Buitenland. Het ontwerp daartoe werd opgedragen aan den heer W. Springer, die tevens op de verfraaiing van het gebouw bedacht is geweest. Vandaar, zegt het Hbl., de belangrijke verandering aan den zuidwestelijken gevel (Marnixstraat). In verband met een nieuw achter gebouw, dat dringend noodig was, ten einde meer bergruimte en eene schilderswerkplaats te verkrijgen, is genoemde zijgevel doorgetrokken en met eene portiek versierd, terwijl langs de geheeie lengte een 2.50 M. brecde arcade is aangebracht, van boven ingericht als een met balustrade versierd balcon, waarop het schouwburg-personeel, ingeval van nood, een veiligen uitweg vindt. Verbetering en verfraaiing gaan hier dus hand en hand. In het zooeven genoemde bijgebouw, ter lengte van 28 en ter breedte van 14 M., vindt men: in de kelderverdieping een timmermans-werkplaats; in de verdieping gelijkstraats eene bergplaats voor decoratief, in gemeenschap met het tooneeleene zoo genaamde paardenbrug en eene repeteerkamer in de daarboven gelegen verdieping eene bestuurs- en archiefkamer, eene schilderswerkplaats met fraai bovenlicht en eene galerij, waarop de kunstenaar zijne omvangrijke doeken, die, gelijk men weet, vlak op den grond liggen, behoorlijk kan overzien; eene berg plaats voor verfstoffen enz., en een vertrek ten dienste van den decorateur. Twee breede schouwen geven ge legenheid voor het koken van lijm, zonder brandgevaar. Door alle verdiepingen loopt daarenboven een brand vrije noodtrap in een trappenhuis van 5 bij 4 M., dat op elke verdieping toegankelijk is door een ijzeren deur, die zonder sleutel geopend kan worden. Zij komt uit op het reeds genoemde balcon en in de arcade gelijkstraats. Allen, die zich onder, op of boven het tooneel bevinden, kunnen er derhalve gebruik van maken. Boven het tooneel is in het dak, om den rook een uitweg te verschaffen, een dubbele schuif aangebracht, ter oppervlakte van 4 bij 6 M., die onmiddellijk ge opend kan worden door aan een touwtje te trekken, dat onder ieders bereik hangt. Dat zijn de veiligheidsmaatregelen voor hen, die zich achter het scherm bevinden. Ten behoeve van de toeschouwers zijn insgelijks brand vrije noodtrappen aangebracht, ter breedte van -1.50 M. elk en vier in getal: 'le voor balcons en parterre2e voor de loges3e voor de eerste en 4e voor de tweede galerij. Zij bevinden zich aan de noord zijde en loopen dus door de oude decoratie-bergplaats, waarachter thans door aanplemping van de Lijnbaan gracht een omrasterd pleintje is gevormd. De binnen- en buitendeuren ter afsluiting dezer trappen kunnen zonder sleutel, namelijk door wegschuiving van een duidelijk zichtbare klink, worden geopend. In het geheel heeft de schouwburg thans zestien uitgangen. Het werk, door den heer J. Reinierse voor ruim 88,000 aangenomen, zal in drie weken geheel vol tooid opgeleverd kunnen worden. Onze weeskinderen dragen nog op vele plaatsen kleedeven van tweeërlei kleur. Het Maandblad in het belang der weesverzorging brengt omtrent deze over oude gewoonte de volgende opheldering in herinnering door Jac. Grimm gegeven in de Göttingsche gel. Anzeigen 3 Merz '1836 S. 337 en 338. Volle broeders eri zusters droegen oudtijds kleederen van dezelfde kleur, om ook uiterlijk de gelijkheid van bloed te kennen te geventweekleurige bonte kleeding diende daarentegen stiefbetrekkingen, concubinaat en weezen. Men vindt dit gebruik in acht genomen bij teekeningen in handschriften, b. v. in den Saksenspiegel, 220, waar halve bloedverwanten met bonte kleeding worden afgebeeld. De Gesta Romanorum C. 26 vei halen van een koning, die zijn onechten zoon voorschreef, «quod pannos suos diversi generis et coloris faceret, medietatem de vili panno et alteram de pretioso." Bertha, de zuster van Karei den Groote, tegen zijn wil en onwettig met Milo gehuwd, baart dezen den beroemden Roland, die als kind een bontkleurig kleed draagt «veste fatta a quartiere." (Reali die Francia, 6,55). Een oud Engelsch lied bij Percy III. I. 16, bezingt den heimelijken, zonder 's konings bewilliging aangeganen echt eener Fransche koningsdochter met Boudewijn, Forestier van Vlaanderen. Boudewijn liet alle kinderen, die hij bij haar kreeg, zóó kleeden, dat de vechterzijde van het gewaad met goud versierd de linker van wol was. Toen Charles Brandon, een gewoon edelman, met de koninginne-weduwe van Frankrijk, de zuster van Hendrik VIII van Engeland, huwde, was bij het tour- nooi zijn paard half met goud, half met friesch gedekt. Eene mishuwelijking of een onwettige echt werd dus door bonte kleuren te kennen gegeven. Om dezelfde reden droegen de concubinen en hare kinderen bonte dracht, en wellicht heeten zij daarom in de oude taal Hübscherinnen (Cortisanen) en hare kinderen Hübsch- kinder. Dit hübsch (ons hupsch) komt volkomen overeen met het Fransche beau en belle, tot aanduiding van eene andere verwantschap dan die, welke op zuivere bloedsbetrekking berust. Belle-rnère, belle-fille is niet alleen schoonmoeder, schoondochter, maar ook stief moeder, stiefdochter. Evenals de Hübschkinder worden nog tegenwoordig op vele plaatsen de weeskinderen met twee kleuren gekleed. Het ouderlooze kind staat buiten de bloedverwantschap; 'twas dus geheel in den geest van de aan het zinnebeeldige gehechte oudheid, het weeskind eene bonte kleeding te geven. Limburg is het tooneel eener weddenschap, die voor het publiek een onaangename zyde heeft. De impresario Pinder heeft met een ander Yankee de weddenschap aangegaan, in 80 dagen tijds 100 voorstellingen met zijn circus te zullen geven, en de Amerikaan legt nu zulk een haast aan den dag, dat de bezoekers er wrevelig over worden. Nauwelijks is de representatie voor 3/4 afgeloopen, of een deel van het personeel klimt als katten op het linnen dak en de verblufte menigte woont het slot der uitvoeringen onder den blooten hemel bij. Uit waarnemingen blijkt, dat het westelijk strand van het eiland Rottumeroog voortdurend en in de laatste jaren zelfs in belangrijk toenemende mate achteruitgaat, welke achteruitgang niet wordt opge wogen door de uitbreiding van het strand aan de oostzijde. Dit verschijnsel is trouwens niet nieuw; blijkens oude berichten, was het eiland vroeger veel uitgestrekter en ook tamelijk bevolkt. Het eenige op het eiland gevonden huis moest herhaaldelijk oostwaarts worden verplaatst; het laatst geschiedde dit in 1799; op de plek, waar het toenmalige huis stond, wordt thans een diepte gepeild van circa 8 M. onder volzee. Door de aanhoudende afneming van het westelijk strand gaat jaarlijks gemiddeld een oppervlakte van 6 bunders grond verloren. »Is dat nu dat mooie land, waar ze zooveel van vertellen?" vraagt een Noord-Brabantsche landver huizer, korten tijd na zijne aankomst in Amerika, aan den agent, bij de bezichtiging van een armzalig stuk weiland, dat de andere hem te koop aanbiedt, »dan moet je bij ons in Holland komen; als je daar 's avonds een beest het land indrijft, kan je het 's morgens haast niet terugvinden, zoo hoog staat het gras." »Wat dat betreft," zegt de agent, «kan je gerust wezen, want als je dat hier probeert, vindt je het beest 's morgens in het geheel niet terug." Fr ankr ij k. Thans blijft er geen twijfel aan een oorlog tusschen Frankrijk en China over, wanneer men de inlichtingen gelooven mag, welke de Times uit Tientsin heeft ontvangen, en die zij in haar nummer van Vrijdag heeft openbaar gemaakt. Volgens een dépêche, aan genoemd blad gericht, is de Amerikaansche gezant te Peking, de heer Russel Young, op bevel uit Was hington te Tientsin aangekomen, waar hij getracht heeft met Li-IIung-Chang een schikking tusschen China en Frankrijk tot stand te brengen. Toen bij aan Li-Mung-Chang mededeelde, dat Frankrijk de bemid deling van Amerika had ingeroepen en Li-IIung-Chang inzage van het telegram had genomen, gaf deze zijne verwondering er over te kennen, dat liet telegram herhaalde wat Frankrijk in zijn ultimatum van 19 Augustus 11. geëischt had, terwijl het er nog bijvoegde, dat admiraal Courbet zijn operatiën zou voortzetten. Li-Hung-Chang wees er op, dat admiraal Courbet op vredelievende wijze de rivier was opgestoomd en dat hij daarna het arsenaal bij Foochow en de Chineesche vloot vernield heeft. Hij vond vervolgens, dat Frank- rijks eisch tot schadevergoeding monsterachtig was, nadat voor het gebeurde bij Langson wel voor twintig- voud wraak genomen was. Voor twee maanden was China verzoeningsgezind en bereid aan Frankrijk elke mogelijke voldoening te geven. Thans echter is eene oplossing van het verschil enkel te verkrijgen door een oorlog tot het uiterste. De regeering van China en het volk zijn beiden daartoe bereid. Li-Hung-Chang vroeg den gezant of de kleinste Europeesche Staat zulk eene verdrukking zou dulden. De gezant antwoordde ontkennend, waarop Li-Hung- Chang uitriep: Waarom zou dan de grootste natie in Azië zich zoo iets laten welgevallen Ten slotte gaf Li-Hung-Chang te kennen, dat Frank rijk door zijne oorlogsdaden het tractaat van Tientsin vernietigd heeft. Indien Frankrijk, des ondanks, het tractaat mocht uitvoeren, dan zal China vermoedelijk dit mede uitvoeren. De gezant juichte Li-Hung-Chang toe en zeide, dat hij enkel voldaan heeft aan zijne instructie uit Was hington. Tot zoover de Times. Havas te Parijs echter spreekt bepaald tegen, dat Frankrijk stappen gedaan heeft bij de Amerikaansche regeering om haar bemiddeling in te roepen. Wanneer de Amerikaansche gezant te Peking te Tientsin is aangekomen om als bemiddelaar op te treden, dan heeft hij dit uit eigen beweging gedaan. Dit alles doet vermoeden, dat het verhaal van den correspondent van de Times in vele punten onjuist zoo niet geheel valsch is. De minister van openbare werken heeft de concessie geteekend tot aanleg van den ondergrondschen spoor weg te Parijs. Alzoo zal het plan, waarvan reeds 12 jaren lang gesproken is, eene werkelijkheid worden, indien de Kamers hare goedkeuring aan de concessie schenken. Bij de overeenkomst is bepaald, dat de minister eene commissie zal benoemen voor het spoor wegtarief. B e 1 g- i e. De gemeenteraad van Brussel heeft beslofen de beide normaalscholen, welke door het nieuwe ministerie zijn opgeheven, op stadskosten te behouden. De jaar- lijksche kosten voor deze scholen bedragen 150,000 frs. Tot pauselijken nuntius te Brussel is mgr. Botelli benoemd, die tegenwoordig te Konstantinopel woont. Het hotel der nunciatuur te Brussel wordt voor den aanstaanden bewoner prachtig ingericht. Van het plan om den nieuwen nuntius in triumf in te halen, hebben de clericale leiders afgezien. Bij de eerste audiëntie bij den koning zal zijn rijtuig door een militaire eere- wacht omringd zijn. Vrijdag is weder een republiekein het land uitgezet, die ook redacteur van de National was. Détré - zoo is zijn naam - was Fransch onderdaan en volgens de Indépendance Beige uit het Fransche leger gedeserteerd. Het vertrek van dezen republikein ging weder vergezeld van eene kleine opschudding in de straten van Brussel. Een vrij talrijke groep vergezelde hem naar het station onder het aanheffen van den kreetLeve de Republiek en het zingen der Marseillaise, Het station was door grenadiers en gendarmen afgezet. Een deel der groep maakte daarna nog eenige demonstratie voor het paleis en de bureelen der Patriote. De verbannene is naar Rozendaal vertrokken. Het Internationaal Letterkundig Congres te Brussel heeft haar werkzaamheden ten einde gebracht. Vooraf besliste de vergadering, «dat de kunstwerken aan gee nerlei belemmering of formaliteit bij den invoer mogen blootstaandat de muzikale werken op gelijken voet als de letterkundige of kunstwerken zullen worden beschermddat de eigenaar van het kunstwerk het niet in het publiek mag tentoonstellen, zonder vergun ning van den auteur, als het werk zal zijn veranderd of verminkt." Aan Z. M. Koning Leopold is het eere lidmaatschap in het bestuur toegekend. In 't volgend jaar zal het congres te Madrid zetelen. Ouitscliland. Te Rome is de Pruisische gezant bij het Vaticaan, de heer Von Schloezer, teruggekeerd. Van nieuwe instructiën, welke hij bij zijn verblijf te Berlijn ont vangen zou hebben, is niets bekend en volgens het Berl. Tageblatt is geen uitslag der onderhandelingen te verwachten vóór den afloop der verkiezingen voor den Rijksdag. De Curie wil zien hoe het nieuwe Duitsche Parlement zal samengesteld zijn. Engeland. De oud-minister van marine W. H. Smith besprak de vorige week in eene vergadering der conservatieve vereeniging te Newport op het eiland Wight den toestand der Engelsche marine. Hij verklaarde tot het inzicht gekomen te zijn, dat de tegenwoordige Britsche strijdmacht ter zee niet toereikend is. Het is een zeer ernstige vraag, of voldoende snelzeilende kruisers- voorhanden zijn, om ten allen tijde op de zeeën veilig te zijn tegen een vijand. Hij houdt het er voor, dat een oorlog tegenwoordig even goed mogelijk is als op eenig ander tijdstip in de geschiedenis der wereld, en betreurt het, dat nu Engeland slechts weinig vrienden heeft. Wanneer de marine-officieren niet in staat zijn de zeemacht voor voldoende te verklaren, moet zij dus versterkt worden. Gemengd Buitenlandsck Nieuws. Te Lyon zou eenigen tijd geleden Godard op de place Bellecour met een ballon opstijgen. Een afgesloten ruimte was voor het publiek toegankelijk tegen entree en wel met het recht om mee te loten naar een gratis luchtreisje met Godard. Daarvoor was ieder entreebiljet genommerd. Te 5 uur was de luchtschipper gereed en de trek king begon. Het lot viel ten deel aan een eenvoudig burgerman, die klaarblijkelijk nu juist niet op zoo'n wolkreisje gesteld scheen. Trouwens het afroepen van zijn nommer was reeds voldoende om hem te doen verbleeken, en toen Godard vroeg wie houder van het winnend nommer was, sprak de goede man met bevende stem Ik ik, me meneer Welnu, stijg in, mijn waarde, zei de luchtreiziger. Maar de ander bleef onbewegelijk staan. Ik verkoop mijn biljet, riep hij eensklaps. Ik koop het, zei iemand, 'k Bied 100 francs! Neen, voor 500 kan je 't krijgen. 200! riep een ander. Minstens tweemaal zooveel, sprak het mannetje. 250! bood een derde. Neen. Maakt voort, heeren, de tijd dringt; men moet beslissen; ik sta je nog tien minuten toe, in ieder geval stijg ik daarna op.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1884 | | pagina 2