gebouwen en menscblievende stichtingen nog
getuigenis dragen, bestond niet uit het blindelings
wegwerpen van geld in gewaagde speculation,
maar daarin, dat ze met het oog op vermoedelijke
winsten, zich niet ontzagen den. vollen prijs te
betaleu voor de kostbaarste diugen, als deze den
prijs waardig waren. Ieder, die hun voorbeeld
in dezen volgt, kan even als zij een gouden
eeuw doorleven.
Binnenland.
ZIE RIK ZEE, 23 Mei 1 8 8 4.
Het stadhuis van Brussel, waar het Nederlandsche
en Belgische Koningspaar met gevolg zijn ontvangen,
was op prachtige wijze versierd. De toren was tot aan den
top bedekt met de Nederlandsche en Belgische vlaggen,
terwijl ook uit elk venster een vlag wapperde, cle
Nederlandsche vlaggen van een oranje-wimpel voorzien.
Voor den ingang de wapens van Brussel en 's Hage
en van Nederland on België, en in de bogen zinne
beeldige schilden, tropeeën, de jaarcijfers der vorsten
enz. In de vestibule, aan de linkerzijde van den ingang,
een tropee, bestaande uit een schild, waarop de twee
wapenschilden van Brussel zijn aangebracht met het
opschrift: Welkomen aan de rechterzijde eenzelfde
tropee met de wapenschilden van België en Nederland.
Aan de rechter- en aan de linkerzijde van den
Escalier d'honneur twee groote stukken perkament,
voorzien van de wapens van den Koning en de Koningin
der Nederlanden, met cle volgende opschriften
De Stad Brussel
heet
Z. M. Willem III
Koning der Nederlanden
Welkom.
De Stad Brussel
juicht
Bij de aankomst van
H. M. Emma
Koningin der Nederlanden.
Aan de deur, die in de Rue de l'Amigo uitkomt, waren
tropeeën met schilden aangebracht, waarop de wapens
van Nederland, Waldeck-Pyrmont, België en Oosten rij k-
Hongarije.
Alles was in feestgewaad een gunstig schoon eenigs-
zins winderig weder verhoogde de opgewekte stemming.
Overal wapperden de Nederlandsche en Belgische
vlaggen.
Aan het Noorderstation was het prachtige salon
vol bloemen en groen, terwijl overal rijke draperies
van rood fluweel waren aangebracht.
Reeds te '12 ure was de estrade, die op goederen
wagens was aangebracht, vol belangstellenden. De
gereserveerde plaatsen waren ingenomen door de hooge
dignitarissen, voor cle overige plaatsen hadden de leden
der Hollanclsche club eene uitnoodiging ontvangen.
Langs het perron, dat met kostbare loopers was
bedekt, stonden cle grenadiers met hunne muziek.
Te '12,45 arriveerden H. M. de Koningin, alsmede
H.H. K.K. H.H. cle gi'aaf en de gravin van Vlaanderen,
en prins Baudouin aan het station en begaven zich
een kwartier later naar het perron, even vóór het
oogenblik, waarop de Koninklijke trein verscheen, xlie
te 4,4 het station binnenreed.
Onmiddellijk hief de muziek het Wien Neeriandsch
Bloed aan env het Wilhelmus van Nassauen, waarna
de lucht trilde van 't gejuich: »Leve Willem III!"
De geestdrift was op dit oogenblik onbeschrijfelijk.
Daarop begroetten de vorstelijke personen elkander
op hartelijke wijze.
De beide Koninginnen waren in 't zwart gekleed
de Koningen waren in generaals-uniformterwijl
Koning Leopold en de graaf van Vlaanderen het groot
kruis der Orde van den Nederlandschen Leeuw droegen.
Koning Willem III, die een overjas over zijn uniform
droeg, inspecteerde daarop de grenadiers, waarna het
hooge gezelschap zich in het salon begaf. Hier strooiden
aanvallige meisjes, in 't wit gekleed met oranjesjerpen
om, bloemen voor de voeten der Koninklijke gasten.
Met bloemen trouwens was overal kwistig omge
sprongen; de locomotief was er mee behangen, terwijl
het geheele station er mee bedekt scheen.
Het hooge gezelschap vertrok in open rijtuigen. Op
de Place des Nations stond een dubbele rij van lanciers
en huzaren, terwijl middenin het aangespannen ge
schut stond.
Men schat, dat op Vrijdag en Zaterdag van de
vorige week voor 40 millioen dollars aan goud uit
andere Amerikaansclie steden, uit Canada en Europa
naar New-York gezonden zijn.
De staat der New-Yorksche Bank wees een reserve
aan van 3,000,000 doll, boven alle verplichtingen. Er
was een vermindering van 12,621,600 doll, in de
deposito's, 6,784,900 doll, in beleeningen, 2,527,600
doll, in specie en 1,956,200 doll, in greenbacks.
Ook wordt uit New-York het faillssement gemeld
van de firma Mc. Cullock, Bucher Co., met een
passief van 500,000 dolk en dat van den heer William
Pinckney met een passief van 100,000 dolk, beiden
als onmiddellijk gevolg van de paniek.
In de te Haarlem door cle Hollandsche Maatschappij
der Wetenschappen gehouden honderd twee en dertigste
algemeene vergadering, werden door den president
directeur jhr. G. F. van Tets de verdiensten herdacht
der sedert de laatste algemeene vergadei'ing overleden
directeuren en leden, o. a. van prof. H. Schlegel. Op
voordracht der door directeuren benoemde commissie
tqt het uitbrengen van een praeadvies werd door de
vergadering de groote gouden Boerhaave-medaille in
het vak der physiologie toegekend aan onzen landgenoot
prof. F. C. Donders, aan wien, niet ter vergadering
aanwezig, een telegram van gelukwensching werd
toegezonden.
Nadat eenige nieuwe prijsvragen waren besproken
en vastgesteld, benoemde cle vergadering tot binnen-
landsche leden de hoogleeraren C. M. Schols te Delft,
H. A. Lorentz te Leiden, E. Mulder te Utrecht en
N. Beets te Utrecht, en tot buitenlandsche leden de
hoogleeraren H. Gylden te Stockholm, E. W. Brücke
te Weenen en E. Pflager te Bonn.
De vrees, dat cle heer Th. Kley, door zijn moedig
protest tegen het onrecht, hem als officier van het
Indisch leger aangedaan, zich geen vrienden onder
zijn superieuren in Indië heeft gemaakt en dat hij,
in plaats van de zoete vruchten der rechtvaardiging
en gelijkstelling, de wrange vruchten van nieuwe
knevelarij (wij kennen geen beter woord) zou plukken,
wordt bewaarheid. Aan Zijne Exc. den commandant
van het leger en chef van het Departement van
Oorlog in Nederlandsch-Indië, is door hem een nieuw
adres gericht, waarin over een nieuw in cijfers
getaxeerd onrecht wordt geklaagd.
Wij vreezen, dat het den heer Kley op den duur
weinig zal blijven baten, maar onthouden hem onze
hulde niet voor zijn moed en zijne volharding. Hij
heeft een gezin, voor hetwelk hij beloofde te zullen
zorgen; die belofte kan hij slechts gestand doen door
moedig voor zijn rechten op te komenin afwachting
dan van wat het hem geven zal, kan hij zich troosten
met de gedachte, dat hij althans zijn plicht deed.
Rott. Nieuwsbl.
Van de bijdragen ten behoeve van het gedenkteeken
op het graf van Staring is een bedrag van f 400
overgeschoten. De commissie, de inzenders dier bij
dragen meerendeels niet kennende, meent het meest
in hun geest en in dien van den grooten vriend van
den landbouwer, dr. W. C. H. Staring, te handelen,
dooi' dit overschot te bestemmen als begin van een
fonds, het Staringfonds, waaruit beurzen kunnen
worden gesticht, ten einde onbemiddelde, ijverige, be
kwame jongelieden in staat te stellen het onderwijs
aan de landbouwschool te volgen. Het denkbeeld van
de stichting dier beurzen was al lang geopperd, maar
men zag geen kans om er uitvoering aan te geven.
Thans heeft men een begin gemaaktwanneer nu
de vrienden van den landbouw en cle belangstellenden
in cle landbouwschool willen, kan het fonds spoedig
aan zijne bestemming gaan beantwoorden. Men zende
zijne bijdrage groot of klein.terecht zegt het
bestuur van het fonds dat als iedere belangstellende
maar een paar kwartjes zond, we al een heel stuk
zouden opschieten aan den heer C. J. M. Jongkindt
Coninck.
Door de commissie, belast met het regelen eener
tentoonstelling te Delft van voorwerpen betrekking
hebbende op het leven en den tijd van Prins Willem I,
is dezer dagen de navolgende circulaire algemeen
verspreid
»Het plan bestaat om op 10 Juli a. s. alhier eene
tentoonstelling te openen van voorwerpen, uitsluitend
betrekking hebbende op het leven en den tijd van
Prins Willem I.
Het doel dezer tentoonstelling is, zooveel mogelijk
alles bijeen te brengen wat in verband staat met het
leven van dien grooten man.
Gaarne zal de daarvoor benoemde commissie van
U eene opgave te gemoet zien van voorwerpen en
zaken, die in uw bezit mochten zijn en U tot het
voorgestelde doel tijdelijk wilt afstaan, zooals: docu
menten; schilderijen, portretten in olieverf, pastel,
gravuren, platen munten, penningen en zegelsboeken
en handschriftenvoorwerpen van verschillenden aard,
huisraad, kleeding, beelden, monumenten, enz.
De Gemeenteraad van Delft, eenparig besloten
hebbende den sterfdag des Grooten Zwijgers, den
grondlegger van den Nederlandschen Staat, plechtig
te herdenken, ter verhooging ook zeker van het na
tionaliteitsgevoel, heeft de uitvoering van zijn besluit
opgedragen aan eene commissie uit zijn midden. Deze
koestert het vertrouwen uwe welwillende medewerking
te mogen ondervinden om zooveel mogelijk het leven
van den Zwijger aanschouwelijk voorgesteld te krijgen.
In menig raadhuis, kerk, gesticht of museum toch,
bevinden zich voorwerpen, die uitstekend voor dat doel
zullen geschikt zijn, alsook vooral bij particulieren.
Parijs en keerde naar Ilohenszalras terug. Vermoedde
Wanda ook wat er geschied was, nooit sprak zij er van.
Alweder is er een geruimen tijd verloopen en een
bezoek van Gravin Brancka was reeds eenmaal op
Hohenszalras geweigerd; ten tweeden male zou zij
zich niet aldus laten afschepen en ongevraagd drong
zij zich op zeekren dag dan ook onverwacht in den
Burg op. Beiden hadden in haar den onheilspellenden
vogel zien aankomen; rustig zat zij op 't balcon, zij
had haar wraak in handen, doch wilde die niet te
spoedig aanwenden, maar smaakte er alle weldoende
lust van, met die langzame zorgeloosheid en geduldige
genieting, die een connoisseur in zulke zaken heeft.
Sabran echter heeft besloten haar uit zijn huis te
jagen; op de aanmaning van den op haar afgezonden
dokter Greswold blijft zij doof, zij tart Sabran. Nu
zoekt deze haar in hare vertrekken op en beveelt haar
't kasteel te verlaten, zij wil niet. »Gij hadt fortuin
«kunnen maken op de planken van 't Frangais", voegt
zij hem toe, «waarom hebt gij dat niet gedaan in
«plaats van u Marquis de Sabran te noemen? Het
«zou toch verreweg wijzer zijn geweest".
Als een dolksteek gingen deze woorden door Sabran's
hart, doch, veinzende ze niet gehoord te hebben, boog
hij en verliet 't vertrek; op den drempel echter hield
hare stem hem staande. Achterover gelegen in eene
gemakkelijke stoel voegde zij hem met volmaakte
kalmte en met den meest mogelijken eenvoud in haar
stem «Weet Wanda dat gij Vassia Kazan zijt?"
Hang b/d. bleek overtoog zijn gelaat, hij was
i kon niets zeggen, hij zag in, dat die
v
vrouw zijn val veroorzaakte; alle macht op haar J
zoowel als op zichzelf, alle zelfbeheei'sching en waardig
heid week voor die twee hem zoo hatelijke woorden
«Vassia Kazan". Nog eenmaal sprak zij hem van
«liefde", wederom stiet hij de eerlooze van zich af en
eenige minuten daarna bekende hij alles aan zijne vrouw.
De ontijdige geboorte van een dood kind, veroorzaakt
door den schok dien Sabran's bedrog op haar had
teweeggebracht, kluisterde Wanda geruimen tijd aan
't ziekbed. Vasarhely komt over en Sabran verneemt
van hem, dat Olga niet door hem iets vernomen had;
Eg on weet Olga 't zwijgen over 't geval op te leggen,
hij keert na eenige weken naar Taróc terug, Wanda
herstelt en zij jaagt Sabran uit haar oogen naar zijn
kasteel Idrac, van welks inkomsten hij kan leven.
Negen jaren van de gelukkigste echt hebben zij
doorgebracht en nu is Sabran verstooten en zoowel
hare omgeving als haar kinderen het verbod opgelegd
ooit eenig woord over dien man te reppen.
Intusschen leeft Sabran in de eenzaamheid harer
bosschen, in hare onmiddellijke nabijheid, alleen door
Greswold op de hoogte der zaken gehoudenWanda
is van dit alles onkundig.
Een gi-oot jaar is sedert verloopen toen op een dag
haar oudste zoon, Bela, spoorloos verdwenen is. 'T ventje
was zijn vader gaan opzoeken nu hij van een der
jagers gehoord had dat men meende Sabran in de bergen
te hebben gezien. Een allermoeielijkste tocht, de krachten
van den knaap vei're te boven gaande; uitgeput, haast
ten prooi aan een grooten lammergier, toeschietende
op het schot dat juist bijtijds den gier doodde, vliegt
hij zijnen redder, zijn vader, in de armen. 'T is nacht
en dichte sneeuw valtzijn verkleumden zoon op den
schouders is het doel de'Wandahütte, toevluchtsoord
voor verdwaalde reizigers, te bereiken; hij kan ter
nauwernood meer en een val stort beiden in de diepte
van een gletscher neder. De kleine Bela weet naar de
Wandahütte te kruipen, hulp te halen en vader en
zoon worden aldaar nedergelegd. Op de haar gezonden
boodschap dat haar zoon behouden en wel in de Hütte
ligt, tijgt Wanda daarhenen, meer om zijnentwille,
dan om haar kind terug te zien en in tranen badende
zegt zij hem: «alles wil ik vergeten behalve dit eene:
dat ik u liefhad". Zij wil hem naar 't kasteel terug
voeren en stelt hem weder een jarenlang gelukkig
leven voor oogen.
Doch Sabran ziet het niet aldus in: «neen, geliefde",
zegt hij, «ik zal mij niet meer kunnen bewegenmijn
«ruggegraat is gekneusd, niet gebroken geloof ik -
«doch de wonde is ongeneeslijk. Engel, treur om mij
«niet, ik zal gelukkig sterven. Nóg hebt ge mij lief!
«Ach, zóó is het 't beste; bleef ik leven, mijne zonde
«en schaamte zouden u nog kunnen kwellen, nog als
«scheidsmuur tusschen ons verrijzen, doch sterf ik,
«dan zult gij dat vergeten. Gij zijt zoo edelmoedig,
«gij zijt zoo groot, gij zult dat alles vergeten. Alleenlijk
«zult gij u herinneren dat wij eenmaal gelukkig waren,
«gelukkig menig jaar lang, en dat ik u zoo ziels
«liefhad; - dat ik u beminde met alle oprechtheid,
«niettegenstaande ik u bedroog".
Wordt vervolgd