voor liet arrondis- xièrx sement Zierihzee.
c
1884. No. 7. Zaterdag 26 Januari. 87ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
ALS EEN GORDEL VAN SMARAGD.
xiiiHk/Ki:s(»r comm.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND,
uitgezonderd op FEESTDAGEN
Prijs per drie maanden 1,Fr a nco per post f 1,
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad '10 cent.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN:
Per gewone regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct,
Alle stokken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. l,AKEVMl\,
Dat is dichterlijk inderdaadIr.sulinde, dat
zich slingert om den evenaar als een gordel
van smaragd! Maar al te vaak hebben we in
de laatste maanden gevraagdof niet dat
snoer van edelsteenen een drukkende band, een
knellend snoer worden kon of reeds geworden
was. Zooals men vroeger gejubeld heeft over
de zegeningen van het batig slot, zoo heeft
men thans gejammerd over de millioenen, uit
gegeven voor „de eer der Nederlandsehe wapenen
in het verre Oosten" en niemand weet hoelang
we nog moeten jammeren, eer de oorlog ten
einde is. Over Atjeli is genoeg, is wellicht te
veel geschreven, maar onwillekeurig komen wij
er op terug, nu een nieuwe landvoogd, de
heer Otto van Rees, oud-Vice-President van
den Raad van Indiëgereed staat den aftre
denden landvoogd op te volgen. In gespannen
verwachting vraagt men zich af: Wat nu?
De heer van Rees is een man van groote
talenten, algemeen erkend als even bekwaam
in de leiding der zakeD als ijverig werkzaam
in de behandeling der zaken zelve, en dewijl
hij door en door met Indië en het Indisch
bestuur bekend is, kan zijn optreden niet anders
dan heilzaam zijn voor onze Oost en voer hei
moederland tevens.
Zij, die echter meeuen dat verandering van
landvoogd plotseling aan alle zaken een anderen
loop zal geven, vergissen zich grootelijks. Wat
Indië ontbreekt is het gevolg van den arbeid
of de verwaarloozing van vele jaren en vele
jaren zullen noodig zijn om het geheel verbroken
evenwicht tusschen uitgaven en ontvangsten,
tusscheu rechten en plichten te herstellen. De
ambtenaar W i 1 s e n schreef indertijd een soort
roman De duivel op Java, waarin hij deed
uitkomen, hoe lichtvaardige proefnemingen Indië
aan den rand des verderfs hadden gebracht.
Met een enkel besluit, met een enkelen afdoenden
maatregel willen de keuken- en kamer-politici
in een oogwenk alles hervormen en dat is hier
evenmin als in andere zaken mogelijk.
Twee beginselen staan vast, als grondslag
voor ons bestuur in Indië en het zal ons nog
in vele jaren niet gegeven zijn voor vast een
dier beide beginselen consequent te volgen of
zelfs nog uit te maken wat het derde kan zijn,
als er een is.
Toen de Staten-Generaal der Vereenigde
Nederlanden met bijzondere instemming de
stichting der Oost-Indische Compagnie (of liever
der Vereenigde O.-I. Compagnie) begunstigden,
moest er een motief zijn voor deze ondersteuning
van staatswege, van particuliere ondernemingen
(de Staatsspoorwegen, de Nederlandsehe Bank
en tal van gesubsidieerde en geprivilegieerde
ondernemingen waren toen nog niet uitgevonden).
En naar den geest dier tijden werd inderdaad
deze houding der Regeering gerechtvaardigd
door deze mededeeling: „omdat deze zaak ouder
„invloed van den goddelijken zegen, veie heidenen
„kon brengen tot het licht des evangelies".
Nu is van dien heiligen bekeeringsijver der
„kooplieden en geldschieters in vreemde ge-
„westen door supercargo's vertegenwoordigd,
„om handel te drijven op alle lauden aan gene
„zijde van de Kaap de Goede IIoop", wel nooit
heel veel gebleken van Jan Pietersz. Koen,
die zeker wat anders te doen had dan het
Christendom uit te breiden onder de heidenen,
tot Daendels toe, die de pasbekeerden in 't gelid
liet staan en ze liet doopon met de brandspuit.
Het was nu eenmaal een handelslichaam en
dat bleef bet, en onze betrekkingen tot Indië
mogen gewijzigd zijn, in hoofdzaak houdt
Nederland Indië vast om goede zaken te doen.
Indien we dus geheel op onafhankelijk stand
punt willen staan, dan moeten we erkennen,
dat Indië geen behoefte heeft aan Nederland,
dat de Indische vorsten wel zonder behulp van
Nederlandsehe ambtenaren kunnen regeeren en
dat al de voordeeleu, die wij hun aanbrengen,
gemakkelijk door hen kunnen gekocht worden
voor het geld, dat zij zelf opbrengen voor
ambtenaren, die op beu moeten passen.
Houden we Indië in den staat van onder
worpenheid, waarin het thans verkeert, dan is
de vraag: is het omdat wij in het belang der
mensehheid en in het volle gevoel van onze
zedelijke meerderheid de Indiërs willen doen
deelen in de zegeningen onzer beschaving?
In theorie is dit zeer zeker heel mooi, maai
de practijk komt ons daarbij wel wat heel
moeielijk voor. Kunnen we inderdaad onze
beschaving naai' Indië overbrengen en zal Indië
daar heter van worden De hoogere flnantie-
kunst, de speculatie-handel, de Parijsehe
manieren
Erkennen wij, dat het ons persoonlijk finan-
tiëel belang is, wat ons noopt Indië te houden
en wel in denzelfden staat van onderworpenheid.
Als de handel bloeit levert Indië schatten of
kan het doen en in allen gevalle zijn er in
Indië dnizende ambtenaarsplaatson te begeven,
een ware uitkomst voor ons meer dan over
voerd landje.
Niet waar, dat is liet snoodste egoïsme!
Maar is het niet de zuivere waarheid?
Maar toch, ook uit den onrechtvaardigen
Maimnon kan men zich vrienden maken.
Niet de geldwin-theorie en niet de bekeerings-
theorie heeft een bestaanbaren grond.
Getrouw aan de liberale beginselen, door onzen
voorganger twaalf jaar lang met zooveel ijver
en warmte voorgestaan, vragen wïj ook, naast
de finantiëele belangen van het moederland,
tevens naar het waarachtig belang der kolonie
en erkenning van die rechten van de Indiërs,
die zij moeten hebben als vrije bewoners van
een vrij land.
Aan de groote daartoe strekkende eischen
moei voldaan worden en kan voldaan worden
als ons finantiëel beheer geregeld wordt (wij
zeggen niet bgter geregeld, want er is geen regel
hoegenaamd in te ontdekken), Als ambtenaren
zich laten aannemen en de passage met gezin
en al maken en onmiddellijk terugkeeren, alles
J voor rekening van den Staat; als er een pak
huismeester voor een zoutpakhuis wordt benoemd
en betaald, voor een zoutpakhuis dat niet bestaat;
als er f 6000 wordt besteed om 74 paarden
tweemaal 's jaars te inspecteeren, zoodat elk
paard ruim f 80 por jaar kost om zich tweemaal
te laten kijkenals er op Padang een lieele
kavaleriekazerne voor 250 paarden spoorloos
kan verdwijnen; kortom als er massa's geld
worden verkwist, vermorst en weggesmeten,
dan voorzeker is er voor de Indiërs niet veel
te hopen. Een beter flnautiëel beheer, afschaffing
van nuttelooze en baatzuchtige ambtenaren,
verscherpte controle en daardoor wegneming
van grieven is een eerste vereischte. Dan zullen
er gelden zijn voor den oorlog en dan zullen
er onbelemmerd krachten werken, die den oorlog
tot een goed einde brengen, dan zal er voor
wegen en scholen en duizend audere zaken
kunnen uitgegeven worden, wat thans in den
zak van slimme ambtenaren of particulieren
vloeit. Dkt is eone audere politiek dan de
partij-politiek, die 't regeeren onmogelijk maakt.
Het liberale beginsel zal uitblinken in liet streven
naar openbaarheid, liet begin van verbetering.
Met Van Rees als gouverneur-generaal komt
ons dat alles mogelijk voor. Die beginselen
gelden voor l'ndië, maar niet minder voor Ne
derland. Als het liberale kamp zich versterkt
zullen ze zegevieren. Laat de aanhangers van
die beginselen ook ons steunen èu door hun
zedelijken, maar ook door hun finantiëelen steun.
Van beginselen alleen kan men niet leven.
Laat dan door abonnement en advertentiën
van dat goede voornemen blijken.
Binnenland.
ZIERIKZEE, 2 5 Januari 188 4.
Mr. J. P. Cau, benoemd rechter bij de rechtbank
alhier, is Maandag j.l. door het gerechtshof te 's Graven-
hage als zoodanig beëedigd.
Dinsdagavond trad alhier als spreker bij de derde
Nutslezing op, de lieer Chnppuis van Breda. Bij die
gelegenheid gaf Spreker ten beste, twee zijner novellen,
de eerste: »Een schets uit het Noord-Brantsciie Volks
leven", werd evenals de tweede: »Z, A. K.", op uit
stekende wijze voorgedragen, terwijl het publiek met
groote belangstelling de boeiende voordracht van den
begaafden Spreker volgde en blijkbaar groot genoegen
smaakte in de geestige wijze waarop hij hen een blik
liet slaan in het werkelijk leven.
Wij gelooven de tolk te zijn van allen die hem
hoorden, wanneer wij den heer Chappuis een welge
meend »tot weerziens" toeroepen.
Ook onder de postboden en brievenbestellers in Zuid-
Beveland gaat een adres rond, waarin het eerbiedig-
verzoek gedaan wordt gedeeltelijk Zondagsrust in te
voeren door beperking der bodeloopen en distributie
der brieven enz. op den zevenden dag der week.
Sedert begin December kon te Ellewoutsdijk geen
lager onderwijs worden gegeven, wijl het in aanbouw
zijnde schoollokaal nog niet gereed is. Vermoedelijk
zal hiermede ook deze maand nog geheel verhopen.
Intusschen is de jeugd er geheel van onderwijs ver
stoken, uitgezonderd het onderricht dat zij op een
zoogenaamd Zondagsschooltje krijgt van een bakkers-
en een metselaarsknecht.
Men verneemt uit Den Haag, dat de nieuwbenoemde
Gouverneur-Generaal op zijn reis naar Batavia, Atjeli