Buitenland. Door de politie te Delftshaven is, op vermoeden van valschheid, in beslag genomen een Nederlandsche gulden, voerende de beeltenis van Koning Willem III en het jaartal 1880. Het gebruikelijke randschrift ontbreekt er aan. In het Staathuishoudkundig Jaarboekje der Vereeni- ging voor de Statistiek in Nederland vindt men o. a. een overzicht van uitkomsten der loting voor de nationale militie in de laatste 20 jaren. Daaruit blijkt, dat het menschengeslacht in Nederland althans lichame lijk niet achteruitgaat. Was bijna 13 pCt. in 1863 beneden de maat, in 1883 bleek slechts even 5 pCt. te klein te zijnterwijl het aantal van hen die langer dan 1,70 M. waren, van 1863 tot 1883 van 23 op 31 pCt. is gekomen. De Willem Barents" kwam gisterenmorgen te acht ure te Hammerfest aan op de terugreis naar het vaderland, Alles wel aan boord. Zes leden van de onlangs te Nijmegen opgerichte Cano-club Batavier zijn Zondag van Millingen met hunne zes cano's een reisje naar Groningen gaan ondernemen. De duur der reis is berekend op 4 dagen en wel den eersten dag van Nijmegen naar Zutfen, den tweeden dag van Zutfen naar Zwolle, den derden dag van Zwolle naar Meppel en den vierden dag van Meppel naar Groningen. De afstand van Millingen naar Zutfen, zijnde 55 K.M., werd in 8 uur afgelegd. In de Manchestersche bladen komt het volgende voor Onder de punten van overeenkomst met Nederland in de zaak van de »Nisero" behoort ook het toekennen van vrijen handel aan Atjeh. Hoe ernstig dit zal worden ten uitvoer gelegd, bewijst een telegram, dat te Londen is ontvangen en inhoudt, dat twee voorname peperhavens op de Oostkust van Atjeh weder zijn gesloten voor den handel." Dit geheele bericht toont, hoe slecht men in Engeland op de hoogte is. Er is volstrekt geen vrije handel voor Atjeh bedongen bij de afspraak met Engelandonze regeering heeft uitdrukkelijk hare volkomen vrijheid in dit opzicht voorbehouden. Alleen is aan den radja van Tenom aangezegd, dat zijn havens voor den handel zouden worden geopend, indien hij de gevangenen in vrijheid stelde, en dat zij geopend zouden blijven zoolang hij niet weder daden van verzet pleegt. Tenom ligt op Atjeh's Westkust, en de havens aan de Oostkust, waarvan in het telegram sprake is, hebben derhalve met den maatregel omtrent Tenom niets te maken. Het is niet overbodig dit te doen uitkomen, omdat de openbare meening in Engeland niet op een dwaalspoor moet worden gebracht, waardoor zij naleving kan vorderen van bepalingen, die niet gemaakt zijn. Ongelukken, Itainpen, Misdaden, enz. Te Pest werd, terwijl de synagoge eivol was (het was Joodsch nieuwjaar) bij een van de ijzeren hekken gevonden een ijzeren bom met dynamiet, waaraan een lont was bevestigd. Op een meeting te Castlewellan voerden Davitt en O'Brien het woord. Er waren meer dan 20 priesters op de tribune. Een man werd gearresteerd wegens verstoring der orde. Het volk deed een aanval op het politiebureel en sloeg de ruiten stuk. De politie dreef de menigte uiteen; hierop werden schoten gelost en de politie zag zich (genoodzaakt sommige raddaaiers te arresteeren. Er hebben te Brighton ongeregeldheden plaats gehad. liet volk viel een lid van het heilleger aan. De politie, die de orde wilde herstellen, werd met steenen geworpen. Er hadden verschillende arrestaties plaats. De waggonfabriek van de Grand-Trunk-Railway in Ontaiio is een prooi der vlammen geworden. Men schat de schade op 400,000 dollars. De sneltrein van York naar Liverpool is Zaterdag bij Todmorden gederailleerd. Het verkeer was gedurende twee uren gestremd de weg was op een groote uit gestrektheid beschadigd. Verscheidene reizigers zijn gewond en een groot aantal heeft belangrijke kneu zingen bekomen. Te Lucerne heeft zich de Russische pianist en com ponist Jozef Rubinstein, een verre bloedverwant van Anton Rubinstein, van het leven beroofd. Hij was eerst 35 jaar oud. De reden van zijn heillooze daad is ont moediging geweest, daar hij zich, ondanks zijne pogingen, nog geen naam had verworven. Hij was een uitstekend pianist, maar een middelmatig componist. Hij heeft de partituur van Parcifal van Richard Wagner voor de piano bewerkt. Nog een spoorwegongeluk. Uit Bern wordt geseind, dat twee treinen, de een van Morteau, de ander van Locle komende, bij Villers tegen elkander in zijn ge reden. De twee locomotieven zijn geheel vernield. Een dame is gedood. Van een anderen reiziger zijn de beide beenen afgesneden. Een groot aantal personen zijn gewond, waarvan vijf zeer ernstig. B e 1 g- i e. De afkondiging der nieuwe schoolwet, welke Maandag in de Moniteur is verschenen, heeft niet zooveel on geregeldheden veroorzaakt, als algemeen verwacht werd. Wel heerschte Maandag gedurende den geheelen dag en vooral des avonds in de straten van Brussel een groote levendigheid, doch tot schermutselingen kwam het niet. Eenige benden doorkruisten het centrum der stad, zingende en schreeuwende, maar werden door de politie zonder moeite uiteengejaagd. Van het hotel «Continental", waar de liberale vereeniging haar vereenigingslokaal heeft, wapperde de zwarte vlag. In het regeeringsblad wordt de wet voorafgegaan door een rapport van den minister van binnenlandscbe zaken aan den koning en gevolgd door verschillende organieke bosluiten. Onder deze laatste komen voor: '1°. de sluiting der koninklijke athenea te Yperen, Bouillon, Virton en Dinant; 2°. de beperking van het aantal kweekscholen en normaalscholen van den Staat tot achttien. Tengevolge van de hefttge republikeinsche artikelen, die in den laatsten tijd in de te Brussel verschijnende National verschenen, zal de directeur van genoemd blad, Gabriel Marchi, een Franschman van geboorte, het land uitgezet worden. De voornaamste bepalingen der nieuwe onderwijswet zijn de volgende: Art. '1. Er is in elke gemeente ten minste één gemeenteschool gevestigd in een betamelijk lokaal. De gemeente mag één of meer vrije scholen aannemenin dit geval kan de Koning na de besten dige deputatie gehoord te hebben, de gemeente van de verplichting ontlasten, een gemeenteschool te stichten of te behoudendeze ontlasting kan niet geschieden, wanneer twintig hoofden van huisgezinnen, kinderen hebbende, die de schooljaren hebben bereikt, de stichting of het behoud der school vragen voor het onderwijs hunner kinderen, en wanneer de bestendige deputatie een voor hunne vraag gunstig advies uitbrengt. Twee of meer gemeenten kunnen, desnoods, van den Koning toelating verkrijgen om gezamenlijk een school te stichten en te onderhouden. Art. 2. De lagere ge meentescholen worden door de gemeenten beheerd. De gemeenteraad bepaalt, volgens de noodwendigheden der plaats, het getal van die scholen en dat der onderwijzers. De raad regelt, des gevallende, alles wat de stichting en de inrichting der bewaarscholen en der scholen voor volwassenen betreft. Art. 3. De be hoeftige kinderen ontvangen kosteloos het onderwijs. De gemeente zorgt, dat al diegenen, welke geen niet onder toezicht geplaatste vrije scholen volgen, het onderwijs kunnen ontvangen, hetzij in een gemeente school, hetzij in een aangenomen school. Art. 4. Het lager onderwijs bevat noodzakelijk het lezen, het schrijven, de grondbeginselen der rekenkunde, het wettig stelsel van maten en gewichten, de grondbe ginselen der Fransche, Vlaarnsche of Duitsche taal, volgens de noodwendigheden der plaaatsen, de aard rijkskunde, de geschiedenis van België, de grondbegin selen der teekenkunst, den zang en de gymnastiek. Het bevat daarenboven voor de meisjes het naalden- werk en, voor de jongens, in de landelijke gemeenten, begrippen over den landbouw. Het staat den gemeenten vrij, aan dit programma de mogelijke en nuttig erkende uitbreidingen te geven. De gemeenten mogen het onderwijs van den godsdienst en dat der zedeleer aan het hoofd stellen van het programma van alle of van eenige hunner lagere scholen. Dit onderwijs wordt gegeven in het begin of op het einde der schoolurende kinderen, wier ouders zulks gevraagd hebben, zijn niet verplicht dit bij te wonen. Wanneer in een gemeente twintig hoofden van huisgezinnen, kinderen hebbende die de schooljaren hebben bereikt, vragen, dat hunne kinderen niet verplicht worden het onderwijs in den godsdienst te volgen, kan de Koning, op aanvraag der ouders, de gemeente ver plichten, voor deze kinderen een of meer bijzondere klassen in te richten. Indien, niettegenstaande de vraag van twintig hoofden van huisgezinnen, kinderen hebbende die de schooljaren hebben bereikt, de ge meente weigert, het onderwijs van hunne godsdienst in het programma op te nemen, of verhindert dat dit onderwijs door de bedienaars van hunnen eeredienst, of personen door deze aangenomen, gegeven worde, kan het staatsbestuur, op de aanvraag der ouders, een of verscheiden vrije scholen aannemen, die hun voldoening geven, mits deze scholen de vereischte voorwaarden vereenigen, om door de gemeente te worden aangenomen. Art. 5. De onderwijzer houdt zich, met een gelijke bezorgdheid, bezig met de opvoeding en het onderwijs der hem toevertrouwde kinderen. Hij verwaarloost geen enkele gelegenheid om zijne leerlingen de voorschriften der zedeleer in te prenten, om hun het plichtgevoel, de liefde tot het vaderland, den eerbied voor onze nationale instel lingen en de verkleefdheid aan de grondwettelijke vrijheden in te boezemen. Bij zijn onderwijs onthoudt hij zich van allen aanval tegen de godsdienstige over tuigingen der familiën, wier kinderen hem zijn toe vertrouwd. Art. 6. De kosten van het lager onderwijs in de gemeentescholen zijn ten laste der gemeente. De provincie komt tusschen, bij middel van toelagen, in een evenredigheid, die niet minder mag zijn dan de opbrengst van twee opeen times bij de hoofdsom der rechtstreeksche belastingen. Geen enkele gemeente kan voor het lager onderwijs toelagen van den staat noch van de provincie bekomen, indien zij aan dit onderwijs niet een som besteedt, die ten minste gelijk staat met de opbrengst van vier opcentimes bij de hoofdsom der rechtstreeksche belastingen, en indien zij de tegenwoordige wet niet in alle punten uitvoert. Art. 8. De gemeente-onderwijzers worden gekozen onder de Belgen van geboorte of door inburgering, dragers van diploma's van lageren onderwijzer, en die uit een openbare of uit een onder toezicht ge plaatste normaalschool gekomen zijp, na er de leer gangen gedurende ten minste twee jaren gevolgd te hebben, of die voorzien zijn van een diploma van middelbaar onderwijs van den tweeden graadzij kunnen ook gekozen worden onder degenen, die voor een jury, aan te stellen door het staatsbestuur, liet examen voor onderwijzers met goed gevolg hebben afgelegd. Art. 9. Geen enkele vrije lagere school kan worden aangenomen, indien zij zich niet onderwerpt aan de volgende voorwerpena. De school moet in een behoorlijk lokaal gevestigd zijnb. De leden van het onderwijzend personeel moeten ten minste voor de helft gediplomeerd zijn, of het examen hebben afgelegd, waarvan gesproken wordt in het voorgaande artikelc. Indien het onderwijs in den godsdienst deel uitmaakt van het programma, zal dit onderwijs gegeven worden in het begin of op het einde der schooluren. De kinderen, wier ouders het zullen vragen, zijn niet verplicht dit onderwijs bij te wonend. Het programma van het onderwijs zal de stoffen bevatten, in '1 van art. 4 opgesomde. De aangenomen school moet onderworpen zijn aan het beheer van toezicht, door den Staat, krachtens de tegenwoordige wet ingericht; Zij moet de behoeftige kinderen aanvaarden, zonder andere vergoeding te kunnen eischen dan degene, welke voorzien is bij art. 3 g. Het getal der school uren zal niet minder mogen zijn dan 20 per week, buiten den tijd, die opzettelijk gewijd is aan het onderwijs van den godsdienst en van de zedeleer; de aan het naaldenwerk bestede tijd afgetrokken, zal dit getal niet minder mogen zijn dan 16. Geen enkele vrije lagere school zal toelagen kunnen genieten van den Staat, van de provincie of van de gemeente indien zij de voorwaarden niet vereenigt, die door het tegenwoordig artikel voor de aanneming vereischt worden. Art. 10. Het toezicht der gemeentescholen en der. aangenomen scholen wordt uitgeoefend door den Staathet kan niet toegepast worden op den leergang van godsdienst en van zedeleer. Er zijn in elke provincie één of verscheiden hoofd-schoolopzieners en, in elk ressort van hoofdtoezicht, kantonnale opzieners. De geheele organieke wet bestaat uit 17 artikelen, waarvan de niet vermelde betrekking hebben tot de regeling van het toezicht en de normaalscholen. Grroot-Brittan je. Het lid van het Lagerhuis, de heer Stafford Northcote, heeft verleden week een bezoek ontvangen van een depu tatie van Schotsche dames, die hem haar dank kwame betuigen voor zijne pogingen om voor de vrouwen het stemrecht te verkrijgen. De leider der commissie der conservatieve oppositie in het Lagerhuis beloofde steeds in haar belang werkzaam te zullen blijven. Na afloop van de audiëntie hield sir Stafford North- cote in het lokaal der korenbeurs te Dalteigh een voordracht over het vraagstuk van het stemrecht uit een algemeen oogpunt. Wat hij zeide was louter een herhaling van de reeds tallooze malen aangevoerde grieven tegen het kabinet-Gladstone, waarvan de voor naamste is, dat het weigert de wet betreffende de indeeling van het land in kiesdistricten en die aan gaande de hervorming van het kiesstelsel tot één onderwerp van discussie in het Parlement te maken. Zoolang het eerste ontwerp niet is ingediend, mag volgens hem en zijne politieke geestverwanten, het wetsontwerp, tot uitbreiding van het stemrecht niet goedgekeurd worden. Het te Birmingham vergaderde Congres van Staat- en Volkshuishoudkunde, begon verleden week zijne werkzaamheden. In de sectie voor rechtsgeleerdheid werd de vraag besproken, op welke wijze het stelsel van gemeentelijk beheer het doelmatigst veranderd kan worden. Men was algemeen voor een grootere

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1884 | | pagina 2