Z1ERIKZEESCHE COURMT.
voor het arrondis-
sement Zierikzee.
1885. No. 5. Zaterdag 17 Januari. 88ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Binnenland.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJ DAG-AVOND
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden ƒ1,Franco per post 1
Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 10 Cent.
PRIJS DER AD VERTENTIEN:
Per gewone regel 10 Cent. Huweljjks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 Cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKEIVMAN.
ZIERIKZEE, 16 Januari 188 5.
Met genoegen kunnen wij vermelden, dat de heer
Joh. Schmier, die in liet vorige jaar bij eene uitvoering
van de Gemengde Zangvereeniging alhier zooveel heeft
bijgedragen tot den goeden afloop dier uitvoering, en
daarvoor ongetwijfeld bij alle liefhebbers der Toonkunst
eene aangename herinnering heeft achtergelaten, onlangs
bij eene uit voering der Leidsche Zangvereeniging wederom
groot succès beeft behaald.
De Leidsche Courant, over den heer Schmier
sprekende, zegt daarvan
«Onze oprechte hulde, last not least, aan onzen
voormalige» stadgenoot den heer Joh. Schmier, thans
in Brussel gevestigd, voor de artistieke wijze, waarop
de bas-solo's in de finale werden vertolkt. Door samenloop
van omstandigheden heeft de heer S. slechts drie dagen
tijd gehad om zich de eigenaardige moeielijkheden van
zijne, ons inziens ondankbare partij, eigen te maken
en hij is hierin op meer dan gewone wijze geslaagd.
Hij beschikt over eene krachtige, gelijkmatig ont
wikkelde stem, spreekt duidelijk uit en draagt een
voudig, onopgesmukt voor. Helder en vol klonk zijne
stem boven de sterk bezette koren uit, zonder een
oogenblik tot schreeuwen over te gaan. Wij hopen,
dat het gisterenavond behaalde succès voor dezen aan
het begin van zijn kunstenaars-loopbaan staanden
zanger een spoorslag moge zijn, op den ingeslagen
weg voort te gaan."
«Men lette op de voordeelige voorwaarden van dienst
neming bij het leger in Nederlandsch-Indië."
Aldus adverteert het ministerie van koloniën reeds
weken achtereen in de Nederlandsche dagbladen, en
die voorwaarden zijn wezenlijk voordeelig. Maar het
succes, dat die advertentie tot dusverre heeft bij de
door werkeloosheid geteisterde arbeidende klasse, blijft
van geringe beteekeni3.
Inmiddels wordt uit Frankrijk het volgende gemeld
»De minister van oorlog heeft een beroep gedaan
op de vrijwilligers voor 't expeditionnaire leger in Tonkin.
De aanvragen stroomen thans toe, zoodat zich reeds
meer vrijwilligers hebben aangeboden dan men noodig
heeft."
Van waar dit verschil?
In Frankrijk, waar de werkeloosheid op dit oogen
blik betrekkelijk veel minder groot is dan in ons land,
stroomen de vrijwilligers toe, om dienst te nemen bij
het leger in Tonkin; hier lijdt men liever gebrek,
dan zich aan te melden voor ons leger in Indië.
Ook het volgende wordt echter uit Frankrijk gemeld
«Generaal Brière de lTsle heeft bevel ontvangen,
driemaal per week verslag te doen van den toestand
van het expeditionnaire legerkorps."
Moet de verklaring voor het bovengenoemd verschil
ook gezocht worden in de meerdere égards, die men
in Frankrijk heeft voor de troepen, welke buiten
Europa het vaderland dienen? De verachtelijke onver
schilligheid, waarmede men aan onze ministeries spreekt
over een «mindere", de achteloosheid, waarmede men
hem of zijne bloedverwanten behandelt, wanneer hem
ginds een ongeluk overkomt of een vijandelijke kogel
treft, hebben ons reeds dikwijls de vrees doen uiten,
dat de zucht om zich onder die verachte «minderen"
te plaatsen bij ons volk telkens geringer worden zou.
Rot.t. Nbl.
Men schrijft uit Amsterdam, dat algemeene ont-
stemdheid heerscht onder de zoogenaamde Eilanders
over het feit, dat de Regeering den bovenbouw van
de brug over de Maas bij Veriloo, een werk van
drie ton om een verschil van 30,000 gegund
heeft aan een Duitsche firma in plaats van aan de
Koninklijke fabriek van stoom- en andere werktuigen.
Een eerste gevolg van dien maatregel was reeds, dat
genoemde fabriek Zaterdag opnieuw 50 werklieden
heeft ontslagen, terwijl a. s. Zaterdag of de volgende
week opnieuw het ontslag van meerdere werklieden
met vrees wordt tegemoet gezien.
In verband met de aankondiging der tabaksbelasting
kan worden gewezen op een vergadering der afdeeling
Over-Betuwe van de Gelderscli-Overijselsche Landbouw-
maatschappij, waarin de tabaksaccijns weid besproken.
Allen waren het eens, dat voor de Over-Betuwe een
tabaksaccijns een ramp zou zijn. De verschillende be
zwaren zullen bijeen worden gezameld en ter kennis
van de Kamers worden gebracht.
Het meteorologisch bureau van de New-York Herald
deelt liet volgende mede: Een hevige cycloon, welke
te Quebec zijn uitgangspunt heeft, beweegt zicli met
een groote snelheid in de richting van het Zuid-Westen.
Hij zal waarschijnlijk met buien vergezeld gaan en de
kusten van Groot-Brittanje en vermoedelijk ook die
van Frankrijk, tusschen den '15 en 16 dezer bereiken.
Naar aanleiding van het onlangs medegedeelde geval
van sprakeloosheid voor de rechtbank t.e Zwolle kan
van Zwartsluis het volgende worden gemeld:
De jongeling J. B., scheepstimmermansknecht, was
indertijd als medeoprichter en weldra als president
der christelijke jongelingsvereeniging een ijverig en
niet onverdienstelijk woordvoerder der richting, waar
voor die vereenigingen propaganda trachten te maken.
Nu ruim 4 jaren geleden had met genoemden J. B.
iets plaats, waarvan niemand zich rekenschap weet
te geven, zelfs zijn naaste betrekkingen niethij
weigerde op eens meer te spreken, onttrok zich aan
de vereeniging en tot op den huidigen dag staat hij
niemand te woord. Door gebaren, en in volstrekt
noodzakelijke gevallen met behulp van een leitje, tracht
hij zich verstaanbaar te makenmaar op de vraag
naar de reden zijner onbegrijpelijke stilzwijgendheid
blijft hij hardnekkig het antwoord schuldig. Of hier
aan hallucinatie moet worden gedacht, valt moeielijk
met zekerheid te zeggenmaar dat het zijn betrek
kingen veel verdriet baart, behoeft zonder twijfel geen
vermelding.
Bij de regeering wordt een aanvulling overwogen
van het algemeen reglement voor den dienst op de
spoorwegen, volgens welke sneltreinen, rijdende met
grootere snelheid dan 60 K.M. per uur of zonder op
houden een afstand van meer dan 20 K.M. afleggende,
voorzien zullen moeten worden van inrichtingen, waar
door het mogelijk is gedurende den rit uit elke rijtuig-
afdeeling een sein tot stilhouden aan het trein- en
locomotief-personeel te geven.
Het ontwerp tot wijziging der Kiestabel, ter aan
vulling van het aantal leden der Tweede Kamer met
8 nieuwe, waarvan door de Regeering in haar ant
woord op de politieke beschouwingen melding gemaakt
is, is, naar wij vernemen, reeds sedert het begin dezer
maand aan verschillende Gedeputeerde Staten om advies
gezonden. Van de 8 nieuwe leden zouden evenals bij
de laatst vorige plannen was voorgesteld, aan Amster
dam, 's Gravenhage en Rotterdam ieder een afgevaar
digde meer toevallen.
Door den minister van binnenl. zaken is de be
hartiging der belangen van de Nederlandsche kunste
naars ter tentoonstelling van schoone kunsten, in
1885 te Antwerpen te houden, opgedragen aan twee
commissiën, waarvan de eene in Nederland, de andere
in België, beide onder leiding van een commissaris-
generaal, zullen werkzaam zijn.
Een geenszins rooskleurig verslag van onzen consul
te Port-Natal over de landverhuizing naar Zuid-Afrika
komt voor in de Staats-Courant van Woensdag. De
consul, de heer B. II. de Waal, spreekt van aange
komen Nederlanders, die in diepe armoede verkeeren.
Een groot deel dier mensehen, zegt hij, had zonder
twijfel ook in Nederland geene schitterende vooruit
zichten, maar wanneer men vaders van huisgezinnen
alles ziet opofferen (in dit geval vele honderden, ja
dikwijls duizenden guldens alleen aan passagekosten),
dan vraagt men zich onwillekeurig af: zijn de kansen
van welslagen in verhouding tot de geldelijke opoffering?
En het gevolg nu van dit alles is, dat in den
Transvaal, ja zelfs hier in deze kolonie, vele Neder
landers ronddwalen zonder een bestaan te kunnen
vinden, en meer dan een, ten einde zijn leed te ver
geten, zoekt zijn troost in den drank en schaadt dus
niet alleen zijn eigen welzijn, maar brengt nog boven
dien den goeden naam van Nederlanders in het
algemeen in opspraak. Wie eenigszins met den Transvaal
en Vrijstaat bekend is, weet dat wij Nederlanders, op
het punt van matigheid, daar toch reeds geene zeer
gunstige reputatie hebben.
Ik schat het aantal Nederlanders, dat gedurende
dit jaar hier op weg naar den Transvaal en Vrijstaat
doortrok, op meer dan 250 personen (mannen, vrouwen
en kinderen).
De toestanden in geheel dit werelddeel en niet het
minst in de Zuid-Afrikaansche Republiek en in den
Oranje-Vrijstaat zijn verre van schitterend, en het
meest geoefende oog kan in de eerste toekomst weinig
verbetering zien. Zuid-Afrika is een land, dat zich
slechts zeer langzaam zal ontwikkelen en dat, naar
mijne meening, door enthousiasten in Europa meer
geschaad dan gebaat wordt.
Velen verlieten in den loop van dit jaar deze stranden
om in Australië of elders hun heil te zoeken en vele
anderen zouden gaarne hun voorbeeld volgen, indien
zij de weinige middelen, daartoe vereischt, bijeen konden
brengen. Overal vindt men verdienstelijke handwerks
lieden, die te vergeefs werk zoeken.
Landbouwers en boeren, die hun vak verstaan en
eenig kapitaal te hunner beschikking hebben (dat is
na betaling der uitrusting en passagekosten), zouden
hier misschien nog wel eene goede toekomst vinden,
maar dan nog eerder in deze kolonie dan in den
Transvaal of Vrijstaat.
Aan dezulken biedt hij welwillend zijn bemiddeling
aan. Maar handwerkslieden, klerken, advokaten, en
anderen raad ik aldus eindigt hij het verslag
ten sterkste af vooreerst naar deze gewesten te komen.
Het Ned. Onderwijzers-Genootschap telt thans circa
3200 leden met 137 afdeelingen, waarvan de afdeeling
«Rotterdam" een der talrijkste is, tellende 130 leden.
De afdeeling «Rotterdam" bezit een hulpspaarbank
met 107 inleggers tot een gezamenlijk bedrag van
34,671,93.
Een dood-eerlijk werkman komt ten huize van eene
aanzienlijke dame, om daar eenige reparaties te ver
richten en treedt met den leerjongen hare apparte
menten binnen.
Mevrouw schelt.
«Frangoise", zegt zij tot de kamenier, die binnen
komt, terwijl ze een wantrouwenden blik op het
tweetal werpt, «neem mijne juweelen en breng die
zoolang achter slot."
Hoezeer innig verontwaardigd over dit wantrouwen,
zoo grof geopenbaard, vertrok de brave werkman geen
spier van zijn gelaat; doch hij legde zijn horloge en
ketting af, die hij den jongen gaf.
«Piet", zeide hij, «ga dit bij me thuis brengen,
't schijnt hier in huis niet erg veilig te wezen I"