voor het arrondis- sement Zierihzee.
1884. No. 67. Zaterdag 30 Augustus. 87ste jaargang.
NIEUWS- en AVDERTENTIE-BLAD
zDIïrzeesceie courant.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJ DAG-AVOND
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden ƒ4,Franco per post ƒ4,
Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 40 Cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewone regel 40 Cent. H u w e I ij k s -Geboorte-
en Doodberichten van 4G regels 60 Cent.
Dienstaanbiedingen van 4-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. lAKENIIAN.
Binnenland.
ZIERIKZEE, 29 Augustus 488 4.
Capelle (in Duiveland), 27 Aug. Bij de op heden
gehouden vergadering van Ingelanden van den polder
de Vier Bannen in Duiveland, werd de rekening over
het afgeloopen dienstjaar gedaan.
De ontvangsten bedroegen 55408,37, de uitgaven
47335,74.
Onder deze uitgaven is begrepen eene som van
20000 wegens bestorting aan den Zuidbout.
Ook in dit jaar zal nog eene som van 3000
hieraan ten koste gelegd worden.
De Londen-, Chatham- en Dover-Spoorwegmaat-
schappij kondigt aan, dat na 34 Augustus e. k. de
uitgifte van retourbiljetten tusschen haar stations te
Londen en stations van het Vasteland, geldig voor de
route via Queenboro' en Vlissingen, zal worden gestaakt.
Van 4 September af zullen dus te Londen alléén
enkele-reis-biljetten voor die route verkrijgbaar zijn.
De oorzaak van dezen maatregel, die natuurlijk van
hoogst nadeeligen invloed op het passagiersvervoer
langs de Vlissingsche lijn zal zijn, moet gezocht worden
in de bestaande verwikkelingen tusschen de Chatham-
Dover-Company en de Maatschappij «Zeeland" naar
aanleiding van het door eerstgenoemde onderneming
niet herbouwen van den in Mei 4882 door brand
vernielden pier te Queenboro.
Ofschoon omtrent het bestaande geschil door be
langhebbenden een zorgvuldig stilzwijgen wordt in
acht genomen, zou men uit feiten als het bovenge
noemde en b.v. uit de onlangs gemelde opzegging
van het tusschen Chatham-Dover en «Zeeland" be
staande contract door eerstgenoemde, kunnen besluiten,
dat de verstandhouding tusschen partijen op dit oogen-
blik verre van vriendschappelijk, en wellicht méér
gepunn&n is, dan men vermoedt. N. R. Ct.
Met het water der duinwaterleiding te Amsterdam
is het treurig gesteld. Een der gebruikers liet het
chemisch onderzoeken en kreeg het volgende rapport;
Schadelijke metalen zijn niet aanwezig.
Phosphaten en nitrieten zijn niet aanwezig.
Ammoniak is sparadisch aanwezig.
In een liter van dit water was zooveel organische stof,
dat 48 milligram permanganas kalicus werd geredu
ceerd, waarvan in normalen toestand hoogstens 9,5
milligram wordt gereduceerd.
De hoeveelheid chloor per liter aanwezig, als chlo-
ruur, bedroeg 400 milligram, terwijl gewoonlijk on
geveer 30 milligram per liter in het duinwater aan- j
wezig is.
Ook de hoeveelheid sulphaten was werkelijk grooter j
dan gewoonlijk, zoodat gebruik van dit water als
drinkwater moet geacht worden zeer schadelijk te zijn.
Amsterdam, '23 Augustus 1884.
(get.) M. J. v. d. Plaats.
Toen Dinsdagmorgen de vierde afdeeling van het
Hygiënisch Congres in «Diligentia" te 's Hage hare
vergadering opende, waren slechts een vijftal congres
leden in de zaal tegenwoordig om dr. C. J. Snijders-
uit 's Gravenzande te hooren te velde trekken tegen
den invloed van de verzekeringskassen, zoogenaamde
begrafenis-maatschappijen, op de sterfte van kinderen
op jongen leeftijd.
De conclusiën, waartoe dr. Snijders kwam, laten
zich aldus samenvattenHij heeft hier niet op het oog
de gewone begrafenis-maatschappijen, doch de begrafenis
bussen, welke aan wettige erfgenamen van een over
leden lid eene uitkeering in geld doen, evenredig aan
het gestorte contributiebedrag, zuiver handel drijvende
instellingen, in wier reglementen de rapporteur vooral
afkeurt de bepaling, dat de ouders, na den dood van
hunne kinderen beneden zekeren leeftijd, eveneens in
de verhouding tot de gestorte bijdragen eene vrijwillige
uitkeering ontvangen, welke tot een vrij aanzienlijk
bedrag klimt, naar mate de ouders in meer dan een
van die verzekeringskassen zijn ingeschreven. Zoo dr.
Snijders den vroegtijdigen dood van vele jonge kinderen
al niet aan dat lokaas toeschrijft, dan toch stelt hij
dien op rekening van eene laakbare onverschilligheid
der ouders tegenover hunne lijdende kinderen.
De landbouwers in de Veenkoloniën hebben algemeen
besloten, het loon voor het aardappelrooien, dat sedert
jaren steeds gelijk was, thans te verlagen met 40 a
45 pCt. Wanneer men weet, dat bijna de geheele
arbeidende klasse, vooral vrouwen, in deze streken zich
hiermede bezighoudt, kan men begrijpen, dat dit eene
groote teleurstelling is voor deze klasse. Hoewel de
opbrengst goed belooft te worden, zijn de landbouwers
tot deze vermindering overgegaan door de uiterst
lage prijzen, die zij waarschijnlijk voor hunne aard
appelen zullen krijgen.
Het centraal-bestuur van het «Algemeen Neder-
landsch Werkliedenverbond" heeft de uitnoodiging van
het Hoofdbestuur van het «Nederl. Verbond voor al
gemeen Stemrecht" om deel te nemen aan een op 44
September a.s. te 's Hage te houden meeting, van de
hand gewezen.
Om verschillende redenen vond het geen vrijheid
voor deze gelegenheid af te wijken van den aange
nomen regel, die is: met het «Werkliedenverbond",
daadwerkelijk of financiëel geen deel te nemen aan
eenige buitengewone beweging, van welken aard ook,
wanneer aan het Bestuur geen deel wordt gegeven
aan de regeling en organisatie er van, en het dus
geen gelegenheid heeft zoodanige maatregelen te helpen
nemen, die het welslagen er van kunnen verzekeren,
of om zich, zoo goed dit kan, te waarborgen voor
gebeurlijkheden, welke het met het belang van dat
Verbond, in verband met zijn beginsel, strijdig acht.
In de Maatschappij voor Geneeskunst is op nieuw,
naar aanleiding van een voorstel der Rotterdamsche
afdeeling, de verplichte verzegeling van geneesmiddelen
ter sprake gekomen en een motie in dien geest aan
genomen.
De heer Jongkindt Coninck, directeur der Rijks-
landbouwschool, is in zooverre van zijne ziekte hersteld,
dat hij tot verdere genezing naar het buitenland kon
vertrekken.
De Russische Minister van Financiën, die in Duitsch-
land een badkuur heeft gedaan, is te Amsterdam
aangekomen om de Landbouwtentoonstelling te bezoeken.
De tentoonstelling te Amsterdam werd Woensdag
druk bezocht; het aantal betalende bezoekers bedroeg
Dinsdag en Woensdag ruim 46,000. Er heerscht
groote drukte op straat en op de openbare plaatsen
door het groot aantal lieden uit de provincie en door
de vreemdelingen. De hotels, vooral die gewoonlijk
door de provincialen bezocht worden, zijn vol. De trams
naar het tentoonstellingsterrein worden evenals het
voorgaande jaar weder bestormd op de uren dat de
treinen nieuwe aanvoeren van vreemdelingen naar de
stad hebben gebracht.
Men schrijft uit Amsterdam: De berichtgever, die
een onzer bladen deed melden, dat de hotels alhier,
tengevolge der landbouwtentoonstelling, stampvol zijn,
is stellig een grappenmaker. De tentoonstelling wordt
goed bezocht, dat is waarmaar verreweg het meeren-
deel der bezoekers, die van buiten komen, zijn uit
de naburige plaatsen en keeren 's avonds terug. Het
tegendeel van wat bericht werd is dan ook waar
de hotels bespeuren tot dusverre niets van de drukte,
met uitzondering van enkele ouderwetsche logementen
aan 't einde der Warmoesstraat, die steeds bij het
buitenvolk in trek zijn. Zelfs daar en dat bewijst
genoeg is het echter nog verre van stampvol.
De voorname restaurants zullen natuurlijk wel iets
van de meerdere drukte gewaar worden, maar ook
daar b.v. in de Port, bij Kras en bij Mast
maakt bij den grooten toeloop, dien deze inrichtingen
altijd 's middags hebben, de tentoonstellings-drukte
wezenlijk nog niet veel meer verschil dan een druppel
in een emmer. Het weer, dat de tentoonstelling nog
maar volstrekt niet begunstigt, doet natuurlijk den
noodigen afbreuk ook aan de drukte in de stad.
't Volgend schrijven ontvangt de Zutphensche Ct.
uit Atjeh:
Er heeft zich in het begin dezer maand (Juli) een
geval voorgedaan, dat nog al belangrijk is. Zooals ge
weet, heeft Toekoe Oemar al in April zijne onder
werping aan het Ned. Gouv. aangeboden, maar werd
hem, als vijand bekend, geweigerd om met zijne ge
wapende volgelingen binnen den Kraton te komen.
Hij schreef daarop, dat hij dan geheel alleen wilde
komen, want dat hij dat langdurige oorlogvoeren
moede was en zich geheel in handen stelde van den
gouverneur van Atjeh; dat deze hem desnoods mocht
ophangen of veroordeelen, maar dat hij komen zou.
En hij kwam, zelf gewapend, maar zijne volgelingen
niet. De gouverneur vertrouwde hem echter niet en
wilde van zijne mooie praatjes niets gelooven vóór hij
zich door een éclatant feit had onderscheiden. Oemar
beloofde toen de gevangenen van Tenom te bevrijden
en ging tot dat doel in het begin dezer maand aan
boord van Zr. Ms. «Benkoelen" naar Rigas en verder
over land op reis naar Tenom.
De commandant der «Benkoelen" werd echter door
middel van een brief gewaarschuwd hem niet te ver
trouwen en op die waarschuwing werden aan zijne
volgelingen aan boord de wapenen ontnomen. Toekoe
Oemar mocht ze behouden. Bij Lambesi gekomen,
vroeg Toekoe Oemar om met zijne volgelingen even
naar wal te mogen gaan, daar hij zijne schoonouders
wilde bezoeken.
De commandant het hem met zijn gevolg in twee
reizen met een sloep naar wal brengen. Zij kregen
hunne wapenen terug, maar ook de acht matrozen
der sloep ontvingen geweren om zich zoo noodig te
verdedigen. Voor de tweede maal aan wal gekomen,
sprongen de Atjehers uit de sloep, terwijl de matrozen
hun handen vol hadden om de sloep uit de branding
op den wal te brengen.
Daar geeft Toekoe Oemar een teeken en de Atjehers
vallen allen op de weerlooze matrozen aan, waarvan zij
er dadelijk 6 vermoordden. Een springt ongedeerd in zee
en komt behouden aan boord aan, en een ander tracht
met 7 klewanghouwen overdekt het schip te bereiken,
kan niet verder, maar wordt gelukkig door een sloep
van boord gered. Hij is zoo spoedig mogelijk naar het
hospitaal vervoerd, waar hij nu aan de beterende
hand is. De bevolking van Lambesi kwam op het
geschreeuw dadelijk aanloopen, maar toen was Toekoe
Oemar al verdwenen, dieper in het land met de acht
geweren. De Lambesiërs brachten de sloep en de
vreeselijke tijding van den moord der zes matrozen
naar boord.
Of het ook goed was, dat Toekoe Oemar niet ver
trouwd werd. Als ergeene maatregelen waren genomen,
had hij aan zijn plan kunnen gevolg geven om de
geheele «Benkoelen" af te loopen, maar nu zijne
volgelingen hunne wapens misten, ging dat niet. En
zoo is hij weder vijand geworden. Hij is geen Atjeher,
maar een Maleier uit de Padangsche bovenlanden,