voor het arrondis- seinen! Zicrikzec. 1884. No. 24. Woensdag 26 Maart. 87ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Buitenland. Binnenland, zïMkzeesche courant. Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden ƒ1,Fr an co per post 1, Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 Cent. PRIJS DER ADVERTENTIE N: Per gewone regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKEMIAN. ZIERIKZEE, 25 Maart 1 884. Een aardige Spielerei, waarvan buitenlandsche bladen reeds gewag hebben gemaakt, is nu ook hier te lande ingevoerd. We bedoelen de electrisch verlichte sieraden, dasspelden, coiffure-naalden, broches enz. De heer A. D. Verschuur te Amsterdam heeft zich te onzent het monopolie van den verkoop dezer voorwerpen verschaft, die zeker in den smaak zullen vallen. In zijn magazijn zagen we allerlei dasspelden, in zilver, en van den eleganten vorm der lichtkelken bij Krasnapolsky, voorts een zeer schoone gekleurde roos van porcelein, als broche en drakenkoppen, waarvan de oogen vurig konden schitteren. Aan de voorwerpen is een geleiddraad bevestigd, welke men onder zijn kleeding door naar een accu mulator, als 't ware een spaarpot van electriciteit, brengt, die in een daarvoor passend taschje, dat natuurlijk eveneens onzichtbaar is, bij de heup ge dragen wordt. Den tweeden draad houdt men in den zak of op een ander verborgen plek. Aan het einde is een knop. Één druk daarop en »Meneer, u staat in brandriep laatst een verschrikte tram conducteur, toen een passagier, die reeds in het bezit van een doekspeld was, op het knopje drukte. Het had weinig gescheeld of de welwillende bezorgdheid van den conducteur had aan de doekspeld het leven gekost. De kleine kelkjes verspreiden verbazend groot licht. Men kan er in een geheel donkere kamer vrij goed bij zien. In den spoortrein, bij de Egyptische duisternis, welke daar meestal heerscht, zou zulk een lampje een uitkomst zijn. Toch is het te voorzien, dat zij minder zullen dienen om licht te brengen in de duisternis, dan wel om te schitteren bij ander licht. Op bals toch en andere feesten zullen zij waarschijnlijk spoedig de haute nouveauté zijn. De lampjes kunnen, als de accumulator geheel ge vuld is, anderhalf uur achtereen gloeien, doch wanneer men het licht nu en dan «ontsteekt", is de duur der gloeiingen, bij elkaar genomen, veel langer. D. v. N. De aandeelhouders der Rotterdamsche Schouwburg- vereeniging zijn overeengekomen om de vennootschap, welke den 31 n Aug. 1884 eindigen zou, nog vijf jaren voort te zetten, en hebben daartoe de Kon. bewilliging verkregen. veel kans, dat het Monument op 26 Mei e.k. nog niet zal Er bestaat thans van Leidens Ontzet onthuld worden. De werkzaamheden vorderen in den laatsten tijd zeer weinig. De aanleiding daartoe wordt gevonden in een geschil, gerezen tusschen het dage- lijksch bestuur en de feestcommissie. Deze laatste, gesteund door deskundigen, wil het beeld van Yan der Werff geplaatst zien met het aangezicht naar het zuiden, waardoor het den rug zou toekeeren aan het Rapenburg. Het dagelijksch bestuur echter wil het in den Raad genomen besluit gehandhaafd zien en het beeld geplaatst hebben met het front naar het Rapenburg gekeerd, al moge dan ook waar zijn wat deskundigen beweren, dat het in casu steeds in de schaduw zoude staan. Het is evenwel te verwachten, dat het geheele voetstuk, in verband met de reeds aangebrachte opschriften, indien het dagelijksch bestuur als over winnaar uit den strijd komt, niet in zijn geheel zal behoeven te worden opgebroken. Tot en met den 20 dezer had de collecte, ten be hoeve der Maatschappij van Weldadigheid gehouden, blijkens de daarvan bij het bestuur ingekomen opgaven, opgebracht ruim f 53,000 bruto. Plaatsvervangers voor de militie schijnen op sommige plaatsen dit jaar zeer billijk te krijgende markt is gedaald; de koers is 400 tegen 600 a 700 verleden jaar nog. Een der redenen daarvoor mag zeker gezocht worden in den strijd van het anti-dienstvervangingsbond en al is het waarschijnlijk, dat het aantal militiens, die zich laten vervangen, voorloopig nog niet verminderen „zal, daar de goedkoopere prijzen vele jonge lieden, die anders zeiven zouden gaan dienen, de middelen zullen doen aangrijpen, om van den dienst af te komen, zoo is het toch een gelukwensch waard, dat het bond, welks vaderlandslievend streven wij steeds met lof erkenden, al vreesden we er geen succes van te zullen zien, werking begint gewaar te worden. Wij lezen in het Rotterd. Nieuivsbl.Onzen vroegeren stadgenoot, den heer Dr. Van Goor, werd te Brielle, waar hij Donderdagavond in de Anti-revolutionaire Kiesvereeniging een drietal stellingen verdedigde, een vraag - gedaan betreffende zijn houding tijdens de treurige pokken-epidemie te Oud-Beierland, waar hij destijds als predikant stond. Dr. Van Goor ontkende zijn invloed als Evangeliedienaar aangewend te hebben om dén tegenstand tegen de vaccine aan te wakkeren. »Ga het aan vriend en vijand te Oud-Beierland vragen zeide hij of - ik op eenigerlei wijze geagiteerd heb. Het kan bewezen worden, dat ik op den kansel nooit het woord inenting gebruikt heb. Alleen heb ik als regent vaii het weeshuis tegen herinenling gestemd, omdat ik voor de weezen niet goed mag keuren, wat ik voor mijzelf en mijne kinderen afkeur. Ik heb toen echter het laatst mijn stem uitgebracht om geen invloed uit te oefenen. »In de pers werd ik beschuldigd mij, bij mijn vertrek uit Oud-Beierland, met mijn geheele gezin te hebben laten vaccineeren. Ik meende dien laster niet beter tot zwijgen te kunnen brengen dan door een aanzienlijke som ter beschikking te stellen van de commissie voor behoeftige poklijders te Oud-Beierland, indien een geneesheer durfde verklaren mij of de mijnen te hebben gevaccineerd. Tot op dit oogenblik wacht ik zulk een verklaring tevergeefs." Men schijnt thans achter de waarheid te zijn, wat den Bredaschen postdiefstal betreft. Een kleermaker Van Hal en een brievenbesteller Moors zijn in hechtenis genomen, terwijl zekere Bal- linteijn reeds in arrest was. Bij Van Hal zijn 20,000 in bankpapier achter het behangsel gevonden, maar de effecten zijn verbrand. Alle gearresteerden hebben bekend. Duitschland. In den Rijksdag is Vrijdag het debat over de ver lenging van de geldigheid der socialistenwet voortgezet. De heer Ilaenel bestreed het voorstel en verklaarde zich namens zijne partij voor het verzenden van het ontwerp naar eene commissie van onderzoek. Hij meende echter, dat de verlenging even nutteloos zal blijken te zijn, als de wet zelve. Zij heeft de tegenstellingen in de partijen verscherpt en de anti-semitische beweging opgewekt. Hij verzocht derhalve den Rijksdag de ver lenging te weigeren en zich te plaatsen op den bodem van het gemeene recht. De heer Von Kardorff sprak vóór de verlenging dei- wet, die het Duitsche Rijk heeft bewaard voor uit spattingen, zooals zijn voorgekomen in andere landen. Volgens hem is het internationaal karakter der sociaal democratie, trots elke ontkenning, ook thans nog herkenbaar. De heer Sonneman, lid der volkspartij, verklaarde zich tegen het vooorstel. Meeningen en uitingen van meeningen mogen niet worden vervolgd. Onderwijzing en bekeering van sociaal-democraten wordt door de socialistenwet onmogelijk gemaakt en iedere discussie wordt er door belemmerd. De redenaar gaf te kennen, dat de regeering niet geheel zonder schuld is aan de dynamiet-aanslagen. Tegen deze bewering kwam de minister Von Putt- kammer ten krachtigste op. Voor den Frankforter dynamiet-aanslag komt, volgens den minister, de ver antwoordelijkheid aan de Freiheit van Most toe. Overigens beloofde hij de eventueele commissie van onderzoek eenige gegevens onder de oogen te zullen brengen, die zijne beschuldiging wettigen. Nadat de heer Jagdzewski, een Pool, zich tegen het ontwerp had verklaard, betoogende dat versterking- van het kerkelijk gezag de beste verdediging tegen de sociaal-democratie is, zeide prins Bismarck, dat in de vroegere Poolsche deelen des lands eigenaardige verhoudingen en herkomstige partij verdeeldheid heer- schen, en dat zoolang deze toestand bestaat, daar voorzeker geen denken aan uitroeiing der sociaal democratie is. Eindelijk betoogde de heer Windthorst, dat zijn voorstel om het ontwerp naar eene commissie te ver zenden, geen uitstel kon lijden. »Wij, die zuchten onder de Meiwetten", zeide hij, «mogen niet lichtvaardig boeien smeden voor anderen." Hierna besloot het Huis tot het verzenden van het ontwerp naar eene commissie van 2'! leden. Zaterdag was ter eere van den verjaardag van den Duitschen Keizer Berlijn met vlaggen getooid. Reeds vroeg in den morgen waren duizenden op de been en toen de keizer te acht uur aan het venster verscheen, werd hij met veel geestdrift toegejuicht. De stoet der prinsen en prinsessen, welke den Keizer gingen gelukwenschen en aan welker hoofd zich dit keer de Koning van Saksen bevond, was bijzonder schitterend. Om half twaalf reed prins Bismarck, luide door de menigte begroet, naar het paleis, waar hij aan het hoofd van het ministerie den Keizer gelukwenschte. Hij verscheen daarop nogmaals met de tot de land zaten behoorende vorsten. Aan de parade werd deel genomen door de generaliteit, de admiraliteit en het geheele corps officieren, allen in groot gala. Het parool luidde: «Leve Zijne Majesteit, Keizer en Koning!" De Keizer heeft den corvetten-kapitein Seckendorff tot vleugel-adjudant (de eerste maal dat dit gebeurt) en vorst Hatzfeld Frachenberg tot opperschenker benoemd. De Keizer ontving van den Keizer van Rusland en van den Koning van Italië telegrammen van geluk- wensching. Te Straatsburg is ter herdenking van dezen feestdag de eerste steen gelegd voor den bouw van het keizerlijk paleis. Gri*oot-J3rittan j e. Vrijdag is het Blauwboek openbaar gemaakt, be vattende de briefwisseling betreffende de Transvaalsche conventie. Hieruit blijkt o. a. dat de gedelegeerden der Zuid-Afrikaansche Republieknadat zij de conventie hadden onderteekendgevraagd hadden of het artikel der conventie, regelende de wijze van het sluiten van verdragen tusschen Transvaal en de vreemde mogend heden dadelijk van kracht werddaar zij op 't punt stonden naar Nederland en Portugal te vertrekken ten einde hunne financiëele zaken te bespreken. Lord Derby antwoordde in een schrijven dd. 3 Maart, dat dit op wettelijke gronden onmogelijk was, maar dat hij de gedelegeerden toestond persoonlijk met de Nederlandsche en Portugeesche regeeringen in overleg te treden. Verder beloofde hij zich niet te verzetten tegen overeenkomsten, die op zulk een wijze werden getroffen, mits ze niet in strijd waren met de Engelsche belangen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1884 | | pagina 1