ZI1R1KZEESCBE COURANT. 1884. No. 80. Woensdag 15 October. 87ste jaargang. Buitenlandsch Overzicht. Binnenland. Niettegenstaande de Franschen en Chineczen elkaar geducht afkloppen, houden de geruchten over vrede of bemiddeling aan. Dat men Amerika als scheidsrechter genoemd heeft, vindt, naar de Telegraph beweert, zijn oorsprong in een verbond tusschen de Vereenigde Staten en China, waarbij eerstgenoemd rijk zich ver plicht heeft om, als China in een oorlog mocht ge wikkeld worden, aan elk der oorlogvoerende partijen zijn bemiddeling aan te bieden. De Franschen hebben nu Kelung en Tamsui, de voornaamste plaatsen van Formosa, bezet, en daardoor het geheele eiland in hunne macht. De laatste dépêche die Courbet verzond dateert van den llen dezer; hij meldt daarin, dat admiraal Lesprès te Tamsui een detachement aan wal had gezet, om den post van den torpedodienst te verkennen. Die post werd verdedigd door een talrijke afdeeling infanterie, welke in een dicht bosch in hinderlaag lag. Het detachement had zes dooden, waar onder een officier. In den slag bij de Lochnan telden de Franschen onder hun gesneuvelden een kapitein en een luitenant. Maar de Chineezen, schrijft de corres pondent van-de Standard.I, laten zich door bet succes der Franschen volstrekt niet van hun stuk brengen zij blijven integendeel een uitdagende houding aan nemen. De Franschen hebben steeds meer moeite om zich geregeld van proviand te voorzien. De oorlogs partij in Peking neemt in macht toe, en verzet zich met hand en tand tegen een scheidsrechterlijke tus- schenkomst. Gordon heeft zichzelven weten te helpen, en niet alleen de belegeraars van Khartoem verjaagd, maar bovendien Berber ingenomen en verbrand. Het schijnt dat hij er toch nog in slagen zal geheel Soedan tot rust te brengen. Met zijn trouwen makker kolonel Stewart is het slecht afgeloopen. Zijn schip geraakte aan den grond; er kwamen daarop drie inboorlingen aan boord, die hem verzekerden, dat hij gemakkelijk te voet een naburig dorp kon bereiken, waar hij alle hulp zou vinden. Nauwelijks had Stewart zich met twee soldaten aan wal begeven, of hij viel in een hinderlaag en werd meedoogenloos vermoord. Men zegt dat de Fransche consul Herbin hetzelfde lot deelde dit berust echter slechts op vermoedens, en men zal hieromtrent nadere berichten van Gordon moeten af wachten. De moord schijnt gepleegd te zijn door roovers, die daar in grooten getale omzwerven, en niet door een »bevrienden" sheik, zooals eerst gemeld werd. Volgens een bericht door majoor Kitchener uit Amboekoe gezonden, liep daar het gerucht, dat drie Europeanen met een tolk door de volgelingen van den Mahdi ge vangen werden gehouden. Indien dit gerucht juist is, zouden de drie Europeanen kolonel Stewart, een Engel- sche consul en de Franschman Herbin moeten zijn. De Belgische liberalen kunnen er nog maar met toe besluiten, evenmin als hun noordelijke broeders, om eendrachtig samen te werken. De aanstaande ge meenteraadsverkiezingen in Brussel veroorzaken weer heel wat drukte. De arbeiderspartij wil een der haren op de lijst der candidaten zien, en heeft niet onduidelijk te kennen gegeven, dat, als men in gebreke bleef aan dien wensch te voldoen, het wel eens kon gebeuren, dat zij haar stemmen aan de clericalen schonk. Zondag werd er in de Salie Rivoli een bijeenkomst gehouden tot oprichting van een Belgischen republikeinschen bond. Er werden heftige redevoeringen gehouden tegen den koning van België, het afgetreden ministerie Frère- Orban, en het kabinet Malou. Sprekers waren de heeren Alfred Desfuisseaux en Marchi, dé bekende publicist, i De vergadering benoemde een voorloopig bestuur. Er loopen geruchten van een groote verrassing op politiek gebied: niets meer of minder dan een verbond tusschen Frankrijk en Duitschland, om Engeland met het stichten van koloniën in het vaarwater te zitten. De Kölnische vindt het niet onmogelijk; aan het slot van een artikel zegt zij»Dat het zoover gekomen is, is ongetwijfeld een bijna onverwachte, heuglijke ge beurtenis; het is een overwinning van het verstand. Maar het wantrouwen tegen Duitschland is nog lang niet verdwenen, en de wonden van 1870 zijn nog lang niet geheeld. Of de toenadering, die er op het oogenblik tusschen de twee Staten heerscht, tot zulk een doel zal leiden, moet de geschiedenis leeren, en het is nog aan geen sterveling gegeven daarover met zekerheid te kunnen oordeelen. Dat de Duitsche regeering alles doen zal om Frankrijk van haar goeden wil te overtuigen, en het de voordeelen van een verbond met Duitschland uiteen te zetten, lijdt geen twijfel, en daarvan zal iedereen zich moeten overtuigen, die nog voor overtuiging vatbaar is. Hoezeer de Duitsche regeering er op uit is om te zorgen, dat er aan den eerbied voor het Vorstelijke Huis ook niet het minste wordt tekort gedaan, bewijst het volgende. De minister van binnenlandsche zaken heeft een circulaire verzonden, ten einde er op te wijzen dat volgens een wet van 1844 geen tooneel- stukken, waarin gestorven leden van het Pruisische koningshuis ten tooneele gevoerd worden, anders dan met speciale vergunning mogen worden opgevoerd. Dit decreet is nog volstrekt niet opgeheven, en heeft ingevolge de constitutie niets van zijn kracht verloren. Voorts wordt den politie-autoriteiten aangezegd, dat door haar moet gezorgd worden, vooral in steden met groote schouwburgen, het vóór de opvoering inleveren van ieder stuk bij de politie te doen voorschrijven. Zooals men ziet, een formeele censuur. Uit Quebec worden dynamiet-aanslagen vermeld. Zaterdag had er buiten het Parlementsgebouw een ontploffing plaats, waardoor groote schade werd aan gericht. Uit de instructie is gebleken, dat er twee kilogram dynamiet gebruikt moest zijn. Er werden twee personen licht gewond; de politie heeft 1000 dollars uitgeloofd voor het aanwijzen van de daders. ZIERIKZEE, 14 October 1 8 84. De Arnh. Ct. vestigt de aanklacht op het opmerkelijk feit, dat al gaan katholieken en anti-revolutionairen trouw samen in hun strijd tegen de liberalen, zij niet ophouden elkander in de dagbladen te grieven. Terwijl de Stand, voortdurend blijken geeft van vijandschap jegens dn- roomsclie kerk, verklaart de Tijd, dat, wanneer in onze wetgeving eenmaal de staatsrechtelijke beginselen der beide partijen zegevieren, de strijd des geestes eerst in volle vrijheid met al de wapenen des geestes zal worden gestreden. Naar aanleiding van die erkentenis van de Tijd schrijft de Arnh. Ct. »Niet als liberalen, maar in naam van het gezond verstand mogen wij vragen of het dan geen plicht is voor ieder, die daarop invloed kan uitoefenen, te waken, dat in ons parlement die «strijd des geestes" voor komen worde, want hij zal niet anders zijn dan een kerkgenootschappelijke strijd, waaronder de behartiging van de algemeene belangen deerlijk zal lijden. »Nog is het tijd het gevaar te keeren; is eenmaal de meerderheid van onze vertegenwoordiging aan de zijde der kerkelijke richtingen, dan staat ons de Tijd zelf zegt het geloofstrijd te wachten, en tusschen geloofstrijd, godsdienstoorlog en burgerkrijg is de afstand zeer klein." Te Berlijn wil men weten, dat prins Wilhelm van Wurtemberg, de vermoedelijke troonopvolger, een tweede echt zal aangaan met de Hertogin-weduwe van Albany, dochter van den vorst van Waldeck en Pyrmont. Prins Wilhelm had in zijn eerste huwelijk een zuster van de hertogin. Dagblad, De Nederl. Gustaaf Adolfvereeniging heeft j.l. Woens dag en Donderdag te Nijmegen hare algemeene ver gadering gehouden. Woensdag avond hield zij eene openbare bijeenkomst in de Groote Kerk, waarin achtereenvolgens ds. Francken, van Rotterdam, prof. J. van Dijk, van Groningen en dr. Ritter, van Utrecht, optraden. Een zangkoor luisterde deze bijeenkomst op J met de uitvoering van eenige liederen, waarin mej. 1 Cath. van Rennes, uit Utrecht, de solo-partijen vervulde. In de vergadering van Donderdag werden onder steuningsgelden toegekend aan noodlijdende prot. gem., zoo in als buiten ons vaderland. In 't geheel werd daartoe een som van 7819 besteed; 22 Nederland- sche en '124 buitenlandsche gemeenten ontvingen daaruit eene grootere of kleinere toelage. De jaarlijksche feestgave, door de verschillende afdeelingen bijeenge bracht, ditmaal groot f 400, werd toegekend aan de gemeente Klobouk in Moravië. Bij Kon. besluit is vrijdom van port verleend voor de briefwisseling over dienstzaken van de inspecteurs voor het staatstoezicht op krankzinnigen en den genees heer-directeur van het Rijks-krankzinnigengesticht te Medemblik onderling en met de kantonrechters, de Gedeputeerde en Provinciale Staten, de burgemeesters, de gemeentebesturen, de inspecteurs en adjunct inspecteurs voor het geneeskundig staatstoezicht. Alsmede voor de briefwisseling van de inspecteurs voor het staatstoezicht op krankzinnigen en de besturen, directeuren en geneeskundigen van gestichten voor krankzinnigen. De Maatschappij tot opvoeding van weezen in het huisgezin hield Donderdag te Amsterdam hare jaar vergadering. In het doorgangshuis der maatschappij op Zandbergen, bij Amersfoort, zijn reeds '140 pupillen tijdelijk opgenomen en verpleegd. De 204 verpleegden, '100 jongens en 104 meisjes, door de bemoeiing der maatschappij, sedert hare oprichting uitbesteed, zijn over 't algemeen aan goede verzorging toevertrouwd, 53 weezen zijn geheel van de verzorging der maat schappij ontslagen, '134 zijn nog geheel in verpleging. De vraag of aan vrouwen krachtens de statuten recht tot het lidmaatschap is gegund, werd in beves tigenden zin door den directeur-secretaris beantwoord. Naar wij vernemen, verkeert sinds eenige dagen de R. K. bisschop van Breda, de heer H. Van Beek, in een gevaarvollen toestand. Reeds werden hem de genademiddelen toegediend. De heer Van Beek zal eene zeer moeielijke operatie moeten ondergaan. Naar wij vernemen is het subsidie, door de Regeering ten behoeve van onze vertegenwoordiging ter Inter nationale Tentoonstelling te Antwerpen, bij afzonderlijk wetsontwerp aan de Staten-Generaal aan te vragen, vastgesteld op een bedrag van f 75,000. Bij wijze van gerucht wordt gemeld, dat in een der Limburgsche kanton plaatsen de griffier door zijn eigen dienstmeid is gedagvaard. Het gerucht sprak de waarheid. De griffier zoowel als de dienstmeid voerden ieder voor zichzelf hun pleidooi, met het gevolg dat de man der wetzegevierde. Dat de zaak stof tot hilariteit oplevert, behoeft geen vermelding. De dienst bode verliest èn proces èn de luttele guldens, ver schuldigde huur, waarop zij aanspraak meende te mogen maken. D. v. Z.H. In den laatsten tijd is door de suikerfabrieken, kunstwolfabriek en anderen het water in en rond Breda zoo bedorven, dat duizende visschen sterven en ronddrijven, en de brouwerijen andere waterbronnen hebben moeten zoeken. De doode visschen worden met manden vol opgeschept, uitgezocht en verkocht. Kunst, Wetenschap en Letteren. Op de vier en veertigste algemeene vergadering van het Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap, te houden op Zaterdag 18 October 1884, 's voormiddags 11 ure, in een der lokalen van het Genootschap «Natura Artis Magistra", te Amsterdam, komen in behandeling: '1. Mededeelingen van bestuur; 2. Keuze van nieuwe bestuursleden voor hen, die de benoeming niet hebben aanvaard3. Mededeelingen van de heeren prof. W. F. R. Suringar en prof. K. Martin, betreffende hun onderzoekingstocht in West-Indië; 4. Weten schappelijke mededeelingen over de oudste bestaande kaart, door dr. I. Dornseitlen; 5. Gelegenheid tot het doen van mededeelingen en het behandelen van vraagpunten. De bekende Duitsche schrijfster Marlitt is, naar Duitsche bladen thans berichten, in vroeger dagen operazangeres geweest. Bij de eerste opvoering van Meyerbeer's «Prophéte" op het hoftheater te Sonders- hausen in April 1850 trad mejuffrouw Eugenie John (die later de vermaarde romancière E. Marlitt werd) met groot succes als Fidès op. Mejuffrouw John was eene beschermelinge van de regeerende vorstin van Schwarzburg-Sondershausen, bezocht de «höhere Töch- terschule te Sondershausen en ontving daarna op kosten der genoemde vorstin, die eene prinses Hohenlohe- Ochringen was, te Weenen hare opleiding als concert en tooneel-zangeres. Toen de kunstenares van hare artistieke loopbaan moest afzien, werd zij in 1863 voorlezeres van de vorstin en begeleidde zij die dame op hare reizen. Sedert 1865 houdt zij zich uitsluitend met letterkundige bezigheden op. Ten einde bij mistig weder de zeelieden tegen ge varen te waarschuwen en hun zekerheid te geven omtrent de plaats waar zij zich bevinden, zijn reeds lang aan de voornaamste vuurtorens op de kusten van Groot-Brittannië blaas- of bromtrompetten aan gebracht, waarvan een verbeterd soort «Syrene" genaamd, in den lateren tijd in zwang is gekomen. Een dergelijke Syrene is nu op de «Muil of Kintyre"

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1884 | | pagina 1