ZÏËftlKZEISCHE COURANT. 1884. No. 54. Woensdag 16 Juli. 87ste jaargang. Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel. Binnenland. ZIERIKZEE, 45 Juli 488 4. Het bericht, dat eenige meerdere overeenstemming verkregen is tusschen de Engelsche en de Neder- landsche Regeering over de »Nisero"-quaestie, ismoeielijk overeen te brengen met de omstandigheid, dat noch de regeering, noch een der leden van de Eerste Kamer Vrijdag in 't openbaar één woord gerept hebben over I Atjeh of de «Nisero", nadat men 4% uur in geheime zitting bijeen geweest was. De Indische begrooting werd daarop aangenomen met algemeene stemmen, waarbij echter vermelding verdient, dat de heer Fransen van de Putte zich kort vóór de stemming verwijderd had. De Minister van Koloniën in Engeland ontving van den Engelschen consul in Atjeh bericht, volgens het welk in brieven omtrent de bemanning van de »Nisero" j van 43 Juni bericht wordt, dat er weder een schepeling is overleden, namelijk de stoker Garrity. Twee andere leden aan de koorts. Er heerschte veel ziekte in Tenom en er stierven velen. Alle voorzorgen worden genomen om de schepe lingen te voorzien van ondergoed. Er was gebrek aan medicijnen. De Nederlandsche regeering zendt er ge neesmiddelen heen. Door de verschroeiende hitte der laatste dagen is I de bloesem der boonen in den Haarlemmermeerpolder voor het grootste deel afgevallen, wat natuurlijk zeer schadelijk is aan de opbrengst. Naar gemeld wordt zou dr. Troncin te Toulon goed geslaagde proeven voor het genezen van choleralijders hebben genomen door het zuivere zuurstof te doen inademen. Dit heeft ten gevolge, dat de huid van den patiënt onmiddellijk weder warm en de pols normaal wordt. Deze proefnemingen geschiedden in het hospitaal van St. Maudrier, in tegenwoordigheid van den admiraal Krantz, en reeds zijn eenige personen, blijkens de officiëele verklaringen der officieren van gezondheid, op die wijze gered geworden. Hoe belangrijk deze tijding ook is en hoezeer er uit blijkt hoe oneindig veel de menschheid aan de mannen der wetenschap te danken heeft, toch is het middel der zuurstof-inademing gansch niet nieuw, ofschoon dit volstrekt niets aan de waarde van het middel afdoet. In de copie van een rapport, betrekkelijk de cholera- epidemie van het jaar 1866 in ons land, door den I geneesheer H. van Nes te Papendrecht in April 1867 aan den adjunct-geneeskundige-inspecteur in de pro vincie Zuid-Holland uitgebracht, leest men»ook dat ik na onweêr verbetering meende te bespeuren zou het ozon een gunstigen invloed kunnen hebben? en heb ik wel eens gedacht, zou het nuttig kunnen zijn bij cholera paralytica de lijders een verdund gas oxygenium te laten inademen." Zoodra bekend was geworden, dat de Aziatische cholera te Toulon was verschenen, werd van regeeritigs- wege de haven dier stad en later die van Marseille besmet verklaard. (Zie de Staats-Courant van 28 Juni j.l. en van 4 Juli j.l.) Het gevolg hiervan is, dat 'alle van die havens komende schepen bij hunne aankomst op eene Nederlandsche reede aan gezondheidsonderzoek worden onderworpen, volgens de wet van 28 Maart 1877 Staatsblad No. 35), tot wering van besmetting door uit zee aankomende schepen, en dat op het schip en de opvarenden naar gelang van omstandigheden de in die wet voorgeschreven maatregelen worden In of nabij de Nederlandsche havens is eene ge legenheid tot opneming van choleralijders, die zich op de onderzochte schepen mochten bevinden. Te IJmuiden en aan den Hoek van Holland zjjn te dien einde houten barakken opgericht, voorzien van het noodige tot verpleging van choleralijders en van ontsmettings middelen tot ontsmetting van de schepen, voor zoover dit noodig wordt bevonden, en van kleederen, bedde- goed of andere voorwerpen, die met. de lijders in aan raking zijn geweest. Wanneer binnenslands gevallen van cholera voor komen, is de wet van 4 December 4872 (Staatsblad No. 434), tot voorziening tegen besmettelijke ziekten van toepassing, die aan doortastende gemeentebesturen krachtige middelen aan de hand geeft tot beteugeling der cholera. Van regeeringswege zijn de gemeente besturen gewezen op de noodzakelijkheid, dat voor zuiver drinkwater en voor groote reinheid buiten en binnen de huizen zooveel mogelijk gewaakt worde. Voorschriften omtrent ontsmetting van privaten en waterplaatsen aan spoorwegstations zijn gegeven en andere maatregelen tot afwering, voor zooveel dit mogelijk is, van de Aziatische cholera worden voor bereid. De regeering vertrouwt daarbij op de ijverige en onverflauwde medewerking Van alle provinciale en ge meentebesturen. Naar men verneemt, zal binnen korten tijd een vergadering van de Midden-Europeesche Spoorweg- Maatschappijen gehouden worden, ten einde maatregelen te beramen, die ter bestrijding van het gevaar van de uitbreiding der cholera genomen kunnen worden. Daaraan zullen de voornaamste Maatschappijen van Duitschland, Oostenrijk-Hongarije, Nederland, België, Roumanië, Denemarken, Opper-Italië, Zwitserland en Oost-Frankrijk deelnemen. Het spreekt vanzelf, dat de spoorwegen veel kunnen doen om een verspreiding van besmettelijke ziekten te bestrijden. De Duitsche Spoorweg-Maatschappijen hebben bij vorige gelegenheden daarvan het bewijs geleverd. Reinheid is de grootste vijandin van alle besmettelijke ziekten, in de allereerste plaats van de cholera,. Wie zorg draagt voor een rein lichaam, zindelijke kleeding, zuivere lucht in zijn woning, heeft een der grootste voorzorgsmaatregelen genomen. Doen zich eenmaal verdachte verschijnselen voor, als kramp in de ingewanden, dan bestaat er een volgens geneeskundigen nog uitstekend middel, waarop de heer A. M. Prins te Groningen in de Prov. Gr. Ct. de aandacht vestigt. Hij schrijft «Toen voor vele jaren een zware cholera-epidemie de stad Groningen teisterde, was de ondergeteekende als boekhouder werkzaam aan de machinale vlasspinnerij te dezer stede. »De directie van genoemde fabriek besloot om dr. Bleeker's choleradrank uit te schenken aan haar werk volk, zoo zich eenig verdacht verschijnsel van diarrhée voordeed, en liet zoo iemand naar zijn woning geleiden. Zij gaf een Bleeker's drank meê ter eerste voorziening in afwachting dat een geneesheer kon worden ontboden. »Over 't geheel ontving het werkvolk deze tegemoet koming dankaar, doch er waren ook die weigerden het medicament in te nemen. «Toen ter tijd heb ik het resultaat dér goede zorgen van het bestuur der machinale vlasspinnerij gepubliceerd, 't welk in korte trekken hierop neerkwam, dat allen, die tijdig den Bleeker's drank gebruikten, hersteld zijn, terwijl van hen, die den drank weigerden, naar ik meen drie personen, aan de ziekte bezweken. «Behalve de goede zorgen in het kosteloos beschik baarstellen van dr. Bleeker's dranken, werden de pleinen, zalen en privé's in de machinale vlasspinnerij dagelijks door carbol gedesinfecteerd. Vrij zeker heeft een en ander een zeer gunstig resultaat aan die fabriek gehad." Voegen wij hier nog bij, dat dr. Bleeker, die voor weinige jaren in Oost-Indië is overleden, met het beste gevolg den Indiër van zijn middel liet gebruik en dat sedert vele apothekers in ons land voor onge veer 70 cents het fïeschje afleveren, dat als huis middeltje gebruikt worclt bij eenvoudige buikpijn. Naar aanleiding der gedachtenisplechtigheid in de Nieuwe kerk te Delft op 40 Juli j.l. schrijft iemand, een Hagenaar, in het Dagbl. onder meer het volgende In de kerk speelden de agenten van politie de eerste viool. Op meesterachtigen toon werd hem, die een oogen- blik opstond (geen wonder bij zulk een langgerekte plechtigheid), bij herhaling beduid, dat hij had te blijven zitten. Personen, die wat langer waren dan een ander en werkelijk zaten, werden daartoe herhaaldelijk aangemaand. Ik wil hier verder niet in een beoordeeling treden over het zonderling programma; dit is reeds elders geschied. Maar het hoofdmoment was toch de redevoering van den hoogleeraar dr. M. De Vries, door de omstandig heden als redenaar aangewezen. Hetzij met, hetzij zonder zijn voorkennis is die redenaar op een allerzonderlingste wijze geplaatst geweest. Nagenoeg niemand heeft iets van zijn rede voering verstaan en het geduld van het publiek is bewonderenswaardig geweest. Het meerendeel is lijdzaam als slachtoffers blijven zitten tot de vervelende plechtig heid geëindigd was. Meer bijzondere vermelding verdient een zeer pedant jongheer, die, midden onder de uitvoering van Handels Te Deum op vrij luiden toon zijn eerbied voor de gestelde machten te kennen gaf, door reeds bij voor baat alle dames en heeren met hoorbare stem te kennen te geven, dat zij zich wèl te wachten hadden op te staan, voor en aleer de Ministers na afloop der plechtigheid de kerk zouden hebben verlaten. Het werd mij wee om het hartik ontvlood het ontheiligd kerkgebouw om in de vrije lucht te knnnen uitblazen en mijn hart lucht te geven over zooveel kleinzieligheid. Nog een bijzonderheid omtrent de feestviering te Delft vermeldt het Dagblad: de dames en heeren, die aan de zanguitvoering deelnamen en in de 4 uren, die zij in de kerk doorbrachten, behoefte hadden aan eene verfrissching, konden deze volop bekomen uit een stalemmer, die door een jongen met water werd gevuld en waarbij vier glaasjes stonden voor gemeen schappelijk gebruik. Als de opbrengst, die het gemeente bestuur uit den verkoop der rede verwacht, moet dienen tot dekking der kosten van de verfrissching dan is er kans dat het bestuur nog geld overhoudt Zaterdag j.l. is, in eene vergadering van denNederland- schen Journalistenkring, de volgende motie met alge meene stemmen aangenomen: »De Nederlandsche Journalistenkring, «Overwegende, dat bij de plechtige herdenking van den dood van Prins Willem I, op 40 Juli j.l., in de Nieuwe Kerk te Delft, aan de vertegenwoordigers der pers elke medewerking van de zijde van het gemeente bestuur van Delft is onthouden »dat uit de overigens van leden der regelingscom missie en wethouders ondervonden welwillendheid mag worden afgeleid, dat in deze geheel te denken is aan eene persoonlijke opvatting van liet hoofd der gemeente »dat zelfs afdrukken van de gedachtenisrede, door het gemeentebestuur aan een deel der genoodigden vóór den aanvang der plechtigheid uitgereikt, aan de even eens genoodigde vertegenwoordigers der dagbladen, door het hoofd van het gemeentebestuur uitdrukkelijk, en in zeer onaangename bewoordingen zijn geweigerd «protesteert tegen die onhoffelijke bejegening en miskenning van de pers, de natuurlijke vertegen woordigster van het publiek, dat volkomen gerechtigd was van dezen nationalen gedenkdag zoodra mogelijk volledig bericht te ontvangen «besluit van dit protest mededeeling te doen aan het gemeentebestuur van Delft, en afschrift daarvan te zenden aan de dagbladen ter mededeeling in hunne kolommen." Zondagmorgen zijn te Haarlem aan het station saamgekomen een 600tal sociaal-democraten, vergezeld van vrouwen, kinderen en mondkost. Zij hebben zich in optocht door de stad begeven, met een groot rood vaandel en een blazenden trompetter voorop, langs het huis ter Cleef naar het Bloemendaalsche bosch, waar zij verscheidene uren gekampeerd hebben. Twee rijksveldwachters hielden zich in hunne nabij heid aldaar op. Er is gegeten en gedronkenveel liederen werden gezongen, en eiv hadden openbare besprekingen plaats. Tegen het vertrek verscheen er een afgezant van den burgemeester van Bloemendaal, die vroeg om den heer Domela Nieuwenhuis te spreken. Nadat deze te voorschijn was gekomen ontving hij de officiëele aanzegging, dat de burgemeester voortaan zoo iets nooit meer in het bosch zou toelaten. Tegen den avond vertrok men over Overveen in gelederen, zingende naar Haarlem terug. Onderweg hebben eenigen der «burgers" zich wel wat onhebbelijk tegen leden van het bezittend deel der natie, in rijtuigen gezeten, uitgelateu, ook tegenover dames, die zij uitmaakten voor «leelijke vleeschvreetsters, dieven" enz. Zelfs ontvingen de rijdenden den raad hunne rijtuigen te verkoopen en de opbrengst te geven aan de sociaal democraten. Te Haarlem werd, evenals het vorige jaar, een vergadering gehouden in een gebouw, waar eukele binnendringers, die floten en sisten, en die niet be hoorden tot de leden der vergadering, buiten werden gedrongen, terwijl een linnner zelfs door een glazen deur werd gesmeten. Of artikel 48 der wet op het recht van vereeniging en vergadering, luidende: «Openbare vergaderingen tot gemeenschappelijke beraadslaging, worden in de open luchf niet toegelaten dan op bekomen vergunning van het hoofd van het gemeentebestuur, verleend vijf dagen voordat de vergadering wordt gehouden", door de sociaal-democraten is in acht genomen, is onbekend. De Kon. Haagsche Scherpschutters zullen ook deel nemen aan de plechtige begrafenis van den Prins

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1884 | | pagina 1