zn mkzi isrm mmm
voor het arrondis- semeiit Zierikzee.
m
1885. No. 10. Woensdag 4 Februari. 88ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
De Staat der Nederlanden en de
Papierkoopers.
Binnenland.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden ƒ4,Franco per post ƒ4,
Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 40 Cent.
PRIJS DER ADVERTENTIE N:
Per gewone regel 40 Cent. H u w e 1 ij k s -Geboorte-
en Doodberichten van 46 regels 60 Cent.
Dienstaanbiedingen van 4-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. I/AKEA'MAiV.
Bij liet uitvaardigen van eene nieuwe of de
herziening eener oude wet, vraagt uien zich
wel altijd af iu welke verhouding de nieuwe
wetgeving staat tot de oude, maar slechts
zeldeu waagt de wetgever een blik in de
toekomst om zich af te vragen in hoeverre de
verhouding van het individu tot den Staat al
of niet gewijzigd wordt. De drankwet, hoezeer
in beginsel alleszins toe te juichen, heeft daar
door toestanden in 't leven geroepen, die in
geenen deele kunnen goedgekeurd worden en
de wijzigingen in onze postwet geven, hij eenig
druk gebruik van de post, aanleiding tot even
zonderlinge toestanden, het is wenschelijk de
toepassing onzer postwet, zij 't ook maar in
éen enkel geval, te bespreken.
Het verdient alle waardeering, dat de wet
van 12 April 1850 „het vervoer van geslotene
of ongeslotene brieven of pakketten, papieren
bevattende", monopoliseert, al zou de vraag
rijzen, of men dan werkelijk met het oog op
't woord „papieren" niet te veel gemonopoliseerd
heeft. Dezelfde wet bepaalt, dat „ambtenaren
van den Staat" zich uitsluitend met dat vervoer
belasten." Ook dat is in orde.
De wet van 22 Juli 1870 bevat de mede-
deeliug: „Het in gebruik stellen van post
zegels mitsgaders vau omslagen en
formulieren, van dergelijke zegels voorzien, wordt,
naar mate van de behoefte, door ons bepaald;"
en hetzelfde artikel handelt in de 2e al. sub b
over de prijsbepaling der omslagen en formu
lieren.
Die prijsbepaling is vrij hoog en dat te meer
omdat 42) „de op de briefomslagen afge
drukte postzegelstempels na afscheiding van
den omslag niet (kunnen) worden gebezigd
voor de frankeering van brieven of andere
stukken." Zeer zeker is er iets tegen te zeggen,
dat de Staat op die wijze eene concurrentie
begint met de papierhandelaars en zoo de boven
genoemde zonderlinge bepaling al oorzaak is,
dat de „briefomslagen" niet veel aftrek hebben
al is de prijs 50% verlaagd, de handel in
karton tegen f 0,50 de 100 stuks kaarten bloeit
zeer en is een mooie zaak voor den Staat
wellicht, voor den leverancier zeer zeker. Nog
bloeiender wordt die haudel door de bepaling
78), dat voor bot buitenland „gebruik te
maken is", d. i. waarschijnlijk „gebruik moet
gemaakt worden", van de „formulieren", zegge
briefkaarten, waarin de Staat der Nederlanden
handel drijft, maar hebben wellicht postcon-
venties daaraan de schuld, niet alzoo aan eene
wetsinterpretatie onlangs in eene onzer grootste
steden gevolgd. Een man iu zaken was daar
gewoon bladen karton, volkomen gelijk aan
onze briefkaarten, aan de eene zijde bedrukt
als drukwerk voor 1 Cent te verzenden. Onlangs
verzond bij weder zulk een kaart, waarbij aan
den druk eenig schrift is toegevoegd en die
daarom gefrankeerd werd met 2% Cent, evenals
de gewone briefkaarten. Deze kaart werd terug
gezonden met het bijschrift„Briefkaarten zijn
alleen geldig, wanneer zij van Rijkswege zijn
aangemaakt eu verkocht. Zoodat do bierbij
teruggaande kaart met 5 Cents behoort te
worden gefrankeerd."
Waar is die bepaling te vinden
Bestaat ze werkelijk, dan beveel ik de over-
wegiug daarvan ten dringendste aan in de
belangstelling onzer hoogere en hoogste autori
teiten.
Indien de Staat mij kan bevelen, bet karton
waarop ik schrijf bij zijne ambtenaren te koopen,
alleen omdat die kartonnen blaadjes iu groote
hoeveelheden worden „aangemaakt" (we boorden
anders alleen van bet aanmaken van kachels),
waarom zon de Staat dan ook niet te eeuiger
tijd kunnen bevelen, de „briefomslagen" bij
zijne ambtenaren te koopen. Nog eene schrede
verder en de Staat monopoliseert den handel
iu postpapier en enveloppen geheel en al. De
postwet onderscheidt zich nu eenmaal niet door
zuiverheid van taal en duidelijkheid en bet
minst van alles door eene juiste opvatting van
bet woord postzegel of zooals bet in de wet
beet „frankeerzegel."
Een „frankeerzegel" is eene kwitantie voor
vooruitbetaald port, geen geldswaardig of als
geld door den Staat uitgegeven of aangenomen
papier. Dit laatste blijkt o. a. uit de bepaling,
waarbij het betalen met postzegels aan de Post
spaarbank beperkt wordt. Indien die zegels nu
op briefkaart of enveloppe of „anderszins", zooals
de postwet dat noemt, niet gebruikt zijn, maar
„in bet ongereede" raken, dan is niets natuur
lijker, dan dat bet Rijk toch de diensten prae-
steert waarvoor bet loon werd betaaldgelijk
blijkt uit de bedoelde kwitantie en gelijk erkend
wordt door de inwisseling van verschreven brief
kaarten. Indien de Staat mij dus verbiedt,
de onafgestempelde postzegels van „briefomslag"
of „formulier" te gebruiken, ook niet toelaat,
dat ze opgeplakt worden, met andere dan „rijks-
gom", dan wordt tekort gedaan aan bet recht,
dat de kooper zich verwierf door vooruit port
te betalen.
Het mag alles duidelijk in de wet staan,
hoewel ik 't er niet alles in kan vinden, maar
zeker is bet, dat de wet dan op enkele punten
uitbreiding en wijziging behoeft.
We hebben sinds lang gewenscbt, dat er
door den Staat evenals iu Engeland
afgestempelde strooken voor drukwerk werden
ingevoerd, maar wanneer die ook zoo dnur zijn
en de postzegels ook niet geldig als ze van de
strook gescheiden wordeo, dan is dat een proef
neming, die door weinigen gewenscbt zal worden.
Te erger, wanneer de Staat mocht goedvinden,
die ook te monopoliseeren.
Van gewicht is de vraag, of de Staat, gelijk
men wel eens gewild heeft en gelijk in België
en wellicht elders het geval is, bet karton der
kaarten niet in rekening moet brengen. Het komt
ons voor, dat de niet schrijvende bevolking be
zwaarlijk kan geacht worden belasting te moeten
betalen voor het karton van ben, die wèl
schrijven. Maar iets anders is 't, of de Staat
niet verplicht is het karton tot den minst
mogelijken prijs te leveren. Minder dan '/i Cent
vour éen briefkaart gaat niet, maar bij grootere
getallen is dit wèl mogelijk. In Engeland zijn
twee soorten van briefkaarten in gebruik. De
duurste kosten1 stuk s/„ d., 2 stuks 1V2 d.,
3 stuks 2 d., 4 stuks 2% d., 5 stuks 3Va d.,
6 stuks 4 d., en de goedkoopste: 1 stuk s/4 d.,
2 stuks 1V4 d., 3 stuks 1% d., 4 stuks 2V2 d,,
5 stuks 3 d., 6 stuks 3'/2 d. Ziedaar een bewijs,
dat men iu Engeland overtuigd is, dat de Staat
geen winst moet behalen op den handel in
karton.
Er is bij al de verbeteringen der laatste jaren
nog heel wat aan onze postwet te wijzigen en
te verbeteren, mogen deze regelen de aandacht
van de eene of andere autoriteit trekken en
aanleiding geven tot stappen, die tot verbetering
kunnen leiden.
Zierikzee, 3 Februari 4885. In cle heden gehouden
vergadering van den gemeenteraad is mededeeling
geclaan: 4°. van ingekomen brieven van Gedep. Staten,
houdende goedkeuring van raadsbesluiten en mede
deeling van het Kon. besluit tot opheffing der Kamer
van Koophandel en Fabrieken alhier; 2°. van den door
den Gemeente-Ontvanger ingezonden staat van in 4884
ontvangen vergunningsrechten wegens verkoop van
sterken drank, waarvan het totaal is 4570,625.
Voorts is besloten aan de Kamer van Koophandel
en Fabrieken 's Raads dank te betuigen voor al het
geen door haar in den loop van haar bestaan in het
belang der gemeente is gedaan en de Kamer te ver
zoeken haar archief over te brengen ten raadhuize.
Zullende door den Raad verder worden afgewacht het
rapport der raadscommissie, belast met het onderzoek
van de rekening der Kamer over 4884.
Op voorstel van Burgem. en Weth. is nog besloten
4°. tot af- en overschrijving van en op posten der
gemeentebegrooting voor 4884; 2°. om Burgem. en
Weth. te machtigen het uitdiepen der buitenhaven
onderhands aan te besteden aan F. Volkers te Dord
recht, die bereid is dit te doen met een stoombagger-
molen voor 0,35 per M3. uitgebaggerden grond en
hun daartoe boven de bij de begrooting voor 4885
uitgetrokken som van 900, zoo noodig, nog een
crediet te verleenen van 200.
Bij de behandeling van dit laatste voorstel werd
door den heer Zuurdeeg gevraagd, of het niet wen
schelijk zou zijn deze gelegenheid ten' nutte te maken
om de binnenhaven tusschen den ringmuur en de
tweede houten binnenbrug te dempen.
De Voorzitter deelde daarop mede, dat dit zoowel
naar het oordeel van de Commissie van Fabricage als
van Burgem. en Weth., vooral met het oog op de
groote kosten, thans niet wenschelijk zou zijn.
Verder werden in deze zitting geene zaken behandeld.
Te 's Hage is bericht ontvangen, dat H. IC. II. Prinses
Hendrik der Nederlanden verloofd is met Prins Albert
Hendrik Joseph ICarel Victor George Frederik van
Saksen-Altenburg, geboren den 44 April 4843, luite
nant-generaal in Pruisischen dienst, zoon van Prins
Eduard van Saksen-Altenburg, uit zijn tweede huwelijk
met Prinses Louise van Reuts-Greiz.
Het bestuur van De Unie, de Amsterdamsche ver-
eeniging tot »opwekking van staatkundig leven en
bevordering van maatschappelijke belangen", heeft
een circulaire verspreid, waarbij zij de Nederlanders
opwekt tot aansluiting bij de vereeniging. In die cir
culaire leest men o. a.