ZIERIKZEESCHE COURANT.
1884. No. 41.
Woensdag 28 Mei.
87ste jaargang.
Binnenland.
feuilleton.
(H U)AS „W W DA".
ZÏERIKZEE, 2 7 Mei 1 88 4.
Blijkens telegram van den agent en consul-generaal
der Nederlanden te Alexandria is door hem van de
Indische Regeering het telegrafisch bericht ontvangen,
dat de cholera epidemisch heerscht te Groot-Atjeh.
Dientengevolge zal, volgens het besluit van den
Egyptischen gezondheidsraad, liet cholera-reglement
worden toegepast op de van daar komende schepen.
Gedurende het bezoek op het Stadhuis wees Burge
meester Buis Z. M. onzen Koning ook de schilderijen,
die oud-Brussel voorstellen.
»0, ik ken ze zeer goedzeide de Koning.
Eenigen tijd later vroeg Z. M. of het gilde van
St. Joris nog bestond.
»Zeker, Sire!" antwoordde de heer Buis.
»Ik verzoek u, mij dat gilde straks aan te wijzen.
Mijn Vader was Koning" van die Vereeniging."
De Lotidensche correspondent der N. R. Ct. schrijft
Naar ik verneem, is het waarschijnlijk, dat de
Transvaalsche afgevaardigden met eene der eerst
volgende booten van de «Union Steamship Company"
naar de Kaap zullen terugkeeren, hoewel de schikkingen,
namens de afgevaardigden door den heer S. Stanton
met de maatschappij gemaakt, nog niet geheel ge
troffen zijn. Vermoedelijk zal de «Mexican", die
aanstaanden Donderdag Southampton verlaat, de ge
delegeerden overbrengen. Zij is de grootste boot der
«Union-maatschappij", en meet 4669 R. T. met 3700 pk.
Gaan de afgevaardigden niet met de «Mexican",
dewijl de tijd zoo kort is, dan waarschijnlijk met de
«Trojan", die eene week later het anker licht.
Naar ik verder verneem, heeftde «Union-maatschappij"
het plan de inscheping der Transvalers met eenig
ceremonieel te doen geschieden.
De fraaiste kajuiten op de «Mexican" en «Trojan"
worden te hunner beschikking gehouden.
Een niet alledaagsch onderwerp is te Harderwijk
in de raadsvergadering van Viijdag j.I. ter tafel
gebracht, t. w. een aanklacht bij Gedeputeerde Staten,
ingebracht door het raadslid Jhr. mr. R. A. P.
Sandberg, tegen zijn medelid, den notaris H. C. Termaat.
VI.
Slot.
Met langzamen en voorzichtigen tred droegen de
jagers hem in den koelen namiddag op eene baar
naar den Hohenszalrasburg en elf dagen later blies
hij in de armen zijner geliefde Wanda den laatsten
adem uit.
In de Silver Chapel ligt hij onder 't witte marmer
beo-raven, doch in 't hart zijner vrouw leeft hij voor
immer en met hem een niet tot stilzwijgen te brengen,
eeuwig zelfverwijt.
Doch - alles was dazu mich trieb,
Gott! war so gut! ach, war so lieb! -
(Goethe.)
Onder bovenstaand motto heeft Ouida weder een
vrij iijvigen roman, «Wanda", aan hare lezers toever
trouwd en, wij zijn met dat geschenk waarlijk vereerd.
De roman draagt een buitengewoon bezadigd karakter
en is niet doordrongen van den pessimistischen levens
gloed, die in zoovelen harer andere werken doorstraalt;
de karakters zijn er juist en uitvoerig in geteekend,
elk blijft tot den einde toe zichzelven gelijk, en de
personen staan, als typen uit het werkelijk leven, hier
minder schril tegenover elkander dan b.v. in «Friend
ship" en Moths".
Zoo ooit, mag Wanda niet ontbreken in het boeken
kastje eener jeugdige lezeres, hoewel Ouida ten onrechte
gebukt gaat onder den tegenwoordig in de mode zijnde
vloek: hare boeken zijn géén meisjesiectuur.
Wanda zelve is een trotsch, schoon geteekend vrouwen
karakter, eene hoogst begaafde, werkzame vrouw, wars
van alle futiliteiten, die tegenwoordig onze meisjes en
vrouwen alléén bezig houden en alléén hare aandacht
waardig schijnen.
Deze had n.l. in 't begin van het jaar voor de
gemeente eenige bouwlanden in 't openbaar verpacht,
in welke daad adressant ziet een schending van
art. 24 der gemeentewet en op grond waarvan hij
aan genoemd college verzoekt om art. 26 op den
overtreder toe te passen. Deze aanklacht, om bericht
en raad naar deze vergadering gerenvoyeerd, is gesteld
in handen eener commissie van S leden, ten einde
daarop in een volgende zitting rapport uit te brengen.
Het Hdb. meldt, dat de gelden, benoodigd om de
Koninklijke Fabriek van stoom- en andere werktuigen
in stand te houden, tot een voldoend bedrag zijn
toegezegd om te mogen verwachten, dat in de
volgende week de voortzetting der zaak zal worden,
voorgesteld.
Het «Sjelo Jasrieach", kunstzout om boter tegen
bederf te vrijwaren, van de firma Montyn Sc Co. te
Kampen, is door de le afd. der Friesche maatschappij
van Landbouw onderzocht, omtrent welk onderzoek
een vrij ongunstig rapport het licht zag. Dat rapport
zelf wordt nu door den fabrikant van het kunstzout
ontleed en bestreden in een open brief, waarvan
ook ons een exemplaar wordt toegezonden. De fabrikant
zal 'tons ten goede houden, dat wij met deze
mecledeeling volstaanzijne kritiek op het verslag
kan zeer wel gegrond zijn, maar is op vele plaatsen
te haarkloverig om ons, die buiten de quaestie staan,
begeerig te maken er ons in te mengen.
R. Nbl.
Naar men verneemt, heeft men den voortvluchtigen
post- en telegraaf-directeur P. uit IJsendijke te Rijssel
gearresteerd. De man had het handig aangelegd om
aan het belangrijke bedrag te komen, waarmee hij
op den loop is gegaan.
Bij de postkantoren van de zes grootste steden
des lands kwamen dezer dagen postwissels aan, ge
adresseerd aan verschillende commissionnairs in effecten.
Het heette, dat eene dame order gaf tot aankoop
van effecten, aan elk tot ten bedrag van f 10000.
Nu is de verzending van zulk eene groote som per
postwissel zeker zeldzaam, maar van eene dame
wordt juist geen groote kennis in financiëele zaken
gevorderd. De orders werden natuuilijk uitgevoerd.
Thans moet gebleken zijn, dat zij afkomstig waren
van den gesignaleerden postdirecteur, die aldus eene
Daar tegenover staat Olga Brancka, de wulpsche
intrigante, het laagste Eva-karakter; zij is «la mondaine"
bij uitnemendheid, clie zich nu en dan tot «déclassée"
verlaagt. Zij is het toonbeeld der vrouw - waarvan
wij, op eene sport lager van de maatschappelijke
ladder, ook gereede de voorbeelden aantreffen- wier
geheele leven zich oplost in ééne leugen, in enkel
ijdelheid en egoïsme, wier woorden en deelneming -
voor zooverre die voor anderen nog bestaat - ééne
huichelarij iswier doel van 't leven zich oplost in
behaagzucht en schijn; de vrouw, die, ten koste van
anderen, steeds heur haan koning wil zien kraaien
die: gefêteerd aller vriendin, genegeerd aller vijandin
is; die in gezelschappen, op feesten, in tegenwoordig
heid van vreemden allen boeit en voor haar inneemt,
doch die voor dengenen die haar hennende personi
ficatie van het laagste karakter is. Niets geen onbaat
zuchtigheid, zelfverloochening, zelfopoffering, waarheid,
liefde alles onvrouwelijks- Terecht zegt de
jonge Graaf Bela tot zijn jonger broeder, wel is
waar met eenigzins premature wijsheid: «vrouwen
«zijn boosaardiger dan mannen, ten minste wanneer
«zij boosaardig zijn'\
Egon Vasarhely is eene figuurdie minder sterk op
den voorgrond treedt; wij vinden alleen in hem wat
ons tot leering kan strekken: een man, een man,
een woord, een woord. Bij al zijne liefde tot Wanda,
hoewel door haar afgewezen, kunnen wij niet anders
dan hem ten zeerste hoogachten, wijl in latere dagen,
tegenover Sabran, noch jalousie, noch haat hem parten
speelde. Ééne zaak blijft ons echter een raadsel, «one
strains at a gnat and swallows a camel" is de juiste
uitdrukking om Vasai-hely's houding aan te toonen
tegenover Gravin Olga en tegenover Sabran. Waaróm,
zoo vragen wij, is zijn oordeel, zijne afschuw jegens
Sabran zoo groot, waar hij zijne schoonzuster daaren
tegen enkel verwijt: «dat zij op zijnen naam voor
«twee honderd duizend florijnen aan diamanten kocht;
«dat zij gekl had opgenomen bij een der rijkste van
«haar minnaars, en het met zoovele anderen hield"?
Mij dunkt, dat het karakter van Egon hier eenigzins
mank gaat.
som van f 600Ü0 in effecten heeft weten machtig
te worden. Latere berichten weerspreken dit.
Ongelukken, Kampen, Misdaden, enz.
Op den Baltimore- en Ohio-spoonveg heeft den 12den
dezer een botsing tusschen twee treinen plaats gehad.
In een der treinen bevonden zich 50 werklieden, van
welke 20 gedoocl en verscheidene gewond werden. De
trein geraakte in brand, zoodat de lijken geheel door
het vuur werden verteerd.
Een goudsmid te Doornik was bijzonder bang voor
dieven en lag des nachts uren lang te luisteren of hij
niets hoorde. Zaterdagnacht kwam zijn zoon te midder
nacht thuis. De vader ontwaakt, verschrikt, krijgt een
aanval van krankzinnigheid, grijpt een hamer en geeft
zijn zoon met dit voorwerp een slag op het hoofd. De
jongeling viel, badende in zijn zijn bloed, ter aarde.
Toen de ongelukkige vader bemerkte wat.hij gedaan
had, nam hij een mes en sneed zich de keel af, waarna
de dood onmiddellijk volgde. Eerst tegen den morgen
kwam de zoon weder tot bewustzijn.
Te Bjelopolje, in het Russische gouvernement Kiew,
heeft een soldaat, Rudenkov van een hem gegeven
verlof gebruik gemaakt om thuis zijn geheele familie
van kant te maken. Achtereenvolgens heeft hij zijn
moeder, zijn drie zusters, zijn zwager en zijn schoon
zuster met haar twee kinderen in hun slaap met een
bijl om het leven gebracht. De daad moet met buiten
gewone woestheid gepleegd zijn en alleen de zwager
schijnt tegenstand te hebben geboden, daar er zeven
wonden op zijn lijk gevonden werden. De moord is
waarschijnlijk het gevolg van familietwist geweest, want
er is niets ontvreemd en Rudenko was altijd een
bedaard en matig man en toont ook geen spoor van
verstandsverbijstering. Hij deed zelf aangifte van de
misdaad, doch loochent dat hij de dader is, ofschoon
de bewijzen tegen hem overweldigend zijn.
In een gehucht nabij Bielefeld gelegen, kwam dezer
dagen tegen den avond een bende Zigeuners aan.
Twee vrouwen, die tot deze bende behoorden, begaven
zich naar een boer om wat stroo voor de paarden te
bedelen, hetgeen de boer haar verschafte. Juist zagen
deze twee vrouwen een muis over den grond loopen,
waarop zij den boer opmerkzaam maakten, er bijvoegende,
En Sabran? Diens persoonlijkheid kan niet anders
dan ons medelijden voor hem inroepen. Slachtoffer eener
lage daad van een groot man, meende hij door het
aannemen van een valschen titel, zich op de maatschappij
te mogen wreken, waar de maatschappij aan hem
eene groote zonde had begaan. Zijne liefde tegenover
Wanda, in den beginne met vasten wil in den engen
boezem teruggedrongen, was toch iets eenvoudig mensche-
lijkszij was oprecht en, als echtgenoot, is hij zijn
gansche leven lang die liefde trouw gebleven. Wanda,
zijne vrouw, nooit deelgenoot van zijn geheim te
hebben gemaakt, is eene groote zwakheid, en telkens
zien wij hem ten prooi aan den innerlijk gevoerden
strijd tusschen zeggen en zwijgen.
Én heeft Wanda wel geheel vrouwelijk gehandeld
door Sabran, dien zij liefhad, met wien zij negen
jaren in 't hoogste geluk geleefd heeft, later dusdanig
van zich te stootenhad liefde hier niet tot vergiffenis
moeten leiden
Onwillekeurig doemt bij 't lezen van «Wanda",
Mevr. van Walcheren's «zijne zuster" ons voor den
geest beide schrijfsters behandelen met evenveel tact
en kunstvaardigheid hetzelfde onderwerp, met dit onder
scheid, dat in «zijne zuster", de vrouw den echtgenoot
heeft bedrogenbeide romans hebben denzelfden afloop.
Juist geen sterk aanhanger van het krankzinnige spiri
tisme, zou ik hier eer overhellen tot bestaande geestes-
sympathie, waar ik den tijd naga dat deze beide
wei-ken in 't licht verschenen en wel eenigszins durf
twijfelen aan Ouida's kennis der Nederlandsche taal.
Weinig valt er te «zeggen" van een roman, dieèn
in beschrijving van plaatsen en omstandigheden, èn
in teekening van karakters, zoozeer het volmaakte
nabij komt als Ouida's «Wanda". Wij besluiten daarom
met den roman warm aan te bevelen aan allen, die
niet alleen belang stellen in Engelsche litteratuur,
maar ook vooral aan haar, die niet te hoog zich
rekenen kennis te willen nemen van datgene wat er
in de wereld rondom haar gebeurt of, geschieden kan.
MINNY.