reeds vah toesti onzec eg te N: met De f de ci De naar verde< in di Regee quaes riëel zijn. Regee Sal zijn Z weer Engel: vorige 23 te respec Aai veel te M men hi Kon in in he sneefd prinse werde tentoe Mandf midde hadde De geluk! lijn, Y reikte en zal machii 57 vc tonner De de rei dagen deelde aan b korten water gebom zou, v Ter het ov Rouaa coméd Buitenland. P<3 J80q tiapu -81M5 qos[n J0iu -JU D •sqnp uaqos -juo i 8§IU8« -iIOOAV JJOOA •jqeut 'pÈap praq.10 sap 0 .10 p u; -raoo oip 'ui 0q(i[8sj u Rottt g'elev FranLcrijL: en Oliina, Nu de Fransche Kamers weder bijeen zijn, zal naar aanleiding van het gevraagde nieuwe crediet van elf millioen francs de oorlog, die geen oorlog mag worden genoemd, spoedig weder ter sprake komen. Gemakkelijk is de positie der regeering niet. De regeering heeft, steunende op het laatste votum der Kamer, dat eene krachtige handhaving van Frankrijke belangen en eer in Oost-Azië aanbeval, de zoogenaamde politiek van repressailles aangenomen, een oorlogs toestand zonder oorlogsverklaring. Wat heeft de Fransche regeering daarmede ge wonnen? Niets. Op China maakt zij denzelfden indruk als hagel op een olifant. Frankrijk heeft zij veel menschen en veel geld gekost. »Onze overwinnigen", zegt de National te recht, »strekken onzen soldaten tot eer, maar zij bewijzen nogmaals, hoe vruchteloos de politiek van repressailles is. Arsenalen verwoesten en onderpanden nemen, zou zeer goed zijn, wanneer wij niet ongelukkig de buren der Chineezen waren. Terwijl wij de hand leggen op het noorden van Formosa, bezetten zij het noorden van Tongkin en doen ons daar den oorlog aan. Wij verslaan hen, maar wij verliezen soldaten en geld. Zij hebben ook verliezen, maar dat staat niet gelijk. Het hof van Peking bekommert zich niet om hen, die het in den dood zendt; voor de mandarijnen heeft het leven van anderen, vooral van soldaten, volstrekt geen waarde. Het is zelfs zeer goed mogelijk, dat de regeering van het hemelsche rijk niet ongaarne een gedeelte der armee wil missen. Ook kosten de Chineesche expeditiën naar Tongkin niet veel aan de keizerlijke schatkist; de troepen leven van hetgeen zij vinden; zij worden onderhouden door de bevolking, die Frankrijk heet te beschermen. Alleen hun wapenen en ammunitie moeten de Chineezen betalenZoolang Tongkin niet van Chineezen en roovers is gezuiverd, kan daar geen geregelde administratie bestaan. Tongkin heeft weinig hulpbronnen en het is op Fransche kosten, indien wij daar den oorlog en het rooverwezen bestendigen." De^ meeste Fransche dagbladen zijn ontevreden, dat generaal Brière de l'Isle niet Langson bezet en de Chineezen uit Tongkin jaagt. Zeker zou de generaal het doen, indien hij er slechts kans op zag. En nu zijn, juist toen de Kamers bijeen kwamen, tijdingen van Fransche nederlagen ontvangen. Nadat een poging om de Chineesche torpedisten bij Tamsué te verdrijven, was mislukt, is een aanval te land op de versterkingen na een hardnekkig gevecht afgeslagen. »Het treurige hiervan is", schreef de Tempsnog voordat het tweede échec bekend was, «dat de Chi neezen zich misschien vrij wat op hetgeen zij een succes noemen, zullen laten voorstaan" en nog minder handelbaar zullen zijn vroeger. Dit is nu eenmaal niet anders in den oorlog; de overwinnaar voelt gewoonlijk zijn moed en zelf vertrouwen grooter worden na eene overwinning en wanneer de Franschen niet spoedig een verpletterenden slag kunnen slaan, is het inderdaad te vreezen, dat de Chineezen minder dan ooit aan hunne eischen zullen willen toegeven. Maar om dien slag te slaan zijn nogmaals vele soldaten en veel geld noodig. Zoo admiraal Courbet werkelijk het plan heeft gehad, dat hem is toegeschreven om Formosa Kelung en Tamsué snel te bezetten en dan de een of andere groote stad van China aan te tasten, dan is dat plan vrij wel mislukt. Bladen, die met de regeering in betrekking staan, bevestigen dit door de verzekering, dat hij vooreerst slechts de voornaamste havens van Formosa wil blokkeeren. Het grootste gedeelte zijner vloot wordt door die blokkade in beslag genomen. Met China te onderhandelen is niet alleen moeielijk, omdat de Chineezen zich op hunne overwinningen laten voorstaan, maar ook omdat de Fransche diplomatie zich tegenover hen heeft gedragen, zooals van eene groote Europeesche mogendheid niet mocht worden verwacht. Het is derhalve waarschijnlijk, dat de Fransche regeering van het land nog zware offers zal moeten vergen, die niet bereidwillig zullen worden gebracht en zeker niet spoedig zullen worden vergeten. Utr. Dagbl. F r a n li r ij k. In de commissie tot onderzoek van het wetsontwerp tot verhooging der invoerrechten van het vee zijn drie leden tegen het ontwerptwee er voor en deze willen bovendien een invoerrecht op het graan, één is voor de voordracht, maar tegen een recht op het graan, en twee zijn tegen liet ontwerp en willen daarentegen het graan belasten. Een plaats in de commissie is nog vacant. De heer Clémenceau, een der leden, is overtuigd, dat geen boer, eenige groote landeigenaren en pachters uitgezonderd, een maatregel verlangt als thans door de regeering is voorgesteld. Er valt niet alleen aan de crisis in den landbouw te denken, er bestaat ook eene crisis in de nijverheid. Den staat kundigen toestand irt zijn geheel moet men onder de oogen zien. Hervormingen zijn er noodig, maar geen verhooging van rechten. Een betere verdeeling der lasten is een gebiedende eisch. Er wordt beweerd, dat de hooge loonen (vergeleken bij die in Duitschland) eene der oorzaken zijn van de tegenwoordige crisis, en door het regeerings-ontwerp zullen de loonen nog hooger worden. De staatkundige fouten, zeide de heer Clémenceau ten slotte in zijne afdeeling, zijn te her stellen, maar de staathuishoudkundige misslagen zijn onherstelbaar. Het is dus, nu het nog tijd is, zaak, de regeering te waarschuwen voor den noodlottigen weg, waarop zij den voet heeft gezet. Omtrent het gevecht bij Chu, in Tongkin, wordt medegedeeld, dat het schitterende einde is geweest van een reeks van operatiën, door kolonel Donnier uitgevoerd na de overwinning bij Lang-kep. De Chineezen, die aan de Loch Nan en de Song Thuong, tusschen welken de weg naar Langson loopt, waren geconcen treerd, hadden getracht de delta te overmeesteren hun rechtervleugel ging de vallei van de Loch Nuen afhun centrum manoeuvreerde in het Song Thuongdal en hun linkervleugel strekte zich meer naar het westen uit, naar de Song Cau, in de richting van Thai' Nguyen, een der door de Franschen bezette steden. Het centrum ontmoette eerst den 2en of 3en Oct. de kanonneerbooten, die een verkenning deden naai de Loch Nan; den 6en werd het krachtig terugge drongen door luitenant kolonel Donnierden Sen wierp generaal Négrier den rechtervleugel te Lang-kep terug en dezen den terugtocht naar Bac Lé en Langson afsnijdende, stootte hij dien terug op de Song Thuong,, waar hij stuitte op de divisie-Donnier, die inmiddels was voortgerukt. Chu of Chan ligt op de hoogte, die de Loch Nan en de Song Thuong scheidt, ongeveer ter hoogte van Bac Lé. De Chineezen hadden daar altijd een sterk verschanst kamp, dat niet in de laatste dagen schijnt ingericht te zijn geweest. Waarschijnlijk ging de inval, dien de Chineezen beproefden, van Chu uit. Dit is zeker, dat kolonel Donnier zich met groote behendigheid j.l. Vrijdag van de hoogten, die het kamp bestrijden, heeft meester gemaakt. Den volgenden dag 'hebben de Chineezen in plaats van hunne ver schansingen te verlaten, getracht de Franschen te verdringendezen hadden echter geschut, waarmee 3000 Chineezen buiten gevecht werden gesteld. Die herhaalde offensieve beweging van de Chineezen bewijst intusschen, dat men met buitengewoon dappere troepen te doen heeft. Nadat hun generaal was gesneuveld zijn zij gevlucht in de richting van Thuong-kan, een 20-tal kilometers boven Bac-Lé, en van de hoofdplaats gescheiden door een bergachtige streek, waar de wateren zich scheiden. De correspondent van de Temps in Tonkin telegrafeerde den 16en October uit Hanoi' dat het leger aan de Loch Nan geheel op de vlucht ge slagen en naar het gebergte vertrokken is. De ver liezen zijn groot. De vijand liet zijn dooden en gewonden en groote hoeveelheden proviand achter. De Chineesche opperbevelhebber en verscheidene manderijnen zijn ge dood. De lucht is plotseling afgekoeld en het weder is gunstig voor militaire operatiën. Be Igie. Door de Précurseur was met groote verontwaardiging bericht, dat de regeering voornemens was, onder voor wendsel van beduchtheid voor onlusten te Brussel, een deel van het garnizoen te Antwerpen naar de hoofd stad te doen komen, met den heimelijken toeleg om den officieren te beletten, aan de gemeenteraads verkiezingen op Zondag a.s. deel te nemen. Het Journal de Bruxelles verklaart, dat hiervan geen woord aan is. De hoofdstad is volmaakt rustig, zegt het blad, en de bezetting aldaar volkomen voldoende om in geval van nood de politie te steunen. Wel ver van wien ook 't stemrecht te ontnemen, heeft de regee ring last gegeven om den ambtenaren en militairen de uitoefening er van zoo gemakkelijk mogelijk te maken. Engeland. De Pall Mall Gazette verneemt, dat sir Hercules Robinson aan de Engelsche regeering dringend heeft verzocht om den bekwaamsten man, die maar gemist kan worden, naar Bechuanaland af te vaardigen om er de orde te herstellen. Kolonel Warren zal nu naar de Kaap gaan en zoovele officieren en troepen mee nemen, als hij voor de expeditie meent noodig te hebben. De heer Robinson is van oordeel, dat de rust aan de Transvaalgrens het best door een gemengde Engelsche en koloniale strijdmacht zal kunnen hersteld worden. Engeland zal waarschijnlijk een of twee regimenten bereden troepen en een halve batterij artillerie leveren, en de overige strijdmacht voor de expeditie zal door het Kaapgouvernement geleverd worden. Gemeugü Buitenlandscli Nieuws. De zoon van Darwin stelt een levensbeschrijving samen van zijn vader, welke in het volgende jaar bij Murray te Londen zal verschijnen. Een paar weken geleden werd te San Francisco een tapijt verbrand, dat vijf jaar in de munt aldaar dienst had gedaan. Ofschoon het dagelijks zorgvnldig werd afgeschuierd, bleek het bij de verbranding, dat het nog voor een waarde van 2500 dollars aan goud bevatte. Philipp Roth, de kleine Hongaarsche knaap, die voor eenigen tijd ook in Nederland ieders bewondering opwekte bij het snel uit het hoofd rekenen, heeft zijn mededinger gevonden ineen 15-jarigen knaap te Barde, een stadje aan de westkust van Jutland, die een on- geloofelijke vlugheid in het rekenen aan den dag legt. Het aldaar verschijnend blad maakt melding van de moeielijkste berekeningen, welke de knaap in enkele seconden maakt. Zuo moet hij in een paar seconden uitgerekend hebben hoeveel 393/4 X 789uy45 is. De knaap heet Niels Bertelsen en is de zoon van een schipper aldaar. Te «Nyboder" een wijk van Kopenhagen, welke hoofdzakelijk door werklieden van de marinewerf wordt bewoond, is een oproeping gedaan tot het inzamelen van gelden voor het wederopbouwen van het kasteel Christiansborg. ïn deze oproeping wordt o.a. gezegd: «KameradenThans, nu de rouw onzen Koning en het vaderland weder heeft getroffen, laat ons, bewoners van Nyboder, die steeds de vreugde en de zorgen met hunnen Koning gedeeld hebben, het eerste sein geven tot het herbouwen van den eenigen koningsburg dezer stad. Laat ons toonen, dat de geest, die steeds te Ny boder geheerscht heeft, er nog is en daarom, kameraden, laat zich uit ons midden een comité vormen, dat dit denkbeeld tot uitvoering brengen kan. God bescherme den Koning!" Op aanraden van Dr. Koch beval het Keizerlijk Gezondheidsdepartement te Berlijn een onderzoek naar het water dier hoofdstad met betrekking tot het gehalte aan kiemen van organismen. De methode van den «bacillenvader", zooals Koch genoemd wordt, maakte 't mogelijk, het aantal van die oneindig kleine levende organismen, waarvan er verscheiden millioenen op één milligram gaan, te tellen. Het resultaat was als volgt: Er bevonden zich aan ontwikkelingsvatbare kiemen in één kub. centimeter Spreewater, genomen uit ver schillende gedeelten van de rivier, van 940,000 tot '10,180,000in een kub. centim. waterleidingswater van de Teglerleiding '160 a 205; id. id. uit het Teg- lermeer (dus vóór de filtratie) 3740; id. uit de Stralauer waterwerken vóór de filtratie 125.000; id. id. na de filtratie 120; id. uit verschillende wellen der stad 30 tot 160. In zeker dorp van Duitschland woonde voor eenige jaren een persoon van bijzonder veel algemeene kennis, hetwelk men uit zijn uithangbord kon opmaken, waarop het volgende te lezen stond «Balthasar Alexander FabriciusSchwarzkittel, barbier, pruikmaker, chirurgijn, aanspreker, bedienaar des al taars, hoefsmid en vroed meester, scheert voor 5 Penningen, snijdt het haar voor 2 Penningen, en geeft aan de jongeheeren en dames nog pommade toe. Repareert spaarlampen en geeft onderwijs in de Duitsche taal en het rekenen. Neemt jongelieden in den kost en leert hen schermen, baardscheren en paarden be slaan. Hij geeft tevens onderricht in het zingen en paardrijden, gelijk de beste koetsier. Hij zet nieuwe zolen en achterlappen onder schoenen, laarzen en pan toffels. Leert hobo blazen en piano spelen, verdrijft eksteroogen en zet Spaansche vliegen voor de civielste prijzen. Hij klisteert en levert breukbanden. Drijft handel in ?t groot en in detail in alle soorten van welriekende wateren, in hengelmandjes, zegellak, muizenvallen en andere confituren. In goudtinctuur, maagpoeder, vomatieven, kramppillen, braadworsten en aardappelen. Geeft les in de geographie en het dansen naar den laatsten smaak, iederen Maandag en Woensdagavond van 5-7 uur, met goede muziek, voor 6 Penningen in uur. De Fransche weldoenster, mevr. Meuricoffre, heeft in de Napelsche bladen aangekondigd, dat zij dagelijks aan eiken knaap, die zich wascht en kamt, een stuiver en aan elk meisje, in dat geval verkeerende, twee stuivers uitkeert. Iederen morgen verdringt zich een menigte gewasschen kinderen aan haar hotel. Aan de 20 universiteiten van het Dnitsche Rijk en de Academie te Munster zullen bij den aanvang van het nieuwe semester 1494 professoren, 1043 gewone en 451 buitengewone, werkzaam zijn. Daarbij zijn nog 520 privaatdocenten, zoodat het geheele aantal academische leeraars 2014 bedraagt. Berlijn telt 257 universiteits-leeraarsdan vogt Leipzig met 167, Munchen met 146 en Breslau met 118. Schoolnieuws. Benoemd tot onderwijzer te Ouwerkerk de heer M. T. van Staalen te Zonneraaire.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1884 | | pagina 2