Z1ERIKZEESCHE COURANT. voor het arrondis- sernent Zierihzee. 1884. No. 60. Woensdag 6 Augustus. 87ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Buitenland. Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden f 1,Franco per post Z' 1 Afzonderlijke nommers- 5 Cent, met Bijblad 10 Cent. PRIJS DER AD VERTENTIEN: Per gewone regel '10 Cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van '16 regels 60 Cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENMAIV. Binnenland. ZIERIKZEE, 5 Augustus 188 4. Aan een particulier schrijven uit Atjeh ontleenen wij het volgende: Er is hier in mijn oog nog iets ergers, mijn waarde, dan die aanhoudende schermutselingen met de Atjehers, de afmattende diensten, de cholera of wat ge maar wilt, het is n.l. de meer en meer toenemende desertie onzer soldaten. Waren het vroeger zeldzame en op zichzelf staande gevallen nu loopen er veel en somwijlen twee, drie gelijk over. In den regel zijn het Belgen of Fransclien. Twee slechte merken in ons leger, Amice de goeden niet te na gesproken. Waarom nemen wij hen aan? vraagt ge. Wel om de doodeenvoudige reden, dat wij onze gelederen on mogelijk alleen met Nederlanders kunnen aanvullen tenzij, ja, tenzij men van den Indischen soldatenstand heel iets anders make dan hij nu is, als men hem verbeterde tot een fatsoenlijk, zeer gewild beroep, danja dan! Intusschen komen er thans veel vreemdelingen, aan wie bij hun indiensttreding niets ontbreekt physiek, papieren, alles in orde «schilderijen van soldaten", zooals een voormalig chef van me placht te zeggen. Maar later blijken zij de grootste schelmen te zijn, die met gestolen of kunstig vervalschte papieren in den eerlijken soldatenrok kropen. Wat is daar aan te doen? Niets. Dat schuim nu deserteert, voor een paar rijks daalders wellicht, en begint ons veel kwaad te doen. De eerste deserteurs waren allesbehalve voor hun pleizier uit bij de Atjehershard werken, veel ransel en weinig eten. Wij hoorden dit meermalen van hen, die »terug" deserteerden. Maar de sluwe Sumatranen schenen al heel spoedig begrepen te hebben, dat die behandeling van de overloopers niet politiek mocht heeten en ze juist door een tegenovergestelde be jegening de desertie in de hand konden werken. En zoo geschiedt thans. Dat die desertie op vrij groote schaal en »notez bien" uit een beschaafd Westersch leger naar een troep wilden, zeer nadeelig wordt voor ons zedelijk overwicht en de tegenpartij overmoedig maakt, daarvan wil ik u nog even een sprekend staaltje meêdeelen. Verbeeld u dat onlangs een officier, post-commandant, een brief ontving van eenige Atjehsche hoofden een brief in den vorm geschreven, naar den adat gesteld waarin hem het voorstel wordt gedaan om naar hen over te loopen en alsdan in het Atjhesche leger het commando op zich te willen nemen over het »Europeesch legioen". Wat de kerels durven bestaan Zwolsche Ct. Over de pogingen van het Nederlandsch Handels museum te Amsterdam tot oprichting van een Algemeen Agentschap van Nederlandsche Tentoonstellers op de expositie van Antwerpen in 1885, werd in de Vrijdag avond gehouden vergadering der Haagsche afdeeling der Vereeniging van Fabrieks- en Handwerksnijverheid gezegd, dat deze onderneming hoofdzakelijk uit winst bejag op touw gezet is, een navolging is van de wijze van exploitatie der Amsterdamsche tentoonstelling en, naar verzekerd werd, niet op den steun der regeering behoefde rekening te maken. Van de zijde van België is bij onze regeering aan gedrongen op het benoemen eener commissie voor de internationale tentoonstelling, die in het volgend jaar te Antwerpen zal gehouden worden. De benoeming dezer commissie is tot nu toe vertraagd, omdat de regeering geen gelden beschikbaar heeft voor deze zaak en sommigen, door de regeering gepolst, bezwaar maken om voorzitter dezer commissie te worden. Daar de regeering spoedig aan België moet mededeelen, welke plaatsruimte de Nederlandsche inzenders noodig hebben op deze tentoonstelling en in onderhandeling moet treden over gunstige voorwaarden voor genoemde inzenders, wordt de benoeming der commissie door de regeering spoedig verwacht. Bij gunstig weder zullen morgen (Woensdag) des voormiddags te half elf ure op zee voor Scheveningen, op de hoogte van het Groote Badhuis, in het openbaar proeven worden genomen met verschillende toestellen, uitgevonden door den heer Lefèbre, o. a. 1°. met den nieuwen zeemist- en roephoorn2°. met den zeeluister- hoorn (dienstig bij mist); 3°. met den nieuwen zeeboodschapper (Sea Messenger) die met inhoudende depêche in 't gezicht van Scheveningen over boord gezet zal worden4°. met de hoor- en zichtbare zeereddingboei, waartoe een man over boord zal springen, ten einde met deze boei door de branding heen op het strand aan te komen. De commissie, door de regeering benoemd om te onderzoeken, voor welke som de regeering, overeen komstig de concessie, den Nederlandschen Centraal- spoorweg kan naasten, heeft rapport uitgebracht en medegedeeld dat de naastiftgsom bedraagt ongeveer tien millioen gulden. In verband met ingekomen voor stellen overweegt de regeering thans, wat in het algemeen belang behoort te geschieden. Wellicht dat het resultaat dezer overwegingen zal zijn, dat in het volgende zittingjaar een wetsontwerp bij de Staten- Generaal zal worden ingediend, om de regeering te machtigen den Nederlandschen Centraalspoorweg te naasten. De nieuwe aanschrijving van den Minister van Binnenlandsclie Zaken aan Gedeputeerde Staten der Provinciën is van den volgenden inhoud Ten einde het overbrengen van cholera aan de land zijde zooveel mogelijk tegen te gaan, is aan de chefs van grensstations der spoorwegen opgedragen, reizigers, die uit het buitenland aankomen en bij wie zich cholerische verschijnselen vertoonen, aan het station op te houden en den burgemeester te waarschuwen, ten einde deze zorge, dat zij afgezonderd en verpleegd worden. Daarvoor is het noodig, dat zich in die gemeenten een inrichting bevinde voor afzondering en verpleging van lijders aan een besmettelijke ziekte. Ik heb daarom de eer, u in overweging te geven, art. 7 der wet van 4 December 1872 op die gemeenten van toepassing te verklaren, voor zoover dit niet reeds geschied is. Aan de besturen dier gemeenten ware tevens aan te bevelen, bij plaatselijke verordening het vervoer van lijders aan een besmettelijke ziekte te regelen, ingevolge art. 9 der aangehaalde wet. Het zal mij aangenaam zijn, zoodra mogelijk te ver nemen, welk gevolg hieraan door u zal zijn gegeven. Uit Joure meldt men; In eene tram-coupé le ld. namen een paar vreemde heeren plaats. Een der politie-beambten, bij den afrit tegenwoordig, vond in hun uiterlijk overeenkomst met een paar buitenlanders, gesignaleerd in het Politieblad en op wier aanhouding eene premie van 200 frs. was gesteld. Te ver gedreven bescheidenheid tegenover lieden, die „per le kl." reizen, deed er den agent van afzien een onderzoek in te stellen. Later moet gebleken zijn, dat het inderdaad de verdachte personen waren. Te Oud-Valkenburg zagen dezer dagen eenige arbeiders hoe eene kat, die bezig was eene kip op te peuzelen, in haar maaltijd werd gestoord door de komst van een vos. Deze greep op zijne beurt de kat en sleepte haar mee naar zijn hol, om haar daar een gelijk lot als de kip te doen ondergaan. Ongelukken, Kampen, Misdaden, enz. Te Parijs werd iemand, die aan een vriend eenige maanden geleden geld had geleend, tot belooning, toen hij zijn vriend om terugbetaling aanmaande, door dezen uit een derde verdieping op straat geworpen, zoodat hij gedurende zijn gansche leven nog een souvenir aan zijn edelmoedige daad zal hebben. Aan de Marne bij Parijs zat iemand, een zekere Gueris, een schets te maken, toen een man hem eensklaps ongemerkt van achteren naderde en hem met een scheermes een diepe wonde aan den hals toebracht. De gewonde droeg gelukkig een langen baard, waardoor de kracht van het mes gebroken werd. De misdadiger wierp daarbij zijn moordtuig in het water en ging op de vlucht. Hij werd echter aange houden en voor den rechter gebracht. Het is een soldaat van 19 jaar. Hij weigert te zeggen welke de drijfveer van zijn misdaad is. Zondag ging een jonge dame van Frankfort naar Kreuznach. Te Mainz aangekomen wilde zij uitstappen om een anderen trein te nemen, toen zij het ongeluk had met hare rokken aan de treeplank te blijven haken en ter aarde te storten. Verscheidene personen snelden toe om de dame, die bewusteloos was geraakt, hulp te verleenen en met bloed bedekt werd zij in de wachtkamer gedragen. Door een geneeskundige werd geconstateerd, dat het neusbeen en de onderkaak waren gebroken, bovendien werd de ongelukkige door den schrik door hevige krampen overvallen. Des na middags werd zij onder geleide van een vrouw naar Frankfort terug vervoerd en van het station per draagbaar naar het huis harer ouders gebracht. Daar deze ook voor pleizier uit de stad waren, moest de ongelukkige bij de buren een onderkomen zoeken. In de rue Saint-Jacques te Parijs werden Vrijdag morgen de weduwe Rozières en haar drie zonen in haar woning gearresteerd. Bij de huiszoeking vond men bommen gevuld met ontplofbare zelfstandigheden. De Rozières behooren tot de anarchisten-partij. De express-trein van Weenen naar Turkije, die Donderdagmiddag vertrok, is 's avonds te 8ys uur bij het station Wels gederaileerd. De restauratie-waggon werd zeer beschadigd en twee heeren, die er het middagmaal gebruikten, licht verwond. Overigens kwamen de passagiers met de ontsteltenis en een langdurig oponthoud vrij. De zoon van den Engelschen consul te Rodosto is door roovers opgelicht, die een losgeld van 7000 pd. st. eischen. Groot-Brittanj e. Met de Fransche deportatie wet is men nog ver van ingenomen. De Australische koloniën dienen klacht op klacht in over deze wet, hetgeen aanleiding heeft gegeven, dat eenige leden van het Lagerhuis de regeering hierover hebben geïnterpelleerd. Uit het verstrekte antwoord blijkt: dat lord Derby opnieuw bij het Fransche kabinet vertoogen heeft ingediend tegen deze wet, krachtens welke de recidivisten naar Nieuw-Caledonië gedeporteerd en dientengevolge de Australische koloniën met een groot aantal ontslagen Fransche galeiboeven begiftigd zullen wordendat Frankrijk op deze vertoogen welwillend heeft geant woord; doch dat indien op Engelands bedenkingen geen acht wordt geslagen, de Britsche regeering niet aarzelen zal de wetten te bekrachtigen, die door de koloniën vastgesteld zullen worden tot bescherming van

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1884 | | pagina 1