenooten zich den 18 Februari in welstand op
het eiland Bonaire bevonden.
Wij vernemen, dat de voorstellen tot wijziging van
de kiestabel in verband met de aanvulling van het
getal leden der Tweede Kamer, van den Raad van
State bij de Regeering zijn teruggekeerd.
Naar wij vernemen is de eervol ontslagen president
van den Hoogen Raad, de heer Mr. De Vos van
Nederveen Cappel, benoemd tot commandeur van den
Nederlandschen Leeuw.
Te Christiania was het Dinsdag mistig weder. De
oefening der Friesche hardrijders zoo meldt men
werd door vele belangstellenden bijgewoondtot hun
groote verbazing zagen zij, dat de Friezen schaatsen
rijden op pantoffels; zij worden op straat door de
menigte gevolgd en aangestaard. De geleiders worden
overal vriendelijk ontvangen. De belangstelling is groot
omtrent den uitslag van den strijd.
Donderdag heeft te Christiania de langverbeide
wedstrijd op schaatsen tusschen Axel Paulsen en Rinke
van der Zee plaats gehad.
De uitslag was niet gelukkig voor onzen landgenoot.
Axel Paulsen heeft de baan afgelegd in '11 minuten
8 seconden, terwijl Van der Zee daartoe 42 min.
41 sec. heeft noodig gehad. De elliptische baan had
eene lengte van 4400 meter en werd 31J2 maal
afgereden.
Wij twijfelen niet of de wakkere Fries, die thans
de vlag heeft moeten strijken voor zijn Noorschen
mededinger, zal zich spiegelen aan den Engelschman
Smart, die ruiterlijk zijne nederlaag erkende, doch
zonder den moed op te geven voor een volgenden keer.
De volledige uitslag van den gisteren gehouden
internationalen wedstrijd op schaatsen te Christiania
was als volgt:
B. Kingma (Friesland) 4ste prijs, 42 min. 25,
C. Werner (Noorwegen) 2de prijs, 42.37, Kolstad
(Noorwegen) '14.32, Groth (Denemarken) 44.44, J. van
Buttingha Wicbers, secretaris van den Ned. schaatsen-
rijdersbond 47.23.
Zooals men weet, is B. Kingma dezelfde, die op
de Groote Wielen den Engelschman Smart heeft
De motie-Borgesius tot verschuiven van elke wijziging)
uitbreiding of aanvulling van alles dat op het kiesrecht
betrekking heeft, ten einde grondwetsherziening aan
alles te laten voorafgaan een grondwetsherziening
zonder halten, noemde de heer Rutgers dit is deze
week verworpen met 43 stemmen tegen en 39 stemmen
voor. Vóór stemden alle leden der liberale partij met
uitzondering van de heeren Van Houten en Van der
Linden, die afwezig waren en den heer Roëll, die
tegen stemde.
Die bijna volstrekte eenstemmigheid der liberale
partij over een motie, die bijna drie dagen lang de
voortzetting der begrootings-discussiën vertraagde en
welker strekking of nut aan onze waarneming ontsnapt,
doet denken aan een gemeenschappelijk overleg en
eene overeenstemming betreffende haar doel en hare
beteekenis, die ons wel verborgen kunnen zijn, zonder
daarom nog haar hoog gewicht niet behoeft te missen.
Voor 't oogenblik zien wij in de motie, welker ver
werping om meer dan ééne reden te voorzien was,
slechts een verlies van een zeer kostbaren tijd.
Het oordeel van sommige bladen omtrent de motie
en den uitslag der stemming spreekt van weinig
meer inzicht in 't praktisch nut der bedoelingen van
den heer Borgesius, welke die bedoelingen dan ook
geweest mogen zijn. De N. R. Ct. alleen ziet in de
motie een »soort van acte van seclusie", dooi' de
liberale partij geteekend. Alleen grondwetsherziening
neemt deze aan als middel tot herziening van het
kiesrechtieder ander middel tot verbetering van
het kiesrecht weert zij af. Om die reden acht zij
de verwerping dezer motie een feit, in onze parlementaire
geschiedenis van oneindig meer belang dan de aan
neming, voor eenige jaren, met algemeene stemmen
van de motie-Van Delden tot de herziening van
het kiesrecht.
Het Hbl. had het niet onraadzaam geacht, dat de
liberalen de verwerping der motie hadden voorkomen
door haar in te trekken. Dat zij dit niet deden, was
om te doen uitkomen, dat hun partij de grondwets
herziening niet wil tegenhouden, maar integendeel
de regeering steunen in haar streven om niet door
een ingewikkelde kiesregeling die herziening te ver
dagen. Dit ware ook zonder stemming voor ieder
duidelijk geweest; de stemming heeft nu bewezen,
dat er nog altijd «afgescheidenen" zijn. De rechterzijde
heeft echter geen tegen-motie durven stellen, en kies
wetwijziging vragen. Zij durft de regeering niet
aanvaarden en moet zich dus onderwerpen aan het
goedvinden der regeering, die den census onveranderd
wil laten. Moreel heeft zij dus de nederlaag geleden.
De Amst. acht het een geluk voor de liberalen,
dat de motie verworpen werd, want juist wanneer zij
aangenomen ware, zou hunne zwakheid het meest in
het licht zijn getreden. Immers het valt niet te
loochenen, dat de motie maar al te duidelijk getuigenis
aflegt van zeer geringen eerbied voor een grondwettig
voorschrift, op 't oogenblik als men de Grondwet zelve
wil herzien. De minderheid kan, volgens de Amst.,
de verdenking niet ontgaan, dat zij in de motie-Borgesius
een middel, zag om de meerderheid binnen zekere
perken te houden en laadde den schijn op zich van
opnieuw door een kunstje aan den natuurlijken en
wettelijken loop van zaken te willen ontsnappen. Ook
uit het oogpunt van practisch nut is de motie te
pover. Dat de liberale partij tegenover de gecombineerde
kerkelijken stond, behoefde waarlijk niet door de stem
ming over een motie tot klaarheid te worden gebragt.
En werd ook niet door die stemming tot klaarheid
gebracht; immers de heer Roëll stemde tegen. Het
Vaderland betreurt dit zeer, vooral omdat de heer
Roëll zich na de afgelegde verklaringen gerust bij
zijne partijgenooten had kunnen aansluiten.
Het Haagsche Dagblad acht de beteekenis der
stemming bovenal een humane. De liberale minder
heid is tegen zichzelve beschermd door de goed
willige meerderheid der rechterzijde. Zij moge tevreden
zijn, dat zij er zoo is afgekomen. Niet alleen heeft
zij «positie genomen", maar zij heeft nog meer «ge
daan"; zij heeft, naar zij zeide, de meerderheid in
staat gesteld haar «machteloosheid" te toonen. üf zij
zich daarover nu zoo bijster ongerust behoeft te maken,
zal, volgens het Dagblad, later moeten blijken. Of
alleen haar woorden te vertrouwen zijn en of het
gesprokene van den heer Lohman, of dat van den
heer Seret louter huichelarij was, dat grondwets
herziening niet op den achtergrond wordt gesteld,
zal de toekomst moeten beslissen. In elk geval
ook al ware de motie aangenomen geworden, zou
de meerderheid zich de vrijheid veroorloofd hebben,
het bewijs schuldig te blijven of zij machteloos wilde
zijn dan wel werkzaam. En wanneer nu de aanneming
van de motie een wassen neus zou geweest zijn, ons
door de liberalen opgezet, en de verwerping zeer
zeker niet de grondwetsherziening op den voorgrond
dringt, zal het ergste geval zich kunnen voordoen,
dat een werkzaam Ministerie nog eenigen tijd zonder
absolute partij-oogmerken en dus wat los van de
partij-dienstbaarheid, tusschen meerderheid en minder
heid in, aan de practische belangen des lands arbeidt.
Rott. Nbl.
Men meldt uit Tesse] van 22 Februari aan de
N. Rott. Ct.
Vóór eeuwen werd de Engelsclie vloot, die eene
landing op Tessel wilde beproeven, door eene eb van
twaalf uren daarin verhinderd. Van zulk een ebgetij
werd na dien tijd niet meer gewaagd. Heden echter
is weer een eb van twaalf uren waargenomen. Tijdens
't hoog water moest zijn, teekende de peilschaal een
waterstand van gewoon laag water. Tegen den avond
was voor de kust de bodem der zee droog en werd
een waterstand van 2.2 M beneden A. P. waargenomen.
De overeenkomst met de Maatschappij tot landaan
winning op de Friesche wadden tot overneming dooi
den Staat van het door de Maatschappij aangevangen
werk, gaf in de afdeelingen van de Tweede Kamer
algemeen aanleiding tot de klacht over onvolledige
toelichting, vooral wat het financiëel belang van den
Staat en de technische bijzonderheden betreft.
Er werden dan ook nadere inlichtingen verlangd
en vele leden wenschten een voorstel van wet, op
deze onvolledige wijze toegelicht, als niet ontvankelijk
beschouwd te hebben.
Een reeks van vragen werden mitsdien aan de
regeering gedaan, allen de strekking hebbende om
meer licht te verlangen, overtuigd als men was, dat
dit w. o. niet betreft eene onderneming van 730,000
en een onderhoudsplicht van 36,000 voor de eerste
jaren, maar dat daarentegen ettelijke millioenen van
den Staat werden gevraagd, niet geëquivaleerd door
een vroeger verleend subsidie van 2 ton en opheffing
der verplichting tot onderhoud van een oeverbeslag.
Hiertegen werd opgemerkt, dat de uitgaaf ongetwijfeld
afhankelijk zou worden gesteld van belangrijke baten.
Vele leden waren echter tegen de onderneming van
het werk door den Staat, met het oog op het wissel
vallig karakter der onderneming, de onzekerheid van
de uitvoerbaarheid van het werk en den twijfel of de
baten tegen de uitgaven zullen opwegen. Andere leden
achtten echter 's lands belang genoegzaam betrokken
bij de groote veiligheid der binnenlands gelegen gronden
en bij de aanzienlijke vermeerdering van kostbaar
land, om deze uitgave van staatswege te rechtvaar
digen. Zij, die dit belang niet ontkenden, meenden
dat het op den weg der provinciën lag, de landaan
winning geldelijk te ondersteunen, maar ook afgezien
daarvan achtten vele leden niettemin de voordracht
onaannemelijk, omdat zij de wijze van overneming,
zooals door de regeering wordt voorgesteld, afkeurden