Alles is nagenoeg lager. De suikeraccijns brengt na
de invoering van de nieuwe wet minder op dan ooit.
Registratie, successie, invoerrechten, alles gaat
achteruit. Zelfs de jeneverdrinkers zijn niet in staat
het evenwicht te bewaren. Reeds nu is het niet ge
waagd te voorspellen, dat de opbrengst voor 1884
wel een millioen lager zal zijn dan de opbrengst van
'1883. En de Minister van Financiën, optimistisch als
altijd, is bij de raming der middelen voor 1885 nog
weder uitgegaan van de illusie, dat in het volgende
jaar een regelmatige stijging van inkomsten te wachten
is. Waar moet zulk optimisme op uitloopen?
Bij de Kamer-verkiezingen is door de clericale bladen
luide verkondigd, dat men slechts aan de richterzijde
de meerderheid behoefde te bezorgen om zefcer te zijn,
dat het met de tekorten uit zou zijn en dat de orde in
de financiën zou zijn hersteld. Welnu, de rechterzijde
heeft thans de meerderheid, en ik ben zeer benieuwd
te vernemen, welke eischen zij op financieel gebied
zal stellen en op welke wijze zij zoovele millioenen
zal kunnen en willen bezuinigen als aan de kiezers
is voorgespiegeld. Volgens het program, door dr. Schaep-
man in zijn laatste brochure ontwikkeld, moeten binnen
enkele jaren alle uitgaven voor onderwijs van de be
grooting verdwenen zijn. Op die wijze is er zeker voor
de financiën nogal iets te doen, maar ten koste van
welke andere belangen? Reeds hoor ik mompelen, dat
men zal beginnen door het weigeren van geld de
opheffing van verscheidene inrichtingen van onderwijs
te provoceeren. Wel zeker, waarom niet? Indien de
meerderheid van de kiezers voor goed onderwijs geen
geld meer over heeft, dan is het ook rationeel, dat
de gekozenen daarvoor het geld schrappen.
De heeren Noordhoff en Smit te Groningen zonden
een adres aan de Tweede Kamer ter ondersteuning
van de verschillende adressen reeds ingekomen en
aandringende op verwerping der overeenkomst met
Duitschland, betreffende de wederzijdsche bescherming
van het auteursrecht op werken van letterkunde en
kunst.
Met het oog op het werkgebrek in nagenoeg gansch
Europa geven de heeren Prins en Zwanenburg te
Amsterdam een kaart uit, waarop een duidelijke aan
wijzing van vruchtbaar land, dat voor matigen prijs
in den Staat Minnesota te koop is. In 't geheel zijn
er 34000 acres tegen f 50 a 60 de 640 acres
dadelijk te verkrijgen.
Na een uitvoerige discussie vooral over het in de
statuten vooropgezet beginsel van strijd der liberale
partij tegen de kerkelijke overheersching op staat
kundig gebied is Woensdagavond in de door Burgerpligt
belegde vergadering te Amsterdam met algemeene
stemmen aangenomen de volgende motie: De vergade
ring kennis genomen hebbende van het plan tot
stichting eener Liberale Unie, machtigt de commissie
van bestuur, om namens de kiesvereeniging Burger
pligt mede te werken tot vestiging dezer Unie en
vaststelling harer Statuten." Uitdrukkelijk werd door
het bestuur van Burgerpligt geconstateerd, dat 't doel
dezer Unie geenszins centralisatie van het gezag is,
maar het vormen van een band tusschen de liberale
kiesvereenigingen.
De Engelsche Standard maakt met ingenomenheid
melding van het onlangs vermelde plan van eenige'
ondernemende lieden om Hollandsche melk naar Londen
te zenden, en schrijft in zeer waardeerenden geest
over den Ilollandschen ondernemingsgeest, die daaruit
spreekt. De quaestie omtrent den inkoopsprijs en de
kosten alvorens de melk in Engeland aan de melk-
verkoopers in 't groot kan worden afgeleverd, in 't
midden latende, vertrouwt het blad in 't welslagen
der onderneming. Het laakt overigens de Engelsche
landbouwers, omdat zij door hun gemis aan ondernemings
geest deze Hollandsche onderneming mogelijk maken.
Zooals men weet is het plan nog niet geheel rijp voor uit
voering. Er worden proeven genomen hoe lang de
melk bij hooge temperatuur goed blijft.
Men leest in Het Nieuws van den Bag van '1
December j.l., Tweede Blad:
GreTbrels; aan Werk.
Voortdurend treft men in onderscheiden dagbladen
berichten aan over gebrek aan werken velerlei zijn
de middelen die aan de hand worden gedaan, om
daaraan tegemoet te komen. De een wijst op de
groote afmetingen die het gebrek aan werk aanneemt,
een ander uit den wensch, dat door het algemeen
bestuur in deze quaestie spoedig en met kracht moge
worden opgetreden, een derde doet een beroep op
mannen rijk aan geld en aan invloed, om een com
missie te vormen, die door vrijwillige geldelijke bij
dragen in staat worde gesteld werkzaamheden van
allerlei aard te kunnen laten verrichten, enz. enz.
Het trof mij echter, dat bij de verschillende mid
delen, die aan de hand werden gedaan, de aandacht
niet is gevestigd geworden op de vrijwillige dienst
neming, hetzij bij het leger hier te lande of bij dat
in onze Oost-Indische bezittingen, en de vraag kwam
bij mij op: «waarom denken toch zoo weinigen er
aan, dat er groote behoefte bestaat aan aanvulling
van ons leger, zoowel hier als in Indië
Zijn de vooruitzichten in den militairen dienst voor
flinke oppassende jongelieden zoo gering, dat het
niet de moeite waard is, daarop het oog te vestigen?
Of zijn misschien die vooruitzichten en de voorwaarden
van dienstneming niet genoeg algemeen bekend?
Het laatste komt mij het waarschijnlijkst voor,
niettegenstaande in de .laatste tijden dit onderwerp
meermalen ter sprake is gebracht, en van wege de
Departementen van Oorlog en van Koloniën herhaal
delijk maatregelen worden genomen, om alles, wat
op beide legers betrekking heeft, tot publiek domein
te maken en al de bepalingen voor indiensttreding
zoo ruim mogelijk te verspreiden en te publiceeren.
In Het Nieuws van den Dagd.d. 19 Juli, komt
een opstel voor van den gepensionneerden majoor van
het Indische leger E. B. Kielstrathans lid van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal, waarin gewezen
wordt op de voordeelen van dienstneming en de voor
uitzichten worden besproken van hen, die bij dat leger
in dienst treden, en ten slotte de raad wordt gegeven
)maar Indië V'
De gronden, waarop deze raad berust, kunnen den
toets van het nauwgezetste onderzoek doorstaan.
Uit aanmerking van liet belangrijke van het onder
werp, wenscht schrijver dezes, door het andermaal
ter sprake te brengen, de aandacht er opnieuw op
te vestigen, en er toe bij te dragen dat, door uit
voerige omschrijving van de voorwaarden en de voor
deelen van vrijwillige dienstneming, die in ruimeren
kring bekend worden en de belangstelling opwekken.
Ik neem daarom de vrijheid een beroep te doen
op de bekende welwillendheid van de Redactie van
Eet Nieuws van den Dag, om hieraan mede te werken
door opname van dit opstel.
Het groote publiek heeft behoefte aan voorlichting
en raad en is, waar het weet dat die belangeloos en
uit goede en betrouwbare bronnen worden verstrekt,
ook wel bereid daarnaar te hooren.
Bij de schaarschte aan werk op elk gebied en bij
de weinige kans, die de ijverige handwerksman of
gezel dan nog heeft om met goed fatsoen in zijn
onderhoud te voorzien, en de moeielijkheid, zoo al niet
onmogelijkheid, om voor den ouden dag een duitje
over te leggen, kan het niet ongewenscht zijn op de
voordeelen van den militairen dienst de aandacht ge
vestigd te houden.
Meermalen is in den 'laatsten tijd aangespoord ge
worden dienst te nemen bij de Indische krijgsmacht.
Flinke, gézonde oppassende Hollandsche jongens gaan
daar een goede toekomst tegemoet.
Wanneer het hun ernstig streven is om vooruit te
komen, zal hun dit wel gelukken. Voor de lieder
lijken, de dronkaards en de onverschilligen deugt het
er niet. Maar zij, die iets gevoelen voor het soldaten
leven, kunnen daar naar waarheid soldaat worden,
bij trouwe plichtsbetrachting wellicht de gelegenheid
vinden zich te onderscheiden en er zeker nooit berouw
van hebben een verbintenis bij het Indische leger te
hebben aangegaan. Zij, die behoorlijk onderwijs hebben
genoten, kunnen bij het gebrek aan kader zeker zijn
spoedig een graad te behalen, en van korporaal staat
de weg open tot den graad van sergeant, sergeant
majoor en adjudant-onderofficier.
De categorie van de ambachtslieden bij het Indische
leger verdient afzonderlijke vermelding. Deze zijn in
den eigenlijken zin des woords minder soldaat, zij
heeten dan ook werklieden, zijn in klassen verdeeld,
genieten meer vrijheid en verdienen ook meer dan
de gewone soldaat. Alle ambachten worden bij het
leger vertegenwoordigd.
Zoo heeft men timmerlieden, metselaars, smeden
verwers enz. bij de 'genie
loagenmakers, zadelmakers en hoefsmeden bij de
artillerie en de cavalerie;
instrumentmakers, bankwerkers,jüaatwerkerskui
pers, hout- en metaaldraaiers, koper- en blikslagers
en ijzergieters, allen van de le, 2e en 3e klasse, bij
de artillerie-constructie-winkel
instrumentmakers bij den topographischen dienst
geweer- en lademakers bij de geweermakersschool
buskruitwerkers in de pyrotechnische werkplaatsen
en bij de buskruitmolens
photografen en lithograf en bij den topographischen
dienst
teekenaars bij den generalen staf en bij de genie,
enz. enz. enz.
Voor vele andere vakken is in vrijen tijd in het
particuliere leven altijd werk te vinden en wat te
verdienen. Schoen- en kleermakers, horlogemakers,
pianostemmers enz. vinden overal iets, en het bij het
Indische leger bestaande spaarfonds kan getuigen,
dat niet weinigen hun overgegaarde penningen daarin
beleggen en bij het verlaten van den dienst een soms
niet onbelangrijk sommetje uitbetaald krijgen.
Dit spaarfonds verzekert den deelnemers 5 pCt.
rente 's jaars, over het bedrag hunner bespaarde
j gelden, en staat onder de speciale bescherming van
het Gouvernement.
Wijders heeft men nog de militairen-schrijvers. De
aspiranten voor deze categorie kunnen, na afgelegd
examen bij liet Ministerie van Koloniën, zich op alles
zins voordeelige voorwaarden voor den dienst der
militaire administratie bij het Indische leger verbinden.
De meer ontwikkelden kunnen bij dien dienst officier
worden. De daarvoor vereischt wordende kundigheden
kunnen zij zich op de militairen-school te Meester-
Cornelis eigen maken. Zij maken de reis naar Indië
als Gouvernements-passagier der twëede klasse en
hebben aanspraak, vóór hun vertrek, op een verlof
met behoud van soldij voor den tijd van zes weken.
Gegadigden behooren zich in persoon te melden,
ten bureele van den kolonel plaatselijken commandant
te 's Gravenhagedaags voor het examen, dat op den
eersten en derden Woensdag van elke maand ge
houden wordt, des morgens tusschen 10 en 12 uren
of des namiddags tusschen 2 en 3 uren.
En wil men nu weten wat het lot is van hen die
Indisch militair worden?
Een over het algemeen goede huisvesting, waarin
voortdurend nog verbetering gebracht wordt.
Voldoende voeding en kleeding, ofschoon de uniform
van het Indisch leger juist niet smaakvol is. Uitmun
tende verpleging in geval van ziekte.
Soldij naarmate van den graad, die bekleed wordt,
bij de verschillende wapens of diensten.
Verhoogde soldij bij reëngagement.
Na zes-jarigen dienst de bronzen medaille voor
trouwen militairen dienst met 12 gratificatie.
Na twaalf-jarigen dienst de zilveren ditoen
Na vier-en-twintig-jarigen dienst de gouden dito
met f 50 gratificatie.
Na twaalf jaren dienst in Indië aanspraak op het
volgend pensioen of gagement
voor den soldaat vanf 200
korporaal van220
sergeant van260
serg.-majoor van290
adj.-onderoffic. van 320 en
na twintig jaren dienst:
vóór den soldaat vanf 320
korporaal van 380
sergeant van420
serg.-majoor van450
adj.-onderoffic. van 480
Bij bekomen verwondingen, in en door den dienst
of te velde, kunnen deze pensioenen of gagementen
nog met een vierde en meer verhoogd worden. In
gevallen van verwonding, die tot in dienst blijven
ongeschikt maken, kan het volle gagement met de
verhooging worden toegekend, ongeacht den tijd welken
men heeft gediend.
Zij, die het geluk hebben, als belooning van uit
stekende daden van moed, beleid en trouw, de Militaire
Willemsorde 4e ld. te verdienen, verwerven bij de
toekenning van deze koninklijke onderscheiding boven
dien een levenslange geldelijke toelage, die voor de
zeemacht of het leger te lande bedraagt
voor den soldaat of matroos f 60 's jaars.
korporaal75
sergeant130
sergeant-majoor. 160
adj.-onderofficier 200
en dienstdoende bij de zee- en landmacht in de over-
zeesche bezittingen
voor den soldaat of matroosf 65
korporaal80
sergeant140
sergeant-majoor160
adj.-onderofficier200
Aan een benoeming tot ridder van de 3e klasse
voor de Militaire Willemsorde, is het dubbele van
vorenstaande riddersoldij verbonden.
Al naarmate van het geheel of gedeeltelijk pen
sioen, is de naar Nederland terugkeerende zijn verder
leven voor armoede gevrijwaard en zij, die op be
trekkelijk jeugdigen leeftijd bij het pensioen en de
riddersoldij, dat zij hebben verdiend, en bij den spaar
pot, dien zij bij goed overleg hebben gemaakt, nog
iets kunnen verdienen, zullen er nimmer spijt van
hebben, een verbintenis bij het Nederl. Ind. leger te
hebben aangegaan. Van het handgeld, f 300 be
dragende bij het aangaan eener zes-jarige verbintenis,
en van f 350 voor de militaire schrijvers, is opzette
lijk geen melding gemaakt, omdat, hoe goed het
menigeen te pas kan komen, zoowel voor ondersteu
ning van familiebetrekkingen als voor aanschaffing
van een en ander voor de reis enz., het niet moet
dienen als verleidingsmiddel om dienst te nemen,
daar het in zulk geval wel eens tot minder gelukkige
toekomst zou kunnen leiden.
Het zou in waarheid een zegen zijn voor het vader
land en Indië beide, indien vele jonge mannen, die
hier een moeielijk bestaan vinden, er de proef van nemen.
In gemoede wordt hun de raad gegeven. Laat
u niet weerhouden, waarborgt u tegen gebrek en
neemt d
weerhouc
ontevred
weet w
is gegar
dorven
los te
niemand
is in di
opzicht
positie t
Door
verbindei
bescheid'
1°. eej
waaruit
2°. e
of nam
woonplat
3°. ee
het hoof
4°. ee
de natio
dienst b'
5°. all
hoorlijk
voogd ol
dat de i
bestaand
het lege
Men
wervers
niet de
van Oor
Zij hl
teeren
hoegena;
der Reg
Wam
neemt,
Men be
moeiing
papieren
kan bek
melden
dant, di
men ee
bijeenbr
bureaux
soort v.
die bur
gemente
op het
kan rek
Ook j
te 's G
Inform
waardei
kosteloo
In p
burgem
geven,
welke o
Met
verleent
's Gr
De
Associa
Berlijn
luitenai
wat re
beide
meest
dellij k
uitgew
Het
van e
buitenl
gelokt,
is, dat
eerste
ontken
twaalf
heeft,
mogenc
jarigen
wordt
Het
den rij
veel s
post d
K