ZIERIKZEESCHE COURANT.
voor het irrondis- sement Zierihzee.
1884. No. 8. Woensdag 30 Januari. 87ste jaargang
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Vergadering van den Gemeenteraad
Binnenland.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND,
uitgezonderd op FEESTDAGEN
Prijs per drie maanden 1,Franco per post ƒ1,
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN;
Per gewone regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. lAKEntlH,
t e
ZIERIKZEE,
gehouden den 21 Januari 1884.
Voorzitter Mr. J. P. N. Ermerins, Burgemeester.
Afwezig zijn de HH. Moolenburgh, de Looze en de
Jonge, allen met kennisgeving.
De notulen van het verhandelde in de vorige ver
gadering worden voorgelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen
1°. twee brieven van de Gedep. Staten, houdende
terugzending van de gemeentebegrooting voor '1884
en van het suppletoir kohier van den hoofdei ijken
omslag voor 1883, door hen goedgekeurd;
2°. kennisgevingen van de aanneming der be
noemingen
a. tot lid der commissie voor de strafverordeningen,
door mr. J. Moolenburgh
b. tot lid der commissie van fabricage, door den
heer M. C. de Crane;
c. tot lid der plaatselijke schoolcommissie, door den
heer J. H. C. Heijse;
d. tot regent van het burgerlijk armbestuur, door
den heer J. Kooijman
e. tot regent van het burgerweeshuis, door den
heer R. Koole.
Voor kennisgeving aangenomen.
Eveneens wordt voor kennisgeving aangenomen, de
mededeeling van Mr. Schneiders van Greijffenswerth,
dat hij zijne benoeming tot lid der commissie van
toezicht voor het middelbaar onderwijs aanneemt;
3°. een verzoek van J. Matthijsse, om eene kleine
oppervlakte gemeentegrond in gebruik te verkrijgen,
tot het leggen van een molensteen op het terrein vóór
zijne woning bij den Visschersdijk.
De Voorzitter geeft te kennen, dat, aangezien er
ontgraving moet plaats hebben, volgens de verordening
op het ingebruik geven van gemeentegrond, hiertoe de
bijzondere vergunning van den Raad noodig is en stelt
namens Burgem. en Weth. voor, die te verleenen.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
dienovereenkomstig besloten
4°. een verzoek van P. Aalbregtse, om te worden
ontslagen van de pacht der visscherij in de Brakke gracht.
De Voorzitter geeft te kennen, dat het Waterschap
Schouwen het visschen met weliën in die gracht be
lemmerend acht voor de suatie en verlegging der weliën
heeft voorgeschreven, en dat Burgem. en Weth., daai
de visscherij daardoor in waarde is verminderd en de
pachter dit niet heeft kunnen voorzien, voorstellen
hem overeenkomstig zijn verzoek te ontslaan van de
pacht nog ioopende tot '1885.
De heer van Kinschot vraagt, of de weliën zoo
belemmerend zijn voor de afstrooming van bet water,
waarop de Voorzitter antwoordt, dat het Waterschap
Schouwen dit beweert en eerst eene geheele opruiming
der weliën had verzocht, maar nadat Burgem. en Weth.
op de bezwaren daarvan gewezen hadden, heeft toe
gestaan dat zij gedeeltelijk mochten blijven liggen, mits
3 M. meer naar de landzijde. De visscherij heeft daar
door echter hare waarde voor den pachter verloren.
De heer van Manen vraagt, of de gracht eene
waterleiding van Schouwen is.
De Voorzitter antwoordt, dat de gracht geen eigenlijk
gezegde waterleiding is, doch dat de Westhavensluis
in 1631 is gemaakt en het water van den polder
Schouwen sedert dien tijd naar die sluis door de
gracht zijne uitloozing heeft gehadin hoever dit eene
verplichting is op een of ander contract gegrond, is
hem niet bekend; in het archief is daaromtrent niets
te vinden.
De heer van Manen vindt het vreerad, dat het
Waterschap Schouwen niet vroeger dat bezwaar heeft
gemaakt. Hij wenscht te - weten, hoeveel nadeel de
gemeente hierdoor zal lijden. Als dit eene eenigszins
aanzienlijke som is, zou bij eerst willen nagaan in
hoever Schouwen recht heeft.
De Voorzitter zegt, dat het Waterschap Schouwen
vermoedelijk tot dien maatregel is genoopt door het
vele water in het najaar in het Wateischap; dat het
recht moeielijk is na t.e gaan en dat de pacht tegen
woordig ongeveer 10 a 11 'sjaars bedraagt, daar
den pachter jaarlijks remissie wordt verleend voor den
tijd dat de gracht is afgedamd. Indien de Raad het
voorstel van Burgem. en Weth. aanneemt, stellen deze
zich voor, te trachten de visscherij in de gracht voor-
loopig tot Mei 1885 te verpachten, om uitsluitend met
kruisnet te bevisschen.
Het voorstel van Burgem. en Weth. wordt daarna
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Komt ter tafel een verzoekschrift van den hetjr
Hogerland, onderwijzer alhier, dat de Raad de lokalen
en leermiddelen der Hoogere Burgerschool zal afstaan
ten behoeve van een door eenige onderwijzers en
onderwijzeressen op te richten hoofdcursus, en voorts
vergunning zal verleenen aan den onderwijzer Oosterman
om in de morgenuren te doceeren en de onderwijzers
en onderwijzeressen, leden van den cursus, in de ge
legenheid zal stellen ook in de morgenuren van de
lessen gebruik te maken.
De Voorzitter stelt op het eerste gedeelte van het
verzoek namens Burgem. en Weth. en in overeen
stemming met de Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs voor, voor den cursus af te
staan het lokaal vroeger gebruikt voor de Latijnsche
School, benevens de hulpmiddelen der Hoogere Burger
school, mits onder toezicht van de betrokken leeraars.
Wat het tweede gedeelte van het verzoek betreft,
stellen Burgem. en Weth. voor, het adres te stellen
in hunne handen ter beschikking.
De Voorzitter deelt mede, dat Burgem. en Weth.
zulk een cursus in het belang van het onderwijs
achten, dat in 4871 daarvoor gelijke vergunning is
verleend, doch dat deze een paar jaar geleden heeft
opgehouden.
De heer Schneiders geeft nog te kennen, dat de
cursus heeft opgehouden ten gevolge van de nieuwe
wet op het onderwijs. Toen hield de subsidie op, daar
aan van Rijkswege verstrekt, en thans willen eenige
jonge lieden die op eigen kosten oplichten. De contri
butie als lid van den cursus bedraagt 30 per jaar.
De voorstellen van Burgem. en Weth. worden daarna
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter legt namens Burgem. en Weth. over,
eene voordracht van Burgem. en Weth. ter benoeming
eener onderwijzeres aan de Meisjesschool, waarop is
geplaatst de eenige sollicitante, Mej. C. R. Nardten,
aangezien eene andere sollicitante hare sollicitatie inge
trokken heeft.
Tot de benoeming overgegaan zijnde, wordt Mej.
Nardten benoemd met 8 stemmen2 stembriefjes
waren in blanco.
Op voorstel van Burgem. en Weth. besluit de Raad
I. te beschikken over den post van Onv. Uitg. be
grooting 1883, tot een bedrag van 445,92 ter
betaling van stormschade;
II. af te schrijven van H. X, Art. 1 (Onv. Uitg.)
begrooting 1883, op:
H. VI, Afd. II, Art. 2 (Verplegingskosten van
krankzinnigen in geneeskundige gestichten) ƒ357,90;
II. VII, Afd. II, Art. 3 (Onderhoud van gebouwen
en meubelen, Midd. Ond.) 107,85.
Daarna wordt op voorstel van Burgem. en Weth.
na beraadslaging besloten:
1°. 124 stuks opgaande boomen, staande op ver
schillende plaatsen in en buiten de kom der gemeente,
en waaronder vele gedeeltelijk dood, in het openbaar
ter roeiing te verkoopen
2°. den kelder onder de Noordhavenpoort, met
ingang van den 1 Januari 1884, te verhuren aan
M. J. Leeuwe Hz. voor 25 's jnars, voor één jaar,
en met stilzwijgende verlenging telkens voor één jaar,
indien de huur niet drie maanden voor het einde van
elk huurjaar door een der partijen wordt opgezegd
3°. de helft in een pakhuis, behoord hebbende
tot de gebouwen der garancinefabriek, te verhuren aan
den heer C. van der Vliet voor 40'sjaars, ingaande
1 Januari 1884, met stilzwijgende verlenging van huur
als onder 2°. vermeld en onder voorwaarde, dat de
huurder het onderhoud van het gebouw voor zijne
rekening neemt en geene lompen, huiden of andere
voorwerpen in het pakhuis mag bergen, waardoor
eenig nadeel voor de nabijzijnde schooi kan ontstaan
of TetSvda$rin mag verrichten, waardoor hinder wordt
toegebragjit aan het onderwijs in die school.
De Voorzitter deelde mede, dat de verhuring van
dit pakhuis door Burgem. en Weth. is voorgesteld,
omdat de gemeente daarvan het gebruik voorloopig
niet noodig heeft.
De heeren van Manen en van Kinschot verlaten de
vergadering.
Voor kennisgeving wordt aangenomen de mede
deeling van den Voorzitter, dat op den 18 dezer
zijn opgenomen, de boeken en kas van den Gemeente
ontvanger en dat deze in orde zijn bevonden.
Het suppletoir kohier der hondenbelasting over 1883
wordt vastgesteld op 28.
Wordt nog besloten, dat de in te komen bezwaar
schriften tegen bet Suppletoir kohier van den hoofde-
lijken omslag voor 1883, zullen worden gesteld in
handen van de Commissie belast geweest met het
onderzoek der reclames tegen het primitief kohier,
zijnde de heeren de Jonge, van Manen en S. J. Ochtman.
Na omvraag sluit de Voorzitter de vergadering.
Hoedekenskerke, 28 Januari. In de heden gehouden
vergadering van Ingelanden van dezen polder is het
voorstal der Directie om ter verbetering der oever
verdediging de waterpenningen met 10 per H.A. te
verhoogen, verworpen, maar integer^eel besloten voor
dat doel een geldleening te sluiten van 60 duizend
gulden.
De burgemeester der Residentie heeft als hoofd der
politie de instructie voor het personeel der politie
aangevuld met het volgende voorschrift:
Het hebben van schulden is verboden en kan grond
opleveren tot ontslag."
Men schrijft uit Heinoord van 25 Januari:
Nadat eergisteren hier de regenvlagen hadden op
gehouden, trok het gisteren' de aandacht, dat op de
glasruiten, waartegen de regen was geslagen, en de
hardsteenen stoepen meer was achtergebleven dan
gewoonlijk bij 't opdrogen daarvan werd bespeurd.
Een meer nauwkeurig onderzoek met een microscoop
ingesteld, bracht tot de ontdekking, dat zoowel aan
de glasruiten als op do hardsteenen stoepen duidelijk
zichtbaar waren olie- of andere vetachtige bestand-
deelen, henevens meer vaste glinsterende zelfstandig
heden en zelfs sporen van asch. Waarmede deze ver
schijnselen in verband kunnen staan, wordt aan het
beter oordeel van meer bevoegden overgelaten.
Met den krachtigen wind der laatste dagen ging
ook een hooge waterstand gepaard. In den polder
van Dieze stond het water zelfs zoo hoog, dat het
zich ontlastte over den Meppeler- en Wipstrikker