Binnenland.
Buitenland.
ZIERIKZEE, 5 Februari 1 8 8 4.
Op den lsten Januari 1884 waren bij den Rijks
telegraafdienst werkzaam 31 vrouwelijke ambtenaren,
waarvan 2 als telegrafist 2de klasse, 2 als telegrafist
3de klasse, en 27 als klerk en adsistentie, terwijl 2
vrouwelijke postambtenaren ook met den telegraaf
dienst op vereenigde kantoren belast waren. Het
geheeld personeel bij den kantoordienst bestond uit 9
lijninspecteuren, 142 directeuren, 66 onderdirecteuren,
145 telegrafisten 1ste klasse, 256 2de klasse, 63
3de klasse, 34 klerken '1ste klasse, 143 klerken 2de
klasse en 10 adsistenten, te zamen 858 ambtenaren,
terwijl bovendien 96 postambtenaren met den telegraaf
dienst belast waren.
Bij de firma J. W. Van Leenhoff Zoon te Rotterdam
is onder redactie van J. Heijermans in bewerking een
Handels-Adresbroek van geheel Nederlanddat ge
roepen is in een sedert lang gevoelde behoefte te
voorzienten einde de groote kosten aan het verzamelen
der noodige gegevens verbonden, niet te zeer te doen
drukken op den prijs van uitgave, wordt van iedere
handeldrijvende firma, die wenscht in het Adresboek
te worden opgenomen, eene betaling van tien cents
gevorderdterwijl niemand bezwaar zal hebben, zich
op die voorwaarde te doen opnemen in het Adresboek,
stelt deze betaling den uitgevers in staat een goed
werk te leveren voor een geringen uitgaafsprijsdaar
een vertrouwbaar Adresboek voor den handel zoowel
in 't binnen- als in het buitenland van groot aanbelang
is, wenschen wij deze uitgave het beste succes toe.
Men schrijft uit het land van Maas en Waal:
In een groot gedeelte van ons district ziet het er
weer treurig met het water uit. De lagere landerijen
staan diep onder, hier en daar loopen de veldwegen
over, zelfs is het bouwland niet overal veilig. Wel
waren de schutsluizen verleden week opengegaan, doch
dit was van korten duur. Ten gevolge van het onstui
mige weder en de vele regens kreeg de Maas een
nieuwen, sterken was en daarmede kwam er weer
een einde aan de uitlossing. Vooreerst zal het daarmeê
nu wel weer gedaan zijn. Voor den werkenden stand,
die anders met groepen en graven nog wat verdienen
kon, komt dit vooral zeer ongelegen. In de beneden-
polders, die eigen stoomgemalen bezitten, heeft men
daarentegen geen overlast van 't water. Daar is men
druk met den veldarbeid bezig en bloeien de Meizoetjes
volop in de reeds groene weiden.
Te Osterwolde, waar men den verloopen zomer op
groote schaal proeven heeft genomen om gras in te
kuilen, is men er thans mede begonnen te voederen.
De proeven zijn als geslaagd te beschouwen.
Bij het ontblooten was de bovenste laag eenigszins
schimmelig. Het overige ziet er frisch uit en wordt
met graagte door het vee genuttigd.
Ten gemeentehuize te 's Hertogenbosch ligt thans
de gedenkpenning ter bezichtiging, geslagen bij gelegen
heid der totstandkoming der wet van 26 Januari
1883 (de verlegging van den Maasmond). De penning
ziet er fraai uit en telt een viertal figuren, die alle
evenzeer uitkomen.
De hoofdfiguur stelt voor den wetgever, die de wet
van 26 Januari 1883 overhandigt aan de provincie
Noord-Brabant, afgebeeld door een vrouw in dankende
houding op den voorgrond, welke met een der armen
't gewestelijke wapen omvat.
De beide kinderfiguren, aan weerszijden van den
wetgever, stellen voor de rivieren de Waal (links) en
de Maas (rechts); eerstgenoemde houdt in de hand
een roeispaan, door wijngaardranken omwonden
een herinnering aan den Rijn terwijl zij haren blik
vestigt op de Maas, aan welke door den wetgever de
nieuwe richting wordt gewezen en die, in heengaande
houding met spade en houweel afgebeeld, gereed staat
de handen aan het werk te slaan.
De achterzijde van den gedenkpenning bevat het
volgende opschrift:
in het
34e jaar der
regeering van
KONING WILLEM III
onder het bestuur
van den
minister van waterstaat
JONKHr. g. j. g. klerck
is de wet
van 26 januari 1883
tot verlegging
van de
uitmonding der maas
tot stand
gekomen.
Het mond- en klauwzeer, dat op enkele veestallen
onder Lekkerkerk voorkwamheeft opgehouden. In
geene enkele gemeente van de Krimpenerwaard komt
deze ziekte thans voor.
De provincie Friesland heeft zeer zeker meer nog
dan eenige andere provincie van ons land in 1883
werkkrachten aan Amerika afgestaan. Als landver
huizers vertrokken naar dat werelddeeluit Lemmer 1
Wijmbritseradeel en Bolsward 2, Gaasterland, Donia-
werstalHemelumer Oldephaert en Noordwolde 3,
Workum 4, Idaarderadeel 5, Lantumadeel en Franekera-
deel 7, Sloten 8, Dokkum 9, Harlingen 10, West-
dongeradeel 13, Ooststellingwerf 19, Kollumerland
Nieuwkruisland en Menaldumadeel 22, Barradeel 23,
Hennaarderadeel 24, Leeuwarderadeel 25, Leeuwarden
27, Wonseradeel 35, Opsterland 43, Oostdongeradeel 50,
Franeker 56, Smallingerland 57, Tietjerksteradeel 61,
Terwerderadeel 93 en het Bild 107.
De aanspreker G., die te Oudeschild aanzegging deed
van 't overlijden van een ingezetene, nam de gelegenheid
waar, om zich op genoemd dorp bij eene weduwe,
die ziek is, aan te bevelen voor het maken van hare
doodkist, indien ze kwam te sterven. Weinig dacht
de man er aan, dat zijne eigen levensuren geteld
waren. Van Oudeschild zou hij zich naar Oosterend
begeven. Op den zeedijk rukte de wind hem den hoed
van het hoofd, G. liep den hoed na, die langs de helling
des dijks rolde, en viel in zee, waar hij verdronk.
Voor de tweede maal is er te Amsterdam een bloed
zuiger in het duinwater gevonden.
Kunst, Wetenschap en Letteren.
De bekende Londensche leesbibliotheek van Mudie
heeft van de eerste uitgave van het nieuwe boek der
Koningin van Engeland niet minder dan 1250 exem
plaren voor haar leeskring besteld.
De vermaarde Schliemann heeft schatten in dubbele
beteekenis, uit de aarde opgedolven, gouden voor
werpen zonder tal, die tientallen van eeuwen in den
schoot der aarde waren begraven geweest. Thans
heeft men het plan gevormd, om schatten van den
diepen zeebodem te voorschijn te brengen. Het oud
heidkundig genootschap te Athenewaar de heer
Schliemann thans metterwoon is gevestigd, wil diens
voorbeeld op die wijze navolgen.
Op 23 September van het jaar 480 vóór Christus
heeft een geduchten zeeslag plaats gehad tusschen de
Gvieksche en de Perzische vloot in het Vanada-kanaal,
dat het eiland Salamis van Attika scheidt, waarbij de
laatstgenoemde jammerlijk werd toegetakeld. Een reeks
van Perzische oorlogsbodems werd in den grond geboord.
De prachtlievende Perzische krijgers zijn daar bij
duizenden naar den bodem der zee gegaan, met hunne
ontramponeerde schepen en hunne gouden wapen
rustingen en andere voorwerpen van waarde, die men
nu wil te voorschijn brengen. Ook 't geen met de
ingeramde Grieksche schepen aan waarde is verloren
gegaan, zal men niet versmaden. Zoo spoedig doenlijk
tijgen de leden van het oudheidkundig genootschap
aan 't werk, dat wil zeggen, zullen duikers naar den
zeebodem afdalen, om voor hen aldaar werkzaam
te zijn.
Er zijn een reeks photografieën in kabinetformaat
verschenen van de merkwaardige kerkglazen, waardoor
de gemeente Gouda terecht, wij mogen wel haast
zeggen, wereldberoemd is. Ieder die deze geschilderde
glazen ziet, wordt in de eerste plaats getroffen door
de schitterende kleurenmengeling, waardoor de ge
broeders Crabeth al hun voorgangers en navolgers
hebben overtroffen. Men zou dus allicht geneigd zijn
te denken, dat eerst, als het tot nog toe te vergeefs
gezochte geheim der kleuren-photografie gevonden is,
werkelijk afbeeldingen der glazen zouden kunnen ge
leverd wordenwaarin de oorspronkelijke meester
stukken geheel tot hun recht komen. Zeer zeker is
die stelling voor verdediging vatbaar. Maar toch is bij
Gouda's beroemde glazen de kleur niet alles. Ouk
de teekening ervan is bewonderenswaardig fraai.
Het Muider Slot loopt denkelijk groot gevaar, althans
er is vergund, de buskruitfabriek te Muiden weder
op te bouwen. De heer Pastoor Brouwers van Bovenkerk,
altijd waakzaam voor de belangen van onze vaderlandsche
kunst en letteren, zal eerlang in een allerprachtigst
op perkament uitgevoerd smeekdicht den koning vragen,
de uitvoering van dien bouw niet toe te staan, met
het oog op de schade, die het slot onlangs bij de
ontploffing leed en het gevaar, waarin het na den
opbouw der fabriek zou verkeeren. Tevens zal op zijn
initiatief eene algemeene adresbeweging op touw
worden gezetwe wekken ten sterkste op, daaraan
deel te nemen en twijfelen niet, of alles wat kunst
en letteren vereert, zal dat streven krachtig ondersteunen.
Grr oot- J3r itta u j e.
De militaire toestand van Soedan blijft steeds
hachelijk. Wel wordt bericht, dat Baker-pacha tegen
de opstandelingen van Trinkatat succes heeft gehad,
maar de garnizoens van Tokar en Sincat zijn zoodanig
tot het uiterste gebracht, dat zij elk oogenblik kunnen
bezwijken, wanneer de Engelsche generaal niet spoedig
meer voordeelen behaalt. Intusschen heeft de toestand
van Egypte en van Soedan eenige beschouwingen uit
gelokt van den heer Goschen in een redevoering, die
hij Vrijdagavond te Ripon heeft gehouden. Hij heeft
duidelijk te verstaan gegeven, dat hij in de aanstaande
parlementaire debatten zich voor de handhaving van
het Engelsche protectoraat in het Nijl-dal zal ver
klaren en tevens voor de voorloopige schorsing der
liquidatie-wet, namelijk voor een vermindering der
rente, die Egypte aan zijne Europeesche crediteuren
moet betalen. De heer Goschen is van meening, dat
geheel Europa belang heeft bij het herstel der finan-
ciëele welvaart van Egypte.
Duitschland,
De discussie over de begrooting van eeredienst en
van openbaar onderwijs wordt door de Pruisische
Kamer van Afgevaardigden kalmer Voortgezet dan zij
is begonnen. Zaterdag werd de begrooting der univer
siteiten behandeld, naar aanleiding waarvan een heftige
woordenwisseling ontstond over de discipline en de
zeden der studenten, bij wie de zucht tot tweege
vechten op treurige wijze blijft voortleven. Door het
centrum hierover aangevallen, heeft de studeerende
jongelingschap een warm verdediger gevonden in den
heer Virchow. Het debat was van gering politiek
belang.
Men zegtdat de centrum-partij voornemens is
eene nieuwe motie in de dienen, strekkende tot af
schaffing der rechtbank voor kerkelijke zaken. Veel
hoop voor de aanneming dezer motie koestert men
echter niet.
Frankrijk.
De bonapartistische partij heeft een zeer gevoelig
verlies geleden. Eugène Rouher, die door Emile Ollivier
in 1867 de vice-keizer werd genoemd, is te Parijs in
den ouderdom van 69 jaren overleden. Hij was te
Riom geboren, en bekleedde onder het presidentschap
van Louis Napoleon de betrekking van minister van
justitie en van voorzitter van het kabinet. Na den
coup d'état werd hem dezelfde portefeuille opgedragen,
doch in 1852 verwisselde hij deze betrekking met die
van voorzitter van den raad van State. Van Februari
1855 tot Juni 1863 trad hij op als minister van
koophandel, landbouw en openbare werken; in die
jaren bracht hij veel goeds tot stand, voerde het
vrijhandel-stelsel van Napoleon III consequent door
en sloot het bekende handelsverdrag met Engeland.
Van 18631870 was hij als minister van staat, de
woordvoerder en voorvechter der keizerlijke politiek,
die hij in al hare kronkelpaden met groote behendigheid
volgde en met eene al te gemakkelijk wisselende
overtuiging verdedigde. De laatste wending echter dei-
Napoleontische staatkunde, de pseudo-liberale, aan
welke Ollivier zijn naam verbonden heeft, vond bij
hem geen bijval. In Januari 1870 legde hij zijne
betrekking neder en werd president van den Senaat.
Na den val van het keizerrijk en den dood van
Napoleon stond Rouher de Keizerin en haren zoon
getrouw ter zijde, en bleef in Frankrijk het erkende
hoofd van de conservatieve fractie der Bonapartisten.
De dood van den keizerlijken prins maakte ook aan
de staatkundige loopbaan van Rouher een einde
ofschoon hij de rechten van Jéróme Bonaparte erkende,
gevoelde hij voor dezen te weinig sympathie, om
zich bij hem aan te sluiten.
Gemengd Buitenlandscli Nieuws.
Dezer dagen ontving een bleeker te Punteaux van
het station der Westerspoorweglijn kennisgeving, dat
er aan zijn adres een pakket was aangekomen, dat
men hem verzocht af te halen. De bleeker, die geen
pak hoegenaamd verwachtte, zond evenwel een zijner
knechts, dien men een zorgvuldig in wasdoek besloten
rol ter hand stelde, die bij opening ongeveer 50,000
francs aan verschillende aandeelen aantoonden bleek te
bevatten. De man achtte zich bezwaard, dat geld te
behouden, maar dewijl het adres juist was, achtte
evenmin de politie-commissaris, de maire of vrede
rechter zich gerechtigd er beslag op te leggen. Eindelijk
heeft de bleeker het aan de spoorwegdirectie ter hand
gesteld, die trachten zal den dader op te sporen. Men
vermoedt intusschen, dat de waarden van diefstal
afkomstig zijn en dat de dader uit vrees voor ontdekking
er zich op bovengenoemde wijze van heeft willen
ontdoen.
Door prof. Braun te Dorpat zijn in de spieren, lever,
milt en andere ingewandsdeelen van meer dan een
snoek talrijke parasieten, n.l. blaaswormen (van Botrio-
cephalus) ontdekt. Proeven door hem met honden en