)cht
BIJVOEGSEL
van Zaterdag 8 November 1884.
evertraan
:atz,
bij de
VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD
■lelijke Boeken, zoo
iaie werfeeia,
Irstrooide opstellen en
m van platen bij ilc
Verzameling gedichten
|H. F. De prachtige
sc he Wetboeken
p. enz.), fraaie uitgave
lïumoresken op
folio portefeuille met
iiiscesche Bezit-
i aardrijksk. werk en
racht, 2 deel en, '1ste
istige bijdrage tot de
van Arnhem en
evenswijsheid. Middel
jen in Poëzy f 3,60.
udiën over Wapen- en
kleurde platen, f 2,50,
niedenis des Nederland
en oorsprong tot dezen
er elegante deelen met
zeer uitgebreid werk,
ironkelijkheid. Buiten-
f 10,50 voor sl. f 4,95.
^ederlandsche dichters
achttiende eeuw. Deze
bevatten een keur van
rs van vroegeren datum,
slechts f 1,60.
Compl. Poëtische en
(de Neerl. Legenden,
Mengelpoëzie) in de
beleende blauwe ver
st goud versierd f'17,50.
Klaasje Zevenster, cle
je 5 hoogst prachtvol
pen, rijk met goud ver-
f 7,50.
Onze Voorouders, de
lie 5 hoogst prachtvol
nden, rijk met goud
f 7,50.
De Vrouwe van Waar-
laakvol in blauwe rijk
b. voor slechts f 1,50.
Lr tine, Herinneringen,
en tafereelen, opge-
reis naar het Oosten
or Dr. Wap, 4 din.,
■slechts f2,75.
I ischiedenis en Volks-
100 prachtvolle Staal-
unstwerken van onze
Schilders en uitmun-
erkt door Van Lennep,
irlijk prachtwerk in 2
keurig gebonden, voor
f 12,50.
I -acht- en Plaatwerk
1VII Nederlanden. De
ng van de 17 Provin-
I ot heden, opgehelderd
eeldingen, vervaardigd
l naars. Geb. in 8 klein
pl. f 50, sl. f 13,85.
•e du Consulat et de
"olio f 7,90.
terrekunde voor den
deelen, met 266 fig.
;lobes, in prachtband,
slechts f 1,60.
limste keus. "Vele
oorzaak, dat diverse
*o af op ontvangst van
imiën A.H. Voor
lezending onmiddellijk
Rotterdam,
Rn als de meest
en.
ke om iedere flacon
Iers gratis ver-
AXE GENEZING,
lezend wordt overeen-
||aalbaar na genezing.
Ikking der patiënten
■ester van breuken.
vian te Zierikzee.
ZIERIKZEESGHE GOOR
te
ZIERIKZEE,
g ehonden tien 4 November 1SS4.
Voorzitter Mr. J. P. ÏT. Ermerins, Burgemeester.
Bij de opening der vergadering zijn afwezig de heeren
Zuurdeeg, Moolenburgh, W. A. Ochtman en de Crane.
De laatste drie zijn evenwel later ter vergadering gekomen
even nadat de gemeentebegrooting voor 1885 in behandeling
was genomen.
De voorlezing der notulen van het verhandelde in de
vorige vergadering wordt aangehouden.
De Voorzitter deelt mededat zijn ingekomen
'1°. van de Gedep. Staten een brief, berigtende de
goedkeuring van het raadsbesluit van 13 October 1.1., tot
nadere regeling der jaarwedden van twee onderwijzers aan
de school A;
Voor kennisgeving aangenomen;
2°. van het gemeentebestuur van Middelburg ten ge
schenke, een afdruk van den «Inventaris van het oud
archief der stad Middelburg, 12171581".
Op voorstel van Burgem. en Wetli. wordt besloten, het
gemeentebestuur van Middelburg ook namens den Raad
dank te zeggen voor dit geschenk, dit te plaatsen in de
boekerij en die boekerij bij voortduring in de belangstelling
der gevers aan te bevelen.
Komt ter tafel eene voordragt van Burgem. en "Weth.,
opgemaakt overeenkomstig de wet, ter benoeming van
een onderwijzer aan de school A. Daarop zijn geplaatst
1°. E. W. de Groot te St. Maartensdijk; 2°. J. Vermaas
te ïfieuwveen; 3°. A. de Hullu te Lange Ruige "Weide en
4°. J. I. Bril te Zuidzande.
Tot de benoeming wordt dadelijk overgegaan.
Bij stemming worden uitgebragt 8 stemmen op den heer
P. W. de Groot en 1 stem op den heer J. Vermaas,
zoodat de heer de Groot is benoemd.
De Voorzitter brengt in behandeling de begrooting' der
gemeente voor 1885, met het daarover uitgebragt verslag
van de Oommissie van onderzoek.
De heer van Manen verkrijgt het woord en verklaart
namens die Commissie, dat zij na kennisneming van de
begrooting' tot de slotsom is gekomen, dat de toestand der
gemeente-finaneiën van dien aard is, dat moge hij al niet
dadelijk bezorgdheid inboezemen, het betrachten van de
meest mogelijke zuinigheid een gebiedende pligt is.
Bij eene oppervlakkige inzage springt dat niet zoo aan
stonds in liet oog. Immers zonder verhooging van lasten
sluit zij als eene bus. Bovendien vindt men er een post
van ruim f 3000 voor Onv. Uitg. en zelfs nog een van
f 2463,50 voor geldbelegging. Aldus beschouwd is de staat
van zaken zoo slecht nog niet.
Bedenkt men echter, dat de tweede belangrijke post
van ontvangst f 3797,39, gevonden wordt uit het batig
slot van het dienstjaar 1883, dat de Artt. 1, 2 en 3 van
Afd. Ill, H. III der Uitg., de uitvoering betreffende van
openbare werken, die volgens de Memorie van Toelich
ting »in het belang der gemeente hoogst wenschelijk zijn",
slechts pro Memorie worden uitgetrokken en dat men ook,
volgens de Memorie van Toelichting, in geenen deele zich
vleijen moet, dat het Grootboek iets te zien zal krijgen
van liet voor belegging bestemd bedrag ad f 2463,50dan
zal men toch wel willen erkennendat de zamenstelling
der begrooting op zichzelf reeds bewijst dat er veel overleg
noodig was om haar een niet te somher voorkomen te geven.
Men wenscht niet te weêrspreken, dat de bedoelde som van
f 3797,39 in zekeren zin geacht kan worden eene bate te
zijn die behoort tot het dienstjaar 1882 en daarom het
dienstjaar 1885 ten goede mag komen, maar 'tis toch niet
minder waar, gelijk trouwens de memorie van toelichting
erkent, dat dio maatregel noodig is ter versterking der
inkomsten, zoo mede dat men later bij de vaststelling der
begrooting voor 1886, waarop het batig slot van 1883 als
eerste post behoort te verschijnenover zooveel minder zal
hebben te beschikken als er nu op vooruitgenomen wordt.
Ook zal men niet betwisten, dat de werken waarvoor
nu slechts memorieposten uitgetrokken zijn, geen uitstel
kunnen lijden, maar het schijnt toch een veeg teeken, dat
die aanleg en vernieuwing waarmede men goed vorderde
doordien er in de laatste jaren geregeld vrij wat geld aan
besteed is en waarvan de voortzetting door het deskundig
Dagelijksch Bestuur in het belang der gemeente hoogst
wenschelijk geoordeeld wordt, thans moet worden gestaakt.
Behalve door het voorafgaande werd de Commissie door
de volgende beschouwingen tot haar bovengenoemde slotsom
geleid.
Bedriegt zij zich niet en regt gaarne zou zij van
dwaling overtuigd worden dan valt er over 't algemeen
eene stijging der uitgaven waar te nemen, gepaard met
eene vermindering der inkomsten.
Op vele punten nemen de uitgaven toe.
Gedurende de laatste jaren moesten de tractementen van
de meeste ambtenaren of beambten der gemeente direct of
indirect verhoogd worden, dat van den eersten, den Burge
meester intusschen niet, wat merkwaardig genoeg is omdat
men meent te hebben bespeurd, dat de Raad daartoe wel
gezind zou zijn.
De gemeente ondervond alzoo de gevolgen van liet
algemeen maatschappelijk verschijnsel, dat gaandeweg' de
bezoldigingen grooter, de diensten duurder betaald moeten
worden en die zal zij blijven ondervinden, want reactie
zal zich wel lang laten wachten.
"Voor het gewoon onderhoud van wat aan de gemeente
behoort, valt over de jongste jaren ook vermeerdering van
uitgaven waar te nemen. Ten blijke daarvan vergelijkt de
Commissie de raming voor 1885 met de uitgaven in de
jaren 1880, -1881, -1882 en 1883.
Evenzeer stijgen de behoeften der schutterij. In '1880
bedroeg de toelage f 895,60, voortdurend is die grooter
geworden en thans is die geraamd op f 1192.
liet Burgerlijk Armbestuur dat sints -1880 jaarlijks
volstaan kon met eene subsidie van f 8600, vraagt er
voor 1885 een van f 9200, eene verhooging die volgens
de Memorie van Toelichting wel voor een deel is toe te
schrijven aan het klein batig saldo waarmede de dienst van
1884 is begonnen, maar anderdeels aan liooger uitgaaf
voor bedeelingwaarvoor geen bepaalde oorzaak is aan te
geven.
Yoor het uitdiepen der haven wordt nu 900 aange
vraagd doch het is te vreezen dat dit bedrag slechts een
druppel zal zijn in den emmer, die vroeg of laat in de
haven zal moeten worden uitgestort.
Eindelijk zijn het de kosten van onderwijsdie in steeds
toenemende mate, veel vergen van de financiëele krachten
onzer gemeente en vergen blijven zulleneene waarheid
die geen toelichting behoeft.
Wat nu betreft de vermindering van inkomsten, trekt
het onder meer de aandacht, dat de ontvangsten uit ge
meente-eigendommen en bezitting-en afnemen.
De Commissie wijst tot staving daarvan op de vermin
derde opbrengst van «tienden, cijnsen en erfpachten." Al
moge die vermindering voor een deel zijn toe te schrijven
aan afkoop van tienden, het aanmerkelijk verschil zal ook
wel verklaard moeten worden uit de algemeene waarde
vermindering van zulke bezittingenwaardoor iedereen
getroffen wordt. Ook valt het te betwijfelen of na de
expiratie der loopende pachtcontracten, vrij na ophanden,
dezelfde pachtsommen voor grond en grasgewas wel te
bedingen zullen zijn.
Yoor rente van het Grootboek der 272 Nat. Werkel.
Schuld, voor 1880 nog geraamd op 14147,50, wordt voor
'1885 slechts f 12600 uitgetrokken.
De opbrengst der gelden voor banken of staanplaatsen
in hallen, op markten enz. was in 1878 nog f 755,22s,
bereikte na dien tijd nooit meer dat cijfer en wordt nu
slechts geraamd op f 550.
In vroeger jaren werden de kosten van een gymnasium,
althans eenigermatevergoed door de schoolgelden. De
instelling verdween en tegen het honorarium van f 1200,
den afgetreden Rector toegekend, staat geen enkel profijt
meer over.
Sterfgevallen hebben er plaats gevonden, die zich zullen
doen gevoelen bij de vaststelling van den hoofdelijken
omslag, zonder dat er een gegrond vooruitzigt bestaat,
dat het kapitaal, hetwelk op die wijze uit de gemeente
gaat, en later nog gaan kan, door ander zal worden
vervangen.
Ten slofte meent de Commissie, dat "tfy—nstatrwelijks
behoeft te wijzen op de verminderde opbrengst der zelkasch
die in '1879 nog het cijfer van f 10587,50 bereikte, doch
thans op f 7500 geraamd is. Indien dit zoo voortgaat
en er bestaat alle reden om er bevreesd voor te zijn
dan kon inderdaad de periode der magere jaren wel eens
aangebroken zijn.
De Oommissie heeft gemeend op die stijging eenerzijds
en inkrimping anderzijds, de aandacht te moeten vestigen,
niet om noodeloos alarm te maken of er eenig verwijt uit
te putten voor wien ook, maar enkel en alleen om haar
oordeel over den loop en den huidigen stand der gemeente-
finaneiën te staven en aan te toonen, dat bij de vaststelling-
der uitgaven met omzigtigheid zeer behoedzaam zal be
lmoren te werk gegaan te worden. De gang van zaken
moet aansporen tot groote zuinigheid. Er bestond echter
voor haar nog een tweede reden om er op te wijzen.
Immers is men het hierover eens, dat spaarzaamheid
en overleg meer dan ooit behoeven te worden betracht,