Z1ERIKZEESCHE COURANT. 1884. No. 40. Zaterdag 24 Mei. 87ste jaargang. Feuilleton. SMART EN GENOTREKENING. 01 m v's „\v\\ d a;. Het uitgangspunt van Jeyons is de stelling, dat de menscli, economisch handelend, een maximum van genot zoekt te verkrijgen, door een minimum van opoffering. Prof. Beauson, orat. inaug., bl. 30. De schoone stellingen, in toosteütaal uitge sproken bij allerlei gelegenheden en in allerlei vergaderingen, schijnen thans weer hoorbaar aan ons voorbij te gaan en te klinken als dooden- stemmen in de stilte van den nacht. Er is iets spookachtigs, iets duivelachtig grijnzends in die echo's van voorheen, in dien klinkklank vau „beschaving en verlichting", van „veredeling van den mensch", van „zin voor het schoone" en alle andere praatjes, die daarmee gelijk staan wanneer we zien wat er om ons heen gebeurt. Gedurende rnim dertig jaar fabriceert men wetten, debiteert men reglementen en exploiteert men "stellingen van zedekundigen aard, de aanvoer j. yordt steeds grooter, er wordt een hevige strijd p voor beginselen" gestreden, en zoo nu en drin zijn we op bet punt om uit te roepen: \„Nn nog een wet en nog een reglement en dan zijn we er, dan zijn de Nederlanders allen engelen, dan is onze weivaart en onze onaf hankelijkheid duurzaam bevestigd". Klanken 1 De taal van officiëele verslagen en rapporten, die geen enkel woord reppen van hetgeen zij heeten mede te deelen, verstomt bij de taal der waarheid, die ons het afgrijselijk beeld der werkelijkheid beschrijft. Waar gaan we heen? Mannen van naam, mannen dien men het plicht acht te eerbiedigen, ze hebben deftige stellingen verkondigd en ze hebben gestolen en bedrogen, ze hebben gezwelgd en gebrast, ze hebben honderden tot den bedelstaf gebracht en toen is 't gevaar groot geworden, dat hunne hande lingen bekend zouden worden enzoo ze niets overhielden, hebben ze zich-verdronken of vergiftigd of doodgeschoten of onder den trein geworpen, en zoo ze veel hadden overge houden, hebben ze de vlucht genomen naar een of ander land, liefst een dat geen misdadigers uitlevert, en daar hebben ze elkaar kunnen verhalen van de wijze, waarop zij „zaken deden" als lid van de Eerste of Tweede Kamer, van den Gemeenteraad of van het bestuur der grootste handelsondernemingen. Dat verklaart de ondermijning van het gezag, dat maakt bet duidelijk, dat er fenians en ni- V. Olga, Gravin Brancka, geboren Gravin Seriatine, van edele Russische afkomst, was op zestienjarigen leeftijd gehuwd met Gela von Szalras, die weinige maanden later te Solferino sneuvelde. Na nog geen jaar rouwens had zij den broeder van Egon Vasarhely bekoord, een jongeling, die den titel droeg van Graaf Brancka. Groot verzet tegen dit huwelijk, doch beider wil wordt daardoor te sterker aangevuurdzij huwden en binnen den tijd van een jaar was beider wensch dat zulks nooit geschied ware. Beiden waren buiten sporig, wispelturig, te toegevend voor zichzelf en on redelijk. Olga was eene wulpsche intrigante, vol haat en nijd tegenover de schoone, rijke, gelukkige Wanda. Het toeval bracht hare tegenwoordigheid op Taróc mede, juist toen Egon Sabran's brief ontving; «indien Wanda eens geene heilige ware", was de eerste ge dachte die in haar oprees, en toen Egori tegen den avond was uitgegaan, ging zij naar diens studeer vertrek, ten einde opheldering te ontvangen betreffende het voor haar raadselachtig schrijven van Hohenszalras; niets vindende, was zij op het punt de kamer te verlaten, toen haar oog op den liaai'd en op eenig verbrand papier viel. Met de ijverige nieuwsgierigheid eener vrouw, die brandt van verlangen om in eenige bilisten, dat er communisten en sociaal-demo craten zijn. Met een gebroken hart staat men aan het sterfbed van dierbaren, die ons van het hart gescheurd zijn, en men troost zieh met de hoop des wederziens of wel men buigt voor de wetten der onverbiddelijke noodzakelijkheid; met de wanhoop in het hart staren we op vervlogen geluk, op verloren fortuin, op teleurgestelde verwachting, maar we herstellen ons en gaan moedig voort om te zien, dat we uit den schip breuk redden wat te redden is, we gorden ons aan ten strijde om ons te herstellen en zoo mogelijk te overwinnen, maar de dolste woede bezielt ons en we zijn schier een prooi der razernij, als we zien dat zij, die ons overheersehen hetzij door de macht der regeering, hetzij dooi de macht van het kapitaal, ons bedriegen, ons bestelen, lager dan de gemeenste dief, onder mooie namen ondernemingen beginnen, die geen ander doel hebben dan de stichters- in de gelegenheid te stellen, volgens alle regelen dei- kunst, straffeloos de kas te bestelen. Die razernij uit ontevredenheid geboren kan heilzaam zijn. Ze zal ons voorzichtig maken en ons allicht bewegen in de eerste plaats geen gelden te plaatsen in Maatschappijen in het Buitenland, omdat we daarvan zeker weten, dat we nooit vernemen zullen, wat er met ons geld gebeurt, en hier te lande alleen in die Maat schappijen, waarvan we eenigen grond hebben te vermoeden, dat men ons mededeelen zal, hoe de zaken gedreven worden en hoe ze staan. We hebben dan een enkel kansje meer, dat we niet zoo heel erg bedrogen zullen worden. „Eerst onze eigene industrie en onzen handel en dan het Buitenland", bad die spreuk gegolden, dan zou er heel wat minder ellende zijn. De Amsterdammers alleen hebben in driejaar tijds 600 millioen gulden aan de Amerikaanscke Spoorwegen verloren, één enkel kantoor voerde voor 200 millioen aan. Door die reusachtige verliezen vermindert de waarde van bet geld en daarmede de waarde van het land. Zoo drukken die verliezen zelfs op hen, die in den grooten internationalen windhandel niet mee gespeeld hebben. Maar de verliezers zijn niet geheel zonder schuld! Waarom werden die onbekende fondsen gekocht met al die loten en premie-loten? Was het niet omdat men door een toeval opeens rijk wilde worden in plaats dat men trachtte door nauwgezette werkzaamheid zich een zekere andere vrouw eene fout te ontdekken, knielde zij bij den haard neder en onderzocht de stukjes papier. Één stukje was zoo weinig verbrand dat er nog een paar woorden op leesbaar waren, n.l. «Vassia Kazan". Zij herkende Sabran's schrift, stak het vodje bij zich en verliet 't vertrek. Voor haar doemde steeds de vraag op: wie was hij, zij of het en wat kon Sabran be treffende hem, haar of het aan Vasarhely te zeggeu hebben? Elke andere minder gewikste vrouw zou, op den man af, naar de beteekenis van dat voor haar onbekende woord gevraagd hebben, doch recht op 't doel afgaande wegen zijn onbestaanbaar voor ge moederen als 'thare. Haar vermaak, haar doel van 't leven was intriguezij achtte zulks noodzakelijk in groote dingenin beuzelingen was 't haar een ge noegen zónder dat had het leven voor haar geene aantrekkelijkheid. Wij zijn weder eenige maanden later en zien Wanda met haar echtgenoot en kinderen in Parijs haar vertoef in die stad was schitterend en van langen duur. Sabran hield zich aldaar veel met zijne nicht Mdme. Olga, in wier strikken hij gevangen zat, bezig; eenige macht bezat zij op hem en toch kon hij haar nooit aanzien zonder indachtig te zijn aan de versregels O Venus! schone Frau meine, Ihr seid eine Teufelinne. Wanda keert naar Hohenszalras terug en laat Sabran achter, die niet zoo op stel en sprong vertrekken kon 'twas in de maand Juni. Meer dan ooit lokte Gravin welgesteldheid te verwerven? Was het niet omdat men er op rekende, dat eenige ODnoozelen er in zouden loopeu en dat deze onnoozelen winst zouden afwerpen ten bate van de schranderen, die daarop rekenden? We hebben nu boter, die geen boter iswijn, die geen wijn is; meel, dat geen meel is; we hebben kunst-eieren, kunst-koffie en kunst-kruid nagelen waarlijk kunst en wetenschap vorderen met reuzenschredende wetenschap leert ons boter, wijn en meel maken, desverlangd zonder- medewerking van koeien, druiven of graande kunst stelt ons in bet bezit van eieren, koffie en kruidnagelen, zonder behulp van kippen of boom- of struikgewas. Het grootste van alle tot dusver bekende wonderen zou zijn, dat aan dezen toestand een einde werd gemaakt door vergaderingen en couranten-artikelen. Laat ons die sparen, op dien weg ligt onze hulp niet. Maar indieu we al wanhopen aan verandering ten goede, indien we ook voorzien, dat het steeds erger zal worden naarmate de wetenschap vordert en dus ook meer misbruikt kan worden, we meenen, dat toch ieder in zijn kring in tweeërlei opzicht krachtig kan medewerken om de schadelijke werkingen tegen te gaan. Hij kan namelijk als grondstelling aannemen zich liever met geringe en zekere winst tevreden te stellen, dan het slachtoffer te worden van een oplichter in het groot of iu het klein. Wie steeds het goedkoopste zoekt, brengt den win kelier in verzoeking te knoeien, te vervalsclien maar betaalt hij den vollen prijs, dan geve bij er altijd en overal bekendheid aan, wanneer hij blijkt bedrogen te wezen. Dat geldt van boter en meel, het geldt ook van effecten. Laat het zuur verdiende geld niet naar het buiten land gaan voor onbekende ondernemingen en bedriegelijke loterijen. Laat het veeleer belegd worden ia deugdelijke Nederlandsche staats papieren, in leeningen van gemeenten en polders. Laat het strekken tot het ondernemen van zaken, waaraan inderdaad behoefte bestaat, niet dezulke die alleen uit speculatie begonnen worden. De onrust, die ons achtervolgt wanneer wij vreezen voor den uitslag eener gewaagde onder neming, is zoo groot, dat ze niet goedgemaakt wordt door het uitzicht op een mogelijke winst; nog daargelaten het gevaar dat we alles ver liezen. De ondernemingszucht onzer vaderen, die schatten verzamelden, waarvan zoovele groolsche Brancka Sabran tot zich, te vergeefsch verzocht zij hem haar naar Romans te geleiden, ten einde zijne bezittingen in oogenschquw te mogen nemen en wij vinden Sabran aan een souper in haar kamer terng, waar zij hem voorstelt mede te gaan naar Noisettiers. Een scherp en ernstig «neen!" zijnerzijds schrikt de slang van 't Paradijs niet terug; «waarom niet", ant woordt zij, «waarom Iaat gij het voorkomen alsof gij «van ijs zijt? Gij zijt mij niet onverschillig. Gij ge- «hoorzaamt alleen aan hetgeen gij eene wet van eer «meent te zijn. Waarom tracht ge dat te doen? Er «bestaat maar ééne wet die der liefde! En gij, gij «bemint mij, nietwaar?" Eene siddering overviel hemde laagheid eener wellustige aandrift en het terugdrijven van schaamtegevoel dat 't geweten in hem deed ontwaken, schudde zijne kracht als ware zij eeu riet door den wind bewogen één oogenbiik omstoten zijne armen haar, dan smeet hij haar van zich en stond als door een adder gestoken plotseling op »U liefhebben? Neen, duizend maal neen!"" zeide hij met onuitspreUelijken boon. «Gij zijt een seliaamte- «looze verleidster; in u ligt de macht de dierlijke «natuur te doen ontwaken, die in iederen man sluimert. «Ik veracht u, ik verafschuw u in éénen adem «zou ik u kunnen omhelzen en dooden. Maar «liefde! hoe durft gij 't woord te noemen? Mijn «liefde behoort haar, ik ben de hare: indien ik «door u jegens haar zondigde, zou ik bij 't ont- «waken u worgen!"" En, na haar nogmaals van zich afgetrapt te hebben, verliet hij 't vertrek. Een half uur later verliet hij

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1884 | | pagina 1