Met collegium van het Leiilsche Studentencorps heeft van de professoren een dringend schrijven ontvangen, waarin zij den wensch uitdrukken, dat voortaan de duur van den groentijd zóó zou worden geregeld dat de studiën er niet onder leden. Dientengevolge is bij motie op eene corpsvergadering besloten, dat men voortaan bij het vaststellen van den inauguratiedag zoowel de belangen van het corps als die van de professoren zou behartigen. Het Bestuur van het 32e Nederlandsche Landhuis- houdkundig Congres, in het volgend jaar te Gouda te houden, is als volgt samengesteld Mr. C. Fock, commissaris des Konings in Zuid- Holland, te 's Gravenhage, Eere-voorzitter. J. Van der Breggen Azn. te Waddingsveen, 1e voorzitter, mr. A. A. Van Bergen IJzendoorn, 2e voorzitter, mr. D. N. Brouwer, 'le secretaris, mr. W. J. Fortuijn Drooglever, 2e secretaris, J. Post van der Burg, penningmeester, G. Straver, W. T. Blom, G. A. Van Houweninge Gzn. (te Moordrecht), A. Van Veen, G. J. Steens Zijnen, H. Jager, H. W. G. Koning, VV. Begeer, C. C. II. Prince, dr. H. IJssel de Schepper, J. M. Noothoven van Goor en H. J. Peters. Het Ilaagsche Dagblad schijnt in de meening te verkeeren of de kiezers in de meening te willen brengen, dat men geen lid der Tweede Kamer en tevens lid van een Gemeenteraad kan zijn. Het waar schuwt den kiezers dat het al zeer dwaas zou zijn om den heer Sluiter, in wien men een bekwaam raadslid waardeert, uit dat college te halen door hem tot lid der Tweede Kamer te kiezen. Dame. Zoo, Netje, je gedraagt je heel lief. Er twee vrijers op na té houden't is schande Dienstmeisje. Met uw verlof, mevrouw, ik heb er maar een. De andere komt alleen, als de eene ziek of niet in de stad is. De Rotterdamsche Coöperatieve Verbruiksvereeniging telde op 1 Oct. j.l. 754 leden. De reservekas bedroeg f 3915,73. De omzet in de winkels aan de Kaasmarkt No,. 9, Binnenweg No. 80 en Oppert No. 99, bedroeg gezamenlijk f 25396,05, waarop aan onzuivere winsten is behaald f 4641,36. De zuivere winst beliep f 3025,37 5, waarvan na aftrek der rente van het kapitaal dei' leden ad 5 °/0, die op de rekening der leden afzonder lijk wordt geboekt, en van de verschillende afschrij vingen, onder de leden ter verdeeling overbleef 2266, zijnde over de ingeleverde penningen een dividend van ey4 Dr. De J.te Dordrecht, die onlangs bij de behan deling van een patiënte, die aan diphtheritis leed, bij de inspuiting van het teruggeworpen vocht in het aangezicht kreeg en daardoor aanstonds een oog ver loor, terwijl men voor het andere, ja zelfs voor 's mans leven zeer beducht was, omdat men vreesde dat van de smetstof zelfs tot in het bloed zou zijn doorge drongen, is thans, na het doorstaan van vreeselijke pijnen, gelukkig aan de beterhand, zoodat men gegronde hoop mag koesteren, dat hij niet alleen het leven maar ook nog één oog behouden zal. Naar wij nader vernemen zou Pieters, de voort vluchtige postdirecteur uit Yzendijke, de zich toe geëigende waarden niet bij de Ilollandsche maar bij Fransche en Belgische bankiers hebben gedeponeerd. Ongelukkeu, Kampen, Misdaden, enz. Te IJIst ligt een oude vrouw bedenkelijk ziek na 't gebruik gedurende vier achtereenvolgende avonden van 72 droppels Haarlemmerolie. Te Vuren, waar dezer dagen drie hooischelven tegelijk in brand geraakten, is onder het ten deele verbrande hooi eene petroleumflesch gevonden. Hierdoor kan niet meer betwijfeld worden, dat er kwaadwilligheid in het spel is. Nog altijd is men den dader niet op het spoor. Op een der stormachtige nachten der vorige week graasde op Tessel een paard alleen in de weide. Naar het schijnt, moet het dier meer trek naar den stal hebben gehad, dan daar in die stormvlagen aan weer en wind te zijn blootgesteld. Dewijl het hek gesloten was, is het beest er over gesprongen, doch moet zich daarbij ernstig aan den buik verwond hebben. Toch is het in het donker voortgeloopen tot voor het huis des eigenaars. Toen deze den volgenden morgen op stond, lag zijn paard dood voor de deur, met eene gapende wonde aan den buik. Buitenland. F rankrij li. Een belangrijk nieuws deelt de correspondent van de Independa?ice Beige mede omtrent de Fransch- Chineesclie aangelegenheden, waaraan het geringe aantal berichten van het oorlogsterrein en de werke loosheid der Fransche troepen in Tonkin en op Formosa gedurende de laatste dagen is toe te schrijven, n.l. dat de rechtstreeksche onderhandelingen tusschen China en Frankrijk weder zijn hervat. De grondslagen, waarop deze onderhandelingen worden gevoerd, behooren nog tot de staatsgeheimen. Men gelooft echter, dat de heer Ferry ze wel aan de commissie voor het Tonkin- crediet zal medegedeeld hebben onder voorwaarde van geheimhouding. Omtrent de bemiddeling van Engeland heeft de heer Ferry aan de Tonkin-commissie bevestigd, dat de Engelsche regeering hare diensten heeft aangeboden om een einde aan het conflict tot stand te helpen brengen, doch dat Engeland tot heden nog niet offi cieel met China in onderhandeling is getreden, zoodat China de bemiddeling niet heeft kunnen weigeren, gelijk was medegedeeld. De heer Clémenceau vroeg ook inzage van de corres pondentie met de verschillende mogendheden over China gevoerd, waarop de heer Ferry antwoordde, dat geen bepaalde correspondentie over dit onderwerp met de mogendheden bestond. In de zitting van Vrijdag heeft de Tonkin-commissie het onderzoek van het ontwerp betreffende het nieuwe crediet ten einde gebracht en met 6 tegen 4 stemmen heeft zij het door de regeering gevraagde crediet toe gestaan. De minderheid was niet tegen het verleenen van het crediet, maar wilde het gebruik daarvan niet aan het tegenwoordige ministeiie toestaan. Tot rap porteur is gekozen de heer Franck-Chauveau met 6 tegen 4 stemmen. Gri'oot-Brittan j e. Het bericht van het overlijden van den heer Fawccett. minister van het postwezen, kwam zeer onverwacht, Slechts twee dagen is hij ziek geweest. Donderdag middag om 3 uur had zijn geneesheer nog een aan merkelijke verbetering in den toestand van den zieke geconstateerd, en twee uren later overleed hij. Deze staatsman, die zoowel op politiek als op wetenschap pelijk gebied zeer ontwikkeld was, werd in '1833 in Salisbury geboren. Na 1858 werd zijn naam bekend door de uitgave van zijn Manuel of political economy, een doorwrocht geschrift over den oeconomischen toestand der Britsche arbeiders en door tal van oeconomische- en sociaal-wetenschappelijke opstellen in tijdschriften. Dit alles opende hem den weg tot het professoraat in de oeconomie aan de universiteit te Cambridge, welk ambt Fawcett in 1863 aanvaardde. In zijn laatste staatsambt, als minister van het postwezen, heeft hij zich door zijne groote werkzaam heid zeer verdienstelijk gemaakt, waardoor hij zich de achting verwierf van de leden der meest uileen- loopende partijen. Zooals men zich herinnert, heeft men de invoering van den algemeenen postpakketten dienst in Engeland aan hem te danken. Men verzekert, dat de heer Fawcett op kosten van den Staat zal begraven worden. Belgie. Te Dadizeele had de gemeenteraad den openbaren onderwijzer, den heer Callebert, ontslagen en het hem bij kon. besluit vastgestelde wachtgeld toegekend. Dit laatste nu achtte ridder Ruzette, de nieuwe clericale gouverneur van West-Vlaanderen, volkomen overbodig; aan den heer Callebert, zoo schreef hij aan den burgemeester, is niets verschuldigd, daar hij op on wettige wijze tot onderwijzer is aangesteld, en de heer Edmond Corneille, blijkens de notulen der ge meenteraadsvergadering van 5 April 1880, de eenige wettig benoemde is. Deze opvatting steunt op de volgende feiten. De gouverneur der provincie, de heer Heyvaart, had in '1880 tevergeefs het gemeentebestuur van Dadizeele aangeschreven om, overeenkomstig de wet, tot de benoeming van een hoofd der school over te gaan, en toen het, niettegenstaande sommatie, in gebreke bleef, werd op voorstel van den gouverneur de heer Callebert bij ministerieel besluit tot onder wijzer aangesteld. Eerst nu, toen het te laat was, werd het gemeentebestuur eensklaps ijverig; van de ministeriëele benoeming nam het geen notitie, maar het benoemde den heer Corneille, die echter nimmer in functie heeft kunnen treden, omdat de plaats reeds door den heer Callebert bezet was. Deze omstandig heden schijnen, in de oogen van den clericalen gouver neur, voldoende om den onderwijzer Callebert zonder geldelijke schadeloosstelling uit zijne broodwinning te stooten Spanje. Een belangrijk politiek feit wordt uit Madrid gemeld. Maarschalk Serrano, die, zooals men zich herinnert, in het laatste liberale kabinet een invloedrijke rol heeft gespeeld, heeft zich als leider der liberale partij teruggetrokken. Aan een banket te Marmolego, in Andaluzië, waaraan de voornaamste leden der dynastieke linkerzijde deelnamen, heeft de maarschalk medege deeld, dat zijn ouderdom en zwakheid hem noodzaakten zich uit het politieke leven terug te trekken. Dien tengevolge verzocht hij den leden der partij voortaan generaal Lopez Dominguez als het hoofd der partij te beschouwen. De populariteit van dezen generaal is bij zijn laatste reis door het zuidelijk gedeelte van Spanje nog in 't bijzonder aan het licht gekomen, zoodat men moeielijk iemand had kunnen vinden, die waardiger was maarschalk Serrano als hoofd der dynastieke linkerzijde op te volgen. Ver-eenigcle Staten. De overwinning der democratische partij bij de presidentsverkiezing is thans zoo goed als zeker. Zelfs de republikeinen namen Zaterdag reeds over het alge meen aan, dat zij in de minderheid waren gebleven. Echter drongen zij er op aan, dat de stemmen in den staat New-York uitgebracht officieel geteld zouden worden. De heer Cleveland, die dus de opvolger van den heer Chester Arthur zal zijn, is een afstammeling van een oude Amerikaansche familie, en werd 18 Maart '1837 te Caldwell, in den staat New-Jersey, waar zijn vader Presbyteriaansch predikant was, geboren. Hij genoot onderwijs te Clinton in den staat New- York en was daar korten tijd als schoolmeester werk zaam. In het ouderlijke huis teruggekeerd, besloot hij naar het westen te gaan. In 1855 begaf hij zich naar Cleveland, in den staat Ohio, omdat deze stad, wier naam die zijns vaders is, hem aantrok; doch op weg daarheen hield hij zich op te Buffalo om zijn oom. L. Allen een bezoek te brengen, en dit bezoek besliste over de toekomst van den jeugdigen Amerikaan. De oom nam hem bij zich op het kantoor. Reeds in 1859 was Grover Cleveland als advocaat te Buffalo gevestigd, en kort daarna bemoeide hij zich met de politieke aangelegenheden. In 1880 werd hij sherif van Erie. Toen zijn diensttijd verstreken was, associëerde hij zich met twee bekwame rechtsgeleerden, en de firma Cleveland Bissel Sicard kreeg zekere vermaardheid en een groot aantal cliënten. In 1881 kozen de independenten, vereenigd met de democraten, Cleveland tot burgemeester van Buffalo, en een jaar later werd hij tot gouverneur van den staat New-York gekozen, welke betrekking hij sedert 1 Januari '1883 bekleedt. Voor het eerst in een tijdsverloop van 24 jaar treedt dus weder een democraat aan het hoofd van het bewind der Unie. Geineiigd Buitenlandscli Nieuws. De laatste huizen der »Ju.dengasse:' te Frankfort a/M. worden afgebroken. Een tiental jaren geleden werden de woningen aan de westzijde der straat wegens hare bouwvalligheid geslechtdie aan de oostzijde werden nu ook te gevaarlijk en zijn dit jaar gaandeweg ontruimd. De familie Rothschild heeft te vergeefs getracht haar stamhuis te behouden, maar zal nu zorgen, dat het zorgvuldig afgebroken wordt, ten einde het geheel in den oorspronkelijken staat in het park van den heer van Rothschild te Frankfort weder te laten opbouwen. Sedert het ontstaan der cholera in Italië zijn verscheiden gevallen van schijndood geconstateerd, welke in deze ziekte meer dan in anderen schijnen voor te komen. O. a. overleed te Genua een dokter schijnbaar aan cholera; twee zijner collega's bevestigden zijn overlijden en den volgenden dag was men bezig, in een aangrenzend vertrek de doodkist te plaatsen, toen de deur openging en de gewaande doode met eene holle stem vroeg, waarom men hem zoo lang op zijn thee met rhum liet wachten. In een oogwenk was er van de aansprekers niemand meer te zien maar ondanks de onmiddellijk ingeroepen hulp zijner collega's overleed de dokier den volgenden dag toch voor goed. Sedert eenige jaren worden in de koninklijke school voor ooftcultuur en wijnbouw te Giesenheim proeven genomen met het bemesten van vruchtboomen, die eenige ook voor ons land belangrijke uitkomsten gaven. In den afgeloopen zomer is o. a. gebleken, dat men het doelmatigst in het voorjaar en gedurende den zomer een mengsel gebruikt van verdunde gier of aalt, gelijke deelen, en op ongeveer 20 liter van het mengsel een handvol houtascheenige dagen lang laat men dit mengsel staan, terwijl het gedurig omgeroerd wordt. Zoodoende bevordert men niet alleen een krachtigen groei van het hout, maar ook tevens de ontwikkeling der vruchtén. In den herfst en later, gedurende den tijd dat de bloeiknoppen voor het volgende jaar zich vormen, is daarentegen het gebruik aan te bevelen van kali-ammoniak-superphosphaat, dat men rondom de boomen uitstrooit en een weinig onderhakt. Dit bemestingsmiddel brengt de voor de vorming van genoemde deelen noodige voedingsstoffen aan, zonder de boomen tot welige ontwikkeling van het hout te drijven. De hoeveelheid meststof richte men in naar de grootte der boomen, voor jonge pyramiden b.v. twee handenvol van p.m. 60 gram der laatstgenoemde meststof of twee gieters vol van het eerstgenoemde

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1884 | | pagina 2